Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?DWJZ-01.02AB10.090
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


kkk AAA AAA AAA AA AAA AAA AAA AA
AB 2010 no. 90 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 1/7 september 2013
kkk AAA AAA AAA HAAR AAA AAA AAA
Intitulé : LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdragers
Citeertitel: Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers

Vindplaats : AB 2010 no. 90

Wijzigingen: AB 2012 no. 5
S 1. Algemene bepalingen Artikel 1
In deze landsverordening wordt onder een politieke ambtsdrager verstaan degene di n van de navolgende ambten bekleedt: a. minister; b. lid der Staten; ec. Gevolmachtigde Minister.

Artikel 2
Een politieke ambtsdrager heeft geen arbeidsovereenkomst met het Land.
Artikel 3
1. De ambtenaar die benoemd is als politieke ambtsdrager, is, ingaande de dag van zijn benoeming, van rechtswege als zodanig op nonactief gesteld tijdens vervulling van dat ambt, tenzij aan hem gedurende die periode ontslag als ambtenaar is verleend. Hem wordt na zijn benoeming het bedrag aan vakantieuitkering uitbetaald waarop hij recht zou hebben gehad, indien hij op dat tijdstip ontslag als ambtenaar had gekregen.
2. De overeenkomstig het eerste lid op non-activiteit gesteld ambtenaar is gedurende de periode van non-activiteit ontheven van de vervulling van zijn ambt; gedurende die periode geniet hij niet de reguliere ambtelijke bezoldiging, noch de eventuele aan zijn ambtelijke functie verbonden toelagen.
3. De tijd, door een ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, op non-activiteit doorgebracht, telt niet mee voor de beoordeling van zijn ambtelijke pensioenaanspraken, noch voor het verkrijgen van aanspraken op periodieken, voortvloeiende uit voor ambtenaren geldend wettelijke regelingen.
S 2. Bezoldiging
Artikel 4
1. De bezoldiging van een minister bedraagt Afl. 15.010,- per maand.
2. De bezoldiging van een lid der Staten bedraagt Afl. 10.865, per maand.
3. De bezoldiging van de Gevolmachtigde Minister bedraagt Afl. 12.935,- per maand.
kkk AAA AAA AAA A AAA AAA AAA AAA
AB 2010 no. 90 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 1/7 september 2013
kkk AAA AAA AAA AA AA AAA AAA AAA
4. De bezoldigingen worden in de laatste volle week van iedere maand betaalbaar gesteld op een door de betrokkene aangehouden bankrekening in Aruba.
Artikel 5 Indien het bedrag per maand, vermeld onder Hoofdschaal 16 van bijlage A van de Bezoldigingsregeling Aruba 1986 (AB 1996 no. GT 2) wordt gewijzigd, worden de bezoldigingen genoemd in artikel 4 op overeenkomstige wijze aangepast.
Artikel 6
] Op de bezoldigingen, bedoeld in artikel 4, eerste, tweede en derde lid, worden, voor zover van toepassing, in mindering gebracht: a. het duurtetoeslagdeel van het pensioen waarop de betrokkene ingevolge de Pensioenverordening landsdienaren (AB 1991 no. GT 25) aanspraak heeft, en b. de inkomsten uit pensioen, waarop de betrokkene aanspraak heeft op grond van het vóór 1986 vervullen van een politieke functie, voor zover dat pensioen ten laste komt van de Landskas van Aruba; ec. de inkomsten die de betrokkene geniet op grond van door hem verrichte werkzaamheden ten behoeve van een rechtspersoon wier inkomsten voor meer dan de helft afkomstig zijn uit de Landskas van Aruba. 2. Indien een politieke ambtsdrager andere inkomsten uit arbeid heeft dan die, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, dan vindt inkorting van de bezoldiging van de betrokkene plaats volgens de navolgende formule: van die inkomsten wordt een bedrag ter grootte van 105 van de bezoldiging van de betrokkene niet in mindering gebracht, en van het meerdere wordt de helft in mindering gebracht, met dien verstande dat altijd 50% van de bezoldiging wordt genoten.
3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld met betrekking tot de controle op de inkomsten, bedoeld in het tweede lid, de inkorting van de bezoldiging en de terugvordering van teveel ontvangen bezoldiging.
4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van het advies van de Raad van Advies en het concept voor het nader rapport daarop, gedurende ten minste 30 dagen aan de Staten is overgelegd.

S 3. Communicatiemiddelen
Artikel 7
1. Aan een politieke ambtsdrager worden ten laste van het Land de communicatiemiddelen ter beschikking gesteld, die hij in het kader van de vervulling van zijn functie nodig heeft.
2. De ministerraad bepaalt voor ieder kalenderjaar het maximale bedrag dat ten behoeve van een minister en de Gevolmachtigde Minister besteed mag worden aan de in het eerste lid bedoelde communicatiemiddelen. De Staten handelen insgelijks ten aanzien van de leden der Staten.

3. De ingevolge het tweede lid vastgestelde maxima worden bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba.
kkk AAA AAA AAA AHA
AB 2010 no. 90 XCENTRAAL WETT
kkk AAA AAA AA
ENREGISTER* 1/7 september 2013
kkk AAA AAA AAA AA
kkk AA AAA AAA

s 4.
Artikel
Aan doeld in artikel 4, eerste, tweed presentatietoelage toegekend ter gro zoldiging,

Toel
een politieke ambtsdrager wordt boven diens bezoldiging, of derde lid, maandel
met dien verstande dat d
agen
8
beijks een ret van die bet bedraagt
otte van vier procen
toelage zeven procen

voor de minister-president, de voorz tigde Minister, en vijf procent voor vice-minister-president en het lid een fractie van de Staten.

Artike
Aan een minister en een
lid der Staten wordt boven hun bezol
GevolmachStaten, de ter is van
itter der Staten en de de Ondervoorzitter der der Staten dat voorzit

l 9
di
ging, bedoeld in artikel 4, eerst voor vervoerskosten toegekend zoldiging,
king is ges

teld.
Ss 5. Dienstreizen

tweede of derde lid, n toelage
r grootte van vier procent van die betenzij hem voor eigen gebruik een dienstauto ter beschik
en teerkosten
Artikel
1. Bij dienstreizen naar een b minister en een lid der Staten rech 2. Bij dienstreizen per vliegtu derland heeft de Gevolmachtigde Mini nessclass.
10
estemming buiten Aruba heeft een
t op vervoer in de businessclass.
ig naar een bestemming buiten Nester recht op vervoer in de busi
Ze Tot n dienstreis van een
minister
n de Gevolmachtigde Mi
nister en omtrent de duur daarvan wordt besloten door de ministerraad;
voor de leden der Staten wordt de be
slissing tot een dienstreis en de
duur daarvan bepaald door de Staten.
Artikel 11
1 recht op een toelage voor teerkosten trokkene buiten Aruba doorbrengt, me
teerkosten worden verstaan de in ver
lijk te maken kosten voor maaltijden,
vertrek uit en aankomst in Aruba tesamen als één dag gelden.
Een minister en een lid der Staten heeft bij dienstreizen
voor iedere volle dag die de bet dien verstande dat de dagen van Onder band met een dienstreis noodzakelogies en andere kleine uitga
ven. Bij landsbesluit, houdend
2. derland een gelijk rech
eerste lid, voor iedere volle dag di
algemene maatregelen, van de continenten het bedrag van de teerkosten bepaa De Gevolmachtigde Minister heeft bij dienstreizen buiten Net als de politieke ambtsdragers,
wordt voor ieder ld.
bedoeld in het and doorbreng

Ct ct
e hij buiten Nederl
met dien verstande dat de dag van vertrek uit en aankomst in Nederland
tesamen als één dag gelden. Di len landsbesluit, houdende algemen dan nadat het ontwerp, vergezeld van en het concept voor het nader rappor
dagen aan de Staten is overgelegd.

De voordracht voor een kracht
ns het rste lid vast te stelmaatregelen, wordt niet gedaan, het advies van de Raad van Advies t daarop, gedurende ten minste 30
kkk AAA AAA AAA AA AAA AAA AAA AA
AB 2010 no. 90 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 1/7 september 2013
kk kk AA AAA AAA AA AAA AAA AAA AA
S 6. Vrijstelling van ambtsvervulling Artikel 12
1. Een politieke ambtsdrager heeft voor elke volle periode van twaalf maanden van zijn ambtsvervulling recht op vrijstelling van de vervulling daarvan, met behoud van bezoldiging, gedurende dertig werkdagen.
2. Het tijdstip van vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt met betrekking tot een minister en de Gevolmachtigde Minister bepaald door de ministerraad en met betrekking tot de leden der Staten door de voorzitter der Staten. In het algemeen belang kan door de minister-president, respectievelijk de voorzitter der Staten een vastgestelde periode van vrijstelling van dienst van politieke ambtsdragers onderbroken worden.
Artikel 13
1. Aan een politieke ambtsdrager wordt jaarlijks in de maand juni een bijzondere uitkering toegekend met het oog op het genieten van de aan hem toegekende vrijstelling van ambtsvervulling.
2. De bijzondere uitkering bedraagt 8% procent van zijn maandelijkse bezoldiging voor iedere volle kalendermaand dat hij vóór de maand juni in functie was, met dien verstande dat n periode van vijftien dagen bij de berekening van het bedrag van de uitkering als een volle maand telt.

S 1. Bijzondere bepalingen ter zake van de Gevolmachtigde Minister
Artikel 14
1. De Gevolmachtigde Minister is belast met het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in de artikelen 8, eerste lid, 10, eerste lid, 12, eerste tot en met vierde lid, 15, derde lid, 17, eerste, derde en vierde lid, 18, eerste lid, 21 en 24, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
2. De Gevolmachtigde Minister kan bovendien belast worden met: a. werkzaamheden in het kader van onderlinge bijstand, overleg en samenwerking van Aruba met een of meer van de andere landen van het Koninkrijk; werkzaamheden ter uitvoering van taken van Arubaanse ministeries; c. representatie van Aruba in Europa.
ey
Artikel 15
1. Voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 14, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, is de Gevolmachtigde Minister ondergeschikt aan en verantwoordelijk jegens de regering. Hij voert de bedoeld werkzaamheden uit op basis van instructies van de minister-president.
2. Met betrekking tot de werkzaamheden, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdelen b en c, handelt de Gevolmachtigde Minister op basis van instructies van de minister onder wiens ministerie de desbetreffende aangelegenheid ressorteert.
3. De Gevolmachtigde Minister heeft een Kabinet van de Gevolmachtigde Minister met het oog op de richtige vervulling van zijn taken.
4. Over hetgeen hem in de vervulling van zijn functie ter kennis is gekomen als geheim of vertrouwelijk, is de Gevolmachtigde Minister
4

kkk AAA AAA AAA A AAA AAA AAA AAA
AB 2010 no. 90 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 1/7 september 2013
kkk AAA AAA AAA HAAR AAA AAA AAA
tot geheimhouding verplicht. Artikel 16
1. De Gevolmachtigde Minister heeft na zijn benoeming recht op
vrije overtocht naar Nederland in de businessclass voor zichzelf, zijn huwelijkspartner en zijn minderjarige kinderen. Daarenboven heeft hij op het bedoelde tijdstip aanspraak op vrije overtocht van persoonlijke bezittingen tot een maximum van 5 m°. 2. Met het oog op de inrichting van zijn huishouding in Nederland heeft de Gevolmachtigde Minister recht op uitrustingskosten van vijfduizend euro. Het bedrag van de uitrustingskosten wordt telkens bij de benoeming van n nieuwe Gevolmachtigde Minister bij landsbesluit aangepast aan een percentage dat overeenkomt met de in Nederland sindsdien opgetreden inflatie; artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De Gevolmachtigde Minister heeft recht op vergoeding door het Land van vijfenzeventig procent van de door hem in Nederland ten behoeve van zichzelf en zijn gezin gesloten ziektekostenverzekering.
Artikel 17
1. Aan de Gevolmachtigde Minister wordt een gemeubileerde dienstwoning ter beschikking gesteld; hij heeft daarenboven de beschikking over een dienstauto met chauffeur.
2. De Gevolmachtigde Minister verlaat Nederland niet voor langer dan drie dagen dan met toestemming van de minister-president.
3. De Gevolmachtigde Minister begeeft zich naar Aruba, indien hij daartoe, met het oog op het plegen van overleg, door de ministerpresident opgeroepen wordt.
Artikel 18
1. Indien de plaatsvervanging van de Gevolmachtigde Minister
wordt opgedragen aan een ambtenaar, is artikel 3 voor de periode van de vervanging van overeenkomstige toepassing op die ambtenaar. 2. Voor de vervanging van de Gevolmachtigde Minister wordt aan de plaatsvervanger als bedoeld in het eerste lid, een toelage toegekend ter grootte van het verschil tussen diens reguliere ambtelijke bezoldiging en de bezoldiging waarop de Gevolmachtigde Minister gedurend de periode van diens vervanging recht had, mits de vervanging ten minste zeven dagen heeft bedragen.
Ss 8. Slotbepalingen Artikel 19
Als bijdrage in de bekostiging door het Land van de uitkeringen aan gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden wordt maandelijks op de bezoldiging van een politieke ambtsdrager een bedrag ingehouden ter grootte van 8 procent van die bezoldiging.

Artikel 20
1. Een politieke ambtsdrager stelt, indien hij minister of Gevolmachtigde Minister is, de minister van Algemene Zaken, en, indien hij een lid der Staten is, de Voorzitter der Staten onverwijld schriftelijk in kennis van het bedrag van de door hem verkregen inkomsten, be
9
kkk AAA AAA AAA A AAA AAA AAA AAA
AB 2010 no. 90 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 1/7 september 2013
kkk AAA AAA AAA AA AAA AAA AAA AA
doeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid. Indien het betreft inkomsten, voortvloeiend uit een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten, wordt de kennisgeving telkens gedaan na de ontvangst van dergelijke inkomsten. Indien het inkomsten betreft, voortvloeiend uit een arbeidsovereenkomst, wordt de kennisgeving eenmalig gedaan, doch bij wijziging van de financiële aspecten van de arbeidsovereenkomst of bij de opzegging daarvan wordt van de gevolgen daarvan onverwijld mededeling gedaan. 2. De minister van Algemene Zaken respectievelijk de Voorzitter der Staten stelt de ambtenaar, belast met de uitbetaling van de bezoldigingen van politieke ambtsdragers, onverwijld in kennis van de inkomsten van een politieke ambtsdrager, bedoeld in het eerste lid. 3. Op verzoek van de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, melden rechtspersonen als bedoeld in artikel 6, onderdeel c,‚ aan hem, of zij betalingen verrichten aan politieke ambtsdragers.
Artikel 21
Een politieke ambtsdrager die, anders dan om gezondheidsredenen, gedurend n aaneengesloten periode van negentig dagen zijn aan het door hem beklede ambt verbonden verplichtingen niet vervult, verliest het recht op de toelagen, vermeld in de artikelen 7, 8 en 9. Na een aaneengesloten periode van honderdtachtig dagen wordt zijn bezoldiging daarenboven gekort met vijftig procent; na een aaneengesloten periode van tweehonderdveertig dagen vervalt voor hem al de in deze landsverordening ten aanzien van hem neergelegde rechten en aanspraken.

Artikel 22
1. In de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst (AB 1998 no. GT 22) ambtenaren worden de navolgende wijzigingen aangebracht:
a. artikel 26, tweede lid, vervalt; b. in artikel 33, vijfde lid, vervallen de woorden “of artikel 26, tweede lid” en de daaropvolgende komma.
2. In de Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers (AB 2000 nr. GT 12) vervallen de artikelen 1, la, 2, eerste lid, 3 tot en met ba, 5e, Dd, be, 22 en 27.
3. In de Landsverordening bezoldiging leden der Staten (AB 1997 no. 2) vervallen de artikelen 1, 2, 3, 5 en 6 tot en met 10.
4. In de Landsverordening regelende de bezoldiging, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de Gevolmachtigde Minister, alsmede het pensioen van diens weduw n wezen vervallen de artikelen 1, eerste, tweede en derde lid, la, 2, 3, 4, 5, 6, 6a, 6c, 6d en 24.
Artikel 23
1. Deze landsverordening treedt in werking op 1 januari 2011. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening voorzieningen politieke ambtsdragers.