Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?BNA-DIG-WESTINDISCHEGIDS-1927-539
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


ARUBA’S VERLATEN GOUDVELDEN
DOOR
P. REGINALDUS DELLAERT O. P.
Wat de geschiedenis van den grooten ontdekker van Amerika, Cristóbal Colón, en van zijn nakomers, voor ons Westerlingen, zoo aantrekkelijk maakt, zoo sprookjesachtig, is wel zeker hun rusteloos, koortsachtig, verwachtingsvol zoeken naar het goudland, „El Dorado”, dat, volgens een koppige overlevering, liggen moest ergens tusschen de machtige Zuid-Amerikaansche bergen of in de onmetelijke boschvlakten langs de geheimzinnige, breede stroomen en rivieren. Dat goudland is nooit gevonden; niettemin blijft de herinnering daaraan onwillekeurig doorwerken in onzen geest en telkens als wij van goudmijnen of van goudvelden hooren, komt er over ons als een huivering voor het geheimzinnige en het sprookjesachtige van een paradijs. En zoo kon het gebeuren, dat bij mijn eerste bezoek aan Aruba’s verlaten goudvelden, ik de diepe mijn-schacht inkeek met ’n zekeren eerbied en schroom als zou ik daar beneden schatten zien en ’n hoekje van ’n wonderland!
Goud is een magisch woord voor ’n mensch! Aruba’s verlaten goudstreek heb ik dan ook doorkruist in ’n zekere stemming van verwachting en melancholie. Juist als ’n opgraver midden in de ruïnen van ’n grootsche oude stad vol verwachting is voor hetgeen hij nog vinden zal, maar toch ook ietmat melancholisch door hetgeen hij ziet dat verloren is. Ruïnen treffen ons meer dan de volle pracht van weleer juist door de scherpe tegenstelling van hetgeen nu is, met wat wij phantaseeren dat was. De namen der oude Arubiaansche goudvelden: Bushiribdna, Matavidiri, Maravrél, Miralamdr klinken dan ook in mijn ooren als sprookj eswoorden.
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
540 aruba’s verlaten goudvelden
De geschiedenis van het goud op het eiland Aruba is wel niet bijzonder oud. Naar verluidt is het eerste goud gevonden in 1824. Dus juist ’n goede eeuw geleden, en wel alluviaal goud in de waterloopen (roowan.volgensdelandstaal), die in den regentijd de rotsen afschuren en zoo het goud neerleggen in kleinere of grootere stukjes, in de zonderlinge beddinkjes dicht bij de zee. Later werd het goud gedolven uit het kwartsgesteente, waarin het voorkomt, in fijne verdeeling, stofjes, adertjes of blaadjes en zoo kreeg men langzamerhand de kwartsgangen of de goudmijnen onder den grond in de rotsen. Soms echter werden er toch betrekkelijk groote goudkorrels gevonden ( pepita’s ); zoo bevond zich vroeger nog in ’t Leidsche museum ’n afgietsel van ’n stuk, ’n klomp die 6.415 Nederlandsche ponden zwaar woog. Van 1824 tot 1832 dreef het gouvernement zelf de goudontginning, daarna werd de gouddelving voor een ieder vrijgesteld tot in ’t jaar 1854, toen concessie werd verleend aan den heer L. J. de Jong in den Haag. Daar deze heer aan zijn verplichtingen niet voldeed, werd de gouddelving eerst weer vrijgesteld, daarna opnieuw verleend aan particulieren; en na verschillende overgangen van den eenen concessionaris op den andere werden eindelijk in 1872 de goudvelden afgestaan aan de Aruba Island Gold Mining Cy (nominaal kapitaal £500.000) die ze bewerkte tot 1900, waarna ze weer overgingen tot 1908 op de Aruba Gold Mining Cy. Op 1 Dec. 1908 echter begon ’n nieuwe maatschappij opnieuw de ontginning nl. de Aruba Goud Maatschappij en deze heeft voor het eerst het bedrijf winstgevend weten te maken (’t eerste jaar ’n uitkeering van 25 % dividend, in 1910 van 50 %). Helaas is ook deze nieuwe maatschappij al ontbonden! Ze heeft nog doorgewerkt tot in de eerste jaren van den grooten oorlog; bij gebrek aan sommige buitenlandsche grondstoffen om de grondertsen te zuiveren of te smelten heeft ze toen het bedrijf moeten stilzetten en nu is het ondoenlijk dit bedrijf weer in gang te krijgen, met eenige hoop op winst, wegens de enorme schade aan gebouwen en machines, die totaal onbruikbaar geworden zijn door den jarenlangen stilstand.
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
aruba’s verlaten goudvelden 541
En nu heerscht over de mijnvelden ’n doodsche stilte; de oude goudsmelterij van Bushiribdna in ’t Noorden, de nieuwste van Baldshi in ’t Zuiden staan te verbrokkelen en te verroesten onder de vernietigende werking der tropische zon; de mijnschachten van Miralamdr, Matavidiri, Calabds, Westpunt e. a. met hunne reusachtige metaalkleurige ertshoopen verdwijnen onder de wilde cactus, doornen en voortsluipende woekerplanten. Nog eenigen tijd en men zal het Arubiaansche goudland moeten zoeken!
Als men het kleine Oranjestad — de hoofdplaats van ’t eiland — aan den Oostkant verlaat, ziet men al gauw aan ’t einde der vlakte ver in ’t Noord-Oosten, zich afteekenen tegen de donker blauwe lucht, ’n hooge grijze bergrug met eenige toppen. Dat zijn de bergen van 't Arubiaansche goudland Bushiribdna. De weg loopt er recht op aan — in zijn streven naar ’t goud, kent de mensch geen omwegen —. Deze mooie, 10 K.M. lange baan naar ’n verlaten uithoek van ’t eiland, is hoogstwaarschijnlijk aangelegd door de goudzoekers zelf, om zoo gauw mogelijk de goudproducten naar de stad te verslepen of vandaar uit de benoodigdheden voor ’t smelten te bekomen.
Weldra vallen op ons de schaduwen der hooge bergwanden van den „Ceroe Cristal’ ’en den,. Ceroe Plat,”die goudbergen zijn; dat bemerk ik reeds door de hoopen uit de mijngangen gedolven kwarts die overal op de hellingen tot boven toe verspreid liggen. Vlug passeeren we de rooi Maraviel — de wonderrooi — aan den voet dier bergen. Onder ’n spiegeltje helder water van haar zandige bedding blinkt veel bergkristal, Vol ongeduld laat ik den jongen, die met mij is, gauw paard en rijtuigje vastbinden aan ’n Watapanaboom (Dividivi-boom) en weg ben ik, de „Ceroe Cristal” op, naar den dichtst bijzijnden kwartshoop! En daar is’t gebeurd — zooals ik gezegd heb — dat ik voor ’t eerst van mijn leven in ’n goudmijnschacht gekeken heb en wel met ’n zekeren eerbied en schroom! Ik zag geen schatten, ook geen Paradijs, maar ’n diepen put met verder beneden de zwarte opening van ’n gang, die de rots inliep; aan het groenachtige, roodgeaderde, met witte en zwarte vlek
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
542 aruba’s verlaten goudvelden
ken bestippelde gesteente der wanden waren de sporen der hakbijlen van ’t dynamiet nog goed zichtbaar. „Ceroe Cristal” is doorzeefd van zulke putten en ik kon ook de verleiding niet weerstaan ze alle te bezichtigen, tot boven toe.... Maar wat nog meer trok, was de oude goudsmelterij van Bushiribdna, die iets verder op, dichter bij zee, op ’n eenzaam kalkrotsplateau, haar ruïne-romp zwart omlijnde tegen de heldere lucht!
Daarheen!
De weg loopt langzaam-glooiend op, tot boven het lage plateau, tegen welks Noordwand de branding buldert, en waar bovenuit, van tijd tot tijd, wolken schuim vliegen in machtelooze woede. Daar vóór mij duikt op, zwart en ellendig, als de overblijfselen van 'n kleine afgebrande stad, de oude vervallen goudsmelterij van Bushiribdna ! De geweldige brokken muren van basaltblokken van het hoofdgebouw lijken de verwoeste kanteelen en gescheurde torens van een zwartgeblakerde Rijnburcht; een onheilspellende sprookjesruïne, woest en eenzaam op de rotsen, boven de bulderende zee_Om het hoofdgebouw ver
spreid liggen de ingevallen nevengebouwen, allen zonder dak, deuren en ramen met afgebrokkelde of gescheurde muren; door de gapingen heen gluren als skeletten totaal verwoeste ijzeren gevaarten, vlechtwerk, schijven en buizen. Kleine rails verbinden nog sommige gebouwen; ik stoot tegen 't eenige overgebleven spoorwagentje en de afvallende stukken verwaaien tot stof. Op zij ligt ’n reusachtige hoop fijngemalen kwartsgesteente van paarse kleur: het goudzand! Domineerend boven al deze kleinere nevengebouwen uit, verheft zich somber en dreigend, de zwarte hoofdruïne, de eigenlijke smelterij; ze is geheel uit zware basaltblokken opgetrokken, zeer stevig en zeer hoog; een klein gedeelte van den Zuidkant is nog geheel gaaf en ongeschonden, blijkbaar ’n paar vuurovens, maar bijna geheel de rest is vervallen, ingestort of gespleten. Als men dan ook langs de nog goed geconserveerde basalttrap aan den Oostkant, de ruïne binnenstijgt, verliest men zich plots in eene geweldige open binnenruimte, gedeeltelijk volgestort met enorme puinbrokken der drei
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
aruba’s verlaten goudvelden 543
gende buitenmuren, wier uitgekerfde bovenrand in den gloed der ondergaande zon staat ingesneden als in.... Goud. Langs het puin naar boven bereikt men ’n terras, waarna een diepte gaapt, waarin vroeger waarschijnlijk een smeltoven ingepast heeft; beneden in het bruine kleizand, gebroken basaltsteenen.... Nieuwsgierig heb ik alles bekeken en onderzocht, trap op, trap af, over de breede muren, door 'n gang, over basaltblokken, beneden, boven, op zij ....
Peinzend loop ik weer langs den paarskleurigen zandhoop, over de verwoeste rails, langs blokken muren, ijzeren geraamten en afgeschilferd ijzerwerk en blijf op eenigen afstand, dicht bij de zee, staan kijken naar dat machtige basaltgevaarte, dat krachtig vlekt in den zonnegloed.
Ver in ’t brandende Westen, kleuren de toppen der goudbergen rood. Aan mijn voeten werpen zich die golven in bulderend bruisen tegen de druipende klippen en rommelen als verre donder in de zeegrotten onder mij, terwijl de gillende zeewind vlagen schuim heenkletst over het kalksteenplateau; het eenige geluid in deze woeste, dorre en drukkende eenzame plaats.
De goudvelden van Bushiribdna lijken mij 'n verloren Paradijs; die goudruïne staat daar vóór mij als ’n gebroken ideaal en de dieproode avondgloed om haar heen is het symbool der gloeiende liefde waarmee men zijn idealen blijft beminnen, ook al zijn ze gebroken voor altijd. Tergend zingt de blijde branding haar onafgebroken zegelied over de geleden nederlaag. De zucht naar het goud immers heeft veel gelijkenis met de zucht naar het ideaal, naar het geluk, naar de liefde. Bushiribdna herinnert mij eraan, dat hier op aarde ons ideaal bijna nooit bereikt wordt, maar meestal gebroken, zoo niet verwoest.
Oude goudruïne van Bushiribdna, gij hebt mij veel geleerd !
Van hieruit leidt ’n weg recht naar ’t Zuiden tot de mijnschachten van Miralamdr] in zijn geheele lengte volgt hij het groene schilderachtige bergland van Aruba’s Oostkust, langs de goudbergen Matavidiri, den hoogen Ariekok en de reuzensteenen van Ayo, beroemd om hunne
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
544 aruba’s verlaten goudvelden
oude Indiaansche opschriften. (Ze worden genoemd: „Piédra scirbi” , d.i. beschreven steenen). Deze baan is nu stil en eenzaam, en hier en daar zelfs bijna dichtgegroeid door wild gewas, maar vroeger — misschien ’n 15 j aar geleden — was het een drukke verkeersweg; gedurig kwam men dan benden ezels tegen, allen aan beide kanten geladen met zakken gouderts, bestemd voor den zuidelijker gelegen goudmolen van Baldshi. Immers de twee laatste Arubiaansche goudmaatschappijen, en vooral de laatste, hadden op tamelijk groote schaal ’n bijzonder systeem bij de goudontginning toegepast, het z.g. tributers-systeem. Tributer is ’n Engelsch woord en beteekent schattingplichtige, hier in dit geval best te vertalen door particulier, of klein-ontginner. Tributer was dan iemand,die voor eigen rekening op concessie-terreinen der Compagnie, — dat ’n groot gedeelte van Aruba besloeg — het gouderts dolf en dit naar den molen van Baldshi bracht met ezeltjes, waar hij dan de ertsen uitbetaald kreeg volgens het goudgehalte. Van Westpunt af over Alta Bista, Calabds, Ceroe Cristal, Matanstin tot Ariekok, Miralamdr, d.i. van de Westkust, over heel het Noorden, tot en met ’n gedeelte der Oostkust, ziet men dan ook overal de sporen der particuliere mijnontginning; tot zelfs verder de Arubiaansche hoogvlakte uit, bij de kerk van Santa Cruz.
Over dezen verlaten weg zijn dus heel wat goudkorrels getransporteerd!
Eindelijk tamelijk ver in ’t Zuiden al, zwenken wij, bij een tweesprong naar ’t Oosten,de bergen in, om Miralamdr te bereiken, dat vrij hoog ligt. De mijnschachten zelf zijn geboord in een hoog dal, dat gevormd wordt door de zachtglooiende groene hellingen van regelmatige breede bergruggen; doch de plaats ontleent haar naam ( Miralamdr: de zee zien; vrij vertaald: zeezicht) aan den heuvel bij den ingang van ’t dal, op wiens top nu de troostelooze ruïne staat van het weleer prachtige woonhuis van den Engelschen opzichter der goudmijnen, en van waaruit men een betooverend, schitterend uitzicht geniet op de blauwe Caraïbische zee. Van dit goudveld is ook niet veel meer over dan hooge kegelvormige ertshoopen, naast de
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
aruba’s verlaten goudvelden 545
diepe schachten, hier en daar verroeste ijzeren geraamten, ingevallen woonhuizen en fabrieksgebouwen en steenen terrassen, alles overwoekerd door den wilden groei van cactus en doornen. Maar de aanblik is niet zoo troosteloos als te Bushiribdna en ook niet zoo evocatief, daar de omtrek tamelijk begroeid is en dus meer leven toont; niettemin ligt ook over Miralamdr de sluier van sprookjesachtige geheimzinnigheid aan verlaten goudvelden eigen; die ruïne op den hoogen top, van zee uit zichtbaar en ook ver in ’t land, is ’n treurige herinnering aan den gouden tijd. Miralamdr verlatende, langs den weg naar Baldshi, recht naar ’t Westen toe,zie ik nog langen tijd die brokken muren, dreigend boven de omringende heuvelen uitsteken.
Baldshi, die de laatste goudsmelterij is geweest der laatste Arubiaansche Goud-Maatschappij, is op ’n 8. K.M. afstand van Miralamdr gelegen, aan de Zuidkust aan de boorden van ’t Spaansche Lagoen. Van ver lijkt ze wel ’n klein stadje met haar hoogen molen, vele nevengebouwen en ambtenaarswoningen. Uiterlijk staat alles daar nog, zooals op den dag dat ze verlaten werd; de kegelvormige ertshoop en de groote hoeveelheden paarskleurig goudzand, dicht bij ’t water, konden zelfs ’t vermoeden wekken dat het nu schafttijd is en ’t werk maar even stil staat. Doch naderbij gekomen, bemerkt men al gauw dat bijna alle gebouwen op vallen staan en dat zoogoed als alle werktuigen totaal verroest zijn; rust roest en die rust heeft hier kapitalen verslonden. De smelterij was zeer modem ingericht; het fabrieksterrein is dan ook ’n doolhof van machinerie: — hier 5 tot 6 geweldige vuurovens, ’n hooge pletmolen, daar ’n smeltoven, reusachtige zuiveringskuipen, buisleidingen en kleine spoorrails op hooge houten bruggen van de pletterij naar de zuiveringsbakken enz; dit alles is nu bijna onbruikbaar, ’t was zelfs ’n waagtoer over de bruggen te loopen.
Met ’n klein beetje verbeelding is ’t smeltingsproces nog goed na te gaan... .Wat een bedrijvigheid moet het dan geweest zijn op deze eenzame plaats bij ’t Spaansche Lagoen, als de molen plette, de bakken gevuld werden en
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access
546 aruba’s verlaten goudvelden
de spoorwagentj es op en neer rammelden over de hooge bruggen, onder den zwarten rook der ovens, terwijl van al de bergwegen in den omtrek de troepen ezels afdaalden, geladen met zakken gouderts! Verlaten en eenzaam ligt nu de goudsmelterij zich te spiegelen in het blauwe Lagoen, als droomende 'n gouden droom uit lang vervlogen tijden, toen al de schatten der Arubiaansche goudvelden tot haar stroomden....
Met Balashi eindigt de geschiedenis van ’t goud op Aruba.
Of alles weer eens in nieuwe pracht herrijzen zal? Wie weet? Of al die bergen om mij heen, met hunne mooie namen, opnieuw hun schatten zullen ontsluiten ? Wie weet! ? Doch voorloopig zal ’t wel zoo blijven, zooals ’t nu is en zullen de Arubiaansche goudvelden blijven sluimeren onder den tropischen zonnegloed.
Zoo zat ik te peinzen toen ik van Balashi wegreed, langs de steile rotsmuren van Rooi Francés. Iets verder verbreedt zich het uitzicht en loopt nu de weg door de vlakte langs de zee naar Oranjestad toe, ons punt van uitgang.
Goud is ’n magisch woord voor den mensch. Nog lang zal mij dan ook heugen die zwerftocht door de verlaten goudvelden van ’t eiland Aruba, dien kostbaren parel, verborgen in de glanzende blauwe Caraïbische zee.
Curagao
Downloaded from Brill.com07/28/2020 02:55:24PM via free access