Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?BNA-DIG-SCHAKELS-NA-01
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


UITGAVE VAN HET MINISTERIE VAN OVERZEESE RIJKSDELEN
SCHAKELS
1 Mei 1950 No. 32
' .... ^
Inhoud van dit nummer ;
"De plaats van Suriname en de Nederlandse Antill en in het Caraïbisch Gebied "
een serie radiocauserieën, gehouden door de Heer Jj_jarijle W alle «ver de volgende onderwerpen;
Wat is het Caraïbisch G-ebied?
De Nederlandse Antillen en het Caraïbisch Gebied. Economische omstandigheden van Suriname.
De Heer Van de Walle schreef hierbij de volgende inleiding:
"Onder de term" het Caraïbisch gebied" verstaat men tegenwoordig de eilanden en landen in, of in de nabijheid van de Caraïbische Zee, die tot op heden geen zelfbestuur kennen. Deze eilanden worden bestuurd door; Amerika, Engeland, Frankrijk en Nederland. Tijdens de oorlog ontstond tussen Engeland en Amerika een vorm van samenwerking, die ten doel had het algemeen welzijn van de bevolking in dat
Caraïbisch gebied te bevorderen.
Gezien het feit, dat het hier een internationale samenwerking op regionale schaal betrof tussen twee souvereine mogendheden ten bate' van een niet-zelfbesturende bevolking, sprak het vanzelf, dat men de eiland-republieken Haiti, Santo Domingo en Cuba, die allen in het Caraïbische
- Zeegebied

2
Zeegebied liggen, niet in 6.e eerste plaats onder de term Caraïbisch Gebied (Caribbean Area) wilde onderbrengen.
Nadien is de term Caraïbisch gebied in liet internationale gebruik blijven voortbestaan als een uitdrukking, waarmede men een aantal niet zelfbesturen!© landen bedoelt, die in, of in de nabijheid van de Caraibiseln Zee liggen.
Tot deze gebieden rekent men ook Suriname, hoewel dit land aan as Atlantische Oceaan grenst, en de Nederlandse Antillen, een Rijksdeel dat uit 6 eilanden bestaat, die alle zes in de .Caraïbische Zee liggen.
Suriname is vier maal groter dan Nederland en wordt door 200.000 mensen bewoond, terwijl de Nederlandse Antillen stuk voor stuk zeer kleine eilanden zijn, die' door in totaal 160.000 mensen worden bewoond.
Suriname is een overwegend agrarisch gebied, de Nederlandse Antillen werden door de vestiging van twee grote olie-industrieën op de eilanden Curayao en Aruba, uitgesproken industrieel gebied.
Tengevolge van deze omstandigheden draagt de ontwikkeling ih beide landen een van elka&r verschillend karakter."
3
I. ' WAT r
HET
CARAIBISCH GEBIED?

Wat verstaan we eigenlijk .onder de naam West-Indië?
Cura9ao en Suriname zult U zeggen. En we kunnen niet ontkennen, dat U gelijk heit....maar lang niet alle mensen in de wereld verstaan onder .de uitdrukking West-Indië precies hetzelfde als wat wij .Nederlanders daarmede bedoelen.
Amerikanen-bijvoorbeeld rekenen tot West-Indië alleen de grote en kleine Antillen in de Caraïbische Zee, terwijl zij Suriname, dat aan de noordelijke rand van Zuid-Amerika ligt, bij ......... Zuid-Amerika tellen.
Eerlijk gezegd is deze indeling niet van logica gespeend, In de eerste plaats ligt Suriname beslis'c in dat stuk van het westelijk halfrond, dat we Zuid-Amerika noemen en bovendien wordt de kust van dat uitgestrekte land niet door de Caraxbische Zee, maar door de Atlantische Oceaan bespoeld. Nu zeggen die Amerikanen met hun logica, dat alleen-eilanden, die in de CaraïDische Zee liggen .... West— Indische eilanden zijn.
Maar, met logica alleen komen we er niet; de aardrijkskunde wordt namelijk niet helemaal door logica beheerst.
Begin maar eens met zoiets als grenzen bijvoorbeeld. Als in twee, aan elkaar grenzende landen, verschillende volkeren wonen is de zaak betrekkelijk eenvoudig. Maar dat is lang niet overal het geval. Noch in Europa, noch elders in de wereld. •
Zo zijn 'de grenzen tussen de verschillende Zuid-Amerikaanse landen nogal willekeurig. Zij zijn vroeger, min- of meer toevallig gevormd en er zijn zelfs wel grenzen, waar nog nooit een mens geweest is,, zodat niemand precies weet waar de grens ligt.
Met namen gaat het al ^et zo. Natuurlijk ligt Argentinië bijvoorbeeld in Zuid-Amerika. Maar de Argentijnen zullen toch bij voorkeur niet van Zuid— maar van Latijns—-Amerika spreken. Die ; term Latijns, Latino, die de geschiedenis van het zuidelijk deel van het westelijk halfrond en— middellijk verbindt met de Latijnse volkeren ep het Iberisch schiereiland, Portugal en Spanje, speelt zelfs in het gevoelsleven van de Zuid-Amerikanen een zeer grote rol. En nu wil, het historische toéval weer, dat een land. als Suriname, dat geografisch op het vasteland van dat latijns-Amerika ligt, in'vele opzichten.even weinig Latijns of Zuid-Amerikaans georiënteerd is„ als, om maar een voorbeeld te noemen, Denemarken. De mensen in Suriname spraken#Spaans, noch Portugees-*Zij spreken Nederlands, Hindostaans, Javaans of eèn uiterst interessante mengtaal, die in Suriname als lingua franca dienst doet, en bekend staat als Surinaams of sranang (Suriname) tongo (tong taal). .
Cura$a#, dat de Amerikanen tot West-Indië rekenen, is veel en veel Latijnser van aard, oriëntatie, ja zelfs vsm taal, dan Suriname. En, zou men naar taal en zeden en gewoonten willen rekenen, dan zou men.Cura^ao, Aruba en Bonaire om drie onzer Antillen te noemen, veeleer kunnen rekenen tot Zuid-of Latijns-Amerika»..... dan tot West-Indië.
En nu luisteraars in Nederland, begint het U een beetje te duizelen. Daarom zullen we de knoop doorhakken en U. wij zen

4
zen #p een overeenkomst tussen een groot aantal van de zogenaamde Antillen en een land als Suriname. Die overeenkomst ligt op staatkundig terrein. Suriname, sedert zeer kort een autonoom deel van het Nederlandse Rijk en het Rijksdeel der Nederlandse Antillen, vormen, tezamen met eilanden zoals het Engels irinidad of Jamaïca, Barbados of St. Lucia, het Franse Martinique of Guadeloupe, het Amerikaanse Porto-Rico of de eveneens Amerikaanse Maagdeneilanden, zogenaamde niet — zelfbesturende gebieden. Er bevinden zien namelijk in het midden van het werelddeel Amerika enicele eilanden en stukken land, die nauwe relaties onderhouden met .zogenaamde moederlanden, in feite; Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten en Nederland.
Terwijl we ons, met betrekking tot verre vreemde streken dikwijls druk maken over de vraag, wie in die streken wonen of wat voor producten ze opleveren, is er tegenwoordig bovendien een krachtige stroming, die zich bezig houdt met de vraag; op welke wijze zulke streken bestuurd worden.
Men deelt de aarde als het ware in blokken In. Men spreekt wel eens van een Oosters en een Westers blok. Ook spreekt men wel van koloniale en s'öuvereine landen. En zelfs doet men dit door te praten van zelfbesturende en nietzelfbesturende landen. Vooral de laatst'en trokken internationale aandacht en ze trekken dat in het bijzonder als allerlei wel souvereine landen, in die niet-zelfbesturende gebieden bijvoorbeeld militaire belangen hebben. Bat luisteraars, is nu precies het geval met West-Indië,
Kijkt U maar eens op de kaart. Ban zult U zien, dat de Atlantische Oceaan in het hart van Amerika smaller wordt.
Ban stuit men #p een keten van eilanden en achter die eilanden begint de Caraxbische Zee en helemaal aan het einde van die zee. is een heel dun streepje op de kaart, waarbij met vette letteers Panama-kanaal staat. Bat Kanaal verbindt de Atlantische Oceaan met de Stille Oceaan.
Wie dat kanaal in handen heeft, besc.hikt over een van de ‘belangrijkste strategische punten van de gehele aardbol.
Tot nog toe %eeft Amerika heel wat met dat kanaal te maken.
Be Verenigde Staten hebben het gegraven,, Be Verenigde Staten verdedigen het en de Regering van de Verenigde Staten weet, dat de veiligheid van dat land staat en valt met het Panama— 'kanaal. Welnu, vanuit het standpunt van een piloot, liggen de Caraïbische eilanden, waaronder Curapao, als een keten van forten voor het Panama-kanaal. Een gezien de enorme afstanden, die door mtderne vliegtuigen overbrugd worden, is ook Suriname een niet-te versmaden.sterkte in dit strategisch geheel. .
Be landen nu, die in dat deel van de wereld fungeren als moederlanden, waren het in de.laatste oorlog niet allemaal met elkaar eens. Frankrijk was onder.leiding van een Vichy—regering pro—Buits. Nederland,Engeland en Amorixa waren geallieerd. Be Vichy—Fransen hadden „op Martinique onder leiding van - Admiraal Robert een sterke vloot liggen, die een directe bedreiging voor het Panama-kanaal vormde.
Bit nu was een■onprettige situatie die men van Amerikaanse en andere zijde, min of meer langs diplomatieke weg, heeft bezworen. .
- Alweer

5 )
Alweer tengevolge van de oorlog waren vooral Engeland en Amerika, twee landen, die verantwoordelijk zijn voor nietzelfbesturende gebieden in West-Indië, min of meer gedwongen om te gaan samenwerken. Men stichtte toen een Engels-Amerikaanse Caraïbische Commissie. Met deze commissie deed een nieuwe naam haar entree. Want de commissie zou gaan zorgen voor de belangen van de bevolking van de "Caribbean Area" of, in het Caraïbische Gebied. En tot Caraïbisch gebied rekende men, alle logica ten spijt, ook Suriname, ook Frans en Brits Guyana en zelfs Brits Honduras,.dat aan de Republiek Guatamala grenst. Dat begrip Caraïbisch gebied nu dekte precies ons Nederlandse begrip West-Indië en vatte alle gebieden tezamen, die, nietzelfbesturend, ten dele in een koloniale positie verkeren.
Ten dele luisteraars. De Frans West-Indische eilanden zijn namelijk na de oorlog integrale delen van Frankrijk geworden. Het Amerikaanse eiland Porto-Rico fs wat intern bestuur betreft, evenals Suriname, volkomen autonoom. De volslagen autonomie van de Nederlandse Antillen, bestaande uit de eilanden Cura^ao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba zal vermoedelijk zeer binnenkort een feit zijn. Alleen de Engelse gebieden, waaronder Jamaïca metianderhalf en Trinidad met een millioen inwoners de belangrijkste zijn, vormen onderdelen van het Britse koloniale rijk en worden mede bestuurd door het Colonial Office, in Londen.
Het Caraïbisch gebied, dat zich dus uitstrekt, vanaf de Atlantisciie Oceaan tot het Panama—kanaal, dat zowel delen van Zuid-Amerika als Caraïbische eilanden omvat, wordt bewoond door ongeveer dertien millioen mensen. De talen, die,deze mensen spreken zijn zeer uiteenlopend. Engels voert de boventoon, dan volgt het Spaans, dan Frans, en tenslotte Nederlands. Bovendien worden in dit gebied allerlei mengtalen gesproken, alsmede talen uit het Verre Oosten.
In hoofdzaak bestaan deze dertien millioen mensen van de landbouw. Industrie is in het Caraïbisch gebied grotendeels onbekend, behalve op twee eilanden, die wat aantallen inwoners en geografische grootte betreft, van geringe, maar economisch van enorme betekenis zijn. Ze heten Cura^ao en Aruba, En ze liggen ten Noorden van de Zuid-Amerikaanse kust, juist in het hartgebied van Caribia.
Ze beschikken beide over uitmuntende havens. En niet alleen over uitmuntende havens, maar ook over schitterende vliegvelden. Men treft er een actieve, nijvere bevolking aan en, tengevolge van oorzaken, die we U later zullen verklaren, bouwde men daar een tweetal van 's werelds grootste *lieraffinaderijen, waardoor deze eilanden een enorme industriële betekenis verkregen.
Wat is West-Indië? Geografisch een vaag begrip, dat gedekt door die nieuwe term, de Caribbean area, stukken van het Zuid—Amerikaanse vasteland en duizenden eilanden omvat, die voor zoverre bewoond, de wereld in hoofdzaak suiker leveren. Er komt ook hout vandaan en bauxiet, het grijze gesteente waarvan men aluminium maakt. Verder sponzen, tabak en endere tropische producten, maar de suiker uit West-Indië neemt in de economische sector de belangrijk ste

6
men echter, wat
totale waarde die op
ste plaats in. Een plaats,
betreft, heeft moeten afstaan aan olieproducten, t
Cara cao en Aruba,- onttrokken worden aan de zwarte, altijd vloeiende, donkere stroom van aardolie, die uit de bodem van Venezuela naar boven welt. Dit laatste sedert meer dan dertig jaren/
De bevolking van die landen en eilanden komt allerlei streken, üp enkele plaatsen in de West Caraïbisch gebied wonen nog echte Caraïben, zoals de indianen die daar reeds voor Columbus woonden, dikwijls v/erdcn genoemd. De overgrote massa der bevolking komt uit Noorden Zuid-Europa of, in nog groter getale, uit Afrika en zelfs wel uit China, Java, India of andere Aziatische, landen. Heel dikwijls leven deze mensen,
"lende'waarmede bewees, dat mogelijk is iets 'meer t
uit of het
overgrote
, in nog groter
India of
die uit zo verschil”
delen van do wereld komen, gelukkig en rustig.tezamen, West~ïndi8 of het Caraïbisch gebied,op kleine schaal als het moet een "United Nations" in Een volgende keer zullen we trachten'-om vertellen over de Nederlandse Antillen en
de practijk U eens hun
plaats in dit grote
geheel
van het Caraïbisch gebied.
- 7
II. DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN HEL CA R AIBISCHS GE BIED.
De vorige keer beloofden wij ü, iets te vertéllen over de plaats van de Nederlandse Antillen in de Caraïbische wereld. In de eerste plaats dienen we dan een ogenblik stil te staan bij de vraag? wat we eigenlijk onder de Nederlandse Antillen moeten verstaan. Het zijn zes eilanden, met name? Cura^ao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba, Deze zes eilanden zijn weer onderverdeeld in twee groepen, de zogenaamde Benedenwindse (Cura^ao, Aruba, Bonaire) en Bovenwindse eilanden (Saba, St. Maarten, St. Eustatius).
De Benedenwinden liggen in de nabijheid van de ZuidAmerikaanse kust; de Bovenwinden bevinden zich midden tussen die trits van eilanden, die als' Grote en Kleine Antillen bekend staan. De Benedenwinden, althans de eilanden Aruba en Cura^ao, zijn per vierkante kilometer in hoge mate bevolkt, de Bovenwinden daarentegen slechts betrekkelijk spaarzaam.
Qp de Benedenwinden spreekt men in de allereerste plaats het Papiamento, een Latijns georiënteerde taal;op de Bovenwinden wordt algemeen het Engels als dagelijks omgangs- en voertaal gebruikt.
De Benedenwinden zijn, met uitzondering van Bonaire, in economisch opzicht buitengewoon belangrijk; do Bovenwinden zijn dat vroeger wel geweest, maar thans niet meer.
De zetel van het centrale bestuur op deze eilanden is gevestigd op Cura^ao. In Willemstad, de hoofdstad van dat eiland, woont de Gouverneur; daar bevinden zich de Landskantoren en daar werken de verschillende departementen, die gezamenlijk de algemene belangen van deze zes eilanden dienen. Deze toestand nu, dat zes over een groot deel van de # Caraïbische Zee verspreide eilanden onder één gouvernement ressorteren, is in het grootste deel van het Caraïbische gebied een uniek verschijnsel. In de Engelse,
Franse en ook Amerikaanse territoria, vindt men afzonderlijke in zichzelf besloten gouvernementen. Dat wil dus zeggen, dat het bestuur op hot Engelse eiland Barbados, een eiland, niet veel groter dan Curayao, invoerrechten heft, belastingen int, enz.enz. alsof dit eiland een geheel op zichzelf staand staatje is.
Indien een koopman, wonende op het in de nabijheid liggende, eveneens' Engelse eiland Si, Nevis, goederen verzendt naar het zustergebiaciedeel Barbados, dan heft dit gebiedsdeel of die kolonie, zoals 'de Engelson zeggen, invoerrechten op die goederen afkomstig uit do zusterkolonie.
WC kent men in geheel Brits WesWï.ndië een munteenheid, de zogenaamde West—Indische dollar, die in allo opzichten gebonden is aan het Engelse Pond, maar daarmede heeft men dan ook eigenlijk de belangrijkste overeenkomst genoemd, die men tussen een groot aantal Engels-West-Indische eilanden zou kunnen noemen.
De Antillen, het vroegere gebiedsdeel Curapao, vormt een kleine federatie, temidden van een archipel, bestaande uit honderden naast elkaar levende kleine eilanden. Door deze uitzonderlijke positie onderscheiden de Nederlandse Antillen zich van het overige West-Indië. Nu is het merkwaardig, dat
- vooral

8
vooral in Engels West-Indië, mede onder invloed van' de oorlog, een streven is ontstaan om dit Curapaose voorbeeld te.gaan volgen, terwijl men binnen het kader van de Nederlandse Antillen tendenzen "bespeurt, die, tegenstrijdig aan het federale "beginsel, in hoge mate zoeken naar de autonome zelfstandigheid der eilanden.
In Engels West-Indië wil men het Curapaose voorbeeld volgen omdat men daar langzamerhand tot de overtuiging is gekomen, dat kleine, economisch dikwijls zwakke en relatief' weinig bevolkte eilanden, wel kunnen doen alsof ze afzonderlijke staten vormen, maar in werkelijkheid niet in staat zijn om zich zelfstandig te verweren tegen allerlei invloeden van buiten. Men voelt echter wel, dat een gebied, dat naar een meer autonome positie streeft, zich wel degelijk zal moeten kunnen verweren tegen invloeden van buiten af én men poogt dit te bereiken door te trachten, de Britse Antillen, tezamen met het Britse gebied op het vasteland van Zuid-Amerika, te federeren, waarna Engeland aan deze nieuwe federatie misschien dominion-status zal willen verlenen.
Niet alleen dat Curapao op staatkundig gebied, voor grote delen van het nog niet zelfbesturende West-Indië een merkwaardig voorbeeld vormt, ook op tal van andere terreinen hebben de bewoners van de nabuurlanden voor wat • er op de Nederlandse Antillen geschiedde, niet alleen belangstelling, doch ook een zekere bewondering,
Analphabetisme is in het Caraïbische gebied een normaal verschijnsel. Statistische gegevens hieromtrent zijn helaas niet bekend, maar aangenomen wordt, dat de bevolking van sommige West-Indische eilanden voor nog geen kan lezen of schrijven. In de Nederlandse Antillen behoort het analphabetisme practisch tot het verleden. Niet alleen.kent men er een gedegen lager onderwijs, maar tevens bevinden zich op de~eilanden Aruba en Curapao instellingen voor meer uitgebreid lager onderwijs, alsmede een middelbare school,
In vele andere Yfest-Indische gebieden echter zijn •ouders, die hun kinderen naar middelbare scholen willen zenden, gedwongen ze naar het moederland te sturen. Toch is dit geen reden om ons nu al te veel op de Nederlandse borst te kloppen. Want de achterstand, die men in vele West-Indische streken ten aanzien van Curapao had, loopt men hier en daar aardig in.
Zo werd het vorig jaar op het Engelse eiland Jamaica een Universiteit geopend, terwijl de Hogeschool op het Amerikaanse eiland Porto-Hico, daterend uit de bestuursperiode van de oud-gouverneur Rexford G. ïugwell, gedurende de oorlogsjaren in hoge:mate is verbeterd.
Wat het wegennet betreft, kan Curapao zich meten - en dit geldt ook voor Aruba - met de op dit gebied meest geoutilleerde eilanden in geheel West-Indië. Be hygiënische toestanden in de Nederlandse Antillen geven noch reden tot klagen, noch tot bijzondere maatregelen. Dit is overigens niet alleen te danken aan het werk van de Nederlandse, Curapaose en Surinaamse artsen, die daar dagelijks hun taak
- verrichten
9
verrichten, maar ook aan de gelukkige algemeen hygiënische omstandigheden, die op Cura$ao worden aangetroffen.
Niettemin is het mogelijk om ook enkele minder gelukkige verschijnselen op de Nederlandse Antillen te signaleren. Het loonpeil, dat door de grote industrie op Gura^ao en Aruba wordt betaald, is in vergelijking tot geheel West-Indië, buitengewoon hoog, waardoor de arbeiders zich allerlei luxe uitgaven permitteren, die men zich elders niet kan veroorloven. Inkomens van 100 Nederlandse guldens per week voor geschoolde arbeiders, zijn niet onbekend.
Op de Engelse eilanden daarentegen zijn inkomens van 2^)0 gulden per jaar evenmin onbekend. Een groot verschil dus» Daar echter staat tegenover, dat ook de prijzen op Curajao hoger zijn dan elders.
Tengevolge van allerlei merkwaardige omstandigheden, vinden we, ondanks deze hoge lonen, ook op de Nederlandse Antillen woonwijken en woning-toestanden, dië : beslist beneden het peil zijn, dat men zelfs aan de allereenvoudigste arbeiderswoningen zou willen stellen. Dit verschijnsel treft men ook aan op vele andere West-Indische landen, maar gezien de algemene welvaart op Cura^ao had men toch mogen verlangen, dat daaraan spoediger dan elders, een einde ware gekomen. Gelukkig heeft particulier initiatief jaren geleden op dit gebied zegenrijk gewerkt. Na dit initiatief begon ook de overheid de handen uit de mouwen te steken, terwijl we mogen aannemen, dat mede onder invloed van de bestuursveranderingen, die juist in de laatste jaren op Cura^ao plaats vonden, aan de opruiming van de krotwoningen met kracht zal worden voortgewerkt. Door toepassing van het enige middel, waarover de mens eigenlijk beschikt, namelijk nieuwbouw.
En met die bestuursveranderingen zijn we gekomen bij het onderwerp, dat in de Caraïbische wereld in de laatste tijd eveneens de aandacht heeft getrokken»
Vóór het jaar 1936 vormden de Nederlandse Antillen in wezen nog een zuiver koloniaal gebied. Het vertegenwoordigend lichaam, de zogenaamde koloniale raad, bestond geheel uit benoemde leden; van verkiezingen, van democratie, was in 't algemeen geen sprake. Na dit jaar werd het vertegenwoordigend lichaam, dat men toen de Sta.ten van Cura^ao noemde, ten dele gekozen door kiezers, die of wel voor een bepaald bedrag aan inkomstenbelasting aangeslagen waren of een bepaalde schoolopleiding hadden gehad. Er was toen dus sprake van een beperkt kiesrecht, dat later uitgebreid, in 1949 werd vervangen door het algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen. Tevens werd het College der Staten van lp tot 21 leden, allen gekozen, vergroot, terwijl het in de bedoeling ligt dat uit dit College der Staten het Algemeen College van Bestuur wordt gevormd, dat verantwoordelijk aan het plaatselijk parlement, beschouwd moet 'worden als een kabinet.
Wij zullen op deze materie, die op de Nederlandse Antillen nog niet geheel haar beslag heeft gekregen, niet dieper ingaan. Belangrijk echter is het wel 'om deze staatkundige vorm te vergelijken met andere staatkundige concepties, die we in Dest-Indië aantrefxen.
In

10
In Frans West-Indië vinden we- een hoge mate- van autonomie. Dezelfde vorm van autonomie, die. ook de Franse Provinciën of Departementen in het Europese Frankrijk kennen. Deze laatste zijn echter natuurlijkerwijze op het Europese Frankrijk aangewezen, hetgeen echter niet het geval is met verre eilanden, zoals Martinique, C-uandeloupe en andere, die niet in Europa, maar midden in het westelijk halfrond liggen. Zodat ..deze oplossing wel fraai' is, maar volgens een mening, die men in sommige kringen wel kan beluisteren, tot onhoudbare afhankelijkheid van het moederland leidt» In Brits West-Indië heeft men, evenals op de • Nederlandse Antillen sedert kort, en nog niet overal, het algemeen kiesrecht ingevoerd, maar de verantwoordelijkheid voor het beleid berust daar nog steeds in sterke mate bij de gouverneur, vertegenwoordiger van de Engelse Kroon.
In Amerikaans West-Indië vinden we, naast een zeer sterke, democratisering, grote politieke onafhankelijkheid, maar in economisch opzicht staat en valt een belangrijk Amerikaans ¥est-Indi$ch eiland, zoals Porto-Kico, met de Verenigde Staten. Vandaar, dat een zeer sterke stroming, die naar absolute souvereiniteit streefde, op de klippen van economische gebondenheid is gestrand.
Temidden van het grote geheel van het Caraïbische bekken, nemen de Nederlandse Antillen een niet onbelangrijke plaats in. Economisch zijn zij zeer weerbaar, politiek in vergelijking tot de nadere gebieden, in hoge mate onafhankelijk, een onafhankelijkheid, die straks, als de West-Indische Ronde Tafelconferentie ten tweede male bijeengekomen is, in een serie resoluties zal worden vastgelegd. Een onafhankelijkheid, die de Nederlandse Antillen zullen maken tot gelijkwaardige partners van het Europese Nederland.

- 11
III. ECONOMISCHE PESTANDIG-HEDEN VAN SURINAME .
In een vorige causerie hebben wij U het een.en ander verteld over de grote welvaart, die, dank zi^ de industrialisatie, op de Nederlandse Antillen wordt aangetroffen. .
Op zeventienhonderd kilometer afstand van de Antillen ligt nu het Rijksdeel Suriname, dat vier keer groter dan Nederland, door, naar schatting, tweehonderdduizend, mensen wordt bewoond, en, in vergelijking tot de Antillen, slechts een armoedig bestaan leidt.
Suriname was eens, in de dagen van de slavernij, in de dagen ook dat tropische producten, zoals suiker, indigo, ■tabak en andere op.de wereldmarkt zeer hoge prijzen maakten, een buitengewoon rijk en begerenswaardig gebied*. Zo rijk en zo begerenswaardig, dat onze voorouders tijdens de vrede van Breda in 1683 blij waren om de Engelsen Manhatten, waar het huidige New-York ligt, af te staan, in ruil voor Suriname .
Aan die rijkdom echter is een einde gekomen, uoen, in het verre Oosten en elders, grote gebieden in exploitatie werden gebracht, die soortgelijke producten voor de wereldmarkt opleverden en wel tegen, prijzen, die veel en veel lager waren, dan men voordien in Suriname gewend was. ■ .
De ontwikkeling van de wereld, de snelle vaart naar het verre Oosten, de bouw van het Suez— kanaal, de ontwikkeling van bepaalde Zuid-Amerikaanse republieken en tal van andere oorzaken waren weinig'gunstig voor de economische toestanden in Suriname. Daar. kwam dan nog de., afschaffing. van de slavernij bij, waardoor de planters niet.meer over.zo goedkope arbeidskracht beschikten, als tijdens de slavernij, zodat de achteruitgang van Suriname bijna onontkoombaar leek.
Wel voerde men,- vanuit China, Madeira en, op grote schaal vanuit het voormalige Brits-Indië en zelfs, uit ; Java grote .aantallen arbeidskrachten in, maar de eisen, die aan - deze vorm van immigratie gesteld werden, zowel in sociaal als economisch opzicht, veel zwaarder .dan in de slaventijd het geval v/as.
. Door de import van al die uit verschillende delen yen de wereld komende mensen begon de Surinaamse bevolking tenslotte een merkwaardig heterogeen karakter te. dragen. Brits Indiërs leefden er naast Creolen, zoals men de ten dele •Afrikaanse bevolking van Suriname noemde; Javanen naast. Brits—Indiërs, terwijl men in de stad vele Chinezen aantrefr, die zich, door middel van de kleinhandel, een bestaan verschaffen..
Vooral de Oosterlingen in Suriname bewaarden in vele opzichten hun eigen godsdiensten, zeden en gebruiken, zodat •men, ook heden ten dage nog, zéér duidelijke onderscheidingen tussen deze verschillende delen der bevolking kan opmerken. Diep in de binnenlanden leven de zogenaamde bosnegers., die van eertijds weggelopen slaven afstammen en die in vele. opzichten hun Afrikaanse levensgewoonten en ook het Afrikaanse heidendom bewaarden. Tenslotte vindt men hier en.daar in Suriname nog enkele Indianenstammen, waarbij U niet moet denken, dat zo'n stam uit duizenden personen bestaat, maar
eerder

- 12
eerder uit een kleine familie van een dozijn of enkele
dozijnen mensen. . ,
Al deze mensen nu spreken, bijna zonuer ui^Ou ® r -^ ^
een merkwaardige, uiterst interessante mengtaal., ^J?t a,. talen die ze van hun eigen land Kennen. Die mengtaal neet het Sranan^-tongo of Surinaams en zij vormt als het ware de lingua franca van Suriname, Grotendeels bestaat deze bevolking van de landbouw. Een landbouw, die thans, j in uegenstellino tot vroeger, bijna niet meer wordt uitgeregend binnen hot economische en sociale verband w grote plan», tagebedrijven, maar meer op kleine schaal, dank zij do
inSPan suSfn™e, k j*nfeïfwS;arena 0 Plantage-kolonie, welks welvaart mede steunde op de goedkope arbeid van slaven, veranderde, door tal van oorzaken xn een oevolkingskolon Pat wil zeggen in een gebied, aat, evenals in Nederland oc Pat wil ze b gvii ix. , - b ewerkt wordt door kleine boeren,
grotendeels het geval is, .
die ten dele de grond, die ze tezamen me o familieleden
bearbeiden, zelfstandig bezitten. , ^
Deze kleine boeren verbouwen rijs o, citrusvruchten, verschillende soorten groenten en houden ook wel eensw&t vee. Hun productie is bestemd voor eigen gebruik,k St^dan aan derden en tenslotte wordt het doorgaans weinige,^dat dan nog overschiet, geëxporteerd. Hoewel vooral de Oosterse Surinamers uitmuntende landbouwers z Vn, zijn hun^werkmethoden dikwijls primitief, terwijl aun^kapitaalbezit gewoonliik te gering is, om machines aan ce schaiion, tenem je 3 bolem®op S?ohr schaal en efficiënter, te gaan bewerken. Boerenleenbanken, hedrijfscoö'peraties, zijn helaas in
Suriname tot nu toe, onbekend. , _. a
Behalve voor eigen gebruik en export verbouwende boeren dus levensmiddelen, die zij aan derden verkopen, vrsag rijst nu; wie .zijn deze derden. Welnu it j Suï?namers, die niet onmiddellijk betrokken zijn bij de landbouwj S Vooral de Creoolse bevolking, die grotendeels in
de
S u c
Geconcentreerd leeft, valt onder dez<
groep. Tezamen
telt men in Suriname - alweer naar schatting - een zestigduizend z.g. Creolen, die grotendeels in Paramaribo^werkzaam zijn. Uit hun midden kwam een intellectueel kadei. voort, terwijl tevens duizenden Creolen vaklieden en in nog veel groter getale, ongeschoolde arbeiders_zijn.
Zij werken onder andere in de grote bauxietmijnbedrijven die sedert 1917 ontstonden.^Deze^mijnen, in Moengo en Paranam, zijn eigenlijk niets anders .dan grooe + '
rijen. Het erts, waaruit tenslotte aluminium, wordt gewonnen,
schepen geladen en naar Amerika verzonden, waar mt-n het, dank zij goedkope energie, tot aluminium verwerkt. Hoewel deze mijnbedrijven voor Suriname van .grote enonomische . etekenis zijn, kan men ze niet vergelijken bij de geweldige industriële bedrijven op Cura^ao en Aruba, Terwijl de Antillen'practisch alleen van de oliefabrieken kunnen bestaan, heeft Suriname, naast de bauxietmijnbednjven, andere middelen van arbeid en inkomsten_noaig.
Welke? Het antwoord-op die vraag is geenszins een
li.o-fc.aan de oppervlakte* wordt afgegraven* ondej.gaac envoudige bewerking wordt vervolgens in
vouaig

~ 13
eenvoudig maar het stemt tot grote vreugde, dat* vooral na de oorlog, meer en meer getracht wordt hiervoor een bevre-_ digende oplossing te vinden. Men meent, dat Suriname, primair een landbouwgebied is, De landbouw wordt uitgeoeiend door kleine boeren maar, indien men grote stukken grond in bebouwbare toestand sou kunnen brengen, dan zou het ook mogelijk zijn, om grote, exporterende landbouwbedrijven op te_ zetten, die, in tegenstelling tot de toestanden, die we uit het Verleden kennen, niet aangewezen zijn op menselijke arbeidskracht alleen, maar grotendeels mechanisch worden gedreven.
Het is echter niet zo heel eenvoudig om de, overigens zonder twijfel, zeer vruchtbare landerijen in Suriname in bebouwbare toestand te brengen. De beheersing van de waterval in dit land, dat zijn grote droge en ook zijn grote natte perioden kent, is verre van eenvoudig. Irrigatie zal het wachtwoord zijn en als Suriname het Nederlandse intellect een opgave stelt, dan is het wel de opgave, om in dit, langs de kust.lage land, grote polderwerken aan te leggen, zodat men, binnen deze polders, kan overgaan tot de vestiging van landbouwbedrijven, die in hoge mate machinaal gedreven worden.
In deze richting wordt op hot ogenblik gedacht, maar het is geenszins d.e enige pijl op o.<s Surinaamse boog. Want behalve dat men in Suriname over een ten dele rijke bodem beschikt en dat men in de bodem kostbare delistoifen vindt, is het binnenland .overdekt met onafzienbare bossen. Veel van dat hout is niet of nog niet geschikt voor de bestaande hout—industrieën, veel echter ook wel, Vandaar, dat de Bruyn— zeelfabrieken in Suriname* een groot bedrijf begonnen, dat thans reeds aan achthonderd man. werk geeft. Tenslotte is het lang niet onmogelijk door de vestiging van kleine en middelgrote industrieën in Suriname vele artikelen te gaan vervaardigen, die thans nog vanuit het buitenland worden geïmporteerd.
Veel zal echter nog worden onderzocht. Veel ook wordt bereids onderzocht en daarbij speelt de luchtkariering een belangrijke rol. Men beschikte namelijk.tot nog toe niet over uitgebreide kaarten van Suriname, Binnen het kader van een welvaartsfonds, waarvoor de .Nederlandse Icegering, na de oorlog,-een bedrag van veertig millioen gulden ter beschikking stelde, werd een deel van het land vanuit de lucht in foto gebracht e.n zo ontstond,, met medewerking, van de K.L.M, een reusachtige kaart, die tal van gegevens bevat, die van groot belang zijn voor.een verdere exploratie van het binnenland, : ..
Het zou te ver voeren U over dit welvaartsfonds en zi^n werking nadere bijzonderheden te vertellen, Belangrijker is het om, tot slot van deze reeks causerieën, even stil 'bestaan bij de politieke ontwikkeling van Suriname. Be ontwikkeling, die zich daar voltrokken heeft, is historisch anders dan die van de Antillen. Be Antillen werden eeuwen lang beschouwd als maritieme en commerciële steunpunten, vooruitgeschoven posten van het moederland dus. Surinaio® echter werd beschouwd als een volksplanting, die reeds £eer vroeg in de geschiedenis een interne bestuursregeling.
- verkreeg

14
verkreeg, die, althans zekere vrijheden schonk
aan dc ten
Suropeanen, die er woonden, aanzien van interne aangelegen heden. Veel eerder dan 'Curapao. kende Suriname een door. censis en capaciteitsgrenzen beperkt.kiesrecht. We herinneren U er aan, dat de bevolking van Cura^ao diu recht eersu in'1936 verkreeg, terwijl de Surinaamse staatsregeling van 186b reeds een volksvertegenwoordiging', kende, die door een overigens zeer beperkt, gedeelte der bevolking werd gekozen. Toch was, evenals op de Antillen, in Suriname o„e invloot van de Gouverneur, vertegenwoordiger des Konings, zeergroot, térwiil ook de invloed van het Plein in Pen Haag,, een term waarmede men indertijd het Ministerie van Koloniën_aanduidde, alsmede de invloed van het Nederlandse Parlement, in vele o-ozichten meetelden. Er ontstonden dan ook wrijvingen.
Het' vertegenwoordigend lichaam bepleitte bij verschillende felegenheden, met klem van redenen, bepaalde maatregelen, die echter van niet-Surinaamse maar Nederlandse zijde werden overstemd of, om een Engelse term te gebruiken, die beier uitdrukt wat we bedoelen, overruled. Aan deze toesoand is na de oorlog een einde gekomen.
Ook in Suriname werd het algemeen kiesrecht vooi mannen en vrouwen ingevoerd, De Staten werden uiigeoreid oo o 21 leden* Er werd een aan de Staten verantwoordelijk löstuur of kabinet in het leven geroepen. Velé bevoegdheaen, die eertijds de Gouverneur waren voorbehouden, werden aan dit bestuur toevertrouwd. Tenslotte kwam een voorlopige regeling tot stand, die op de toekomstige status van Suriname, als zelfstandig partner van Nederland, vooruit loopt. Deze regeling werd in het vertegenwoordigend lichaam van Suriname onlangs met genoegdoening begroet. _ .
De staatkundige veranderingen, die zich in Suriname hadden voltrokken, hadden tot gevolg, dat vele hoogstaande en intelligente Surinamers zich, nog meer dan vroeger, met grote kracht toelegden op de behartiging van lanas belangen. Er heerst in hun kringen optimisme, wil tot daden en vooral een groot - idealisme, het diepe en warmstemmende idealisme, om van dit grote land? met onbekende ïnctar mi^schi en o o ^ ongekende potentialiteiten, iets td maken. Een land, .Ij. een tehuis zal vormen voor de vele, uit verschillende snaken der aarde komende mensen, die er wonen en een tehuis^za_ gaan vormen voor hen, die nog komen zullen. Een land, waar-.. uit men armoede en ontbering kan weren en waarin her mogelijk moet zijn, door de ontginning van zijn bodemschatten, een ieder, die er woont een redelijk bestaan te waarborgen.
Zover is het nog’ niet ........ maar men hoopt- in een
niet al te verre toekomst het zover te 'brengen:.