Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?BNA-DIG-CULTURA-1957-02
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


C U L
MAANDBLAD VAN HET
JAARGANG 3
ZEER KLEINE SPEELDOOS.
Amarillis hier is
in een zeepbel Iris
hang de bel aan een ring en de ring aan je neus Amarillis
Schud je ’t hoofd speelt het licht in de bel met Iris Schud je fel breekt de bel Amarillis
Waar is Iris
Iris is hier geweest Amarillis aan een ring en de ring aan jouw neus
Wijsneus
Amarillis
Paul van Ostayen
De Vlaming Paul van Ostayen (1896-1928), de be zielde leider van het Vlaamse expressionisme, speel de in Vlaanderen een zelfde rol als de Fransman André Breton, die men wel de paus van het surrealisme noemt. Jong gestorven, liet hij toch een omvangrijk oeuvre na, poëtisch zowel als critisch en theoretisch. Hij deed voor het eerst van zich spreken door de verschijning van zijn bundel „Het sienjaal”, waarin hij op oorspronkelijke wijze uiting geeft aan zijn humanitair idealisme. In latere bundels (De bezette Stad-Feesten van Angst en Pijn) blijkt hij zich rekenschap te geven van het probleem vorm-inhoud der poëzie en komt hij in zijn theoretisch werk tot de formulering van de stelling, dat de inhoud van een gedicht eigenlijk een element is, dat vreemd is en zelfs vijandig aan wat hij noemde de
T U R A
CULTUREEL CENTRUM ARUBA
FEBRUARI 1957 No. 11
Redactie: J.J. STAM Druk: GENERAL PRINTING
„zuivere lyriek”. De van de Franse priester Henri Bremond afkomstige term „poësie pure” was toen nog niet geboren cn ’l is niet onwaarschijnlijk, dat wanneer Van Ostayen in het Frans geschreven had, er meer aandacht aan zijn theorie zou zijn geschonken. De verheerlijking van de vorm der poëzie bracht met zich mee, dat het woord werd losgemaakt van zijn logische betekenis in de zin, dat de klank en de associatie, die deze opriep, gecultiveerd werden ten koste van een toch altijd min of meer beredeneerde beeldspraak.
Deze verheerlijking bracht ook een zoeken met zich mee naar typografische middelen ter verwerkelijking der zuivere lyriek - het toepassen van verschillend gekleurde inkten en lettertypen in één gedicht. Een fascinerend aspect bieden deze experimenten wel, al kwam de dichter later tot de erkenning, dat deze middelen toch ook „buiten-lyrisch” waren. ■ De verwantschap van deze ongetwijfeld grote dichter met onze modernen is duidelijk en het zal dan ook wel niet toevallig zijn, dat zijn verzamelde werken in vier delen, bij het verschijnen practisch uitverkocht waren. Het hiernaaststaande gedicht is een mooi voorbeeld van Van Ostayen’s lyriek. Het heeft geen enkele pretentie, evenmin als de speeldoos, die het als titel meekreeg, maar evengoed als deze bekoort het door zijn speelse klank, zijn fijn getingel en zijn grillige uithaaltjes. Wie zou willen beweren, dat dit geen poëzie is, wie van poëzie alleen ernst verwacht, die loze, hoe van Ostayen daar de draak mee stak, wellicht bekeert hij zich dan tot de onware ernst van deze speelse, fijnzinnige mens.
Ch. W.
I Het C. C. 4 . zendt haar eigen | programma uit op Zondag- en Donderdagavond over Radio Kelkboom.
^R.atUo-p'io^'iamma A 2 an \7 ^Jhr. - '\ 7 Dïlaa-ri.
Zondag 17 Febniari : Shostakovilch: 9de Symphonie Lezing Chris Westratc J.C. Bach: Sinfonia in Bes Beethoven: 4de pianoconcert
Solist Cor de Groot
Donderdag 21 Februari : Tot 9.30 lichte muziek
Daarna: Lalo: Symphonie Espagnole Solist Jascha Heifetz Chopin: Pianomuziek
Zondag 24 Februari : Operaprogramma
G. Bizet: Les Pêcheurs de Perles
Donderdag 28 Februari : Tsjaikovsky: Vioolconcert
G. Bizet: Arlesienne Suite No. 1 R. Wagner: Vorspiel zu Tristan & Isolde
Ouverture Der fliegende Hollander
Zondag 3 Maart : P. van Anrooy: Piet Hein Rhapsodie Lezing Chris Westrate
B. Britten: Young Person’s guide to the orshestra Saint Saëns: Pianoconcert No. 3 Soliste Pina Pozzi
Donderdag 7 Maart : Tot 9.30 lichte muziek
Daarna: Prokofieff: Luitenant Kyë Suite Tsjaikovsky: Pianomuziek
Zondag 10 M a a r t : A. Honegger: Le Roi David. Oratorium
V*
n
h a
Vb
Vb
/V
Vb
Vb
V Vb & Vb
V Vb
Donderdag 14 Maart : Chopin: Les Sylphides
Offenbach: Gaité Parisienne v. Weber: Aufforderung zum Tanz
Zondag 17 Maart : Beethoven: Sonate No. 3 in Es voor viool en piano Lezing Chris Westrate Beethoven: 5de Pianoconcert Chabrier: Espana.
»ÏKÏÏHKÏÏKKK«KÏÏÏÏHHK5ÏÏ«ÏKÏÏKKH%
— 5 —
DE DOELSTELLINGEN VAN DE FILMOPVOEDING
I. Ons vermogen tot „lezen” en begrijpen.
Filmopvoeding komt neer op het leren „lezen”, begrijpen en oordelen van een film. Bij het leren lezen van een film dient men er zich rekenschap van te geven, dat een lilm de ononderbroken werkelijkheid van onze alledaagse waarneming niet volledig weergeeft. De film kiest uit de ons omringende en voortschrijdende werkelijkheid slechts de momenten, welke de meeste betekenis hebben en herschept op deze wijze de werkelijkheid, deze zodoende opvoerend lot haar grootste intensiteit. Zodra er sprake is van kiezen en ordenen van heelden, bestaat ér tussen de uitbeelding en de toeschouwer een wisselwerking, die men wel moet aanduiden met het begrip filmtaal. De opeenvolging der heelden, het bijeenbrengen ervan, hun aaneenschakeling, hun tijdsduur, hun omvang, de gezichtshoek waaruit zij worden opgenomen, de compositie van het beeld, de belichting, de verschillende wijzen van monteren, het zijn evenzovele technische mogelijkheden, waarmee de filmkunstenaar een gedachte of een gevoel kan uitdrukken. Het zijn geen conventionele uitdrukkingsmethoden, daar zij rechtstreeks inwerken op het gevoelsleven van de toeschouwer, zonder dat hij zich daarvan bewust is. Maar als zij niet worden aangewend op nadrukkelijke manier (een opname van bovenaf die het verfilmde object nietig maakt, een opname vanuit een laag standpunt, waardoor liet object groter en belangrijker wordt) of om sensationele effecten te bereiken (de versnelde of vertraagde opname), kunnen de expressïemogelijkheden der filni een sterk genuanceerde taal spreken, waarvan de subtiliteit alleen genoten kan worden door degenen die in het gebruik der filmtaal ontwikkeld en ervaren zijn. Ook de rangschikking der beelden kan voldoende elementair en voldoende doorschijnend zijn (de verhouding der beelden tot elkaar, de verhouding van de geluiden, de verhouding van beelden en geluiden onderling), zodat de filmische volzinnen leesbaar zijn zonder voorafgaande studie. De woordkeus en de spraakkunst van de film (wanneer we deze termen mogen gebruiken) zijn gebasseerd op de fijngevoeligheid, de geestesgestelheid en de ontvankelijkheid van de gemiddelde toeschouwer. Daarom is de gemiddelde toeschouwer in staat zonder meer de gemiddelde film te zien. Maar de film
wordt heel gauw „onleesbaar”, zodra zij zich boven dat gemiddelde verheft en dat verklaart, waarom filmische kunstwerken heel vaak geen succes hebben bij het grote publiek.
Wat is nu eigenlijk het begrijpen van een film? Wie de filmtaal niet kan lezen, is niet in staat om een film te begrijpen. Lezen evenwel kan soms alleen letterlijk zijn; het kan buiten de lezer omgaan; met een weinig routine kan het, hoewel volkomen correct, passief worden. Begrijpen echter veronderstelt altijd deelname en activiteit. Welnu, de meest voorkomende houding ten opzichte van de film is die van een passief aanschouwen en over zich heen laten gaan. De film is een opeenvolging, een vlucht van beelden: men laat zich, in een gevoel van welbehagen en bedwelming, zonder tegenstand meeslepen. De film is een opeenvolging van ogenblikken. Men neemt elk ogenblik in zich op, omdat het mooi is men wordt er door overweldigd, men vergeet alles wat er aan vooraf is gegaan. Men leeft uitsluitend voor en bij het ogenblik. Men beleeft niet zozeer genoegen aan de film als wel aan de opeenvolgende lichte aandoeningen. De personages, toestanden, de omgeving, het ritme, worden dan slechts een gerede aanleiding voor een sentimentele dagdroom die ver buiten het terrein van de kunst afdwaalt. De verbeelding krijgt de vrije loop. In wakende toestand was zij terughoudend er. beheerst; thans is zij, zoals in de droom, bevrijd en de wereld van het witte doek belemmert haar daarbij niet maar geeft haar daarvoor juist voedsel. De toeschouwer is niet langer toeschouwer. Hij verdiept zich niet meer in zichzelf. Het is alsof hij een tweede leven leidt waarin zijn wensen op wonderbaarlijke wijze verwerkelijkt worden en zijn diepste verlangens worden vervuld. Nu is de film niet meei een snelle vlucht van beelden; zij is de onwillekeurige oorzaak, de gunstigste voorwaarde geworden tot het bevrijden van het eigen Ik. Dit luie genieten, deze overgave aan de filrti. beelden, dit zich vermeien in zich zelf, is géén begrijpen.
Dit begrijpen veronderstelt een activiteit die voortdurend de verschillende elementen van het kunstwerk groepeert, bijeen brengt, verzamelt, de verschillende aspecten ervan ordent, ze met elkaar in verband brengt, er betekenis aan geeft en deze elementen onophoudelijk met een levendige en snelle beweging met het kunstwerk als geheel in verband brengt en het kunstwerk weer met de bedoelingen die hét kenbaar maakt en zich dan weer verheugt in het ontdekken van hun samenhang, hun wederzijdse
verwikkeling en hun noodzakelijk onderling verband.
Op deze wijze dringt het begrijpen, uitgaande boven de uiterlijke schijn en het onmiddellijk gegevene, door in het diepere en geheime leven van het filmkunstwerk, ontdekt de echte werkelijkheid en hervindt de ware betekenis ervan. Al mag men zeker niet aannemen, dat men in de bioscoop zijn gevoel op non-actief kan stellen en dat men de film louter verstandelijk kan beschouwen als een object om te beschouwen en te analyseren. Dat zou het beste middel zijn, nietwaar, om de film te bederven. Menende dat men de film op deze manier beter zou begrijpen, zou men er juist niets van begrijpen. De film is een levende werkelijkheid en er is maar één manier om een levende werkelijkheid te begrijpen en dat is om die werkelijkheid te doorleven. Want de toeschouwer gééft ook aan de film. Hij verrijkt zich met wat hij er in ontdekt, maar hij verrijkt ook de film met de gewaarwordingen die deze in hem oproept. En in deze zin verkrijgt de film, die tevens kunstwerk is, opgevangen en verwerkt door mensen van verschillende persoonlijkheid, verschillende betekenissen, die zonder twijfel in iedere toeschouwer worden opgeborgen, maar die latent blijven. Een film begrijpen is niet iets er aan toevoegen, maar haar voortzetten, in bedoeling en betekenis of in één van haar bedoelingen en één van haar betekenissen. Deze activiteit gaat niet vanzelf; ze wordt door de film opgewerkt en keert tot dc film terug. Per slot van rekening is zij er slechts de verklaring van. In wezen is de cinematografische werkelijkheid er een die ons niet in eens wordt gegeven, maar die zich voor ons ontrolt Zij ontwikkelt zich, zij is een voortschrijden, zij is een steeds nieuwe schepping, nooit statisch van karakter, maar integendeel sterk dynamisch. Met het dynamisch karakter van de filmwerkelijkheid moet men willen meeleven. Vandaar dat een zuiver verstandelijk begrijpen van de film een zuiver niet begrijpen zou zijn. Waarachtig begrijpen brengt het hele wezen van de toeschouwer in beweging, verbindt hem met de beweging van de film, die aldus niet wordt gezien maar geleefd. Hetgeen natuurlijk niet gelijkstaat met een volledig samensmelten, waarbij het eigen Ik van de toeschouwer geheel afstand doet van zich zelf.
De toeschouwer ondergaat de dynamiek van de film niet, maar hij doorleeft ze en tegelijkertijd bouwt hij ze op. En juist de voortdurende wisselwerking tussen het doorleefde en het opgebouwde maakt het mogelijk de film tot in haar diepste diepte te begrijpen. Naar de mate waarin de toeschouwer,
van binnen uil, kans heeft gezien zich met de tijdsdimentie van een film te vereenzelvigen, te herscheppen, wanneer hij geen onderscheid meer bespeurt tussen de tijd, die hem door de film wordt opgelegd en die welke hij zelf opbouwt, wanneer er een volmaakte harmonie bestaat tussen zijn eigen dynamiek en het ritme der beelden op het filmdoek, in al deze factoren samen schuilt waarschijnlijk het diepste genot en het volledigste begrijpen van de film. Deze harmonie krijgen we niet zo maar cadeau, zij vormt de beloning voor een voortdurende inspanning; zij wordt veroverd op de luiheid en op de gemakkeÜjke geneugten van de loutere droom. Zij vereist geestelijke inspanning om in de wereld van de film door te dringen en een gevoeligheid, voldoende om vlug mee te gaan met de meest verscheidene vormen van tijd en ritme. De film begrijpen wil eigenlijk zeggen: de tijd begrijpen! Over ons vermogen tot het beoordelen van een film kom ik in een volgend artikel terug.
Ii.J. Berlina
MUZIEK KENNEN DOET MUZIEK GENIETEN. (5)
Grondige studie van de muziek leidt onherroepelijk ook tot grondige studie van de natuurkunde, in elk geval tot studie van dat gedeelte dat nauw verbonden is met het muziek maken: de klankleer. Nu behoeven we ons beslist niet te laten afschrikken door het woord natuurkunde. Want de klankleer is toch eigenlijk een zeer boeiend en interessant onderdeel van de natuurkunde, vooral als we beseffen dat we er beslist iets van moeten weten, willen we begrijpen wat er eigenlijk gebeurt als we spelen, als we luisteren. Waarom een viool geheel anders klinkt dan een fluit en waarom we onmogelijk met genoegen kunnen luisteren naar iemand die vals speelt, in de middeleeuwen was de muziek een wetenschap en n:et zoals volgens onze normen en begrippen een kunst. De muziekbeoefening vond voornamenlijk in de kloosters plaats'en wel zuiver op wetenschappelijke basis. En het is wel zeer merkwaardig dat de beoefenaars uit de middeleeuwen zeer weinig begrepen hebben van begrippen als klank, toon en timbre, begrippen die voor ons weinig geheimzinnings meer hebben. Merkwaardig omdat de monniken uit die tijd op ander gebied allesbehalve achter waren. Maar de geschriften die ons over muziek uit de middeleeuwen zijn overgebleven, tonen duidelijk

aan dat men tevergeefs gezocht heeft naar de oorzaak van het verschil in timbre dat de muziekinstrumenten bezitten. Overigens hoeven de middeleeuwse onderzoekers zich hiervoor niet te schamen, want zelfs ten tijde van Bach en Beethoven waren de boventonen in de muziek nog steeds niet wetenschappelijk ontdekt en vaslgesteld! Maar wel doet ziel) het merkwaardige verschijsel voor dat al eeuwen lang musici en vooral ook dnstrumenlenbouwers bij intuïtie gevoeld hebben dat er boventonen moesten bestaan!
Om te kunnen begrijpen wat’ boventonen zijn, zuilen we eerst eens nagaan wat er precies gebeurt als we een toon horen. We maken even het muziekinstrument dat Pythagoras al gebruikte voor zijn onderzoekingen, het monochord. flat doen we zo: Over een lange, platte houten doos spannen we een snaar. Aan de ene zijde zit de snaar vast aan een ijzelen pen, loopt over een opslaand randje en zit aan het andere eind vast aan een draaibare pen, zodat we de snaar kunnen spannen. Tenslotte loopt dc snaar over een verschuifbaar houten blokje, dat we kunnen vergelijken met de kam van een viool. B'e snaar wordt flink gespannen door de pen aan te draaien, en ons monochord is klaar voor onze proefnemingen. We gaan een loon produceren en drukken daartoe de snaar naar beneden en laten hem plotseling schieten. Ons monochord geeft een duidelijk waarneembare toon, en hoe komt dal? Als we de neergedrukte snaar los laten, wil deze zo snel mogelijk weer de oude stand innemen. Door de snelheid waarmede dit geschiedt gaat de snaar echter te ver, en komt nu inplaats van hol, bol te staan. Weer veert de snaar terug en staat nu weer hol, enz. Daar de bewegingen steeds kleiner worden zal na enige tijd de snaar weer volkomen in rust zijn en we horen geen toon meer. Nu noemt men de beweging die de snaar maakt van hol tot bol en terug, één trilling. Het aantal trillingen per seconde bepaald de toonhoogte. De lengte of spanning van de snaar, de snelheid waarmede deze weer lerugveert en dus of deze hoog of laag klinkt. We hebben nu wel een toon van een bepaald aantal trillingen en dus van een bepaalde hoogte voortgebracht, maar we zouden absoluut niets horen als de lucht er niet was. De lucht brengt namelijk de trillingen van de snaar over naar ons oor. Laten we hel populair zo zeggen: dc Lichtdeeltjes liggen naast elkaar als kegels op een rijtje. Gooi ik één kegel om dan valt hij tegen zijn buur man die op zijn beurt dan ook weer omvalt, enz. enz. Zo drukt de trillende snaar ook steeds tegen luchtdeeltjes, die tenslotte de toon overbrengen naar ons trommelvlies De geniale Pythagoras heeft met hei monochord zeer veel geexperimenteerd en ontdekte o.a. dat hij bij een wiskundige zuivere verdeling van de snaar in twee, drie, vier en meer delen ook zuivere bruikbare tonen vond. Maar wat hij absoluut niet ontdekte was dat de snaar buiten de normale grondtoon, ook vele hoger gelegen boventonen voortbracht! En dus bleef het tot voor enige eeuwen een mysterie waarom een bepaalde toon, gespeeld op een viool geheel anders klonk dan op een fluit, of op een trompet. De ontdekking van de boventonen heeft dit opgehelderd. En op gevaar af wat al te droog en technisch te worden, moet ik U tenslotte even duidelijk maken wat boventonen zijn. De snaar die we zojuist hebben aangetokkeld, trilt namelijk niet atleen in zijn geheel, maar ook in onderdelen. De helften gaan dus, hetzij veel minder hevig, ook afzonderlijk op en neer. Zo ook de derde gedeelten, de vierde en vijfde gedeelten, enz. En al deze stukjes trillen-' de snaar geven op hun beurt een hoger gelegen t >on weer die we nauwelijks of niet met het ongewapende oor kunnen waar nemen. Maar het merkwaardige is dat muziek zonder deze tonen ondenkbaar is omdat dan alle kleur, alle tymbre zou ontbreken. Ieder muziekinstrument geeft nu uit de reeks boventonen een paar tonen weer, maar in volkomen afwijkende rangorde en sterkte. Des te sterker boventonen, dis te scherper en helderder de klankt. Zo geeft een fluit weinig boventonen en klinkt dus rond en mollig. Een viooltoon bezit veel meer boventonen, terwijl een trompet uitgesproken scherp en doordringend klinkt door de vele sterke boventonen. Een aparaat dat berust op de aanwezigheid van boventonen, is bijv. het Hammond-orgel. Langs electrische weg kan ik hierop verschillende boventonen mixen, en dus op soms bedriegelijke wijze verschillende instrumenten nabootsen.
Ik hoop niet dat ik met dit onvermijdelijk taaie stukje over de boventonen veel lezers heb afgeschrikt, maar U integendeel heb duidelijk gemaakt waarom we in de muziek steeds spreken van tymbre, oftewel klankkleur van een muziekinstrument.
R.H.

8
RAINBODAIRY
BEZORGT GRATIS THUIS
Overheerlijke gezonde vers gepasteurizeerde melk
Speel niet met Uw gezondheid . . . geef Uw kinderen en Uzelf de betrouwbare melk van
RASKOEIEN,
gepasteurizeerd in de meest moderne machines UW GEZONDE MELK WORDT THUISBEZORGD
San Nicolas Tel. 5261 Oranjestad Tel. 1326
Fa • Petrona &
Croes
AANNEMERSBEDRIJF
Anasastraat 8 - Dakota - Aruba, N.A.
Telefoon 1712
Het ontwerpen, aannemen en uitroeren van alle bouwwerken. Het verburen van : COMPRESSORS BETONMOLENS ASPHALTKETEL
Steeds in voorraad getrilde ^betonblokken.
Music Store
D. R. VALEN
Nassaustraat Oranjestad
Nog enkele weken en de tijd van cadeau’s en surprises is daar.
Wij verwachten een zeer grote zending gramofoonplaten en speelgoederen.
Loopt eerst bij ons binnen, alvorens Uw inkopen te doen.
Bij Valen slaagt U altijd.
Zoekt U een origineel cadeau? VALEN HEEFT HET.
— 9 —
NIEUWS VAN DE MUZIEKSCHOOL
De twee leerlingenavonden in San Nicolas hebben bewezen dat er gelukkig steeds grote belangstelling bestaat voor de dingen die er in de Muziekschool om gaan. Niet alleen de ouders kwamen naar de prestaties van hun kinderen luisteren, maar ook vele belangstellenden vulden beide avonden de zaal en vormden een dankbaar publiek. Het meisjeskoor „Vivons en chantant” blijkt een fris en bloeiend ensemble te zijn dat zeker veel mogelijkheden heeft op Aruba. Onze ervaring is dat meisjes- en kinderkoren altijd steunpilaren zijn van het muziekleven. Kinderen die enigs tijd meezingen komen er gauw toe ook les op een of ander instrument te gaan nemen en leden die na enige jaren het koor verlaten, houden vaak hun gehele leven onuitwisbare herinneringen vast aan het gezellig samenzingen. Bovondi-m krijgt een uitvoering waaraan een koor medewerkt spoedig een gszellige, uitbundige sfeer. Daarom zullen wij zeker trachten om bij een volgende uitvoering van de school in Oranjestad de charmante jongedames uit San Nicolas weer te laten optreden! Vermoedelijk zal het medio Maart wel weer mogelijk zijn om een leerlingenavond in Oranjestad te houden.
Vol belangstelling slaan allen die belang hebben bij het muziekonderwijs de ontwikkeling van de schouwburgplannen gade. Dan krijgt de muziekschool immers pas een eigen „home”. Dan kunnen we ook beginnen met de oprichting van een kinderzangschool voor verschillende leeftijden. We weten allen dat de schouwburgplannen al vele jaren op verwezelijking wachten en velen zullen misschien zeggen: „nu, dat duurt nog wel jaren!” Toch geloof ik dat de wijze waarop de plannen de laatste maanden zijn aangepakt zeer energiek is en dat we, als de voortekenen niet bedriegen, binnen korte tijd de aanbesteding kunnen tegemoet zien. Dan gaat bij de muziekschool zeker de vlag in top, want pas als het gebouw er is kunnen alle lessen, koorrepetitios, leerarcnbijeenkomsten, enz. centraal gegeven worden, zodat de muziekschool, die gelukkig nog steeds bergopwaarts gaat, werkelijk iets tastbaars wordt.
De muziekschool is momenteel gevestigd: Victor Hugcstraat 5 (Oranjestad). Voor inlichtingen kunt U hier altijd terecht (telefoon 1047). De lessen worden, behalve door ondergetekende gegeven door de
heren Peijster, (piano en blokfluit), Janssen (blokfluit), Bongers (koorzang), Cohen (viool en guitaar) en Stouten (piano).
R.H.
FILMIJGA ARUBA
Filmliga vertoont „Captain’s Paradise”.
Het filmligaprogramma voor februari brengt ons weer een film, van een soort waar we er nooit teveel van kunnen zien: De engelse comedie, en die met Alec Guiness in het bijzonder. Het is niet onze gewoonte de nadruk te leggen op de spelers in een film, omdat ze zo weinig betekenen, als de allesbeheersende regisseur niet een filmkunstenaar is. Alec Guiness is echter een uitzondering en misschien wel omdat hij tot nu toe bijna steeds onder knappe regie speelde. (Ealing studios.)
In Captain’s Paradise speelt hij de hoofdrol van kapitein Henry St. James. Kapitein Henry St. James vaart op een schip tussen Gibraltar en Kalik (Noord Afrika). Sinds zijn jeugd is hij enigzins filosofisch bezig de volmaakt ideale levenswijze te vinden. Hoe hij dat ideaal verwezenlijkt heeft ziet U in deze film. In Gibraltar woont zijn zachtaardige huiselijke vrouw (Celia Johnson, bekend uit Brief Encounter). Daar heeft hij rust en huiselijkheid, en hij gaat nooit na tienen naar bed. In Kalik echter staat zijn verblijf in het teken van de champagne de dans en de exotische charmes van Nita. Op zee, daar tussen in is hij volkomen ongevoelig voor vrouwelijk schoon, en wijdt hij zich aan zeevaart, goede boeken en gesprekken met intellectuelen. Zo heeft hij zijn leven in drieën gesplitst, en een perfecte levenswijze gevonden. Een situatie die meesterlijk door Henry St. James (Alec Guiness) wordt beheerst, zonder fout of vergissing, behalve dan, dat hij zijn vrouw een keer een gewaagd bikinibadpak ten geschenke geeft, en Nita de groflinnen schort. Verder kunnen we U niets vertellen, U kent de situaties waarin de comediespeler Guiness excelleerde in andere films (Lavender Hill Mob; Kind Hearts and Coronets; etc.)
De film wordt vertoond in samenwerking met De Veer Theater op Dinsdag 26 Februari a.s. aanvang 8.30 uur.

10
CULTURA VOOR DE JEUGD
HONDEN
Er zijn op Aruba wel eens mensen die klagen over de vele loslopende honden. Dat het ergens anders op de wereld ook wel eens voorkomt bewijst het volgende verhaal. Het speelt op Bali, een van de kleine Soenda eilanden.
Bali is het land van de honden. Zeker, Bali is ook het land van de ongebroken volkskunst. Het is zelfs het eiland dat het meeste varkensvlees uitvoert naar Singapore en Australië. Allemaal toegegeven maar heus geloof me, Bali is en blijft in de eerste plaats het land van de honden. Van de kamponghond wel te verstaan. Het is onmogelijk een autotochtje over Bali te maken zonder twee of drie honden te hebben overreden. Er zijn namelijk veel honden op Bali, onbegrijpelijk veel, honderdduizend, misschien wel een half millioen. Het gouvernement heeft meermalen geprobeerd aan deze plaag een einde te maken. De politie kreeg dan de opdracht iedere hond neer te schieten. Maar ondanks wekenlang schieten van het hele polilieleger was er geen merkbare verlichting van de kwaal te bespeuren. 'Al deze honden hebben namelijk geen baas. Ze schooieren rond over het eiland en trachten aan de kost te komen. Dat valt niet mee als je met zovelen bent. Vijfhonderdduizend bedelaars op één eiland, en nog niet eens zo’n erg groot eiland, is beslist te veel. Nu is een kamponghond gauw tevreden. Hij is nooit uit het veld te slaan, hij eet beslist alles, zonder de geringste kieskeurigheid. Hij is opgewekt en blaft veel, ook ’s nachts, maar hij is ook sentimenteel en huilt met zijn soortgenoten om een of ander klein yerdrietelijkheidje uren lang, en dat wel speciaal ’s nachts.
Het is duidelijk, dal de spoeling voor al deze bedelaars dun is. De bevolking van Bali is namelijk wel kunstzinnig, maar niet bepaald rijk. Het resultaat is dat vele honden op Bali hongerig zijn en er dus wat pips en mager uitzien. Met de honger komt ook de ziekte en zo kan het gebeuren, dat een paar honderdduizend honden op Bali wat schurfterig zijn en er wat zielig uitzien ...
Dit zag een Amerikaanse dame, die, zoals voor de oorlog vele Amerikanen, Bali „deed”. Iemand die een land „doet” is er gewoonlijk zo kort, dat hij weinig kijk krijgt op de juiste verhoudingen in zo’n land: Zo ging het ook deze Amerikaanse dame: ze hield veel van honden en kwam op Bali niet verder dan dat
ze al die minder goed opgevoede honden maar heel triest vond - en ze kreeg medelijden. Voordat ze over dit medelijden heen was ging ze alweer naar Amerika terug en begon overeenkomstig haar gevoelens te collecteren voor de honden van Bali. Ze vond, dat er een veearls-voor-klcine-huisdieren naar Bali loc moest cn een rijdend ziekenhuisje om al die arme honden Ie helpen. D'e dame was blijkbaar zeer welsprekend, want' het geld kwam bijeen. Men kocht een hondenziekenauto en er werd een ongehuwde veearts-voor-kleine-huisdieren geënthousiasmeerd, die veer een salaris drie jaar lang naar Bali zou gaan, om de arme honden te helpen. Het hele Unsport kwam gelukkig en wel op Bali aan en de veearts begon, aanvankelijk ook geroerd door medelijden, direct een enkele hond te besmeren met scharflzalft; een andere die een gebroken pootje had, vervoerde hij dn zijn ziekenauto, en zo meer. Toen de artsvoor-kleine-huisdieren echter langer op Bali was, dan iemand die het eiland alleen maar „doet”, begreep hij, dat het hondenvraagstuk op Bali anders iag en dat hij een hondenziekenhuis met tweehonderdduizend hondenbedden nodig had, om alle zieke honden op Bali te helpen. Bovendien zou dan het hondenaantal op Bali in sneltreinvaart van een half millioen stijgen tot een millioen, waarmee de dokter noch de honden (de spoeling war al zo dun), noch de bevolking (die nu al gebukt ging onder de plaag) een plezier zou doen. Zonder toestemming van zijn opdrachtgeefster in Amerika te vragen, kocht hij op de post „onkosten” buiten zijn reusachtig salaris om een dubbelloopsgeweer een stelde zich in verbinding met het gouvernement.
Het gouvernement vond het best en de veearts ging honden jagen. Dat is helemaal niet moeilijk op Bali; je schiet maar zonder je te verplaatsen, en dat is prettig in de warmte. De arls-voor-kleinehuisdieren schoot. Iedere dag. Hij had zich voorgesteld twee honderd bonden per dag te nemen, rijp en groen, schurftig en niet schurftig, alles wat voor zijn dubbelloops kwam. En hij deed het waarach- ' tig. De hondenziekenauto werd gepromoveerd tot een hondenbegrafenis-aulo en met gepaste zorg werden er twee honderd honden per dag afgevoerd. De bevolking hielp gratis actief mee - alleen de veearts had een salaris.
Twee honderd per dag is twaalf honderd in de
—11 —
wesk (Zondag was rusldag, dan schoot de man op iels anders) en dat maakt, pak weg vijfduizend in de maand. Dat betekent dus honderd maanden schieten of wel acht-en -een-half jaar lang — zonder vacanlie — tweehonderd honden per dag, gegeven dat het aantal hondengehoerlen ongeveer even hoog was als het aantal dat een natuurlijke dood stierf. De veearts durfde niet te rekenen en schoot iedere dag noest verder. Ja, dat was geen kleinigheid, want dan kwamen nog het vervoer en de teraardebestelling van de overledenen en des avonds de administratie. De veearts kreeg wat bloeddoorlopen ogen, waarvoor hij zich bij de plaatselijke DVG 'Dienst VolksGezondheid) arts onder behandeling stelde, maar gaf geen krimp. Hij school en begroef, begroef en schoot, dag in dag uit. Toen kwam de catatrophe. De veearts werd misselijk. Een ongcnecslijke afgrijselijke misselijkheid. Hij slikte nog een paar dagen wat medicijn, met een streng dieet van droge beschuiten met slappe thee, maar het hielp niet, want het zat niet in zijn maag, maar in de honden. De belangstelling van de bevolking had nu haar hoogtepunt bereikt. Wie zou het winnen, de misselijkheid of de veearts? Er werden weddenschappen op gesloten. Ter controle van de weddenschappen gingen de Balinezen langzaam-aan dichter bij het geweer van de veearts staan. En toen kwam onvermijdelijk de tweede grote ellende: Na door een hond gegaan te zijn ketste een kogel af op een steen en drong in het onderbeen van een van de toeschouwers.
Ogenblikkelijk werd de hondenbegrafenisaato gepromoveerd tot mensenziekenaulo en in optocht ging het naar het hospitaal. Als de veearts niet heel erg misselijk was geweest, was er misschien nog niets gebeurd - nu gaf het hem een knak. Het was zijn laatste treffer geweest.
Hij had acht-en-een-halve maand geschoten (een onuitwisbare prestatie) en had om precies te zijn 42388 honden neergelegd. Het was acht procent. Dat bleek later uit zijn administratie. Bovendien was eigenlijk ineens het geld op. Dat was wel niet precies volgens de begroting, maar de veearts-voorkleine huisdieren was buiten zijn salaris om, op de. post „onkosten”, een pietsie aan de drank geraakt. Hetgeen iedereen op Bali begreep en niemand hem kwalijk nam.
Toen is de hondenaulo met de veearts weer scheep gegaan naar Amerika. Misselijkheid en bloeddoorlopen ogen waren als bij toverslag genezen.
GROTTEKENINGEN:
de oudste albums ter wereld.
Nederlandse onderzoekers speuren naar de eerste menselijke kunstuitingen in Spanje, Peru , Zuid-Frankrijk en Nieuw-Guinea.
Rotstekeningen der Papoea’s in Amsterdam geëxposeerd.
De jaren na 1945 hebben nieuwe activiteit gebracht in het werk van Nederlandse historici en archeologen, die door expedities „in het veld” trachten bij te dragen aan de verdieping der wetenschap op onderscheidene gespecialiseerde punten. Daarbij is een nieuwe waardering en belangstelling aan de dag getreden voor het verschijsel van de muurtekeningen, welke zijn overgebleven zowel van prehistorische volkeren als van ras en uit de latere culturen. Deze ontwikkeling is thans zelfs zover voortgegaan dat de grottekeningen een wezenlijk onderdeel zijn gaan vormen van het oudheidkundig onderzoek naar ruïnes, bodemschatten en opgegraven voorwerpen. Bovendien is het grotere publiek in de grottekeningen geïnteresseerd geraakt. Hiervoor zijn verscheidene oorzaken aan te wijzen: de vernieuwde belangstelling voor de oudheid en de primitieve culturen en de aandacht voor de primitieve beeldende kunst. Waarmee de grot-en muurtekeningen uiteraard raakvlakken hebben. Deze popularisering bracht zelfs met zich mee dat pseudo-primitieve en psuedo-exokisehe motieven in vorm en kleur hun weg hebben gevonden naar de jongste schilderkunst en naar de vormgeving van het moderne_ industriële gebruiksvoorwerp, met name van het sieraard'S-werk. Zweden en Nederland zijn bij dit laatste voorgegaan.
De ware interesse richt zich echter op de authentieke tekeningen en (de afbeeldingen daarvan), waar grot-en rotstekeningen bijeen zijn gevonden. In het afgelopen decennium zijn nieuwe centra van deze aard ontdekt, hetgeen verrassende vondsten opleverdc. Want de grottekeningen vormen een bron van onderzoek voor talrijke zuiver-wetenschappelijke specialisten en belangstellenden. Voornamelijk anthropologen en kunsthistorici, maar ook archeologen en biologen. En- waar van echte palaoolithische (holen) kunst sprake is- ook van schilders en andere kunstenaars. Zulke centra van rotstekeningen zijn allereerst Altamira (bij de Spaanse havenstad Santander), Lascaux en Arles (Zuid-Frankrijk). Later werden in kuststreken van Peru, Celebes en Nieuw-Guinea grottekeningen gevonden. Al langer

— 12 —

FOTO IDEAAL
ARUBA HARDWARE STORE j
(KUSTER’S HANDEL MAATSCHAPPIJ)
ORANJESTAD PHONE 1057 \
*
_
Het adres voor de wereldberoemde camera’s
LEI CA, ZEISS IKON, ROLLEIFLEX,
□ □
| PAINTS and
WOOLSEY
ROLLEICORD, REVERE, ROBOT, AGFA,
PAINTS PRODUCTS
en vele andere merken
in all colors and sizes
n n
The Home o( Fine Cameras

Nassaustr. 8 Oranjestad. TeL 1012
DEL1VERY HOME FREE OF CHARGES
— 13 —
bekend zijn, behalve Allamira, de rotstekeningen van Noord-Azië en van de Noord-Afrikaanse landen der Berbers (die de inheemse bevolking „beschreven stenen” noemt), waarover zeer veel gegevens bekend zijn. Van de rotstekeningen van India zijn bekend de wandschilderingen in de holen van het Raigardistrict, die jachten op buffels, olifanten, mammocllien en kangoeroes in beeld brengen.
Uiteraard voimt een belangrijke bron van onderzoek de vraag of bij de rotstekeningen sprake is van zuivere kunstuitingen dan wel van geslyleerde expressies van religieuze gevoelens, van communicatiemethoden of anderzins. In hedendaagse termen vertaald: men tracht uileen te houden of en waar dc rotstekeningen schilderijen zijn, affiches, wandkaarten, stripverhalen, plalenalbums of religieuze voorstellingen. Zoals voor de hand ligt, komen vrijwel al deze vormen bij de rotstekeningen voor. Zoals in allo primitieve kunst nemen de jacht, het bijgeloof, de eerbied voor liet Oppenvezen, de liefde, de verkeersmiddelen, en de grote levensfeiten van geboorte, huwelijk en begrafenis ei' een grote plaats bij in. De ijslijd-rotslekeningen in Frankrijk zijn de vroegste uitingen van menselijko kunst genoemd.
Maar ook is bij rotstekeningen zeker sprake van een zonderlinge drift tot het bekrassen en beschilderen van gesteenten uit motieven, variërend van geldingsdrang - „gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen” - tot godendienst.
Soms dienden rotstekeningen louter als „kennis geving” van verhuizing.
Het eerste centrum van rotstekeningen, dat serieuze aandacht kreeg na verloop van tijd ook van Nederlandse onderzoekers, was Altamira, thans wereldvermaard. Daar heeft in het elders in Europa nog zeer primitieve diluviale tijdperk een monumentale kunst gebloeid, van welker oerkracht de hedendaagse beschouwer nog onder de indruk komt.
Ruimte, beweging en licht werden er reeds op verrassende wijzs in opgenomen. Al in het vroeg stenentijdperk werd de Altamiragrot in Noord-Spanje door de oermens bewoond. Wapens en gereedschappen uit steen, been en hoorn zijn in de grot gevonden. Vijtienduizend jaar geleden (in de Maadalenien-periode) brachten de hoog ontwikkelde bewoners er rotschilderingen in aan, voornamelijk van bisons, everzwijnen, herten, oerossen en andere dieren, waaruit een opmerkelijk observatievermogen blijkt.
Eeuwenlang bleven de schilderingen ongezien:
een kleine negentig jaar geleden, in 1868, werd de opening van de 270 meter lange grot vrijgemaakt en eerst in 1879 ontdekte een Spanjaard aan plafonds in een zijgrot de schilderijen. Toentertijd werden de ontdekkingen nog niet naar waarde geschat: pas in 1894 begon men deze kunst echt te waarderen en wetenschappelijk te determineren. In die tijd werden de eerste wandschilderingen gedaan in Frankrijk. Tot 1910 werd deze kunst uit het hoog Paleontische tijdperk geïnventariseerd in een tiental nieuwe Franss en Spaanse grotten. Vooral de stieren van Arles- sommige volgetekend: andere gelinieerd, waarschijnlijk met de vinger vol verfstof- hebben vermaardheid verworven om hun picturele en realistische kracht. Rood krijt, oker rendiervet, oxydeverven en houtskool waren de materialen. Bijna alle voorstellingen hadden betrekking op de jacht en op het dierenleven; hoewel hieraan ook bovennatuurlijke symbolen zijn verbonden.
De laatste grote ontdekking van rotstekeningen gebeurde in 1940 in de grotachtige nissen van een versteende rivierbedding - Lacaux in Frankrijk. Vier schooljongens uit Moutignac stonden er eensklaps als eerste 20ste eeuwers van aangezicht tot aangezicht met de 30.000 jaren oude werken van de mens van Lascaux”. En kort daarna vonden geleerden en kunstenaars bevestiging van hun vermoeden. Duidelijk bleek de verwantschap van hedendaagse moderne schilderkunst met het oer-expressionisme van die eerste individualisien van dertig eeuwen terug. Hun werken ontroeren, beklemmen en boeien nu nog de beschouwer, die bij loorts-licht in de grot afdaalt. Hier domineert de kunst.
Dat verschilt van de rotstekeningen, welke Amerikaanse ethnologen en het Nederlandse duo Egeler en De Booy hebben gevonden op rotswanden, die aan de kust van Peru, onder het Andesgebergte, in zee steken; de gigantische voorstellingen der Inca’s, voortgekomen uit de religieuze Inca-cultuur. Nieuw licht op de rotstekeningen van Nieuw-Guinea is geworpen door de Duitse Frobenius-expeditie naar de Maccluer-golf, onder de Vogelkop, in 1937. Onder leiding van Dr. J. Roder heeft de schilder A. Hahn toen bijzonder natuurgetrouwe en waardevolle kopieën gemaakt van tekeningen, welke over een lengte van dertig kilometer tussen de plaatsen Kokas en Goras zijn gevonden en werden door het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam exposities van deze kopieënverzameling gehouden.
Speciale studies van deze materie werden gedaan
14 —
r
L.
door prof. R.A.M. Bergman, Dr. J. Höder en Dr.J. 'H. Jager Gerlings. Op Nieuw Guinea bleken veel schilderingen over elkaar heen aangebracht le zijn. De middenlaag uit het begin onzer jaartellingen, bevatte veel abstracte afbeeldingen van mensenhanden en voorvader-figuren, prauwen, vissen, gestyleerde reptielen enz. aangebracht onder overhangende, rotsmassa’s boven de zee, in door het zeewater uitgeholde galerijen, in halfgrotlen enkele meters boven de zeespiegel en tegen de wanden van het kalksteengebergte.
Vooral de nieuwste tekeningen werden nauwkeurig bestudeerd, omdat zij de mogelijkheid boden anthropologische gegevens te welen te komen over de groei naar de tegenwoordige bevolking. Nog steeds komen trouwens de Papoea’s uit de omgeving naar deze tafrelen kijken om er motieven voor hun latoueringen en versieringen te halen.
Over de rotsschilderingen van de Maccleur-golf zijn talloze nadere bijzonderheden verzameld. De bekendste legende, die er aan ten grondslag ligt, verhaalt van het rondlasten van een uit het Oosten komende blinde stamvader der Papoea’s, die met zijn beide blinde vrouwen aan de golf zou hebben vertoefd. Hierdoor zouden de talloze handafdrukkunnen worden verklaard. Een der vrouwen zou in het Westen de oer-moeder van de bewuste stam zijn geworden. Dat sommige schilderingen op moeilijk te bereiken plaatsen zijn aangebracht wordt toegeschreven aan het feit, dat deze afbeeldingen betrekking hebben op de begrafenis van het lichaam en op het hiernamaals. Op sommige plaatsen moeten vrouwen bij het langsvaren nu nog het gezicht bedekken. Er zij veel afbeeldingen teruggevonden waarvan de ouderdom met behulp van de moderne radioactieve koolstof-methodc kon worden vastgesteld van houten doodkisten in de vorm van een prauw waarmee de overledenen volgens de Papoea-opvatting naar het schimmenrijk konden varen. Roeispanen en sieraden werden hiertoe meegegeven. De jacht had rond de Maccleur-golf, zoals in bijna alle oude culturen een grote, ook symbolische betekenis. Graten en botten werden op heilige plaatsen onder menigvuldige motieven der rotstekenkunst neergelegd, opdat de góden deze overblijfselen nieuw leven in zouden blazen.
Een van de opvallendste grotschilderingen van Nieuw-Guinea is een tafreel van „het laatste oordeel” een uitbundige opstuwing van tientallen handen maskers en Jeroen-achtige tekens. De schilder technieken vertonen er allerlei variaties. Sommige tekeningen bestaan uit „finger-paintings” ook werd soms een hand op de rots geplaatst en daarna met de mond met rode verf omsproeid.
Ook met voorbijzien van de levensbeschouwelijke achtergronden der primitieve rotstekenkunst, blijken de symbolen en motieven van duizenden jaren lier een inspirerende werking uit de oefenen op hedendaagse kunstenaars. Vandaar, dat de collectie reproducties van de rotstekeningen uit Nieuw-Guinea in Nederland veel belangstelling heeft ontmoet, mede door de prachtige kleuren. En ook door de aantrekkingskracht, welke het ongeziene uit oude lijden uitoefent op de moderne mens.
H.W. de Witte.
ONZE FOTOWEDSTRIJD
Al waren er dan foutieve oplossingen, voor de meeste inzenders van de wedstrijd: „Wie zijn dit ?” bleken de afgebeelde kunstenaars meer dan bekend le zijn. Deze kunstenaars waren: Herman Krebbers, Grc Brouwenstein, Sem Dresden, Eduard Flipse en Eduard van Beinum.
Het lot moest hier beslissen en de gelukkige winnaar werd: R.F. van Trikt, Beatrixstraat 30, Oranjestad.
Onze nieuwe fotowedstrijd is misschien iets moeilijker. Op pagina 16 ziet u vijf foto’s afgedrukt. Deze foto’s tonen u 5 componisten. Sommigen ervan leven nog, anderen zijn reeds jaren geleden gestorven. Om u een beetje te helpen geven wij hier de namen van deze vijf componisten, maar.... niet in de juiste volgende. Het zijn: Anton Bruckner, Benjamin Britten, Edward Grieg, Henk Badings en Peter Tsjaikovsky.
Onder de foto staat een nummer gedrukt. U behoeft slechts in te vullen welke naam bij dat nummer behoort. Oplossingen aan het adres van de Redactie, Eagle 12, Oranjestad.
Luistert U ook op Zondagavond naar ons Radio-programma??
—15 —
Slagerij Tonk
ORANJESTAD
DE OUDSTE. EN MEEST BEKENDE SLAGERIJ VAN HET EILAND
Mainstreet Laundry
Washing and dry cleaning
Laat Mainstreet Laundry Uw was verzorgen vlugge bediening Billijke prijzen.
Tel. 2134

36 EXTRA EGGS PER HEN
Proved by 1033 Purina feeders who kept records
Some folks think pullets produce about the same on one feed as they do on another. Purina asked J033 ladies with average farm flocks to keep records and see.
These careful day-to-day records showed that more than 2 million hens produced 3 dozen extra eggs per bird —over U. S. average production in just the fitst 4 months of laying. Your pullets should lay more eggs than average and make more money on Purina, too. Call us or stop in and let us show you what other folks in our neighborhood are doing.
n» WORM PULLETS
I f ° r leSS than 1( a bird ri S ht before housing.
I Just P»t Purina Liquid Wormer in the drink
La Gran Bodega Tel. 1031
and all your Soft Drinks
*
Call 5192
“Service is our most important product"
Victoria Bottling Comp.
SAN NICOLAS

— 18 —
I n h o u d
Gedicht van de maand. Blz. 3
Radio-programma . „ 4
De doelstellingen van de Filmop
vceding . „ 5
Muziek kennen doet muziek genie ten . „ 6
Nieuws van de Muziekschool.. 9
Filmliga Aruba ... „ 9
Cultura voor de Jeugd. „ 10
Grottekeningen, de oudste album
ter wereld.. 11
Onze Fotowedstrijd . „ 14
Van de Redactie . „ 18
Nieuws van Cultura . „ 18
VAN DE REDACTIE
De maand februari is voor ons eiland op cultureel gebied van veel belang geweest. Het Arubaans Symfonie Orkest trok in hel De Veer Theater meer dan vierhonderd luisteraars, die ever het geheel genomen zeer voldaan huiswaarts zijn gegaan. Van de solisten waren het vooral Mevr. Suze Stam, sopraan en de Heer A. Weekes, clarinettist, die van het publiek een ovationeel applaus in ontvangst mochten nemen, al moet worden toegegeven, dat de Heer Walter Ragan zich met een bewonderingswaardig élan en zeker niet zonder succes door zijn zware partij sloeg. Dat het succes hier niet zo groot was, moet aan verschillende oorzaken worden toegeschre
Medio februari vertoefden op Aruba de heren Thijs en Reinink, die als hoofdbestuursleden van de nieuwe Sticusa polshoogte kwamen nemen en zich persoonlijk op de hoogte wilden stellen van het werken van de afdeling Aruba, vertegenwoordigd door ons C.C.A. Het tweede concert van het orkest in de Suriname-Club werd door hen bijgewoond.
Bij alle succes en voldaanheid blijft er echter het gevoel, dat veel meer bereikt kon worden, als anderen zich bij deze groep enthousiaste muziekbeoefenaars zouden aansluiten. Vooral de strijkersgroepen vragen dringend aanvulling. En_deze aanvul
ling is mogelijk, omdat bekend is, dat nog vele an deren in het vioolspel hun muzikale bevrediging zoeken en vinden. Op ons kleine eiland is samenwerking dwingende noodzaak, omdat wij, vooral op muzikaal terrein, niet buiten elkaar kunnen. Pas wanneer ook anderen hun krachten willen geven aan dit geestdriftige ensemble, dat beslist tot goede prestaties kan komen - het concert heeft het bewezen - kan in waarheid gesproken worden van een Arubaans Symfonie Orkest, dat zich de hoorbare manifestatie weet van het beste, dal Aruba op dit terrein heeft te bieden.
Mogen de dapperen ook op U rekenen, luisteraar?
CULTIRA-NIEUWS
Naar wij vernamen is een dezer dagen een vereniging opgericht, die zich zeker zal mogen verheugen in de belangstelling van velen op Aruba. Het betreft hier een Disco-club, die voornemens is op geregelde tijden luisteravonden te houden. Deze luisteravonden zullen worden gehouden in de oude Protestante Kerk, die door de Kerkraad voor dit doel ter beschikking is gesteld. Het lidmaatschap van deze club zal f. 5,— per jaav bedragen. Wij maken gaarne van deze gelegenheid gebruik onze luisteraars op te wekken zich bij deze vereniging aan te sluiten.
Mevrouw Rhoda Steenhuizen-Frigerio gaf op Zondag T0 febr. j.1. een zang-recilal in Club Suriname. Mevr. Loes Hasselaar begeleidde haar aan de vleugel
Het Arubaans Symfonie Orkest speelde op Dinsdag 19 febr. in deze Club. Hierbij waren o.a. aanwezig de Heren Thijs en Reinink, alsmede het Bestuur van het Cultureel Centrum Aruba.
Het orkest speelde hetzelfde programma als in De Veer Theater.
De volgende maand, maart, geeft Mevr. Loes Hasselaar een piano-recital in Bolivariana. Dit concert wordt gegeven op uitnodiging van de Kunstkring Aruba. Voor de maand april staat op het programma optreden van de harpist Zabaleta.
Bij de laatste gehouden jaarvergadering van de Kunstkring Aruba werd de Heer H. Timmer benoemd tot secr. van deze vereniging.