Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?BNA-DIG-ARUBIANA-02667
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


De plaats van de
Arubaanse Indiaanse beschaving
in de het geheel van de Indiaanse cultuur
H. P. Bongers
Atubtona 2667
a
f 4% * d
2 Fy © 4 t d u Ek
et: #1 . ' Bà Ber kl Ae r # En Vhs : ki 5 k Sq had É » ln sl . heek oi, ded * £ Eg Wien id
+
RA Ko had his heef TEEN Baj EE . In n m . A k ° _ - _ 8 .%
pn De PN N $ vaag es Sao ds % B ed aar, aad Ka ET A Klad 8 „ : ï hpt Sr hae * as : me, @ ea as | ER BIE kas had a ”
ee d umd 5 Ji a A ht #3
DN „ k, = in Gr SER, e A8 " he Le dq EN Ed & * R ‚ mi zi © EN He dat Ed mn ee sl bert en sisa. P 5 Ate > ha bou gen vee Mi AE ’ KRG p % Kd ne EN 5 ij Î Ternd ‚ en Kn pm etek gie ve ’
D SES Ld hd té hd * es .
vj ® 25 a : . > dn pn fs EN 8 a { ed hd and Uns af p ad - Mn ú Li, hs he _ pi mat 5 . sf Lt Re lk Tr Ean WES e À vat en aks: 4 Wree F haliaiss Bte Pf me doei Ì Ne Ae mid | Ve be F er ekeh Ke ” = s ah ee Ee Le 2e Ere tse Kerns ., hd - n hs pe :% ' ee er E pr Ed le aid BE 3
sen an Be ra en Sb = or R
Ed . EF Be Z en
INLEIDING,
» ed wtf 2 a
Bij het archeologisch onderzoek op Aruba kunnen wij ehige perioden onderschei e den.De eerste is die der inventarisatie-wat is er gevonden en uit welke i An tijd stamt het.Dit stadium begon met Van Koolwijk,werd voortgezet door ER De Josselin de Jong en door Du Ry en Van Heekeren(1960)
Het tweede stadium is dat der interpretatie-wat is gevonden en waartoe bd diende het, Door dat te onderzoeken kan men zieh min of meer een beeld
' vormen hoe de Indianen op Aruba geleefd hebben.
Men kan daarover lezen in de boekjes
Aantekeningen bij de Indiaanse nederzetting te Savaneta. (1963) door on=
dergetekende.
De precolombiaanse bewoners van Aruba,Curacao en Bonaire (1982) door
E.H.J. Boerstra en Ene vorbardrijs wet bede san An Hooker} The Indians of Aruba (1989) door A.H. Versteeg” C@nLoa \
Opgemerkt moet worden dat in die tweede veriode de inventarisatie gewoom doorgaat met soms opmerkelijke vondsten bijv. bij Malmok In de volgende artikelemr wil ik proberen hier nog een derde EB aan toe te voegen n.l.de plaats vam de Arubaanse beschaving in het geheel vam de Indiaanse cultuur. sommige verbandenzijn overduideligk,andere behoeven de hulp van wat crea tief denken.Nergens echter zijn de gemaakte veronderstellingen zomaar uit de lucht gegrepen.Buitenaardse: wegensvan andere hemelliskemen zi jm | daarbij overbodig. | Kritisch kan men blijven.Het "Waarom niet" en "Hoe dan wel "is altijd welkom,em overigens TAKE IT OR LEAVE ITE.P.Bongers.
ee ee hd ,
eg nae .
lin
hennen ntt nrs etremnsnsn. sm nn ans at
nae er enen en e \ Fi
Sporen T
Aruba ligt op een punt waar de drie belangrijkste Pre-Golombiaanse stromingen elkaar raakten, namelijk de AndeSt=de oerwoudeultuur en die van Midden Amerika (de Maya's en Azteken). Elk van deze beschavingen heeft een groeiproces doorgemaakt dat beinvloed werd door verschillende factoren, zoals volksverhuizingen.
Zo vinden we ondanks alle verschillen, ook een aantal overeenkomsten. Er blijkt een soort Indiaanse basisbeschaving te zijn ontstaan, die men in grote lijnen in Noord-, Midden- en ZuidAmerika kan terugvinden, bijMoorbeeld in de mythologie, het verbouwen van gewassen (mais), het weven, wapens, zoals de slingersteen, de bola, de speren en de stenen bijlen, evenals het aardewerk (kleirolmethode) en astronomie. Veel van deze zaken zijn op Aruba aantoonbaar aanwezig. Zaken van de geest, zoals mythologie en astronomie zijn moeilijker aantoonbaar.
Aruba mag op een snijpunt liggen van de drie belangsrijkste stromingen, maar dat wil niet zeggen dat ze op ons eiland hun
hoogtepunt bereikten. Verre van dat -— geen pyramiden, geen tempels, geen gedenkstenen, geen goud- of zilverwerk. Maar toch .... In dit artikel en volgende hoop ik te laten zien dat
de Arubaanse Indianen volwaardig deel uitmáken van die eerder genoemde basisbeschaving.
Dr. Hartog schrijft in zijn boek “Aruba: “Met Zijn weinige bronnen van bestaan zal Aruba een pleisterplaats geweest zijn voor opeenvolgende stammen en clans.’ Hard stenen voorwerpen die op Aruba gevonden worden zoals bijlen, messen, krabbers etcetera, zouden geimporteerd zijn, evenals het aardewFk en de textiel." Intussen heeft men de plaats gevonden waar het srootste gedeelte van het steengereedschap vandaan komt. Onderzoek zal aantonen dat Aruba niet zo'n onderontwikkeld gebied was als soms wordt voorgesteld.
sporen van deze basisbeschaving zijn onder andere: Ì
. de 3- vinger / S3-tenen figuur.
De Venus van Aruba, te zien in het museum, is een vrouwenfiguurtje dat gemaakt is uit een dik stuk krijt. In de tekening zijn de zijkanten als het ware ‘uitgeklapt’ zodat de stand van de armen en benen goed te zien
iS.
De rechtse tekening treft men aan op een beschilderd doekje, dat als masker op een mummie-bundel werd genaaid (collectie Tropenmuseum). Dit is afkomstig uit Paracas aan de zuidkant
van Peru en gedateerd ca. 600 — 300 voor Christus.
Amazone
n | n | Dr, Feriz schrijft in Zijn boekje Tussen Mexico en Peru’ over vondsten in Suriname: De armen van de antropomorfe (=mens) figuren
Zijn in de elleboog hoekig gebogen. De handen hebben drie
vingers zoals bij het FaultierfLuiaard-Sloth). Waarschijnlij
ker lijkt me de overeenkomst met de drie grote kikkertenen: en en duim zijn bij de kikker vaak heel klein en onopvalend.
Tenslotte vinden we de drieteners cok bij de rotstekeningen op Aruba in Paradera en Guadirikiri. Zie: Rotstekeningen van Aruba, P, Wagenaar-Hummelinck,
Paradera (blz. 163) EPuadirikiri (blz. 203)
ki
E ie hers on, A,
O Ù r n
2. De regengod Chac werd vaak afgebeeld als een oude man met een lange neus (soms een slurf je) en een T-vorm in het gezicht die tranen symboliseren en dus water en vruchtbaarheid. Deze afbeeldingen vindt men op vrijwel aile gebouwen ebuuc (deel vam Yukatan) Mexico. Om deze god gunstig te stemmen, moest men hem met bloed voeden. De Azteken hebben wat dat betreft een slechte naam. Gevangenen en slaven werden bij duizenden tegelijk,
vooral bij de feestelijke inwijding van een tempel, geofferd.
PETSTEON VAN EEN DE AALTAE SSAWVAHEN A 5,
Het hier afgebeelde kopje, afkomstig uit een afvalput in de Bruynewijk, laat duidelijk de T-vorm boven de ogen zien en aan
de bovenkant in gestileerde vorm het Chac-masker. Dit masker vindt men ook aan de achterzijde van de boog van Labna (Yuca
tan).

Eenzelfde motief treft men aan op de basisranden van de wierookbranders en dat past dus uitstekend bij de vruchtbaarheidssymboliek van de andere motieven op de pot (kikkers -— water).
J.De stammen aan de overkant van Aruba, de Caiquetio’s en de “ Jirajara s offerden aan Chac een meisje om regen voor de velden te ontvangen. In plaats van een mensen-offer begroef de boer in zijn akker een vrouwenbeeldje — een vruchtbaarheidssymbool. Het eerder beschreven krijtfiguurtje heeft daartoe gediend. Meestal zijn deze vrouwenfiguurtjes van aardewerk gemaakt, en men kan nog steeds, met een beetje geluk, rompen, hoofden en benen in de akkers vinden. Deze beeldjes vindt men overal in Amerika. Ze zijn dus een onderdeel van de basisbeschaving en leggen tevens iets bloot van de gedachtenwereld
van de Arubaanse Indiaan.
Heel fraai is het beeldje dat gevonden werd in Venezuela bij het meer van Valencia. Het dikomlijnde gedeelte is een deel van zo’n beeldje, gevonden in Savaneta. Dit is waarschijnlijk door ruilhandel op Aruba terecht gekomen.
4, Tihuanaco, het grote religieuze centrum bij het Titicacameer in Peru heeft enkele muren die versierd zijn met mensenkoppen. De overeenkomst tussen een van de redelijk goed behouden gebleven exemplaren, het steunkopje van een Arubaanse pot en het eerder besproken Chac-kopje is duidelijk.
Tihuanaco Potsteun — Aruba DAVANETA.
Sporen ÏÌ
Dit maal willen we nagaan in hoeverre op Aruba sporen te vinden zijn van de mythologie, zoals we die aantreffen bij de Midden-Amerikaanse kulturen.
Volgens de Maya's was er in den beginne de hemel en het water. De god van het water was de Gevederde slang met zijn blauwgroene quetzalveren. De god van de hemelen was Hurricane. Zij ontwierpen een plan voor de verdere schepping. Zij spraken “Aarde” en er was aarde. Deze aarde in de wateren werd gevormd door de rug van een krokodil of van een schildpad. Meestal wordt de krokodil genoemd, maar juist voor Aruba is de schildpad van meer belang. Daarna creeerden de goden de planten en dieren, maar het ideaal was nog niet bereikt. Ze wilden iets scheppen dat kon spreken, kon bidden en de dagen der goden vieren. Na veel mislukkelingen vormden zij tenslotte uit maismeeìl en water de mens. Òp een muurschildering in Cacaxtla vinden we dat uitgebeeld.
De Maya’s hielden van precisie. Iedere boer kreeg 36 m2 grond om te bebouwen. Dit werd uitgemeten met een meetlint van 9) meter. Op die manier werd ook het heelal geconstrueerd. een meetlint werd gehalveerd en uitgestrekt in de vier windrich=tingen. Deze punten waren verbonden met een kleur; — rood voor het oosten, de plaats waar iedere morgen de zon opnieuw geboren werd: — zwart voor het westen waar de zon iedere dag stierf om zijn strijd met de goden van de onderwereld aan te gaan; — geel was het zuiden waar de zon om twaalf uur stond en wit was het noorden.
ZWART Á_
Een vijfde richting kwam van het centrum van de aarde. Daar stond de heilige boom, de ceiba of kapokboom, met zijn wortels diep in de onderwereld, met Zijn kruin ver in de hemel en twee Zware takken die samen een kruis vormden. Dit boomkruis is duidelijk te zien op de grafzerk van Pacal, AD 683, heerser van Palenque, gevonden in de tempel van de inscripties.
Vier goden ondersteunden hemel en aarde op de plaats van de windrichtingen. Dit was een van hen.’ De hemel kende dertien lagen, de onderwereld negen. Deze onderwereld werd beheerst door de negen goden van de nacht. In dit gebied, Xibalba genaamd, verdween de zon in het westen om pas na allerlei sevaren en verschrikkingen de volgende dag zegevierend in het oosten te verschijnen. Gestorven priesters en heersers konden eventueel ook deze zware tocht volbrengen en als godheden tevoorschijn komen. De gewone man was daarbij, zoals gewoon=iiÌjk, kansloos. Die onderwereld was dus bij heerser en boer de obsessie van het leven. Bisschop Diego de Landa zei van zijn ‘gelovigen : ‘Zij vrezen de duivel zeer, en de Azteken zeiden het nog duidelijker: “Wij geloven niet, Wij vrezen.” Vermeld moet nog worden dat ‘s nachts de geesten van de overledenen uit die onderwereld naar boven kwamen. Dan had men letterlijk en figuurlijk de poppen aan het dansen. Met offergaven, eventueel met mensenoffers, trachtte men de onderwereldgoden rustig te houden.
Hoe en waar kon dat gebeuren: wat waren de plaatsen waar de mens kon communiceren met de geesten.? Wat de hemelse goden betreft, waren dat de bergen of de kunstmatige bergen in de vorm van opgeworpen heuvels en pyramiden.
Wat de onderwereld betreft, waren dat de grotten. Een grot was een angstaanjagende toegang tot Xibalba. In Guatemala — Dos Pilas — vindt men grotten met honderden gebroken potten, jade voorwerpen, benen naalden, plus een stapel beenderen en schedels die wijzen op het offeren van mensen.
Als we in dit licht de grotten bezien op Aruba, dan zijn er treffende overeenkomsten. Gevonden scherven, die men eerst hield voor een bewijs van bewoning, blijken een offergave zijn. Wie zou er voor de poorten van de hel willen wonen?
Opgegraven skeletten kunnen van mensenoffers geweest zijn. Bij het bestuderen van de rapporten van Wagenaar, Hummelinck en Tacoma heb ik geen aanwijzingen gevonden die in die richting wijzen, maar het is de vraag of men de skeletten op opzettelijke doding kan onderzoeken en of men het heeft gedaan. Hetzelfde geldt voor opgeworpen of natuurlijke offerplaatsen. Is er ooit naar gezocht?
Voor het opwerpen, bouwen van offerplaatsen zijn duizenden manuren nodig. Dit vergt een talrijke bevolking; daarvoor is veel voedsel nodig, dus grond, maar vooral water. Aangezien dat niet op Aruba voorradig is of was, kunnen er hoogstens enige natuurlijke offerplaatsen geweest zijn, bijvoorbeeld Seroe Boton. Ik denk hierbij ook aan een verhaal dat de heer Van der Mark mij in 1962 vertelde. Men had hem aan de noord= kust een grot gewezen, waar veel botons lagen (boton = 1 a 2 cm. groot doorboord schelpenschijfje). Het leek erop of iemand, die voor de grot had gestaan, deze botons naar binnen had geworpen. Een duidelijk bewijs van offeren.
Hierbij moet nog opgemerkt worden dat we bij ‘grotten’ niet alleen aan de diepe grotten van Fontein, Camashito of Quadirikiri behoeven te denken. Ook holle, wat dreigend uitziende rotsblokken, zoals in Paraguana, Macuarima, Siriìibana enzovoorts waren voor de indianen ingangen naar de onderwereld. Zelfs de toegangen tot de ‘tempeltjes” boven op de pyramiden waren voor de Maya's schrikaanjagend.
nn
„a . ar es df SAONVEIN—
Blijft de vraag naar de betekenis van de rotstekeningen. Het  AV
list voor de hand te zoeken am&r een verband tussen de wereld van de mens en die van de goden. Wat opvalt zijn de afbeeldingen van de schilden van de schildpad bij Fontein — Canashito -— Arikok en Paradera.
Zoals we zagen was de schildpadrug het magisch begrip voor de Aarde; bij sommige stammen en voor Aruba ligt de schildpad meer voor de hand dan onder andere de krokodil. Zonnen (en maan?) vindt men in grotten van Ajo, Arikok en Paradera. Zon en maan waren bij alle stammen het centrale punt waar alles vm
draaide. Soms won de maan, maar meestal was de zon het middelpunt van verering.
\5
Vissen en vogels speelden eveneens een rol in de mythologie, De Intivogel bijvoorbeeld (peru) was de vogel die Virakocha, de schepper, omfladderde als de raaf die Odin begeleidde en alles wist over het verleden en toekomst. Verder heeft de mens een sterke behoefte bewijs te geven van zijn aanwezigheid. Muren, bomen, deuren worden volgekrast en geschreven om aan te geven: ‘I was here . Aangezien de indianen vrijwel zeker niet konden schrijven, lieten ze letterlijk en figuurlijk hun handtekening achter en het zijn inderdaad sporen in een eeuwigheid geworden. De mensen en potten die geofferd werden in de grotten van Dos Pilas waren bedoeld om contact te maken met de goden van de onderwereld. Wij mogen aannemen dat de op Aruba aangebrachte tekeningen eenzelfde doel hadden. Als de verbinding: ‘grot-onderwereld” op Aruba zo duidelijk is, dan mogen we aannemen dat ook de rest van de in dit artikel geschetste mythologie tot de geestelijke bagage van de Arubaanse indianen heeft behoord. Daarvan is niets teruggevonden, maar, zoals eerder beschreven..... de vrees was het sterkst.
| | p " PARADERA TPA RAC U AN A TPARAPDE RA
Te NTEIN. ARN KOK, A RIK CTK. CANE DUIT T WAS HERE
Het kikkermotief
BDIERAAD — MEXIC D.
Het hele bestaan van de primitieve Indiaan was een voortdurende strijd om het leven, een strijd voor de instandhouding van het leven. Het verband met vruchtbaarheid en voortplanting ligt voor de hand en het is dan ook logisch dat deze factoren een zeer belangrijke rol speelden in de indiaanse wereld. De kikker nu is in vele streken van de wereld, maar vooral bij de Índianen, hét vruchtbaarheidssymbool. Oorzaken daarvoor moeten we zoeken in de groene kleur, de snelle voortplanting, de verbinding met water en de gelijkenis met de baar- en paarhouding. In Mexico vindt men bijvoorbeeld kikkers op vlakke stempels voor lichaams- en textielversiering voor vrouwen. Nu was de kikker zeker niet het enige vruchtbaarheidssymbool. De slang, vaak weergegeven door een spiraalmotief, de hagedis, de schildpad en vogels komt mety als zodanig tegen. De Indiaan kende niet die scherpe scheiding tussen mens en dier, zodat het dier een zeer belangrijke plaats inneemt. Voor hem waren beide van gelijke orde, een gedachte waartoe wellicht de grote afhankelijkheid van het dier in de jagersperiode hem hebben gebracht. Zo vinden we overal op afbeeldingen en beeldjes het dier terug als alter-ego, een tweede ik, onverbrekelijk verbonden met de mens en met hem een twee-eenheid vormend. Op dit punt gekomen kan men zich zonder veel moeite voorstellen dat de afbeelding van het dier (of dit nu een roofdiergod, de gevederde slang, of de kikvors is) de plaats inneemt van de mens. Dit nu was voor de kikker vooral het geval bij de van oorsprong oerwoudstam der Aruakken. Men is het er wel over eens op grond van historische en taalkundige gegevens, dat de Caigquetios, die onze eilanden bewoonden, Aruakken waren. De Aruakse afstamming is dus al een eerste verklaring voor de centrale plaats van de kikker in de gedachtenwereld van de Arubaanse Índiaan. Zeker kunnen hier ook klimatologische factoren een roì gespeeld hebben. Grote dieren vond men dientengevolge op Aruba niet, maar zelfs nu nog klinkt het machtige kikkerkoor, dat te beluisteren valt zodra de eerste regen valt, ons als muziek in de oren. Geen wonder dat voor de indiaan, die grotendeels afhankelijk was van de regen, dit machtig kikkergeluid de stem van de regengod zelf was. En zo beeldden de Caiauetios hem uit op hun aardewerk.
//
De dori kruipt in de droge tijd diep onder de grond; soms wel zes meter diep. Het volk zingt een eentonige melodie die op de dori betrekking heeft:
Dori, Dori, mako, si mi muriìi ken ta derami
Ami, Ami, Ami (geluidsnabootsing)
Dori, Dori, mako ora mi muri kende ta ami, ami ami, (diepe bastoon) jorami.
Kikker, kikker, kwak als ik sterf, wie zal mij begraven
ik, ik, ik
Kikker, kikker, kwak wanneer ik dood ben, wie zal mij bewenen iK, iks AK,
Bij bezoeken aan onze zoon, die op de Spaans Lagoenweg 31 woont, in de maand december (1993), viel het mij op dat regen niet gevolgd werd door het kikkerkoor. Ook mijn zoon kon zich van de iaatste jaren geen gekwaak (massaal) herinneren. Ik vraag me af of de bebouwing van de kalkrotsen langs de zee een vernietigende werking op de dori’s heeft gehad.
Het kikkermotief II
In het artikel Kikkermotief I heb ik hopelijk duidelijk gemaakt waarom, als versiering op de potten, vooral de kikker voorkomt. Ditmaal is voornamelijk de vorm waarin de kikker is afgebeeld het onderwerp. Een belangrijk gegeven is daarbij dat over het algemeen de naturalistische vorm vooraf gaat aan de gestileerde, Beide vormen zijn op Savaneta gevonden:
De naturalistische vorm:
De gestileerde vorm:
Als het juist is dat de naturalistische vorm eerst komt, dan kunnen we daaruit misschien iets af leiden omtrent de ouderdom. De naturalistische vorm vond ik, vier à vijf exemplaren. ten zuiden van de hoofdweg (omgeving Stella Maris). In Noord- aten de gestileerde vormen veruit in de meerderheid. Dit gegeven (er zijn andere) doet mij vermoeden dat de oudste nederzetting dicht bij de kust lag. Later is men hogerop gaan wonen, van de noofdweg tot Seroe Alejandro. Over de ouderdom van de nederzetting later meer.
De volgende tekening geeft een aantal gestileerde vormen met daarbij enige potjes, zodat men zich een voorstelling kan
15
>AVANEST A
maken in welke vorm de kikker op zo’n pot werd afgebeeld GEe-
Î4
BZ). Deze potten zijn reconstructies. Ze zijn dus niet in die vorm opgegraven. Wel de onderdelen, zodat de weergave voor
zeker 80 procent correct is.
Op de standring van dit potje vinden we het Chac masker dat we ook aantroffen op het kopje in Sporen I en op de poort van Labna. Chac was immers de regengod en past dus bij de kikker als regen- en vruchtbaarheidssymbool.
Dat regen- en -watermotief vinden wij ook op de rand en op de poten en lijf van de kikker
Nd IES
bebe neema lagen
Aan de binnenzijde van het potje zien wij een zandlopermotief.
Pater Ahlbrink vermeldt in zijn ‘Eneyclopedie der Cariben” dat volgens de Indianen van Suriname het zandlopermotief het borstbeen van de kikker aanduidt. Dat klopt dus volkomen met de plaats waar het op de pot staat. (Geen reconstructie — was zo op deze grote scherf).
Enige standringversieringen
Cz WAT IEN
b= kikkerlichaam a en e= rug van krokodil, leguaan f= regen (2)

Het bord is opgegraven in Panama.
De versieringselementen
spreken voor zich.
D is de eenvoudigste en mijns inziens de oudste versiering. Deze streepversiering komt namelijk veel voor op potten uit Curacao, die ik ouder schat dan de Arubaanse. Daar staat tegenover dat deze streepversiering vrijwel standaard is bij het zwart op rood aardewerk.
1e Tenslotte nog iets over de kikkerkopjes-potsteunen.
Wij vinden lage, vrij dikke standringen met gladde potsteunen. Of ze ooit beschilderd waren kon ik niet controleren. Het mijns inziens jongere werk heeft dunne standringen met applique kopjes. Zoals we gezien hebben zijn dat gestileerde kikkerkopjes, maar ik kan mij voorstellen dat men er uilenkopjes in ziet, vooral als de bek rechtop staat.
In kikkermotief Ì hebben we gezien dat er een vloeiende overgang is tussen kikker en mens. Zo vinden we bij de potsteunen ook kopjes die meer mens zijn dan kikker,
Zwart op rood aardewerk
Het dunne aardewerk is meestal zwart op wit beschilderd. Uitzonderingen zijn twee schaaltjes die zwart op rood ZT. Het ene soort is een plat schaaltje op een ringbasis (A). Het andere is een komvormig schaaltje op ringbasis met een naar binnen buigende rand (B).
De schaaltjes hebben een diameter van 18 tot 20 centimeter. De twee a drie centimeter hoge ringbasis heeft een diameter van 8 centimeter. De diepte is zes tot acht centimeter. Het baksel
{7
is overwegend grijs. Aan de buiten- en binnenzijde ziet men een
een tot twee millimeter dikke oranje-rode bakkleur. De buiteniaag is vrijwel steeds aanwezig, dde binnenlaag heeft slechts bij uitzondering enige dikte. Verbrandingen komen aan de binnenzijde van het schaaltje meer voor dan aan de buitenkant.
De klei is vermengd met, in hoofdzaak, fijn schelpgruis. Op de baktechniek wordt nog nader ingegaan. In heel Amerika werden de potten gevormd door middel van de kleiroltechniek. Deze techniek heeft tot gevolg dat bij breken van het potje de breuk meestal langs de oorspronkelijke kleirol loopt. Dit nu is bij deze potjes niet het geval. Grillig gevormde schelWen zijn ver in de meerderheid. Van Heekeren, archeoloog in Leiden, denkt aan de mogelijkheid dat zij op een draaischijf gemaakt zijn in de beginperiode van de Spaanse tijd. Zeker is, dat ze wat versiering betreft, niet passen in het kikkeraardewerk. Het streep- en vogelmotief vindt men nergens op het zwart-wit. Amateurarcheoloog Alderlieste op Curacao vond dit zwart op rood sporadisch in de toplaag van de nederzettingen. Ook dit is weer een aanwijzing dat het hier gaat om een late vorm, waarbij we ook denken aan invloed uit het Andesgebergte, waar we het vogelmotief veelvuldig aantreffen.
De potjes zijn van binnen (soms) en van buiten rood beschi ferd en daarna glanzend gepolijst. De gebruikte kleurstof zou rode oker of haematite kunnen zijn. Bij verwering verdwijnt de glans en geeft het rood af.
De beide potjes komen ook voor in het grove aardewerk. Het Zijn vermoedelijk de meest gebruikte eet- en drinkkommen geweest waarbij de beschilderde typen voor ceremonieel gebruik waren. Vormen van de ringbasis waren:
rr
de
De beschildering van de ringbasis bestaat uit enige evenwijdige lijnen waarvan de onderste het breedst is. Daarnaast komt een enkele maal het zandlopermotief of het tandmotief voor.
EE
Ld
f
hl
Hier is dan wel een overeenkomst met de zwart-wit-kikkerbe schildering. n Bij type A bestaat de beschildering uit twee of drie evenwijdige lijnen onder de rand en idem aan de onderkant. Deze lijnen worden verbonden door bundels van drie tot zes evenwljJdige lijnen, die meestal onder een hoek op eerstgenoemde lijnen staan. Bij enkele bundels loopt een van de lijnen dor in de evenwijdige randlijnen.
Op de rand romdom dy streepjes: de schaaltjes hebben ook binnen een tekening, welke gelijk is aan die van de buitenkant, maar naar het lijkt is die onafhankelijk daarvan aangebracht.
* ENE EE \/
Type B heeft geen tekening aan de binnenkant. Zoals al 1s vermeld buigt de rand naar binnen. Enige variaties zijn hier
onder weergegeven.
&
Aan twee kanten bevindt zich een plat knopje. Op de bovenrand zijn geen streepjes. Er is een grote verscheidenheid aan motieven, onder andere aan de onderste lijn balletjes, spiraal- en vogelmotieven, de bundels van drie evenwijdige lijnen kruisen elkaar en boven de buiging zijn brede bundels evenwijdige loodrechte lijnen.

had

Wij zijn wat nader op deze potjes ingegaan aangezien er nog geen onbeschadigd exemplaar van is gevonden: Van type B is een enigszins gelijkend exemplaar in het museum aanwezig. De rand buigt niet naar binnen en de basisring is afwezig. Maar de knopjes en het vogelmotief zijn aanwezig en uiteraard de rode beschildering.
Ouderdom van de nederzetting te Savaneta
Een veel gestelde vraag is: uit welke tijd dateert het gevonden materiaal? Alvorens hierover iets te zeggen willen we eerst nagaan welke mogelijkheden Aruba voor bewoning kan hebben geboden. Was het een pleisterplaats waar zo nu en dan een clan voor enige tijd neerstreek?
De evolutie van het aardewerk maakt het waarschijnlijk dat deze nederzetting gedurende lange tijd door eenzelfde stam is bewoond, zo tussen 1100 en 1500. Dit schijnt een periode geweest te zijn waarin volksverhuizingen plaatsvonden in de Amerika's. De stam die het gebied bewoonde ten oosten van de golf van Maracaibo en het schiereiland Paraguana vestigde zich ook op Aruba. De overeenkomst tussen het aardewerk laat daarover geen twijfel bestaan. Naar een belangrijke vindplaats in Venezuela spreekt men van Dabajuro aardewerk uit de Dabajuro periode. |
De komst van de Spanjaarden bracht vrijwel zeker een radicale ommekeer. Reeds in 1519, nog voor Cortez Mexico onderworpen had, erden de inwoners van de drie eilanden als slaaf afgevoerd naar Hispaniola. Hoewel er later weer enigen terugkeerden en versterking kregen uit de omgeving van Coro, was, zoals elders in het Caribisch gebied de maatschappelijke en economische structuur. van de Indiaanse gemeenschap in korte tijd vernietigd. De door de Spanjaarden ingevoerde veeteelt zal de Indiaan wat minder afhankelijk gemaakt hebben van visvangst en landbouw. Toen dan ook de zuidkust te onveilig werd, vestigde hij zich aan de onherbergzame noordkust. Schape- en geitevlees, geitemelk, wat ruilhandel (huiden) en goederen en levensmiddelen voor het verrichten van werkzaamheden voor de blanken, zullen,„het verlies van de goede gronden en het viswater van de zuidkust enigszins hebben gecompenseerd.
De grootte van de Nederzetting te Savaneta (400 bij 1000 meter) doet vermoeden dat een paar honderd mensen hier een bestaan vonden. Dit mag geen imponerend aantal zijn, wij dienen daarbijs=te bedenken dat in heel Amerika naar schatting slechts 20 miljoen mensen woonden. (Andere bronnen geven 50 miljoen.)
Zonder twijfel is de regen bepalend geweest voor de omvang van de nederzetting, maar het zou onjuist zijn hierbij hedendaagse maatstaven aan te leggen. Op het ogenblik leven op Paraguana en Guajira stammen, die er niet veel beter aan toe zijn dan hun voorvaderen 600 jaar geleden en in een klimaat gelijk aan het. onze. |
Uit putten en tankies halen ze voor zichzelf en hun kudden genoeg water om in leven te blijven. Voor de ontdekking was bovendien alle water voor de mens beschikbaar. Ook hier zullen de putten - Pos Chiquito - Pos Grande en Fontein gedurende het grootste gedeelte van de droge tijd het water geleverd hebben.
“Tankies eyvinden we eveneens op Aruba. Het feit dat dit een verengelst Spaans woord is, wil nog niet zeggen dat de tankies voor de ontdekking niet bestonden. Aan de voet van Seroe
Q
}
Alexandro vertoont de roòi een komvormige uitholling. Zelfs indien deze slechts door de uitschurende werking van het water zou zijn ontstaan, dan nog kön hier met weinig moeite een waterreservoir gevormd worden. Een tweede verzamelplaats van water vinden we dichtbij de kust (was het voetbalveld van La Fama is or was).
Tegenover het nadeel van gebrek aan water staan enige belangrijke voordelen:
1, De overvloed van vis en schelpdieren in de wateren om Aruba;
2. Het gezonde klimaat. Frisse wind, geen muskieten;
3. Veiligheid. Een eilandpositie biedt in dit opzicht voordelen. Men is niet zo gemakkelijk bereikbaar en ziet eventuele vijanden tijdig aankomen;
4, Gunstig gelegen op de handelsroute langs de kust tussen Colombia en Panama enerzijds en Trinidad en de boog eilanden naar de grote Antillen anderzijds. De Arowakken waren uitstekende zeevaarders en enthousiaste handelaars. Het opgegraven materiaal bevestigt dit.
Ik wil nogmaals wijzen op de overeenkomst in de versieringsmotieven bij het aardewerk van Panama en Aruba. Cruxent en Rose vinden Dabajuro invloed langs de gehele Noordkust van ZuidAmerika.
Be)
We komen nu aan het punt van het bepalen van de ouderdom, Vindt men verschillende woonlagen boven elkaar, dan is logischerwijs de bovenste woonlaag de jongste. Zo krijgt men een relatieve ouderdomsbepaling. Aangezien de woonlaag van Savaneta maar 30 ecm. is en de gouvernementsploeg tot 40 cm, Sing is te begrijpen dat alles door elkaar Lr:
Ik droom er nog van. De ploeg over het veld en dan een fikse regenbui. Dat leverde mij emmers vol materiaal op. Aan de hand van andere gegevens kan men trachten de absolute ouderdom te vinden door middel van de carbon 14 methode. Dit is ondertussen voor Aruba en het aanverwante gebied in Venezuela gebeurd. Belangrijk ook is de typologische vergelijking. Vindt men aardewerk, dat vrijwel gelijk is aan dat van een ander gebied en heeft men de absolute ouderdom van dit laatste kunnen vaststellen, dan mag men redelijkerwijs aannemen dat het gevonden materiaal even oud is,
Op deze wijze hebben Cruxent en Rose voor Venezuela en het Caribisch gebied een absolute chronologie vastgesteld. Volgens dit systeem wordt vrijwel al het materiaal van Savaneta gedateerd van 1150 tot 1500 en later.
Ik meen echter dat er verschillen zijn tussen het materiaal gevonden ten zuiden van de hoofdweg San Nicolas en dat ten noorden van deze weg (Savaneta Zuid en Savaneta Noord). De woonlagen die men meestal op elkaar vindt zouden in dit geval achter elkaar liggen. Het oudste woongebied ligt het dichtst bij zee. Misschien is het voorzichtiger te zeggen dat de latere nederzetting verder van zee af lag, want de oudste groep heef t waarschijnlijk ook in Savaneta Noord gewoond. De latere groep woonde voornamelijk in Savaneta Noord en heeft veel meer materiaal achtergelaten.
De redenen voor het dieper landinwaarts gaan kunnen geweest zijn: a. veliligheidsoverwegingen: b. het belangrijker worden van de landbouw: c. uitputting van de grond in het andere gedeelte,
Men vindt de volgende verschillen:
l. 5.4. Platte bodems bij het srove aardewerk S.N. Lage ringbasis of 4 cm. noge ringbasis 2. S.4. Bij sommige grove potten grijs aardewerk | S.N. Het grove aardewerk altijd zwartbruin of roodbruin 3, S.4. Beschilidering: zwart op plain en zwart en rood op
plain (Plain wil zeggen: op ongeschilderd aardewerk)
.N. Zwart op wit of zwart op rood
ep
4. 5.4. ringbasis plus potsteunen. Basisring is tot 2 1/2 cm. hoog en vrij dik. De potsteunen zijn gladde knoppen S.N, Dunne 3 tot 4 cm. hoge ringbasis. Kikker-uilekopjes met ringogen
Cm pd 9. S.Z. Kikkers op potwand — weergave naturalistisch. Kikker
mnd
( N d SAS) (II ES | en N 7, S.Z. De zwart op rood schaaltjes
kop heeft aan beide zijden naast de snuit bekspleten S.N. Kikker verder gestileerd: ogen en snuit op de potrand 6. S.Z. De randen van de schaaltjes zijn platter afgewerkt dan / 4 ontbreken. In S.N. komen deze vrij veel voor
3, Alle mij bekende grote urnen (10 stuks) zijn afkomstig van Savaneta Noord
9, In S.Z. een opvallend hoog percentage botons. Ook grotere verscheidenheid, rechthoekige, rechthoekige met rode of groene laag
Het gaat nooit om vormen die uitsluitend in S.‚N. of De das zouden voorkomen, maar een bepaald kenmerk overheerst in een van de delen. De typen potten die men in S.N. en S.Z. vindt zijn gelijk, zodat we mogen aannemen dat de oudere en de jongere gro8p nauw aan elkaar verwant waren.
ei
Voedsel uit de zee
Het belangrijkeste zeevoedsel was ongetwijfeld de kinkhoorn (Cconch — carco indjan). Grote hopen carcoresten treft men overal aan op de eilanden in het Caribisch gebied. Zo ook op Aruba. De dieren zijn heel moeilijk uit de schelp los te maken. Met een steen slaat men daarom aan de punt een gat of men slaat de punt er af. Het bedreigde dier komt nu iets uit zijn schulp. Aan het tevoorschijngekomen deel bindt men nu een draad en hangt het geheel aan een tak. Door het gewicht van de schelp komt het vlees los van de carco. Het is een behoorlijk stuk vlees, een beetje zoet naar men zegt, maar zeer voedzaam.
De conch speelt eigenlijk overal op de wereld een belangrijke rol als muziekinstrument. Triton, zoon van Poseidon (Neptunus) reed blazend op een conch over de zee om de onstuimige golven te bedaren. In India speelt de conch een rol in de godsdienstige plechtigheden, onder andere trouwpartijen, en bij de Indianen diende het geluid om de goden op te roepen of te begroeten. Bij het opkomen van Venus, de morgenster, weerklonk het geluid door Mexico City (Tenochtitlan) om de inwoners te wekken.
De Inca's hadden moeilijkheden om aan kinkhoorns te komen. In het koude water van de Humboldtstroom kwamen ze niet voor. Ze moesten ze dus importeren uit de omgeving van Panama of ze maakten ceramische exemplaren.
Toen wij in 1955 ons huis in de Bruynewijk betrokken, waren de bloemenrandjes afgezet met kinkhoorns. Toen nog niet wetend dat het huis op een Indiaanse nederzetting stond, meende ik dat de vroegere bewoners ze van het strand hadden meegenomen om ze als decoratie te gebruiken. Het was rommel die na de Douw ran Tet huis lag, en die men benut had als afzetting. Bij later onderzoek vond ik er verscheidene waarvan de punt afgeslagen was en het mondstuk mooi was afgeslepen (waarbij ik in het midden laat of een en ander door de natuur of door mensenhand gebeurd was).
Nadat ik de conches op toon had uitgezocht (do-mi-sol-do), want elke schelp heeft zijn eigen toon, trommelde ik de kinderen uit de buurt bij elkaar en leerde ze blazen en daarna kregen we de fanfare te horen waarmee de inwoners van Tenochtitlan gewekt werden. De opening van de Aruba Hi-Winds door
drie kinkhoornblazers!! Misschien een idee? 'Z een ala var write kok Andeaen IC VAD Aer verre At
skier? oe zee A vr daerde |
Cr Ce mette.
lente An CST
Ì ijftien centimeter groen
oede tweede is de Kiwa. een vijf | en, gevlekte schelp die voorkwam tussen de brandingsrotsen en zeer gezocht was. Men vindt deze schelpen dan ook ver
strooid over de hele nederzetting.
Fveneens tussen de brandingsrotsen bevinden zich de Chitons. Ze lijken wat op grote pissebedden en hebben een pantser van schubben. Deze schubben treft men in grote hoeveelheden aan in
afvalhopen. De diertjes leven op de grens van water en lucht en zuigen zich bij gevaar vast aan de rotsen. Als men ze voorzichtig benadert blijft de schrikreactie achterwege en kan men ze met een vlugge beweging van de rotsen halen. Anders steekt men ze met een machete los. De gevonden stenen messen waren bol-hol geslepen.
Chiton schub stenen mes
Zulke messen waren dus uitstekend geschikt voor het lossnijden van de chitons. Deze dierefn Zijn wat taai om te eten, maar worden nog wel eens verzameld, al is het bij uitzondering. Wel maakt men er tegenwoordig aardige sieraden van.
De papegaaivissen. Deze prachtig gekleurde vissen die dicht bij het rif al waar te nemen zijn, werden kennelijk veel gegeten. Men kan ze in ondiep water vangen. De kenmerkende resten, namelijk de keelkiezen (geen graten) vindt men regelmatig in de afvalhopen. Diep in de bek, in de keel dus, heeft deze vis boven- en onderkiezen. De onderkiezen lijken op de plooikiezen van een herbivoor; de bovenkiezen vormen een plaatje met telkens rijen aaneensluitende kleine tandjes. Ze knabbelen aan het koraal en kalk en levende organismen worden door de kiezen fijngewreven. Het voedsel gaat naar binnen; de Kalk wordt naar buiten gewerkt, Aanvankelijk kon ik niemand vinden die me kon zeggen wat het was. Ook enige vissers van Savaneta herkenden de tanden niet. De heer Hooyer uit Leiden was tenslotte zo vriendelijk een en ander te determineren.
Later kreeg ik van een visser zo'n kop, die ik gesloopt heb om me te overtuigen. Ongetwijfeld zullen er nog meer eetbare zaken uit de zee gehaald zijn. Schildpadden, schildpadeieren, andere schelpen en grotere vissen, gevangen met netten. Ik heb me hier echter beperkt tot opvallende zaken uit de af valhopen.
ler
SPOREN! III
Het ligt voor de hand „als we zoeken naar overeenkomsten tussem Aruba em elders,allereerst de buurlandem: onder de loep te nemen. Voor Venezuela is dat gedaan door Cruxent en Rouse in ham boek "An archeological Chro= nology o:f “fenezuela!",Daaruit blijkt dat er een hechte band bestond met Aruba,vooral met het schiereiland Paraguana en de omgeving van het meer van Maracaibo.Dit gebied grenst aan Colombia.Hoge bergketens en diepe & dalen maken een oost-west verkeer en omgekeerd häjzonder moeilijk.De Duitser Nicolaus Federmann: probeerdet in 1536 het El Dorado'te bereiker met 3oo man.Bij het overtrekken van de Cordilleras bevrorem: bijna alle Indiaanse dragers en paarden,maar onmogelijk was het dus niet,
Anders ligt het als we de kustvaart daarbij betrekken.Ik herinner me nog enkele gevallem van ongelukkige vissers van wie defhhotor van hun bootje onklaar raakte en die onvoldoende magelijkheden Bheadden om alarm te slaan» Als ze het overleefden-dan: blies de passaat ze naar de kust vam AGlombia,. Zoals men vlot van de kust(Coro) naar Aruba of Curacao peddelde zo is het ook mogelijgmet de kano Colombia te bereiken,hoewel de terugtocht zeker zwaar geweest zal zijn. Colombia werd bewoond door een aantal stammen die uitblonken in Het maken van gouden sieraden o.a. de Muisca,beter bekend als de Chibcha!'s
In het zuiden van Colombia bij San Augustin vinden wij eem grafveld met een aantal reusachtige stenen beelden,
Een ervan is het masker van een jaguarmens-de god met de roofdiertanden,. Ben te Savaneta gevonden steen heeft dezelfde vorm.Helaas is het opver= vlak ondiep bewerkt,zodat slechts vaag het dierkopje te herkenmen is. Hoewel ik de vorm van de steen dadelijk al bijzonder vond,kwan de t eke= ning pas op een foto goed aan het licht.
ai Ie NS /
SAN AGG STN SAVAN ETA ZS CLOM EI A
Bij het zwart op rood aardewerk kwam al het vogelmotief ter sprake en vermoedde ik dat dit motief uit het Andesgebied afkomstig was.
De vogel links bevindt zich op een kalkspatel en is wellicat een relieus 8 symbool.Met de spatel werd wat kalk in de mond gebracht bij het kauwen van cocabladeren.De kalk speelt eer rol bij het vrijmaken van de coeaïne.
Het vogeltje rechts vinden we op het zwart op rood aardewerk van Savaneta
ZS ANANE TA
2/
Bij het graven en zoeken werden regelmatig schijfjes gevonden met een doorsnee van 15 tot 6 cm.Ze pijn mooi rond bewerkt,soms geslepem en lijkem zo op de schelpen botons en schelpen schijfjes.Maar in tegenstelling tat de laatste zijn ze nooit doorboord(eén heeft het begin van eenxboorgat.) In'"Ecuador 1960" van dr. He.Feriz-blz 11- lezen we
“In de graven vindt men stukken parelmoer en ronde schijfjes van schelpen en klei met een diameter wan 1tet 5 cm.waarvan de betekenis onbekend is. In tegenstelling tot de centraal geperforeerde spinschijfjes (of botoms) zijn deze niet doorboord.Deze cirkelronde schijfjes bestaan uit bijgeslepen scherven van aardewerk,precies als\injdejla Venta (Mexico) gevonden analoge stukken
Hier wordt dus in een keer een verband gelegzt tussen Ecuador,Mexico en Aruba.
en
So ZD
kas | (VERE BEU YA, ) ES PI , | en

De betekenis is onbekend maar mogelijk werdenhe schijfjes gebruikt bij eem spel.&, Dit spel was wijd verbreiä en werd ook gespeeld door het gewone volk Patolli heette het in Mexico.Het was een soort ganzeboifrdem. Men speelde het met kogeltjes en schijfjes vam goué‚Âls bij ganzeborden reisde men rond om op het punt venuitgang terug te kerem.Het was een gokspelletje en toew Cortez het speelde met Moctezuma merkte de laatste op dat Pedro de Alvareda die de vunten voor Cortez noteerde vals speelde.Het gewon@ volk zal geem gouden schijfjes gebruikt hebben maar mogelijk de gevonden gladde steen—= tjes en aardewerk schijf jes.Gokken kam mem met alles.QMverigens had dit
spel ook weer een diepere betekenis.Het bord hed 52 velden,evenveel als
het aantal jaren van de zonnecyclus.
Ben ander voorwerp dat men nog niet heeft kunnemr thuisbrengen is een recht— hoekig gevormd stukje sckelp.är zijm geen breuklijnen te onderscheiden en het voorwerp is opzettelijk gevormd.
NEZAVAIPI LL) KONING Y. TEXxXcoceo. MET LiPSIESAAD.
25
Padd
Im ket Taironagebied,ten oosten van de Magdalenarivierg met ‚nu, als groot= ste plaats Santa Marta woonden stammen ‚die naast oor=en neussieradem
ook lipsieraden droegem.0Ook bij de Azteken was dit in zwang,maar bij de Maya's was het niet gebruikelijk, Op Aruba is geen mooi geslepen exemplaar ge vonden,maar bij de collectie Alderlieste(Curacao)em bij die van Koolwijk waren wel mooi geslepen exemplaremr aanwezige
De mogelijkheid bestaat dat we hier met zo'm lipsier&d te doen hebben.
CS AR Dá

- Í p d ds Fi ; /
AJ MOITSEN
LÄLI i Í ren TA IJ VELA A ê SAN AGUSTIN
hen
er
DE STEEN, Bij opgravingen vindt men veelvuldig gladde,eivormige kogeltjes -24 cm. Ze kunnen bij veel zaken een rol gespeeld hebben-als ratelsteentjes in de kalebassenxzmxie van de medicijnmam,als slingersteen,voor de bola, als netzinker,bij het Patollispel,etc. Dr. Feriz schrijfts "Im het Diauigebied werden in Indiaanse graven kleine tot vuistgrote stenen kogels aangetroffen.Het betrof hier de provincie Chirigue in de buurt van Bl Yolcam(Paname)." De steen had eem magische betekenis,Vaak was er een verband met het hoofd (de ziel) of ziekte, Voor de medicijnman speelde de steen dan ook een belangrijke rol. eig den geloven sommige stammen.dat ziekte langs magische weg verwekt wordt door een''vreemd voorwerp! Bij de Azteken weren priesters h Zij,die stemem(uit ke} lichaam)verwijderen!" De televisie brengt hetitegen woordig in de huiskamer. Behalve de magithe functi@had de steen ook grote betekenis als wapen vooral in combina tidmet de steenslinger. Nadat Pizarro de Inca had gewurgd probeerde bevolking en leger rustig te houden door een marionet tot Inca te behoemen. Deze Inca MancoCapacII kwam in 1536 in oostand tegenide Spanjaarden en verschanste zich in een vam Incaforten, die rond Cuzco Ng lagen . Toen de Spaanse ruiters het fort aanvielen werden ze ontvangen met een dusdanige regen van slingerstenen dat ze zich aanvankelijk moesten terugtrekken.Het door de Palestijnen ge= bruikte wapen is dus geen uitvinding van de laatste tijd. Op een afbeelding heeft de steenslingeraar een mand met stenen bij zich. Een klein munitiedepot. Sommige stammen in Peru bevechten elkaar,vriendschappelijk,nog ieder jaar op die manier. Een of twee doden en vele gewonden worden daarbij op de koop toe genomen. Misschien een tip voor de supportersveremigingen van voetbalclubs
0e ®
Dek EN SiNGERSTENEN XAN SAVA NE TA INKEPINGEN veoR BEVESTIe ING TV
DE BOLA ZT DS STENEN
‘In de verzameling Savaneta zijn verscheidene stenen kogels met een ingehakte r groef.Deze groef gaf het eromgebonden touw voldoende houvast „Die grotere 8 kogels waren vrijwel zeker als wapen bedoeld.
‘Daarnaast is er een kleiner type waarbij vaak alleen de koppen zijn inzehakt.Deze zijn geschikt om boda's van te maken en kunmen voor de jacht gebruikt worden,aits men wat vrij veld on zich heeft.In ket struikgewas
zoals ov Aruba vrij veel voorkwam was de bola niet zo bruikbaar.
DE STEENMSAINGER AvA DAN BETER IE SEA vs 1
Tot het einde van de vorige eeuw (en misschien nog wel) was dit wapen
op Aruba in gebruik.Het museum Fort Zoutman bezit mijnsinziens een exemplaar.
De Inca ? staat afgebeeld met zo'n slinger en veel Inca'sdroegen de slinger als een tulband om het Roofd zodat hij altijd klaar was voor gebruik.
Ik denk dat de kleinere gladde steentjes gebruikt werden voor de jackt op vogels,leguanen en een enkel konijntjee
en DJ nw herder harde cabosi
ape maa ictt ters
pays getnrd Ale
os y ms badend en Roan haan paernacochar ) ua geuweraybn vhaila price sa lo dewar =
GOED VOOR IO METER
STEENSZIN GER, EMRET HIE D Se ie WCN DE IN
— SAVANETA.
T URN IE | Le en // SCMAAL \: SO. URNEN EN STO LAAr SEN f DN EL OL ASSENE Hf AFVAL / De WWol ASSE LG AL Es LANs VERSEL W/ ph Ke Sp <- _ | | _Xo 4 SKELET VARIGE AetaE M. af : 4 7
ZWARTE AD - >-E -t hen an AS - made * Re deToiGeoem iv.
rj HUIS. oc rn en Úreea )
DE Cim
DE daad Pe Wijk 9 ( 8 ,
_n
rik
0 URPLAATS.
JAS pLaATSEN. ZWART NEEL STEKKEN VAN DULEN _WAUtsSTENEN ENZ .
14 Op Ik B.
ÁTVALKUI.. | LF | / Over het branden van de urnen valt ket volgende op te merken.De een— voudigste metkode ‚die ik zag Op films die daarover gingen was. dat men de urn op stenen zette, zodat de hitte onder de urn kon doortrekken Om en op de urn werd hout gestapeld dat aangestoken een laaiend wuur gaf dat moeilijk te controleren of te reguleren was.Van’ deze vuurplaatsem bevonden er zich drie ín onze tuin(De Bruynewijk 17). Deze zwarte asplekken met rondoa brokken steent lagen steeds op de sclieiding tussen de zwamte zandlaag en het steriele geelachtige sand. De mogelijkkeid be staat ook dat dit plaatsen waren raar de Indianenx kun potje kookten maar meestal is dat tussen enige grote stenen en beperkt van omvang. Bij ket graven van een proefput op het autopad van de Bruynewijk 18 werden de resten van een groot vuur gevonden.De bodem van de vuurplaats lag ongeveer 80 cm. onder de oppervlakte,dus volkomen in de steriele laag.De vuurplaats was ovaal van vorm:150cm lang en 100cm breed. Om het vuur was een muurtje gebouwd van stenen gebroken waalstenen, delen van maalblokken,bijlen en gewone stenen;tet muurtje was: op sSOm— aige plaatsen nog 30 tot 40 cm koog.Het sterielesand buiten de steenrand
was door de hitte bruin-rood gebrant,volkomen de kleur wan de meeste urnen
Grote brokken houtskool kwamen te voorschijn, in een jampot achtergelaten tk
bij de rest van de verzameling voor eventueleCarton 14 datering.
Boerstra keft soortgelijke kuilem gevonden.Eën meter of meer in doorsnee, 30 tot 5o cm diep,de zijkanten donkerrood gebrand door de hitte van ket vuur Hi j neem t aan dat het een poging was de warmteregulring wät onder
controle te houden. |
Versteeg groef bij Tankie Flip twee stookplaatsen op: een met een doorsnee van 140ca en een kleinere zoals in het Caribisch gebied nog nooït ge vonden werden.Ook hier was de grond donkerrood gebrand door de grote hitte van het vuur.Uit het krarte artikel was helaas niet op te maken in hoeverre
er een verscail was amet de stookplaatsen die Boerstra gevonden kad en die welke
rd
door zij in 1963 werd opgegraven —De Bruynewijk 18
RT
Nu we het toch over wapens kebbem zou ik de aandacht willen vragen voor de atlatì. De Indianen gebruikten een armlange stok of plank,waarop zij pij= len of eem korte speer legäem. De kracht van de arm werd verdubbeld door de hefboomwerking wan de speerwerper (atlatl) Aan het eind van de stok bevindt zick een uitsteeksel waar pijl of speer tegenaan gelegd wordt.
De speer was veelal een stok van hardkout,waarven de punt gehard was in het vuur. |
Bij de verzameling bevindt zich een fraai ge steeksel dienst kan hebbem gedaan. en
De Pueblo-indianen- 1100tot1500 in Arizona en Nieuw Mexico (USA) bakten kur aardewerk in "trenck kilns" — greppelovens.Een één meter diepe sleuf werd gegraven:daarin werden de potten gepla&tst en afgedekt met kout.De vuurgloed van ket gaangestoken hout zakte door in de sleuf terwijl de zijwandem veel warmteverlies voorkwamem.Op Aruba( De Bruinewijk 18) waren de wandem bovendien bekleed met brokken steen die het instorten van de zandwand voorkwamen en beter de warmte van het vuur vasthieldem.Ik vraag me af of ook de windrickting een rol speelde.De oven van De Bruinewijk 18 lag in noord-oostelijke rickting.Mogelijk blies de wind ket vuur in de greppel feller aan.
Hebben we kier opnieuw te maken met een spoar ven de basisbeschaving?
TEX TIsL.
Hoewel Aruba een vrij droog klinaeat heeft valt er toch zoveel regen dat textiel ween kans heeft te overleven.Het rot weg.Uit Soaanse bronnen weten we dat aen in hangaatten sliep,zaaer aeer dan de overlevering is daar niet
van OVere
NN NG pes
an EN ol NE 1 Ce
AEN Ak 4 15
SAID
e , —
EN en Es NN 7
nere ie Pd en nn vn 4
0, Amar dr ZE EN Nee ná
OVIEDO Y VALDES, ‘‘HISTORIA GENERAL,'' 1535; LIBRARY OF CONGRESS
HAMAGA HANGMAT
Toek zijn er duidelijke bewijzen dat de precolumbiaanse Indianen ven Aruba over textiel beschikten.
Bij zet maken van de grote urnen plaatste men onder de boden een extra
olek klei en daaronder een stuk textiel.Op die manier kon men de urn een voudig ronddrarien. De draaischijf ken de men niet en het on de urn keen-— lopen lij:t mij voor de meeste urnen niet de handigste methode.
Het vatroon van de textiel werd in de vochtige klei gedrukt.Zo kreeg aen een nezetief ven het weefsel.Vervolgens werd de urn‚,compleet met plakklei em
met weefselindruk gebakken en zo werd die indruk vapr goed vastzelegd.
velke textieltechnieken waren bij de Indianen gebruikelijk? REAKXNZELEIDEEN ÌDEEEXXNANIEINXNANXNLEENLTENX
Allereerst het knoven., Daarmee naakte aen netten,draagzakken,kangaatten enze Dan was er een losse manier van vleckten,een sprangweefsel en in vele variaj ties zet weven en twijnen get schering en igslag |
Bij twee door aij opgegraven urnen had de bov nurnwik zo'n plak met weefsel imi indruk,wellicht on de bovenurn wet meer beschrning te geven. | Verscheidene boeken waven wel alvemene informatie maar onvoldoende onde zevorr den "fabric inoressions!' te detersaineren |
De textielmusea Enschede eylilburg geven alle medewerking maar waren niet
in staat nadereïnlichtingen te zeven.Ik verzocht Het Tropenmuseum in Aasterdam daa en een afdelines van hetk wmuseua vanVolkenkunde te Leiden kun licht
over de gegeven weefselafdrukzen te laten schijnen.maar kreeg helaas geen reectie,Gebrek aan lickt of cewoon arrogantie? (een amateur-—koa nou!)
Bekalve een stuk textiel gebruikte aen ook met biezem gevlochten aatjesg
als “onderzetters! de z.g. twilled besketry impressioús „Het Arubaans Arch. museum heeft daar een mooi voorbeeld van
Ook Cruxtent en Rouse wonden bij kun oogravingen in Venezuela '"fabrig. imoresgt sions'' die gelijk zijn aan die welke op Aruba gevonden zija,
Tenslotte nog een overeenkonst aet andere streken: In Valdiva aan de kust van Becuader werden 09 eerfaardewerkscherf afdrukken gevonden van twee
soorten weefsels(3ooo Pedars)
Deze manier van werken is dus wellicht een aspeft van de eerder gesignaleerde basisbeschavince.

WI P
oIBRADEN !
Gouden of zilveren sieraden koeft zen op Aruba niet te zoeken,Het is dan ook jesmer dat de Arubaan bij iedere ontdekte urn eerst alles doorzoekt alworens ruchtbaarheid van de vondst te gevemgkoe Hegrijpelijk dat ook iS.
Botons. Waarschijnlijk zijn deze schelpen kralem voor de Arubaanse Indiaan
het belangrijkste betaalmiddel geweest.In een groot deel wan de Indiaanse maatschappij speelden ze een belangrijke rol.In snoeren geregen kreeg Colum bus ze aangeboden.Tot diep in het oerwoud van Zuid-Amerika vormden ze eem onderdeel vam de bruidsschat of van een offergave.sckelpen waren: er op
Aruba genoeg en de kralen zijn er danpok in grote hoeveelkedemr gemaakt,
Bij ket uitzeven van 2afgrond in Savaneta-Zuidflaag 30 cm-) werdem er 30 gevonden.Men vindt exemplaren van uiteenlopende grootte en met af sonder gat.Enige botons hebben twee gaatjes terwijl sommige kralen twee gaatjes hebben aan een kant,uitlopend in éen gat aan de andere kantpAls ket goed is is
aan de bovenzijde geen gat te zien.(D) IS Eevondem exemplaren laten zien dat dit uiterst fijne boren nog wel eens mislukte.
Dit was ook de manier waarop de Indianrem kun parels boordem
ren Meer parel voor je geld. Or 0)
Tussen de schelpen kralen werden aan het snoer kleine amuletjes: en andere versieringen gehangen.
Het kopje is geslepen van een conchpunt.De twee buitenste gaatjes: síijm door em door geboard en dienen: om het amuletje: op te khangem.De binnemste on-— diepe gaatjes vormen de ogeme
Schelletjes Deze werden voornamelijk gemaakt wan de Olivaschelp.
In snoeren geregen werden ge om ket middel „onder de knie af om de boven. arm gedragen en veroorzaaktemr bij het dansen een ritmisch tinkelend geluid. De punt aan de onderzijde werd verwijderd en gladgeschuurd.Bovenin werd een gat geboord of geschuurd.let zandsteen kost ket geen moeite so'm gat
te maken.Bij de verzameling zijn enige mooie stukken lichtbruine zandsteen. Deze snoeren Ulivaschelpem werden ook dopr bijw. de Maya meisjes gedragem,
KN
HAN \ TOT Sc
CHEN An NEDS. IP
dl SAL DS

Mises
Bij de vergameling bevinden zich delen van benen ringen. Dit is organisch materiaal en dus zeer kwetsbaar.Deze ringen werden veelal gebruikt als meus, versiering, Het neustussenschot werd doorboord en daardoor werd de ring gesckovem Eensieraad dat men in vrijwel alle Indiaanse bêchavingen aantreft.
‚Wss Berfinder schelpen ossnersrn functie slechts kan gissen is een enïgszins hartvormig deel van de carco.De renden Zijn zooi glad afgewerkt en de punten tot gladde bobbels geslepen. Bakjes om te gebruiken voor het verven,;denkt men,ook al omdat aan de binne zijde soms een groen-zwart laagje zit. Nu zijn er schelven in de afvalputtemr die ongeveer even groot zijn en zonder enige bewerking als verfbakje gebruikt konden worden. (Codakia Orbicularis) De gladde afwerking wijst a.i. oo gebruik voor belangrijker zakensals versiering of voor religieus gebruik.Gedacht werd aan iets waarvoor de hartvorm noodzakelijk was bijv. een schaambedekking.Bij de Maya's bedek ten de aeisjes de Venuskeuvel met een schelp als symbool van kun kuisheid. Als ze ov huwbare leeftijd kwamen werd de schelp verwijderd en konden ze trouwen amet de aan die aun vaders ‘goedkeuring had. Een andere mogelijkheid is,dat het een bakje was, waarop ket bloediwerd opgevangen, dat geofferd werd door een lickaansdeel-—tong, lip of vinger te doorboren met een scherpe naald — de stekel van een rog,een zeekomkommer of een cactus. | In ket Mayagebied vond zen oesterschelverget rood pigment en de restanten van verbrande wierookDit laatste is een zeer aannemelijk ebruik ze doet änekeR denken aan ket Indiase feest van ket lickt waarbij men op kleine zekaal schaaltjes eem lichtje laat branden dat men ov gestrekte handen voor zich ut draagt. | Tenslotte zag ik onlangs een televisiefila over het werk van een medicijn= man die verpulverde tabaks-of cocasnuif liet opsnuiven uit een schelp zoals eerder vermeld.Ook hier past een met zorg bewerkt schaaltje.

SEHCLTEN DAK Te ad
De eonchpuntenwormen een soopt bekertje,vooral de grotere.
Men vindt ze in groete hoeveelheden.De gladde afwerking zal wel door zand en zee veroorzaakt zijmresommige exemplaren vertonen sporen van gebruik. Bij een exemplaar is de punt vlak geschuurd en zijn ringvormige inkepin= gen getrokken.Is er eenmovereenkonst met de raadselachtige bijgiftem vam Tanki Flip,die Boerstra vermelât im zijm boekje? (hlz.66
aast

DANTE N ANGLIA
PECTORAL OF BORSTPLAAT
ie EB en vrijwel bij alle Indiaanse stammem woorkomend sieraad is de boestplaat of pectoral, Ik vermoed det de Arubaanse Indiaan daarwoor gebroker gezichtskandvatten van de wierookpotjes gebruiktel De meeste handvatten hebben een zergat ingebakken oorgat. boven de potsteunm. Daarnaast treft mem ook geboorde gaten aane Deze liggen zodanig dat het niet waarschijnlijk lijkt, dat ze bedoeld zbjn: om breuken te lassen.Aannemelijker is dat de ongeschor- | den kandvatten na het hrekem van de pat als lickaamsversiering werden gebruikt. |
In de schelpenhopen vindt men soms benen punten.Men meent dat ze tot de pre ceramische periode bekoren en als pijlpunten zijn gebruikt. Geen exemplaar is echter scherp geslepen en de gevonden punt wan fraai parelmoer lijkt
me al helemaal ongeschikt als pijlpunt.
Gebruik als neus-of lipsieraad lijkt me dan ook waarschijnlijker. Soustelle:Zo leefdem de Azteken blz 160
De mannen doorboorden zich het neustussenschot om er juwelen in te zetten evenals het benedengedeelte van de onderlip,waarin ze lipsieraden®Â van kristal,parelgoer,barnsteen turkoois of goud aanbrachteme
5
‘ EMGE WWOrPERHENDEN
Enige scherven vertonen aan de rand ronde gaatjes.Vrijwel zeker hebben deze gaatjes gediend om stukken gebroken aardewerk te verbindem,nadat ze met hars ain of meer gelijmd waren.Bij de door Boerstra opgegraven zakemr bevindt zich een raadselachtig voorwerp,dat ook die gaatjes vertoont om de stukken te lassen,(De precolumbiaansek bewoners van A. C. en B.-blz.66) | Tenslotte kan nog opgemerkt worden dat ook de Chinezen al eeuwenlang
deze methode gebruikten om in grote stukken gêbroken aardewerk te repare— rene |
Bij ket skelet,opgegrawen in de tuin van De Bruynewijk 17’ was het gebië vrijwel volledig en volkomen gaaf „Opvallend daarbij was dat de bijtranden van de snijtanden vlak afgevijld warem.Bij de hoektanden was ket overduidelijk. De kiezenkant van de hoektanden was rond en glanzend
de tandenkant afgevlakt en: dof.Deze gewoonte zou er toe kunnen bijdragen om de herkomst van de begraven persoon vast te stellen, Een opmerking over ket afvijlen van de tanden heb ik “Tacoma en Wagenaar Husmelinck niet kunnen vinden.Wel ís bekend dat de Mayas kun tanden vijlden en dam
inlegden met goud en bijv. jade. 8
[YOT |
Het is een typische gewoonte van schrijvers over de archeologie van Aruba om veel goede dingen die we vinden af te doen als invortg ven buitens het zwart-op-wit aardewerk,de bijlen em beïiteltges,de textiel, enz. Een fraaïe prestatie bij ket vormen van aardewerk zijn de holle randen,die ik behalve bij ket aanverwante gebied in Noord-Venezuela nergens heb aangetroffen.Deze kolle randen geven sterkte aan de Benen, speciaal van de wierookbranderguet de „in de pot kijkende gezichts / Bandvattemr
er
ve, Rand Dr EN
* El