Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?NL-HaNA_2.10.01_3610
Translate this text / Traduci e texto aki:
Gouvernements Journaal Curacao
van 4 Maart tot ult. Mei
1816
Exh. 21 Maart 1817 No. 2094
Duplicaat
in Journaal
gehouden bij den Gouverneur
Generaal van Curacao en
onderhorige Eilanden Bonaere
Aruba, aanvang nemende
by de bezitneming van het
voormelde Eiland Curacao
op den 4=en Maart 1816
1816
Maart 4 Heden heb ik Gouverneur Generaal en
naam van zyne Majesteit den Koning der
Nederlanden, Prins van Oranje Nassau
en Groot Hertog van Luxemburg bezit
genomen van dit Eiland Curacao, Zie verbaal
van de bezitneming hetwelk hiernevens gevoege
wordt.
Terstond na de bezitneming organisatie
ik de Raden van Politie en van Civile
en Criminele Justitie, welker Leden, alsmede
de benoemde hoge en mindere Ambtenaren
den gewonen Eed hebben afgelegd.
naamlijk
M:r P. B. van Starckenborgh als
Raad Fiscaal
B A Camerin als leden van den Raad
G Duyckinck van Politie
AA Beumer, als leden van den
C.L. van Uytrecht Raad van Politie
W: Prince als Secretaris by denzelven Raad
H.W. luydens als kamerbewaarder
M W W. Duijckinck als leden van den
Raad van bilen Frans Koper
C: A: Baron de Larreij Criminele Justitie
M: H: R: Hajunga als Secretaris
Th: D: Hock als Deurwaarder t Gerechts bode bij denzelven Raad
E:E:J:W: Lamaison als klerk op de
Secretarie van evengemelden Raad
als leden van het J: F: G: Ziegler
Collegie van Commercie
I: W: G: Putting, & Zeezaken
G:C: Muller, als Magazijn Meester
van alle Magazijnen.
J.G.G. Scarbo als t Commis
H.G. van Eck als de Commis beyden
Magazijn Meester
P A Chare als klerken of Commissen
P Gorsira
P: Leseur bij den Raad Contrerolleur
t Begijn Generaal der Financien
M: Schotborgh G. als Ontvanger Generaal
Const Schotborgh als Boekhouder
Joh:s Bor als klerk bij den Ontvanger
Generaal
A: Evertsz als Waagt Roomeester
J. Veris
als klerken op
J G Palm adsistenten by de
J. Jansen Waag
de Windt semerel
Hend:k Schotborgh Jz als Zegel bewaarder,
of ontvanger ad interen van den impost
op het middel van het kleen Zegel, Commis
saris der bestelling, Ree en accijsmeester en
Ontvanger van haven en placaat gelden
ad interim, & Commis der manifesten.
Hendk: Schotborgh zo als klerk
bij den Zegelbewaarder
C. Baron de Larreij als sondermeester
James Smith als provisioneele Haven
meester ’t loots
I: H: Hudig M: D: Stads Doctor en
Officier van Gezondheid
S: Delvalle, Gouvernements Transla
teur ’t Interpreteur ad interim van de Engelsche,
Fransche, Spaansche Portugeesche Taalen
M:L: Elles als Pols ad interim
Johannes H. Palm, als Opper Visitateur
ad interim
J.G. Hoevertsz.
P. Huybregts
als onder Visitateurs J.C. Oliet
PM Neeman
N:J: Huygh als postmeester ad interim
L. Hansz, als koster, Voorzanger en
aanspreser en als schoolmeester ad-interen
van de diaconie Armen kinderen der hervormde
Gemeente
W: Prince als Gouvernements Secretaris
J G Ringeling 15
Jurjan Schotburgh, als adsistenten of
J: J Koster klerken ter Gouverne„
H: Hikkert ments Secretarij
G. de Heer
Afgekondigd de publicatien N=o 182 en
daarna Raad gehouden, Zie Notulen van
heden.
Maart 5 Heden Raad gehouden, zie notelen daar
van, en vervolgens Publicatie gedaan dat het
Collegie van Commeren de Zeezaken geerge=
niseerd is, zie publicatie No. 3. Niet
nodig geoordeeld hebbende om de Eilanden
Bonaire en Aruba in perzoon van het
Engelsch Bestuur overtenemen, benoemde
ik eene Commissie, bestaande en den Kapitein
L: W: H de Quartel en de Heren J.J.
G: Ziegler & Frans Koper om de gemelde
Eilanden en zijner Majesteits naam over
tenemen, ende staat derzelve te onderzoeken.
Raad gehouden, zie notulen van heden Maart
zyner Majesteits schip de Prins van Oranje
met ’t Engelsch Guarnisoen aan Boord
is heden morgen naar Jamaica vertrokken
om van daar de reise naar het Moederland
te vervolgen; en verders niets van belang
voorgevallen.
Maart 7. Tot Gouvernements Essagier aangesteld
den Persoon van M: G: Hoyer, en tot
algemeene Translateur en Interpreteur
van de Engelsche, Fransche, Spaansche
Portugeesche Taalen den Persoon
van M: Ricardo, welke beide verzonen
den Gewoonen Eed afgelegd hebben
ingevolge aders van de heden van den Raad
Maart 8
Maart 9
van Politie vervat in de Notulen van gisteren,
aan de Ingezetenen bij publicatie bekend gemaakt
dat de Secretarissen van de Raden van
Politie en Justitie bevoegd zyn het Notaris
Ambt waartenemen en uit te oeffenen, die
publicatie No. 4 Raad gehouden, zie notulen
van heden
Lodewijk Boije tot Commandeur ad interim
van het onderhorig Eiland Aruba aangesteld
zijnde, heeft den gewonen Eed afgelegd.
Ingekomen Rekwest van G: P: Heijer
Weduwe van D.J.W. Knipscheer, verzoekende
als stads Vroedvrouw gecommitteerd te worden
met Tractement en loon, waarop verland is
Fiat zonder Tractement, ze Rekwest
No 1.
Publicatie gedaan om de nummers der
huisen te vernieuwen zie Publicatie No 5:
H.L. Vegt als doodgraver benoemd; als met
„de de natenoemene als wyk en district meesters
benoemde Perzonen hebben den gewonen
Eed afgelegd, naamlijk, W: Hellmandt
Willem Smith, Jan Smit, J:H: Oberg
P: Hocke, A. W. Neeman, D: C: Nieman
J: R: Mersen d Johannes Bor als
Wykmeesters G.J. Muskes, C. G. J. Hoger,
G: Striddels, J:J: Gaatman als District
Meesters zyner Majesteits schoenen
de Haag met de Commissie tot de over en
opneming der Eilanden Bonaere Aruba,
is heden naar het laatstgemelde Eiland ver=
trokken
Maart 10 Heden niets byzonders voorgevallen.
11 G:G: van Paddenburg door zyne
Majesteit tot s' lands schoolmeester op
dit Eiland benoemd, heeft heden den gewonen
Eed afgelegd, gelyk ook den Eed afgelegd hebben
M.E. Franken & I: M: de Jongh, als
District meesters, A.O. Romers Hansz
als Wykmeesters.
Maart 12 De Substitut schout J: L: Groot
als mede de Dienaren der Justitie Frans
Richter, Joh:s de Jong, G: Glaaser
Hend:k Snisser & E. Wagenaar, gelijk ook
D Gaerste & 2 Cardoze als wijkmeesters
en M.E. van der Dis als District meester
hebben den gewonen Eed afgelegd:
Ingekomen Rekweste van M.E Maart 13
Hoezeer Weduwe Brinkman, verzoe„
kende permissie tot het houden van
een Billard Tafel, waarop verleend is
Fiat, mids aan de wet worde voldaan, zie
Rekwest No. 2
T: E: Recao heeft den gewoonen Eed
als ik meester afgelegd; Ontvangen
eene missive van den Lt. Kolonel Comman„
„derende het Guarnisoen alhier, wegens
fourage gelden. Zie brief nots.
Raad gehouden, die notulen van heden
Tot Opzieners van het Schoolwezen Maart 14
benoemd den Eerw: Heer J. Muller Jz.
de Heren J: J: Beauson, Ade Lima
en J. H. Hudig.
Ingekomen Rekwest van W: Turner Maart 15
en van N. Pietje op het eerste verleend
Fiat, en door den Rekwestrant de eed van
getrouwheid gedaan zynde, aan denzelven verleend
een Burger brief, zie Rekwest 13, en op
het tweede verleend Fiat, mids stellende borg
voor de terugkomst van de by rekweste genoem„
de negren en haar kend, zie Rekwest N=o 4.
Brief ontvangen van N.J. Huygh ver=
zoekende deszelfs ontslag als Postmeester
welk verzoek toegestaan en het voormelde
Ambt vernietigd. Zie, brief N:o 2. 7.8.
schiedt benoemd tot opzigter van het
Amunitie Magazyn die benevens E:
de Rochemont als District meester den
gewonen Eed afgelegd. Publicatien gedaan
dat schippers en Supercargos van Schepen
en Vaartuigen boven tien tonnen zig aan
een geëtablisseerd huis van negotie moeten
addresseren, om daardoor de perceptie van
s lands regten zeker te maken, alsmede
dat de zig alhier bevindende vreemdelingen
zig ter Fiscalaat zullen hebben aantegeven,
Zie publicatien N=o 67. Rapport
ontvangen wegens den zelfmoord van den
Jager Hoedaar, zee brief ne en bijlagen
No. 425.
Brief ontvangen van den President
van het Hof van Justitie betreffende
de briefwisseling gehouden tusschen de
Secretarissen van de Raden van Politie
en Justitie ten opzigte Hypotheken, als
mede de archiven tot het Justitieele
behorende, waarop geantwoord is dat zulks reeds
ter kennisse van den Raad van Politie
gebragt is; Zie brieven No 6, 7, 8, 9, 10„11
12.
Maart 16: Publicatien gedaan waarbij de Willemstad,
de overzijde der Haven, Pietermaan en scharlo
in wijken, en het overige des Eilands in Di=
„visien en districten verdeeld worden, alsmede
wegens de benoeming der Wyk District
Meesters, Zie publicatien N=o 89.
Brief geschreven aan den Raad Fiscaal
deszelfs gevoelen vragende of Hypotheken
en transporten van vaste goederen tot het
Justitieele behoren. Zie brief N:o 13, waarop
ontvangen antwoord N:o 14.
Maart 17 Niets bijzonders voorgevallen.
18. Publicatie gedaan waarby de Ingezetenen
gelast worden hunne huisgezinnen, bedien„
„den de getrouwlyks optegeven; die publicatie
No 10. Raad gehouden, Zie notulen van heden
Heden vergezeld door den Majoorder Maart 19
Artillerie en den Kapitein der Genie, de
Forten en lasterijen, die de haven beschermen,
geinspecteerd, en naardien de berg beoosten slands
Werf en bezuiden het fort Nassau, ende
ligging van het Fort Sunta Bravo aan
de Westkant der Haven zeer geschikt
voorkwamen om op het eerste een Batterij
opteregten en op het tweede een toren te
Construeren, liet ik beide localen opnemen.
Ontvangen eene missive van den Raad Maart 20
Fiscaal, verzoekende om redenen daarby
vermeld dat Mr. H. R. Hajunga tot
Adjunct fiscaal worde aangesteld; Zie brief
No 15
Ontvangen missive van M:r Hr. Haringa Maart 21
verzoekende deszelfs ontslag als Secretaris
van den Raad van wile en crimineele
Justitie. Die brief N:o 16.
Maart 22 Niets bijzonders voorgevallen.
23 Ingekomen Rekwest van Julian Monje
verzoekende permissie om een Winkel
van provisien en drank op te zetten, waarop
verleend is, Fiat, mids voldoende aan de
Wet Zie Rekwest N:o 5. Den brief
van Mr. H. R. Hajunga dato 21 dezer
beantwoord, dat zyn verzoek om van zyn
Ambt als Secretaris van den Raad van
Civile en crimineele Justitie ontslagen te
worden, geaccordeerd is, Zie brief N:o 17
en dat ambt dus vacant geworden zynde, benoem
„de ik den Procureur Jacob Thielen, als
Secretaris ad interim van denzelven Raad
onder het genot van het gewoon Tractement,
waarvan aan denzelven en aan den Raad
kennis gegeven heb; zee brieven N:o 1819.
Maart 24 Niets bijzonders voorgevallen.
25 Ingekomen Rekwest van J:G: Ringeling
verzoekende als Translateur van de Fransche
Engelsche Talen aangesteld te worden,
hetwelk geaccordeerd wierd, zie Rekwest
No 6. Op het verzoek van den Raad
Fiscaal vervat in zyne missive van den 20:
dezer N:o 13 gedisponeerd en Mr W Hajunga
tot adjunct fiscaal zonder Tractement
van s' lands wege benoemd, en daarvan aan
beide kennis gegeven zee brieven No 20221.
de benoemde Secretaris ad interim van den
Raad van Civile en Criminele Justitie heeft
den gewonen eed afgelegd, en wierd als zodanig
voorgesteld. Tot Stads omroeper benoemd
den perzoon van H: L: Vegt
Maart 26 Burger, brief verleend aan Antonie
Matten, die den Eed van getrouwheid gedaan heeft
Maart 27
Maart 28
Maart 29
Maart 3031
April
De benoemde Adjunct fiscaal M: H:
1. Hajunga heeft den gewonen Eed afgelegd
en wierd als zodanig voorgesteld.
Ingekomen Rekwest van F. Nessing,
Chirurgyn van de 2 Classe by het Bataillon
Jagers No 11. in guarnisoen alhier, ver„
„zoekende consent om zig in den Huwelyken
staat te begeven, hetwelk geaccordeerd wierd
ze Rekwest No: 7.
Raad gehouden, zee notulen van heden,
en verders niets bijzonders voorgevallen.
Bepaling gemaakt wegens gevraagde
Courage gelden, en daarvan aan den Raad
Contrarolleur Generaal kennis gegeven,
Zie brief no: 22.
iets bijzonders voorgevallen.
Brief ontvangen hebbende van den
Kapitein Generaal ad interim vande
Provintie Venerael ten opzigte eenige Emi granten van de vaste kust, die zig alhier
bevinden, besloot ik den raad op morgen
te doen vergaderen om gemelden brief aan
denzelven voorteleggen, en het advis der leden
daarop te vragen, Zie brief N:o 23.
De Troepen in Guarnisoen alhier geen
specteerd, en alles naar behooren bevonden.
Raad gehouden en den opgemelden April 2
brief aan de Leden voorgelegd, zoo notulen
van heden tot Wykmeester benoemd J.P.
Neuman Junior in stede van J: Hoche,
die deszelfs ontslag verzogt en bekomen heeft.
Ingekomen Rekwest van Samuel de
Casseres verzoekende zyne overledene behuwd
Moeder, buiten praejuditie te doen begraven,
waarop verleend is, Fiat, mids niemand zig
daartegen stelt. Zie rekwest N. 8.
Niets bijzonders voorgevallen. April 3
Audientie verleend aan eene deputatie
uit het Hof van Justitie welke in naam
van het Hof verzogt te weten hoe zig te
gedragen, ten opzigte de van tijd tot tijd ge=
„maakte bepalingen wegens het sessie
houden van den Raad, en of dezelve de
schikkingen voor of na de overmeestering van
het Eiland gemaakt zouden volgen; waarop
aan de deputatie te kennen gaf, dat de
Raad zelf bevoegd is deszelfs zellingen en
werkzaamheden te bepalen, zoo als dezelve
April
voor de expeditie der Justitie zal goedvinden,
en dat ik my deswegens niet konde inlaten
zyner Majesteits Schoenen de Haar
is heden van Aruba met de Commissie
tot de over en opneming van dat Eiland,
binnen deze Haven, terug gekeerd.
Audientie verleend aan eene deputatie
uit het Hof van Justitie welke het voorstel
deed om eene Commissie naar de Eilanden
Bonaire & Aruba te zenden, ten einde te
onderzoeken hoedanig gelegen is met het Justitie
wezen op de Eilanden op dat daaren volgens
het te doene Rapport kan worden voorzien.
daarop merkte ik dat de Commandeurs
dier Eilanden belast waren met de beslissing
van geringe verschillen, wordende alle misdaden
van belang ter kennisse van den Hove
op dit Eiland gebragt, en dat het nodeloos
zoude zijn eene Commissie tot dien einde
derwaards te zenden, welke ten kosten
van den Lande zoude moeten geschieden,
zonder dat men eenig niet daaruit te
verwagten heeft. Daarna gaf de
deputatie namens het Hof in consideratie
of het niet raadzaam zoude zyn, om wanneer
de Hoven van Politie en Justitie eenige
voordragten, propositien of Communicatien
aan elkander willen doen, ofte over eenige
pointen of zaken te verhandelen hebben,
daartoe wederzyds Commissarissen te benoemen
ten einde met elkander te aboucheren, en alles
op die wijze tusschen de beede Hoven afte„
maken, waarop tot antwoord gegeven heb het
voorstel aan den Raad te zullen communiceren.
De volgende perzonen hebben ieder in
zijn kwaliteit den gewonen Eed afgelegd,
als:
De Advocaat Mr. H. H. Hajunga,
en de Procureurs Salomon Bulle, Gaerste
C.J. Kamer en M: Ricardo door het
Hof van Justitie met min voorkennis
geadmitteerd, I: H: Patte, W: Prince=
en M. B. Schotborgh als kerken op
het Secretary van den Raad van Politie en
J: F: Neuman als Wykmeester
Ingekomen Rekwest van G: Jongeneel,
verzoekende om als Notaris & Procureur
te worden geadmitteerd, waarop tot appointement
April 687
verleend is dat de Gouverneur Generaal
niets tegen de admissie van den Rekwestrant
als Procureur heeft, en dat hy zich des
wegens aan het Hof van Justitie addres.
„seren moet; kunnende het tweede verzoek
om admissie als Notaris niet geaccordeerd
worden. Zie Rekwest No 9.
Niets bijzonders voorgevallen.
Ingekomen Rekwesten van Santiago
Salamanca en Nicolaas Anzola, ver„
„zoekende dat de order aan hun gegeven om
dit Eiland te verlaten mag worden opge„
„ schort of wel dat het tydstip daartoe
bepaald, worde uitgesteld, waarop aan den
eersten Rekwestrant twee maanden en
aan den tweden genoemden Rekwestrant
drie maanden uitstel verleend, wierd; de
laatste nogthans onder borgtogt van zyn
goed gedrag, zie Rekwesten N:o 10. 11.
Brief ontvangen van de Administrateurs
van het guarnisoen alhier; verzoekende
met de voorhanden zynde penningen, zynde
circa Een duizend Dezos van agter tot
het houden der menage en doen der nodige
April 9
April 10
uitgaven gesubsidieerd te worden, hetwelk
geaccordeerd heb, Zie brief N:o 24
Raad gehouden zie notulen van heden
Ingekomen Rekwest van J: V: Cabrera,
verzoekende toegelaten te worden den Eed van
getrouwheid aan den Koning te doen, en op
dit Eiland te mogen resideren, des noods
onder cautie van de daarin genoemde perzonen,
welk verzoek geaccordeerd wierd; die Rekwest
N:o 12: nog ingekomen Rekwest van
Francisco Cherino, verzoekende een Burger,
brief te mogen hebben, hetwelk toegestaan
wierd, mids doende den Eed van getrouwheid
Zie Rekwest No. 13.
P: Hocker J: H: teetsz hebben den
gewonen Eed als klerken op ’t Fiscalaat
afgelegd.
Beantwoord de missive van den kapi „tein Generaal ad-interim van de provintie
van Veneziel, welke ontvangen is den 1en
dezer maand, en waarop des Raads advis
op den volgenden dag genomen is; Zie brief
No. 25.
Heden is niets bijzonders voorgevallen.
Ingekomen Rekwest van den Chirurgijn April 11
Majoor by het Bataillon Jagers No 11
J. Groesbeek, verzoekende zig in den huwelyken
staat te mogen begeven, hetwelk geaccordeerd
wierd Zee Rekwest No. 14.
Burger brieff verleend aan Francisco
Cherino, die den Eed van getrouwheid afge„
legd heeft.
Ingekomen Rekwest van Francisco
Paul, verzoekende dat de aan hem gegevene
order om dit Eiland te verlaten mag worden
ingetrokken, en dat hy op de Eiland mag
blyven resideren, waarop gedisponeerd is, dat
aan den Suppliant drie maanden uitstel
zal worden verleend, zie Rekwest No. 15.
Het Rekwest van Johannes Baptist
wegens zekere aan Juan Andrees gedonateerde
afdakje gesteld in handen van den genoemden
Jan Andries om daarop te dienen van
berigt en belang, Zie Rekwest No: 16.
April 12 Heden is alhier van Amsterdam
gearriveerd het Galjas Schip de Drie
Gebroeders Kapitein Jelle Hillebrands,
laatst van S:t Custatius met vivres en
andere goederen door het Departemente van
Koophandel en Kolonien ten behoeve van dit
Gouvernement uitgezonden, en by die gelegen
„heid de volgende brieven ontvangen.
als
Van het Departement van Koophandel
en Kolonien
No 3312 dato 21 November 1815
13932 16. December do
3936
22 dode 4025
3 Januarij 1816
4 dode 4„10
20 dode
Extract Verbaal dato 25 November 1815
No. 3431.
No 84 missive van den Commissaris van
het Departement van Koophandel en Kolonien
te Amsterdam, dato 24 January 1816, alsmede
nog eene missive van den Gouverneur ad=
interen van St. Eustatius, kennis gevende
dat zijn Ed: aan boord van het voormelde
schip ter aflevering alhier gelaten had een
honderd Vijf en twintig roode dakpannen
en twee vaten inhoudende Vyf en een halve
ton sement die te St. Eustatius niet benodig
waren. Het besluit zyner Majesteit be=
„tressende de waarde en Cours van pattinjes,
dato 20 January 1816, op heden ontvangen,
by publicatie ter kennisse de Amb„
tenaren en Ingezetenen gebragt, zee
Publicatie No: 11.
Zijner Majesteits Schoenen de Haaij
is heden met de commissie tot de over=
en opneming van het Eiland Bonaire
derwaards gezeild.
April 13 Rapport ontvangen dat zijner Majesteit
Schoenen de Haaij door de sterke stroom
niet konde opwerken, en beneden vervallen
zijnde, in de Baaij van S:t Michiel
ten anker is gekomen.
14 Heden niets bijzonders voorgevallen. April
15 Ingekomen Rekwest van E:E:J:W:
Lamaison, Klerk op het Secretarie van
den Raad van Justitie verzoekende verlof
met behoud van Tractement voor Zes,
maanden om zig naar het Moederland te
begeven, waarop het verzogte verlof geac=
cordeerd heb, zonder tractement hie
Rekwest No. 17
April 16 Audientie verleend aan eene deputatie
uit het Hof van Justitie, welke den
President aan het Hoofd hebbende, mij
drie Schriftelijke advisen van hem Present
en van de geadieerde leden betreffende
de aantekening en solemnisatie van Huwelij ken; het passeren van Hijpotheken, en
transporten van vaste goederen, en de archiven
tot het Justitieele behorende overhandigde
waarop tot antwoord bij missive gegeven
heb de voorzeide advisen voor notificatie
te zullen houden.
van tyd tot tyd geinformeerd zynde, April 17
dat de Raad van Justitie deszelfs zetting
tot de expeditie der justitie als nog niet
bepaald had, en daar het van veel belang
was, byzonderlyk voor publieke adminis=
„tratien, dat de posten of zaken die op de
rollen openstonden, wierden afgedaan, gaf
ik zulks by missive aan den Raad te
kennen; en dat ’t my aangenaam zoude
zyn, dat de rechtdagen zoo spoedig mogelyk
bepaald wierden, Zie brief no: 26.
Ingekomen Rekwest van J: B:H April 18
Rabinne, die te voren den Lande als
Officier gediend heeft, verzoekende en zyn
vorigen rang geplaatst te worden, of
dat aan hem half tractement worde
toegelegd tot dat hij zig aan den koning,
zal hebben geaddresseerd, welk rekwest
vergezeld was van een voordragt van den
Luitenant Colonel en Commandant der
Proepen, om den Rekwestrant J H
Rabainne als tweden Luitenant bij het
onlangs opgerigte Corps Inlanders dienst
doende op de Batterien en seinposten
te emploieren, die Rekwest, N=o 18
en voordragt No. 27.
April 19120 Niets bijzonders voorgevallen
21 Ontvangen eene missive van zyne Excellentie
den Staats Raad Directeur Generaal
van het Departement van Koophandel en
Kolonien dato 24 January 1816 No. 7
met het schip de Lieve Moes kapi„
ten Jandroep
22 Naardien zyner Majesteits schoenen April
de haaij door de sterke stroom ende
Baaij van S:t Micheel opgehouden
wierd en naar Bonaire niet konde op„
werken; en geconsidereerd hebbende dat
s Lands dienst het vereischte dat de Com=
„missie naar Bonaire, zoo spoedig moge=
lijk worde overgebragt en dat gemelde
Schoenen de haaij naar het moederland
terug keere, ontsloeg ik den Kapitein
Luitenant de Quartel uit gemelde
Commissie ten einde hij zig gereed konde
maken om naar het moederland te ver=
trekken; en in deszelfs plaats benoemde
ik in de voorzeide Commissie den kapitein
der Gene Abbring, Zeemissive No. 28.
zijner Majesteits Schoenen de Haan
is heden van de Baaij S:t Michiel
naar deze Haven opgewerkt en binnen
gekomen gedisponeerd op het rekwest
van J: B: H: Babanne en voordragt
deswegens van den Luitenant Kolonel
en Commandant der Troepen ingekomen
den 18:e dezer en onder zyner Majesteit
nadere approbatie den voornoemden J:
H. Rabonne tot tweden Luitenant
bij het onlangs opgeregte Corps Inlanders,
dienst doende op de Batterien en Seen
posten benoemd, met het Tractement
van tweden Luitenant by de Artillerie,
Zie het voormelde Rekwest No. 18.
Ingekomen berigt van Juan Andries April 23
op het Rekwest van Johannes Baptist,
hetwelk op den 11:en dezer gesteld is en
handen van hem Juan Andries om
daarop te dienen van belang; en daarop
zo wel als op het Rekwest gedisponeerd
als op hetzelve vermeld staat, zee voor„
„melde Rekwest N=o 16 en berigt No. 19
ook nog ontvangen Rekwest van
Seger Grand Cour, verzoekende alhier
te blyven resideren en den Burger
Eed te mogen doen, hetwelk geaccordeerd
wierd; Zee Rekwest No. 20.
April 24 Burger brief verleend aan Leger
Grand Cour na den eed van getrouwheer
van hem te hebben afgenomen. Publicatie
gedaan wegens het passeren door de stads
„poort bij nacht, zie publicatie No 12.
Tot president van het Collegie van
Commerde en Zeezaken benoemd den WelEd
Heer A A Beuter Lid van den Raad
van Politie, en ten einde de werkzaamheden
van dat Collegie niet zouden behoeven uit„
gesteld te worden door ziekte of andere
wettige verhinderingen, aan een of beiden
Leden van hetzelve, benoemde ik tot hun
Plaatsvervangers de Heren J.H.
pitsz en G: J: Benz.
De Perzoon van G.M. Weetsz tot
poortier aan de Stads of Burger poort
benoemd Aan ieder Officier van de
Guarnisoen toegelegd een Johannes of
Elf seros van agtten en twee realen per
maand voor brandhout onder zyner
Majesteits nadere approbatie
Ingekomen de volgende Rekwesten April 25
te wesen van van Slanbergh derende
als beledigd Makelaar te worden gead „mitteerd hetwelk geaccordeerd is; van John
Corser verzoekende dat aan hem vergund
worde een perceel of gedeelte der onbebouwde
Landen op het Eiland Bonaire om aldaar
mais te planten en vee te teelen, hetwelk
niet is toegestaan; en eindelyk van Thomas
Domingo Cabrera, verzoekende zyn beroep
als roomsch Priester te mogen uitoeffenen,
dan daar ’t aan geene vreemde geestelyken
geoorloofd is hun beroep in het openbaar uit
te oeffenen, en en hen gewaad en het openbaar
te verschijnen; wierd aan den Rekwestrant
toegestaan zulks privativelyk te doen alwaar
hy mogte geemployeerd worden Zie Rekwes
ten No 21, 22, 223
Publicatie gedaan, ter oproeping van
alle mansperzonen van vyftien tot Vyftig
Jaren om en de gewapende Burgermagt
te worden ingeschreven, zie publicatie no 13.
Raad gehouden, zee notulen van heden
kennis bekomen hebbende dat de President
van het Hof van Justitie niettegenstaande
hem een locaal in het Fort Amsterdam
aangewezen was, zig altijd absent hield, zo dat
hy als ’t ware niet te vinden was om de
documenten te tekenen, die van het Secretaris
van het Hof onder zyne parapheere moesten
afgegeven worden en daar ’t voor de inge=
zetenen van groote aangelegenheid is dier„
gelyke stukken in tyds te ontvangen, gaf
ik zulks aan den President by messe
te kennen, zie dezelve onder No 29. De
thans fungerende Weesmeesteren Frans
Roer & Gerardus Duyckinck in
hun post, gecontinueerd en den gewonen Eed
van dezelve afgenomen.
De Heren J:H: Apitsz & G. April 26
F. Lens benoemd tot plaatsvervangers
in het Collegie van Commercie en Zeezaken
om by absentie of indispositie van de ordi„
naire leden in hetzelve zetting te nemen,
hebben den gewonen eed afgelegd: Publicatien
gedaan, waarby een ieder vrygelaten wordt
zijne opgaaf aan zijn wijn of District
April 27
April
April 30
meester gedaan te veranderen en verbeteren,
Zie publicatie No 14.
De twede Luitenant by het onlangs
opgerigte Corps Inlanders, J: B:H Ra banne heeft den Eed als zodanig afgelegd
Heden is niets byzonders voorgevallen
Ingekomen Rekwest van Vincent
Monges, dienende als matroos aan boord
zyner Majesteits schoenen de Haar„
verzoekende zyn ontslag onder aanbieding
van een man in zijn plaats te stellen,
hetwelk geaccordeerd wierd, mids den Lande
geene kosten daardoor veroorzaakt wordt
Zie Rekwest No. 24.
Het Fort Nassau, gelegen op den
berg by scharlo geinspecteerd, en bevonden
dat hetzelve kleene verbekeringen zoude
kunnen ondergaan.
Ingekomen de volgende drie Rekwesten
als van Louis Schlemm verzoekende
een slaaf van het land te mogen verkopen,
hetwelk niet is geaccordeerd. Zie hetzelve
onder 25: van H: L: Neuman, ver=
Meij
„zoekende betaling of wettiging van zekere
door de voormaligen Hollandschen Gouver=
„neur en Raden dezes belands ondertekende
Obligatie, waarop tot appointement verleend
wierd, dat de Gouverneur Generaal in
des Rekwestrants verzoek niet beeden kan,
en verders zoo als te zien is op het gemelde
Rekwest onder N:o 26: van Casper schone
wolf, Inwooner van het onderhorig Eeland
Aruba, inhoudende klagten tegen den
Commandeur ad interen van het gemelde
Eiland, welk rekwest aan den genoemden
Commandeur ad interim zal verzonden
worden, om daarop te rescriberen.
Tot Merk op het Secretarij van den
Raad van Justitie, gedurende de absentie
van L:L: J: W: Lamaison benoemd hebbende
J: J: Elsevier Jan heeft dezelve den gewonen
eed op heden afgelegd. Missive ontvan„
„gen van M:r M: Lamaison President
van den Raad van Justitie verzoekende
verlof om zyne Echtgenote te authoriseren
tot den ontvangst van een vierde van zyn
Mei
Mei 31
Meij
Tractement en het moederland, hetwelk
geaccordeerd heb=
De volgende publicatien gedaan als no. 15.
wegens nadere oproeping der mansperzonen
van vijftien tot vijftig jaren, die verzuimd
hebben ter inschryving ende gewapende Burger„
magt te compareren; No 16 ter oproeping van
de bewoners van de Oost, middel en West
Divisien om twee Corpsen Cavaleristen
te formeren; & N:o 17 waarbij een ieder, die
schietgeweren of enig ander zoort van
Wapen den Lande toebehorende onder zig
heeft gelast wordt dezelve aftegeven, als
mede om aantegeven hoeveel buskruit een
ieder onder zig heeft.
Niets bijzonders voorgevallen.
5 Heden is de Commissie tot de over en
opneming van het Eiland Bonaire
derwaards vertrokken.
6 Ontvangen missive van den Adjunct
Fiscaal ter geleide van twee declaratien
wegens het gehouden gedrag van Mr
M: Lamaison, President van het
Hof van Justitie jegens de vrijelieden,
die in zyn nabuurschap woonagtig zyn.
Op het Departement van Koophandel
en Kolonien getrokken vyf wisselbrieven
op twee maanden zicht no. 1 tot 5 bedra„
gende te zamen ƒ 8821 a 31 str Holl Court
per pezo strekkende voor Militaire soldien
en Tractementen over de maand April lb
alsmede nog een wissel op het gemelde
Departement groot ƒ 4998. 6 à 32 Hs.
per dezo op / zicht, tot afbetaling van
diverse posten ter verzorging van het
Guarnisoen zedert den 29:' Januarij tot den
den Maart
Ontvangen hebbende missive vanden
Raad Fiscaal wegens de wangedragingen
van M:r M: Lamaison voornoemd, waaren
hy Raad Fiscaal adviseerde om eene gecom=
„bineerde sessie van de Raden van Politie
en van Justitie te houden ten einde derzelver
gevoelen en advis deswegens in te nemen, als
mede nog twee missiven van den Adjunct
Fiscaal ter geleide van drie documenten be„
Mei
helzende klagten tegen den vorengem Mr
M. Lamaison door den Deurwaarder en
Gerechtsbode, en door den Procureur
Ricardo wegens het gehouden gedrag in
des Bodens Kantoor, en het krenken der
reputatie eener jonge Jufvrouw, oordeelde
ik raadzaam het advis van den Raad
Fiscaal op te volgen; ende gevoelens en
het advis der Raden van Politie en Justitie,
ten opzigte der verregaande, ongeregelde
en buitensporige gedragingen van den Heer
amaison in te nemen, en daarop liet ik
de beide Raden convoceren tegens morgen
tot het houden eener conferentie
Conferentie gehouden met de Raden
van Politie en Justitie en aan dezelve voor„
gelegd de missiven van den Raad Fiscaal
en den Adjunct fiscaal met de bylagen
derzelve aangaande Mr M Lamaison
op gisteren ontvangen, alsmede nog twee
anderen op heden ontvangen van den adjunct
Fiscaal en een van den Gouvernements ad„
judant J. Rekkert ten opzigte denzelven
Mei
Heer Lamaison, waarop de Raden voornoemd
na deliberatie geadviseerd hebben, dat de
voorn: M:r M: Lamaison in zyne kwa„
liteit als President van den Raad van
Civile en criminele justitie behoort ge=
suspendeerd te worden, behoudens tracte„
ment tot dat door Zijne Majesteit
deswegens zal zyn gedisponeerd, en verders
zoo als in het verbaal dezer conferentie
vermeld staat, welk verbaal benevens
de bylagen van hetzelve aan het Departement
van Koophandel en Kolonien zullen
overgezonden en dus hierbij niet gevoegd wor„
den Vervolgens Raad gehouden, zie
notulen van heden
Ingevolge en uit kragte het advis van
de Raden van Politie en Justitie, den
Heer Mr. Lamaison van zyne
Kwaliteit als President van den Raad
van Civile en Criminele Justitie op den
beland behoudens Tractement en vrije
woning gesuspendeerd tot dat zyner
Majesteits welbehagen deswegens zal zyn
bekend gemaakt, waarvan aan dezelven
Mei 10
bij missive kennis gegeven, en verders
aangeschreven, zoo als in die missive ver=
meld staat, zie dezelve onder No. 30
waarna tot President ad interim van
den Raad van Justitie voormeld be=
noemd den Heer M:r J: J: Elsevier,
lid in denzelven Raad, en van dit alles
aan den Raad kennis gegeven
Daar de Raadsplaats van Mr
Elsevier door deszelfs benoeming als presi=
dent ad interim is komen te vaceren,
benoemde ik den Heer J. H. Apitsz tot
geassumeerd Lid van denzelven Raad om
daaren gedurende de absentie van het uit
het Moederland verwagt wordende lid
M:r D. Serrurier sessie te nemen,
en na dat de Heren M=r J.J. Elsevier
en J:H: Apitsz, ieder en zyne kwaliteit
den gewonen eed afgelegd hadden, wierd de
gezegde M:r Elsevier als president
ad interim van den Raad van Justitie
voormeld voorgesteld.
Ingekomen Rekwest van Rede Paz,
verzoekende het Lyk haares Broeders
J:G: de Paz, beiten prejuditie te doen
begraven, waarop verleend is Fiat, mids
niemand zich daartegen stelt; zie
Rekest No. 27
Van den 11 tot den 14 niets bijzonders
voorgevallen.
Brief ontvangen van M=r H: Lamaison Meer 15
verzoekende dat aan hem worde toegestaan
zijn tractement voor twee maanden te
doen beslaan, hetwelk niet geaccordeerd
wierd; Zie brieven No. 31 en 32.
Ingekomen Rekwest van Willem Mei 16
Arends, Inwooner van het Onderhorig
Eeland Aruba, inhoudende klagten
tegen den Commandeur ad interen van
het gemelde Eiland, welke Rekwest aan
den Commandeur ad interin voornoemd
zal worden toegezonden om daarop te
rescriberen.
Heden niets bijzonders voorgevallen Mei
18 Ontvangen missive van den Adjunct
Fiscaal wegens de conduiten van Mr Mr
Samaison zee brief N:o 33.
19 Niets bijzonders voorgevallen. Mei
Meij 20
Mei
Mei
Meij
Den brief van den Adjunct fiscaal
op den 18:e deezer ontvangen beantwoord,
Zie antwoord No. 34.
Heden Raad gehouden zie notulen
daarvan J: B: Hueek heeft den gewonen
eed als Boekhouder by den Raad
contrarolleur der Financien afgelegd.
Ingekomen Rekwest van J. Maimo,
verzoekende op het Eiland Aruba te mogen
blyven resideren; bereid zynde den eed van
getrouwheid aan den koning afteleggen,
hetwelk geaccordeerd is, zie Rekwest No. 28.
Burger brief verleend aan Juan
Maimo na van denzelven den Eed van
getrouwheid te hebben afgenomen zijner
Majesteits Schoenen de Haaij gecom=
mandeerd door kapitein Luitenant
de Quartel is heden naar het moederland
vertrokken.
23. Opgemerkt hebbende dat Mr Mr
Lamaison zich aan boord van de binnen
komende vaartuigen begeeft, en volgens
rapport niet ontzien zich aldaar onbehoorlijk
te gedragen, en daar hij bij het arrivement
op gisteren van eene Engelsche Oorlogs
Brigantijn zich terstond aan boord van
dezelve begaf, zich uitgevende als President
van het Hof van Justitie, en door zyn gehouden
gedrag zoo aan boord van gemelde Brigantijn
als ten mynen, alwaar hy den Kapitein ver„
gezelde, hinderlyk was, gaf ik hem myn ongenoe „gen deswegens te kennen, en verbood hem
diergelyke meer te doen, Zie brief V 35.
Mei 24 Ingekomen Rekwest van Antonie Leon,
verzoekende als burger op de Eiland geadmit „teerd te worden, doende den Eed van getrouw„
heid aan den Koning, hetwelk geaccordeerd
wierd; Zie Rekwest No. 29.
Ontvangen missive van den Adjunct Meij
Fiscaal met de daarby gevoegde Copie brief
van M: Ricards, daarby verzoekende an=
thorisatie om tegen Mr. Lamaison wegens
zijn gehouden gedrag jegens de en voormelde
Copie brief genoemde perzonen, ingevolge de wet
te procederen, welk verzoek geaccordeerd wierd
Zie brief No. 36 en bylage onder No. 37:
daarna nog ontvangen eene andere missive vanden
Mei
Mei 282
Adjunct fiscaal betreffende den voornoemden
M:r Damaison zu brief N:o 38; waarop ge„
antwoord heb als en den brief N:o 39 staat
Heden niets bijzonders voorgevallen.
27 Burger brief verleend aan Anthonie Leon
na denzelven den eed van getrouwheid te hebben
afgenomen ontvangen eene missive van den
President ad interim van den Raad van Jus=
„titie verzoekende authorisatie ten fine als
daarin vermeld staat hetwelk geaccordeerd
wierd; Zie brief N:o 40: en daarna eene van
den Adjunct fiscaal wegens den in het
huis van Mr M. Lamaison ontstaan
hebbende brand, zie dezelve onder N:o 41 en
daarop geantwoord als in N:o 42 staat.
Heden nademiddag begaf ik my uit de
residentie om een tour in de Oost wisie
dezes Eilands te doen, en de pointen van
defensie aan de Kust optenemen.
De tour gedaan en des avonds van den
29en in de residentie terug gekeerd, zijnde
de Commissie tot de over en opneming van het
beland Bonaire op den 28:e van dat Eiland
terug gekomen.
Ontvangen drie missiven van den adjunct Mei 30
Fiscaal betreffende M:r M: Lamaison,
zie dezelve onder N=o 43, 44245.
Ingekomen Rekwest van de Mechel,
verzoekende dat aan hem worden terug
„gegeven de goederen, die aan boord van zyn
Goet aangehaald zyn, als niet aengegeven
zynde, hetwelk niet is geaccordeerd; Zie
Rekwest No. 30.
Mei 31 Heden niets bijzonders voorgevallen.
Winne
de
Curacao 13 Maart 1816. Copie duplicaat
No. 196.
Wij hebben de eer aan uwe hucellentie te presenteeren
eene aanvrage om fourage ingevolge het Tarif in Compagne
bepaald bij besluit van Z:d: 17 November 1714
en solliciteeren dat door Uwe Eng: de Indemniteit in Con tanten per ration mag werden bepaald, op zodanige voet
als uwe had in deze colonie het zal vermeenen te beho„
De administrateurs van het Batt Jagers
N=o 11 en artillerie, uitmakende het Guar„
nisoen van Curacao
W: G: F: Kuiken
De Coll:
„ „ Rats:
Aan zijne hullentie den
vier Admiraal A Kikkert.
voor Copie Conform
Commandeur der militaire Willems „
opde Gouverneur Generaal van is
Curacao
Ringeling
No 1
Exh. 21 Maart No. 3094
Copie Duplicaat
Curacao 15 Maart 1816.
Hoe vereerend ’t voor mij was te mogen vernee=
t’ uwe Excellentie had behaagd my t Ambt van
Postmeester opte dragen, niettemin vind ik my in
de verplichting uwe Excellentie te solliciteren, mi
wel te willen excuseren van dit Emploot, reden
dat ik begrip uit hoofde van particuliere bezigheden
en die ik wensch in t vervolg zullen toeneemen,
ik niet de nodige activiteit, zouden kunnen in
t werk stellen verknocht aan dusdanige Post,
en alzoo aan de Intentie van uwe Excellentie niet
kunnen beandwoorden.
/:Was getekend:/ A:J: Huygh
Voor Copie Conform
ƒ
schip
an inne Texelentie
den Vee Admiraal A: Kikkers
Gouverneur Generaal van Curacao
en onderhoge Eilanden
Commandeur vant Militaire
Willems Orde
Coll.
No„ 2
Exh. 21 Maart 1817 No. 2094
Copie Duplicaat bureau den 15 Maart 1816.
Ik heb de eer uw Exellentie hiernevens
te doen toekomen Processen verbalen, over de
Jager Hoedaar, dewelke zig zelve gisteren avond
van het leven heeft beroofd.
Het Radaver is heden morgen om 9 uuren
aan de Dienaars van Justicie overgeleverd
geworden, ingevolge uw Excellenties order
De Luit.t Kolonel Kommand:r
der Troupen.
/:Was getek:d:/ J: Knotsen
Voor Copie Conform
„
aan zijne Excellentie den
Vice Admiraal Rikkert
Gouverneur van Curasou
en omleggen Eilanden
Coll.
GG
No: 3
Exh. 21 Maart 1814 N=o 2094
Copie Duplicaat
Curacao den 15 Maart 1816
Proces Verbaal
Wij ondergetekende Pieter van Otterloo en
Janus Marinus van Eps 2e Luitenants by het
Bataillon Jagers N=o 11. speciaal geauthoriseert,
tot onderzoek, van het navolgende t welk wij
Certificeeren en onze tegenwoordigheid, te zyn gede dareerd
Ik ondergeschreve Hendrik Brand, bor=
poraal bij de 3e compagnie van opgem: Bataillon
verklare dat op gister avond circa 8 uuren tyde
ik wandelende was achter het Fort Amsterdam
en wel by de casernes, in een der bouwvallige
huizen ben gekomen, en aldaar heb gezien een
mansperzoon die ik bij nadere ondekking, erken
de voor den Jager Willem Hoedaan, dewelke
zich met een koord, en wel zoo als t my toe„
scheen, op zijne rukken zittende, het leven had
benomen
Dat door schrik bevangen, en op geroep
naa my onderget: is toekomen lopen, de Corporaal
Renger Jan Baukes en Jan Lammer Jager alle
by de 3e compagnie voornoemd; welke als nu mede
verklaren, bevonden te hebben, dat genoemde Jager
Hoedaar, zich zelve met een hoord het leven had
benomen, waarna gemelde Corporaal Renger en de
Jager
No 4
Jager Jan Lammer het doode lichaam hebben losge Copie suplicaat
maakt, en in de caserne laten transporteren ter exami=
natie der officieren van gezondheid
Waarvan dit tegenwoordig proces Verbaal is ge „dresseert, en door ons eigenhandig ondertekend, te
Curacao ten dage en jare als boven is gemeldt.
/:Was getek: H: Brand /:Was getek:d/ Van Eps
Corp 2
Renger
„ P: van Otterloo Corp. ƒ
2 L
„ Sammer ƒ jager
Voor Copie Conform in
in
ƒ
19
Exh. 21 Maart No. 2094
Heden den Veertienden Maart des Jaars 1816, de
Wy Chirurgijn Majoor dienende by het 11 Bataillons
West Indische jagers, verklare bij deze gevisi=
„seerd te hebben het badaire van den Persoon van
Willem Hoedaar geboren te Leiden, soldaat by
de 3 Comp:s van bovengemeld, Bataillon, welke
door middel van een hoord een einde aan zyn
leven had gemaakt, als zynde by onderzoek ge„
bleken hy eene blaauwe ingedrukte kring om
de hals had en aan de regter zijde op de
borst twee kleine huidwonden, welke men
zegt door een mes toegebragt te zyn eenige
oogenblikken voor zyne wanhopige daar
Aldus opgemaakt te buracao op dag en
Jaar als voren
/:Was getek:t/ J: Groesbeek
de major
Voor Copie Conform
W
No: 3
Exh: 21 Maart No. 3094
Copie suplicaat Curacao den 15 Maart 1816.
De President in den Raad van beviele
en crimineele Justitie op het Eiland
buracao en onderhorige Eilanden
Bonaire en Amba
aan
zyne Excellentie den Hoog Ed: Gestr:
Heer Albert Kikkert, vice Admiraal
en Gouverneur Generaal des Eiland
Curacao en onderhorige landen
&c &c &c
de President heeft d’ eer aan zyne Excellentie ter hand te
stellen vier stuks copien van brieven gewisseld tusschen
de Heren Hajunga en Prince, als mede eene origineele Missive
door den secretaris Hayinga aan President en leden van
den Raad van Civiele en crimineele Justitie dezes Eilands
sub dato 14 Maart 1816 geschreven, En daar het schynt
dat de Heeren Prince en Haring niet kunnen verstaan
zo heeft de President nodig geoordeelt zulks ter kennisse
van zyne Excellentie te brengen, omme door zyn Ed
Gestr: daarin te handelen als na deszelfs wijsheid, Conform het
Reglement des Konings de dato 14 Sept.r 1815 N:o 18 zal
goedvinden te behoren.
De President heeft de Eer met diepe veneratie
te zyn
Zyne Excellenties zeer gehoorsamen
Dienaar
/:Was getekend:/ Lamaison de
Voor Copie Conform
in
No 6
Exh. 21 Maart No. 2094 die suplicaat
Curacao den 14 Maart 1816.
had van Civile De Secretaris van den Raad van
Crimineele Justitie Civile en criminele Justitie van het
Eiland Curacao & onderhorige Eilanden, paarden onder„
rige Eilanden an
President en leden van denzelfden No 8.
Raad
Wel Edele Gestrenge Heeren
Ik heb de Eer aan Uw Ed: Gestr mede te deelen de
authentieke Copien van officie brieven tusschen my
in myne tegenswoordige qualiteit, en den voormaligen
adjunct gedeputeerde secretaris van den Raad van
Civile en criminele Justitie die den 4 Maart 7: A: ont„
bonden geworden is, gewisseld.
Uw Ed: Gestr: zullen hieruit ontwaren, dat ik pogingen
gedaan heb, ten einde de archiven tot het Justitiele
betrekking hebbende, over te nemen, waarin ik echter
niet tot nog toe heb kunnen slagen
Ik heb het nodig geoordeerd uw Ed: Gestr: hiervan
officieel te moeten informeren
Ik heb de Eer mit allen Eerbied te zyn
WelEdele Gestrenge Heeren
Uw Ed: Gestr: onderdanige Dienaar
/:Was getekend:/ D: H: K Hajunga
Secretaris
Voor Copie Conform
g
ik
No 7. Exh. 21 Maart No. 2094
Copie duplicaat buracao 11 Maart 1816.
Raad van Civile
De Secretaris van den Raad van lumineele Justitie
bile en crimineele Justitie.
Curacao en onderhorige
Aan
landen.
De Secretaris van den Raad van No. 5.
Politie
WelEdele Heer
De WelEdele Gestrenge Heer Lamaison President van den
Raad van Civile en crimineele Justitie alhier heeft my gelast zo
spoedig mooglyk alle de stukken, Notulen. Hypotheek boe=
ken &c &c: in een woord alle archiven tot het Justitieele beho rende van UEd: in ontvang te neemen
Het zal my aangenaam zyn wanneer zulks ten overstaan
van twee gecommitteerdens uit beide collegien geschiedde
Ik verzoek UEd: my den ontfangst deezes te willen decu
seren, en heb de Eer met alle hoogagting te zijn.
WelEdele Heer
U Ed: onderdanige Dienaar
/:was get:/ D: H: R: Hajunga
Secretaris
Voor Copie Conform
Scholborgh
Brink
No 8.
792.
Exh. 21 Maart No. 2094
Copie Duplicaat
Curacao den 12„e Maart 1816.
De Secretaris van den Raad van Politie
aan
Den WelEd: Gestr: Heer M„r Hr. Hajunga
Secretaris van den Raad van bevile & bri=
minele Justitie
WelEd: Gestr: Heer
Uwel Ed: Gestr: Missive van den 11„e dezer heb ik heden
ontvangen, en daar ik my niet bevoegd acht om enige stuk=
ken, notulen of andere boeken en documenten ter stads
Secretarie berustende, zonder speciale last van den Ed:
Achtb: Raad van Politie aan UwelEd: Gest aftegeven
zo zal ik uwelEd: Gest:r voormelde missive ter kennisse
van den Raad brengen, en daarna handelen zo als Hoogst
dezelve nodig zal oordelen mij te gelasten
Ik heb de Eer met alle Hoogachting te zyn
WelEd: Gestr: Heer
Uwel Ed:e Gestr: onderdanige Dienaar
/:was get:/ Wm Prince
Sec„
Voor Copie Conform
1
No 9.
Exh. 21 Maart No. 3094
die plaat Curacao den 13 Maart 1816
De Secretaris van den Raad van
d van Civiele
biviele en crimineele Justitie
mineele justitie
Aan de gewezen Secretaris van den voormaligen acao en onder„
Raad van Civiele de crimineele Justitie te de Eilanden
Curacao
WelEdele Heer
U Ed: missive de dato 12 Maart na heb ik ont„
„vangen; en daaruit gezien uEd: zig niet bevoegd agt
my de stukken, notulen, Documenten &c:a tot den Raad
van civiele en crimineele Justitie behorende, buiten kennis
en bestemming van den Ed: Achtb: Raad van Politie
te extradeeren
Deze dient UEd: te observeeren dat door een schrif„
sout myn laatste brief aan uEd: geaddresseert is ge„
„weest in deszelfs qualiteit als secretaris van den Raad
van Politie daar dezelve gerigt was aan uEd: als ge„
wezen Secretaris van den voormaligen Raad van Civiele
t crimineele justitie alhier
Ik heb de Eer met alle hoogagting te zyn.
Wel Edele Heer
Uwel Ed: onderdanige Dienaar
/:was getekend:/ P:r H:A: Hajunga
Secretaris
Voor Copie Conform
1
ing
4
No 10.
Exh. 21 Maart No. 3094
te duplicaat Curacao den 13e Maart 1816.
WelEd: Gestr: Heer
uwe missive van heden aan mij als gewezen.
secretaris van den Raad van Civile crimineele Justitie
alhier geaddresseerd, heb ik ontvangen, en in antwoord
daarop moet ik uwelEd: Gestr: in aanmerking geven
dat ik onder het Engelsch Gouvernement assisteerende
gedeputeerde secretaris Griffier was; en dat ik by de
overgaaf dezer Kolonie aan zyn Majesteit den Koning
der Nederlanden, opgehouden hebbende in die qualiteit
te fungeren, het secretary dezer Kolonie onder het opzigt
en directie van den Raad van Policie gebleven is, en
dat ik dus, als gewezen assisteerende gedeputeerde
secretaris en Griffier daarmede niets te doen heb=
Ik heb de Eer met alle achting te zyn.
WelEd: Gestr: Heer
Uwel Ed: Gestr: onderd. Dienaar
/:Was getekend: W: Prince
Secretaris
Voor Copie Conto.
1
En welEd: Gestr: Heer
M: H: R Hajunga
Secretaris van den Raad
van Civiele en crimineele Justitie
Curacao
Ringeling
No 11. Exh. 21 Maart No. 3094
Copie
Duplicaat
De Vice Admiraal te
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige be=
landen
Aan den
Wel Edele Gestrenge Heer
Mamaison President
van den Raad van Civile
en crimineele Justitie
Op voormeld Eiland.
Uwel Ed: Gestr: missive van heden met de daar
by gevoegde Copien heb ik ontvangen. De secretaris
Prince heeft de door hem ontvangene missive
van den Secretaris Hajunga benevens des„
zelfs antwoord op dezelve ter kennisse van den
Ed: Achtb: Raad van Politie gebragt en zodra
door den Raad daarop een Besluit zal zyn
genomen, zal Uwel Ed: Gestr: een afschrift daar
van toegezonden worden
Met terugzending der ontvangene Copien
heb ik de Eer te zijn
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voorn:
Curacao en
(was getekend) A Rekkert Maart 1816
Voor Copie Confor 1
„ 12 Exh. 21 Maart No. 3094
Copie
De Vice Admiraal
plicaat
Gouverneur Generaal van e
Curacao en onderhorige belanden.
Aan den
WelEdele Gestrenge Heer
Raad Fiscaal M:
P. B. van Starckenborgh,
In de missive van den Secretaris van het
Hof van Justitie aan den Secretaris van den
Raad van Politie ter afvraging der archeren
tot het Justitieele behorende, melding gemaakt
zynde van Hypotheken, zoo heb ik nodig
geoordeeld Uwel Ed: Gestr: gevoelen en advis op
het volgende te vragen, naamlijk, of Hypothe
ken en Transporten van vaste goederen tot
het Justitieele behoren, en voor Leden en
Secretaris van het Hof van Justitie be„
horen gepasseerd te worden.
Ik heb de Eer te zyn
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voorn: Curacao den
Maart 1816 /was getekend/ A Rekkert
Coll. Voor Copie Conform 6
in
No 13 Exh: 21 Maart No. 2094
Copie duplicaat
De Raad Fiscaal dezes en onder=
hoorige Eilanden.
Aan
Zyn Excellentie den Heere Kik
kert Vice Admiraal, Gouverneur
Generaal &ca &c &c
Myn Heer
Ik heb d'eer den ontvangst van Uw Excellenties briev
van heeden te accuseeren waar by myn gevoelen en advis, be=
„trekkelyk hypotheeken en Transporten, of dezelven tot het
Justitieele behooren gevraagd word, en om hier aan te vol=
doen zoo ben ik van gevoelen, dat zulks in het geheel, geen
betrekking met de Raad van bevile en briminele justitie
heeft, als zynde voor heen, de Hypotheeken en Transporten
altoos door de Secretaris in die tyd eerste Secretaris genoemd
gepasseert; Vermeenende hiermede aan Uw Excellenties be=
geerte voldaan te hebben, heb ik d’eer met alle hoogagting te
zyn
Myn Heer
U Excellenties onderd & gehoor=
zame Dienaar
Fiscaals Compt 16 Maart /:was get:/ F: B: van Starckenboue
1816
voor Copie Conform
1 Schatborgh
No. 14
Exh: 21 Maart No. 2094
Copie Duplicaat
Aan Zijne Excellentie den Vice Ad=
miraal, Commandeur van de militaire
Willem onder Gouverneur Generael van
het Eiland Curacao en onderhoorige ver=
landen
Hoog Edele Gestrenge Heer
zedert het Jaar 1778 alhier als Fiscaal in tusschen van
beiden als Secretaris in Dienst van de Westindische Compag nie de hunne Hoogmogende gefungeerd hebbende, onder des
ferente Regeeringen de Eerstgemelde functien alsman van Een
hebbende waargenomen, geval ik dat Rhematique tijnen,
waaraan ik zedert eenige tijd gelaboreerd heb, mij myne be„
dese bezigheden moeilijk maaken, dat het de aangenaam
voor mij d voor het publick wel zijn nuttig zoude zijn te„
mand te hebben, die mij in mijne qualiteit als fiscaal g
zoude kunnen assisteeren, waarnaar ik reeds onder de Enge„
sche Regeering getracht heb, dog uit hoofde der ophanden zijnde
verandering van Gouvernement, niet naar wensch heb kunnen
nen slagen; alleen is mij door het Engelsch Gouvernement
toen ter tijd toegestaan geworden den wel Edele Gestrenge Heer
& M=r Herman Rudolph Hajunga, als mijn advocaat te
Zien fungeeren. Het is dus uit bovengemelde redenen, dat ik
mij
mij aan U Excellentie adresseer, met verzoek den wel
Edelen Gestrenge Heer M=r Herman Rudolf Haijinga tot
Adjunct fiscaal te willen benoemen, deur ik van de zee
Moraliteit, kunte inde Rechtsgeleerdheid, te beste getuige
nis geven kan en een inboorling dezer colonie met de len
taal en gebruiken van dezelve bekend, het meest meer
mijn opinie tot dit ampt bekwaam is
Wanneer u Excellentie, van gedagten zoude zijn
dat aan meergemelden Heer & Mr. H. R: Haginge van
Lands wegen geen Tractement zoude kunnen worden
toegevoegd, zo zoude ik met zyn Ed: zodanige wrange
menten kunnen maken, die voor hem en mij het
Convenabest zouden zijn.
Ik heb gedacht v hucellentie dat mijn plan
te moeten voorstellen in de hoop hetzelve geappre=
beerd te zien.
Wenschende hierop een favorable antwoord te ont„
vangen, zo heb ik d’Eer met alle hoogachting te zijn
Hoog Edele Gestrenge Heer
U Excellenties ZW:e
Gehoorzame dienaer Curacao 20:e Maart
1816 W: B: van Starckenborgh
R: Fiscaal
voor Copie Conform
Wint
No„ 15.
Exh: 21 Maart No. 2094
Copie Duplicaat Aan Zyn Excellentie den vice Ad=
miraal Commandeur van de en
Militaire Willems Inde Gouver=
neur Generaal van het Eiland
Curacao en onderhorige Eilanden
„ „ &
Geert met Verschuldigde eerbied te kennen M:r Herman
Rudolph Hajunga dat door zyne Majesteit den koning de
der Nederlanden, tot secretaris by den Raad van bevele
is briminele Justitie benoemd zynde, hy dien post heeft aan=
genomen, dat egter momenteuse redenen existeeren die
hem permoveeren U Excellentie onderdanigst te verzoe„
ken hem van het meergemelde ambt als secretaris van
den Raad van bevile en briminele Justitie te ontslaan
zonder dat egter deeze demissie zyn toekomstig avancement
zoude kunnen praejudiceeren, of den schyn hebben van
manquement aan dienst over voor zyn Majesteits Regering
waarvan hy geloofd dat U Excellentie overtuigd zal zyn
dat niets tegen hem intebrengen is
Het Welk doende &ca
/:was getekend / D: H Hajunga racao 21 Maart 1816.
Voor Copie Conform
voorgen
in
is
No 16.
Copie
Duplicaat
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige Eilanden
Aan den
WelEdele Gestrenge Heer
Mr Hr. Hajunga
Secretaris van den Raad
van Civile en Criminele
Justitie op Curacao
Uwel Ed Gestr: Rekwest van dato 21 dezer inhoudende
verzoek om van UwelEd: Gestr: ambt van Secretaris
van den Raad van Civile en Criminele Justitie
alhier ontslagen te worden, heb ik ontvangen en
hoezeer ’t my aangenaam zoude zyn, indien Uwel
Ed Gestr: van uw verzoek konde afzien, zoo kan
ik nogthans niet nalaten hetzelve te accorderen,
gelyk geschied by deze, overtuigd zynde dat Uwel
Ed: Gestr: van het ambt waarmede UwelEd Gestr:
door zijne asteel begunstigd is niet zoude af=
stand doen, indien UwelEd Gestr: geene dringende reden
daartoe had.
Ter vervulling dan van het ambt van
Secretaris by de voorzeide Raad van Civile en criminele
Justitie, heb ik den Heer Jacob Thielen benoemd,
aanwien Uwel Ed Gestr: de stukken, documenten & papieren
tot dat ambt behorende onder inventaris zal hebben over
te leveren, in tegenwoordigheid van zodanige commissie No 17.
als de Raad zal goedvinden te benoemen.
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voorn
/was getekend/ A Hekkert
Voor Copie conform
Curacao den
23 maart 1816 1
Coll
Exh: 21 Maart No. 2094
Copie
Duplicaat De Vice Admiraal 2
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige
Eilanden
Aan den
Heer Jacob Thielen
De WelEd: Gestrenge Heer Mr. H. R
Hajunga deszelfs ontslag als Secretaris van
den Raad van Civile en Criminele Justitie
op dit Eiland verzogt en bekomen hebbende, en
dat ambt daardoor vacant geworden zynde, zoo
heb ik goedgevonden UE tot Secretaris ad=
enteren van den Raad van Civile en Cre„
„menele Justitie alhier op het bepaald trackman
te benoemen:
Ik heb de Eer te zyn
De Vice Admiraal
Gouvern:r Generaal voorn:
was get:/ A Rekkert
Voor Copie Conform Curacao den
23 Maart 1816. „
No 18
Exh. 21 Maart 1817 No. 3094.
Copie
De Vice Admiraal plicaat voor Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige Eilanden
Aan den
Presidenten Raden
van Cuile en Criminele
Justitie op voormeld Eeland
communiceert UwelEd Gestrenge dat
ik heden op verzoek van den WelEdele Gestrenge
Heer Mr Herman Rudolph Heringa aan
zyn Ed: deszelfs ontslag als Secretaris van den
Raad van Civile en Criminele Justitie op dit
Eiland verleend heb en dat de Heer Jacob
Thielen door my benoemd is om het voormeld
Ambt ad-interen waartenemen.
Ik heb de Eer te zyn
De Vice Admiraal
Gouv:r Generaal voornoemd
(was get:/ A. Rekkert
Voor Copie conform
Curacao den 1
23 maart 1816.
No: 19.
Conce
Duplicaat Jan
Exh. 21 Maart 1817 No. 2094
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige Eilanden
Aan den
WelEdele Gestrenge Heer
Raad Fiscaal M:r
P: B: van Harckenborgh
Uwel Ed: Gestrenge adres van dato 20
dezer, inhoudende verzoek om uit hoofde van
Uwel Ed: Gestrenge ziekelijken staat een
Adjunct te worden toegevoegd, heb ik ontvangen.
vertuigd, zijnde dat ’t voor UwelEdGestr:
om voormelde reden zeer moeilyk is Uwe beroep.
bezigheden met de vereischte actiteit waarte
nemen en daar het welzijn der Kolonie het
vordert dat er een bekwaam perzoon zij die
Uwel Ed: Gestr: in de uitoeffening van Uw
gewigtig ambt adsisteere, heb ik des raadzaam
en nodig geoordeeld, UwelEd Gestr: voormeld
verzoek te accorderen, gelyk geschiedt by deze,
en dienvolgens heb ik den door U Wel Ed Gestr:
No 20.
Copie
uplicaat
voorgedragen perzoon van den WelEd Gest.
Heer M=r Herman Rudolph Hagen
die zyn ontslag als Secretaris van den Raad
van Orvile en criminele Justitie alhier
van mij verzogt en verkregen heeft tot d
Jan Fiscaal benoemd, onder voorwaarde
dat zijn WelEd: Gestr: geen Tractement
uit ’s lands was genieten zal, dewyl ik
mij niet bevoegd acht zulks toetestaan
Ik heb de Eer te zijn
De Heer Admiraal
Gouverneur Gen:l voorn:
/was getek:d/ A. Kikkert
Voor Copie conform
Curacao den ing
25 Maart 1816
C
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige
Eilanden
Aan den
WelEdele Gestrenge Heer
M H R Hajunga
Op verzoek van den WelEdele Gestrenge
Heer Raad Fiscaal M:r J: van
Starckenborch, heb ik tot welzijn der
Kolonie raadzaam en nodig geoordeeld een
Adjunct fiscaal aantestellen en UwelEd
Gestrenge daartoe te benoemen, ten einde zyn
WelEd Gestr: in de waarneming en uitoeffe
„ning van zyn ambt te adsisteren, echter
zonder eenig Tractement uit ’s lands kas.
Indien Uwel Ed: Gestr: genegen is het
voornoemde ambt van adjunct fiscaal alhier
onder die voorwaarde te accepteren, zal
UwelEd Gestr: met den Raad Fiscaal
No. 21.
zodanige Schikkingen hebben te maken als
voor beide het convenabelste zullen zyn.
In verwagt Uwel Ed: Gestr: antwoord en
heb de ver te zijn.
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voor
(was get:/ A Kikkert
Curacao den Voor Copie conso=
25 Maart 1816.
1
Copie
Duplicaat en
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal
van Curacao en onderho„
rige Eilanden
Aan den
Wel Edele Heer
H: J: Nuboer Raad
Contrarolleur Generaal
der Financien op voorm:
Eiland
Ik geef uwel Ed: bij deze kennis dat ik
op dato dezes, bepaald heb ’t courage geld
voor dezelke welke van regtwegen aanspraak
daarop kunnen maken; ik stat toe, een Johannes
s'maands, gerekend van ’t maart aan den na„
„volgende, en autoriseer Uwel Ed: zulks
smaandelijks aan hun uitte betalen.
Als de Gouverneur Generaal 4 Jaarden 4 rections
1 Luit.t Kolonel . . . . 1 Paard ration
1 id 1 id 1 Majoor
No„ 22
1 kapitein de Genie 1 Jaare 170
1 kapitein Jagers / boven de
1 do. 50 Jaren
2 paarden 2 ra= 2 Adjudanten
Aldus Tien aarden maakt Tien
rations of wel tien Johannissen Smaa=
Curacao den De Vice Admiraal
29 maart 1816 Gouverneur Generaal voorn
(was getekend / A Hekkert
Voor Copie Conform
W:m
Copie Duplicaat Exh: 21 Maart 1817 No. 2094.
translaat.
Caracas 26 Maart 1816
Excellentie
Hoe zeer ik alle bedenkelijke middelen heb werkstellig ge„
maakt, om aan de uitzinnigen, die het verfoeijelijk sijstema
der resolutie, waardoor deze provintien ongelukkiglijk besmet
zijn geraakt, hunne dwaling in de onmacht waarin zij zig bevin=
den om hunne trouw deze ontwerpen ten uitvoer te kunnen
brengen te doen kennen, te laten zij hunne kwade meningen
niet af, Ja trachten door alle middelen welke hunne onge rechtigheid hun aan de hand geeft, de rust waarin zig deze provintien
onder het bestier haarer hoogbeminde Monarch bevinden te
horen door ’t toezenden van alle plaatzen alwaar zij zig bevinden)
van verleedende papieren, tot schandelijke verkorting van ’t gezag
van mijn Koning en heer hoog beledigen voor Hoogstdes heeft
vertegenwoordigen enval van misdadige begin zelen, tegens ieder
Gouvernement welke het ongeschonde behoud heeren Godsdienst
en de woede de gerechtigheid onder hare onderdanen tot grondslag
heeft, hunne papieren opvullende, met uitgedachte in verdichte
Nieuwen, waardoor zij de algemeene rust quellen, de goede
onderdanen vershrikken, en de anderen (die door ’t Gouvernement
op hoop dat zij zig zullen verbeteren & tot beroeg komen
slechts getolereerd worden, in hunne dwaling trachten te
versterken.
Zevent het bezitnemen dezer Territorien door
S Konings Wapenen, hebben Zig verscheide dien zinnelede
in de vreemde Eilanden verspreid, van waar zij dewijl zij
anders kunnen ons zulk een schandelijke oorlog aan de
waarvan ik de onbetwistbare bewijzen in handen heb=
De stoutheid dier lieden is dus niet langer te
den en als een mantiegel, tot een behoorlijk bestuur, en a
men zekerheid behorende, ben ik bijna tot dit uiterste get
om het laatste middel, ten einde het kwaad te beletten, de
vangen, namelijk, om de Handel, welke tot zo veel genoeg
voor dit Gouvernement, als die uwer Excellentie, tusschen de
vens dezer provintien en uw Eiland plaats heeft opte schorten
Dan daar de gezonde Politie niet gedoogd, dit midde
in ’t werk te stellen, bevorens mij daar omtrent bij Uw
lentie aan te dienen, zo geef ik u icellentie kennis, dat
gemelde Eiland zig bevinden, de misdadigen, Manuel
mach en enige zijner broedere, Thomas Santana
cisco van Nicolas Angola een zekere hulde
cisco alias & Broeders, en enige anderen, alle span
die de stichters zijn van ’t kwaad, waarover ik mij bet
Bij aldien en door Uw Excellenties authoriteit, een met
is om hem van Uw Eiland alwaar met uitzondering
de Camachos, geene hunner enige bepaalde beschikt
noch eerlijke middel van bestaan heeft) te verwijderen
zal ’t mij veel genoegen verschaffen, en mij het laatste middel
die ik zo ten dienste van mijn Koning en tot het volbrengen
van ’t gezag mij toevertrouwd, als voor het algemene welvaren,
dezer Landen zal moeten nemen, voor altoos doen vergeten.—
van uw Excellenties wijze oordeel hangt het af, de
wederzijdsche betrekkingen van Commertie, tusschen de
onderdanen zijner Majesteit den Koning der verenigde Neder
landen, en zyne Majesteit den Koning van Spanje, aan wien
wij zo gelukkiglijk dienen, te onderhouden laat ons hunne
belangen rijpelijk inzien in dat het noch voor de ene noch
voor de andere Mogendheid, voordelig kan zijn enige wijnige
monsters van onrechtvaardigheid, die hunne respective onder
danen in hunne commetiele handelingen benadelen in hunne
Lander te koesteren, so laat ons openhartig bekennen
als onderdanen van souvereinen, die alle plunderingen noord
de Trouwloosheid de kenmerken van Camocho, Paul, Santana
& anderen) laten dat het vertoeven van zodanige Schepsels
in een land, niet dan nadelig kan zijn, want ofschoon
zij 't zelve met er daad niet benadelen, zo is hunne schuu delijke de misdadige handelwijze besmettelijk voor de goede
zeld, zelfs van ’t best georganiseerd Lan
Ik vertrouw door de goede vriendschap & verstand
houding, welke zo gelukkig tusschen onze respective Souvern„
ren heerscht, dat in lacellentie mijn verzoek gunstiglijk zal
No 23.
aannemen, overeenkomstig met die bequizelen, waardoor we
der onze bestier tot wederzijdsche voordeel der onderdane
onzer Natien, en ter eere van hun, die wij de Eer heb
te vertegenwoordigen alles dienen opte offeren.
God Spaare U Excellentie vele jaren
Excellentie.
Was Get:/ Salvador Mi=
Door mij
Delvalle. 185
Gouv:r Int Trans
voor Copie Conform
2
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Copie duplicaat
No. 208. Curacao den 8 April 1816.
by ons arrivement in deze colonie is ingevolge Art: 77 van
het reglement van Administratie de Lopende Maand
uitbetaald geworden, en daarmede ook aan dat Arti=
cul letterlyk voldaan geworden en het benodigde
voor de Menagis aangekogt weldra deed zich echter
een Inconvenient op het welk eene slagnatie in de
reguliere betaling der Troepes veroorzaakte.
den soldaat zyn Tractement voor de Maand
ontvangen hebbende bekommerd zich niet waarvan
hy in de volgende Maand Leven zal het is daarom
dat in het Moederland de Soldij door den Kwartierm:
aan de kapiteins der Compagnie word voor betaald
welke laatste uit deze voorbetaling de Menage doet
aanhouden en met de Manschappen lequideert
na afloop van eenige dagen.
om deze Manier van Administratie te volgen was
op den ste Februarij een voorschot voor die Maand benodigd
de staat der kas permitteerde zulks als toen niet en de
Administrateurs gevoelde dat het Vrugteloos was Uwe
Excellentie lastig te vallen met aanvragen en proposi=
tien waar aan niet konde voldaan worden. thans
neemen zy de Vryheid Uwe Excellentie het Inconvenient
hier boven aangehaald een wynig te detailleeren
Wanneer op den tegenwoordige voet met de betaling
der troepen gecontinueerd word is het klaar blyken
dat weinig of geen fondsen en kas kunnen blyven om
eenig voorschot te doen wijl niet voor den afloop
Maand de reeds verdiende soldy word uitgeri=
en de Manschappenen volle maand men
moeten maken voor en aleer zy weder betalinge
gen, hier uit Vloeid voort dat de kapitein der bon
men de verdiende soldy over de afgelopen Maa
in kas moeten houden om de menage te bekostig
wanneer de kas van het Corps in staat gesteld wor=
om even als in het Moederland de kapiteins bij
wyze van Leening te kunnen avanceren zoude men
den soldaat regulier den afgelopen Maand hi
nen uitbetalen
het is om deze redenen dat de administraten
de vrijheid neemen Uwe Excellentie te verzoeken,
om hunl: te subsidieeren met ten minste gedeelt
van een maand soldy
het zelfde geval heeft plaats met de reparatien
en Maakloonen. Art 174 van het reglement zeg
dat dezelve gevonden zullen worden uit de betaling
der administratie kas, waarvan de fondsen door
Gouverneurs der Kolonien nader zullen worden
paald geen fonds voor handen zijnde kan het
den kwartierm: niet in staat stellen om voorge„
ten aan werklieden te doen ingevolge Art: 119 van
Coll.
Ringelin
opgeme. reglement enz.
voor dit laatste Articul Solliciteeren de Admi=
nistrateurs dat de nog voorhanden zynde penningen
zynde Circa een duizend peros van Achten, ter hunner
Dispositie mogen werden gesteld, waaruit als dan
de Lopende uitgaven voor een geruime tijd kunnen
werden bestreeden.
de Administrateurs van het
Garnisoen te Curacao
/:was get:/ F: Knotsen
Lt. Coll.
Plats
kapt kwart.
Voor Copie Conform
in
No 24
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
opie Duplicaat
van
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige Eilanden
van
Zyne Excellentie den
Capitein Generaal ad interim
van Caracas
In antwoord op Heer Excellenties missive
van den 26 Maart lb, heb ik de Eer Uwer Ex„
cellentie te berichten dat ik niet zal gedogen dat
door iemand op de Eiland iets het geringste
tegens de rust en veiligheid van de Spaansche
Provintien ondernomen wordt, en dat ik de vereisch
te maatregelen zal nemen, om alle handelingen
die aan de tusschen ons plaatshebbende goede
verstandhouding schadelyk kunnen zin, tegen
te gaan
Dewyl ik even als Uwe Excellentie
met het verlangen bezield ben om de wederzijdsche
Commertieele betrekkingen tusschen de Onderdanen
No„ 25.
onzer Souvereinen voortdurend te doen zyn,
Uwe Excellentie zig verzekerd houden, dat ik al
wat daartoe hinderlyk kan zin, uit den we
reumen, en niemand onder myn Gouverner
dulden zal, wiens verblyf in de Kolonie
oordeelen zal voor de belangen derzelve nadee„
te zyn
In vertrouw dat Uwe Excellentie van
mijne welmenendheid overtuigd zal zyn, en in
heb de Eer met de meeste hoogachting te zijn
Uwer Excellenties
zeer bereidwillige dien
(was getek. Bikker
Curacao den
9 April 1816
Voor Conce Conform
„ en
G
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
op
plicaat
met De Wede Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige
Eilanden
Aan den
Raad van Civile en
Criminele Justitie op het
Eiland Curacao
al het bijzonderlyk voor de publet
administratien van veel belang is, dat de posten
of zaaken van dezelve die op de rollen van den
Raad openstaan worden afgedaan, zo zal ’t
my zeer aangenaam zijn, dat de rechtdagen
zo spoedig mogelijk bepaald worden, om die
zaaken ofte doen op dat de belanghebbenden
geen nadeel lijden.
Ik heb de Eer te zyn
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voornoemd
/was getekend/ A Hekkert
Curacao den
Voor Copie Conform
April 1816 14
en
Exh: 21 Maart 1817 No. 209 pie duplicaat voordragt
Aan Zijne Excellentie de vice Admiral Kickert
Gouverneur Generaal van Curacao en onderhorige een
landen. Commandeur van de Militaire Willems orde
Den voormaals gedient hebbende 2 Lieut:t der artille„
die Jean Baptist Hijacinthe Rabainne, word bij deze
aan u Excellentie voorgedragen om in andere afwag„
ting, geplaats te worden als 2e Lieut bij het onlangs
opgerigte korps Inlanders thans geemploijeerd tot het
doen der wagten op Batterijen en sein pooten
dere perzoon geverseert in de Coloniale Dienst komt
mijn bedunkens in dese ogenblikken te pas om het bakke
garnisoen te assisteeren.
Het komt mij verder billijk voor om deze lang
gediende officier het Tractement van 2=e Lieut:t bij de
artillerie zijn voormalig wapen te accordeeren.
De Lieut:t Kolonel Kommand
der Trappen
20 Knotter Curacao den 18 April
E: Coll. 1816.
voor Copie Conform
verborgh
19 4
plicaat in
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal
van Suracao en onder
horige Eilanden
Aan den
Wel Edele Gestrenge Heer
W: H de Quartel Ridder
van de Militaire Willems
Orde van de 4e. Classe,
leit Colonel en capitein
Luitenant ter Zee, Comman„
„derende zyner Majesteits
Schoenen de Baaij
Dewijl de schoenen de haaij door de stroom
verhinderd wordt naar het Eiland Bonaire opte„
werken en aangezien s'lands dienst ’t niet alleen
vereischt dat de commissie tot de bezit en opneming,
van dat Eiland ten spoedigste aldaar worde over=
gebragt, maar ook dat de gezegde Schoenen zoo
spoedig mogelyk naar het moederland terugkeere,
zoo heb ik goedgevonden UwelEd Gestr: van die
Commissie te ontslaan, gelijk UwelEd Gestr
ontslagen wordt by deze, ten einde U met
meeste spoed gereed te maken naar het met
land terug te keeren.
Ik kan deeze gelegenheid niet laten
gaan zonder Uwel Ed: Gestr: mijne goed hee=
te betuigen over de onvermoeide vlyt ijver te
admiteit welke Uwel Ed: Gestr: in de nakome
uwer instructie by de overneming van het Eed
Arb baland heeft, en daar in overte
dat een Officier zo als Uwel Ed Gestr: de
met de localiteit dezer Kolonien zoo wel
bekend is, voor ’s lands dienst in dit gewest
zeer nuttig zoude zyn, zoo hoop ik dert van
zijne Majesteit behagen zal uwe betoonde
ijver in de uitvoering der voorz: commissie en
te ervarenheid in den dienst by deze kolonier
en gunstige consideratie nemen, en Uwel
Gestr: naar verdienste zal willen belonen
Emploijeren.
Het zal my veel genoegen geven te
vernemen dat deze geringe blijk van Uwe
betoonde ijver en ervarenheid U van niet geweest is
en en dat vertrouwen heb ik de Eer te zyn.
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal voorn
Curacao van (was getekend/ Ahikkert
2 April 1816
Voor Copie Conform
W:
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
de duplicaat te
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige
Eilanden
Aan den
WelEdele Gestrenge Heer
M. Lamaison
President van den Raad
van Civile en Criminele
Justitie alhier
Bij het artikel van het reglement
op het beleid van de regering, het Justitie wezen,
den handel en Scheepvaart op deze kolonie bepaald
zynde dat alle sententien en regterlyke bevelen
van den Raad van Justitie op naam van President
en Raden van den Raad van Justitie op Curacao
uitgevaardigt door den President moeten worden
geparapheerd, en daar het voorde belanghebbenden
van groote aangelegenheid is diergelyke stukken
in tijds te ontvangen, zoo zal het my aangenaam
zijn, dat Uwel Ed: Gestrenge ter behoorlyke
No 29.
plaatse en ten gewoone uure vacere, om
nige papieren te narapheren, opdat dezelve
kunnen afgeleverd worden
Ik heb de Eer te zyn
De Vier Admiral
Gouverneur Generaal voor
Curacao den
(was getekend / Heer
25 April 1816
Voor Copie Confor en
pie Duplicaat Exh: 21 Maart 1817 No. 2094.
De vice admiraal Gouverneur Generaal
van Curacao en onderhorige Eilanden
Aan
Den welEd: Gestr: Heer M:r Michael
Lamaison, resident van den Raad van
Civiele en crimineele Justitie op het
Eiland Curacao voormeld.
WelEd: Gestr: Heer
genomen hebbende het advis van de leden van den Raad
van Politie en van den raad van Civiele en Criminele Justitie op dit hij
land, zo heb ik daarop nodig geoordeeld Uwel Ed: Gestr: minne
kwaliteit als Resident van den Raad van Civile en criminele justitie
op dit Eiland te suspenderen, gelijk uwelEd: Gestr: in die
Kwaliteit gesuspendeerd wordt bij deze tot dat zijner Majesteits
welbehagen daar omtrent zal zijn bekend gemaakt.
De redenen die tot UwelEd: Gestr: suspensie in uwe
voor zeide kwaliteit aanleiding gegeven hebben, zal ik aan
het Departement van Koophandel en Kolonien Commineelen
ten einde dezelve ter kennisse van zyne Majesteit te brengen,
om zijner majesteits welbehagen te verstaan, zullende uwel
de in tusschen um tractement en vrije woning blijven Jouisseren
voorts wordt uw Ed: Gestr: aangezegd en des noods gelast.
1 om dadelijk na den ontvangst dezer ter Secretarie van den
Raad van Corle en Criminele Justitie aan den Secretaris ad interim
van denzelven Raad, onder reces aftegeven, alle de onder uwel Ed Gestr
Curacao den
9 Maij 1816.
No 30.
berustende stukken, Doumenten en papieren aan den
of ter Secretarij voormeld behorende; en voorts alle correspon„
het zij door uwel Ed: Gestr:, alleen als President of gezamen
met den Raad gehouden, welke uwel Ed: Gestr: onder te mog
hebben
2 de uwel Ed: Gestrenge te onthouder van gedurende
suspensie enige hoegenaamde titel of gezag aan te maten
3:e om uwel Ed: Gestr: stel en rustig te gedragen en niemand
hij zij, met woorden of daden, het zij in perzoon of eigen
te molesteren op poene dat daartoe termen zijnde het
officie Fiscaal zal worden geauthoriseerd tegen uwe Ed:
ge te procederen zo als in goede justitie zal bevonden w
te behoren.
Ik heb de Eer te zijn.
de drie Admiraal Gouw
Generaal voornoemd.
ƒ109 A. Kikken
voor Copie Conform
1
in 1
Exh: 21 Maart 1814 N=o 2094
Duplicaat Curacao 15 Meij 1816
Hoog Edel Gebore Gestrenge Heer
Het zij mij vergunt, aan uwe Excellentie te verzoe„
ken, mij te willen toestaan, dat mijn tractament, voor
zo verre alhier word ontvangen, beslagen word voor het geheel
ten faveure van den Heer Abraham de Meza, gedurende
Twee agtereenvolgende maanden te rekenen van den tijt
Ik heb d' Eer met diepe veneratie en zeer
respectueuselijk te zijn
Hoog Edel Gebore Gestrenge Heer
Uwe rucellenties zeer verpligten & gehoor=
Samen Dienaar
2 G: M: Lamaison
voor Copie Conform
1 4
zijne hallentie.
E Hoog Edel Geboren gestrenge Heer
Albert Kikkert.
vier Adm: Gouv:r Gen
hout & Co.
No 31.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
opte duplicaat Caracao den 15 Maij 1816
De ondergetekende heeft den brief van den WelEd: Gestr:
Heer M:r Michael Lamaison gedateerd 15 dezer ontvangen;
en tot antwoord daarop dient, dat niet meer dan een derde van
het Tractement der Ambtenaren kan beslagen worden, en
dat zulks volgens de wet geschieden moet
Het steent vrij aan een ieder, die tegen zijn wed: Gestr:
pretentie heeft, om op een derde gedeelte van het Tractement
hetwelk aan zijn wel Ed: Gestr: gecontinueerd is tot dat zijnen
majesteits wel menen daar omtrent zal zijn verstaan,
arrest te leggen, en zulks niet geschiedende zal dat gedulte
van zijn welEd Gestr tractement hetwelk alhier ontvangen
wordt aan zijn WelEd: Gestr: zelf ten volle worden uitbetaald,
dewijl het Gouvernement zig met het lequideeren de Schul„
den van particulieren niet kan ophouden.
De vrie admiraal, Gouverneur Generaal
van Curacao en onderhorige Eilanden
109: Kikkert.
voor Copie Conform
Den Wel Ed: Gestr: Heere
in A Michael Lampen
4
Exh. 21 Maart 1817 No. 2094
Copie duplicaat
Curacao 18 May 1816. No 16
De Adjunct fiscaal dezes en onderhorige
Eilanden.
Aan
Zyn Excellentie Commandeur van de
Militaire Willems Orde Vice Admiraal
Gouverneur Generaal &c &c &c
De Adjunct fiscaal vindt zig in gemoede genood„
zaakt, aan U Excellentie voor te stellen, en officieel kennis te
geven, dat hy dagelyks bestormd word met klagten tegens
de bonduiten, van den gesuspendeerden President M:r M
Lamaison, die op allerly wyze de gerechtelyke pretentien, van de Hee=
ren Bing en Jutting, Scarse, de Larey, A: A: Beuter en anderen
illusoir zoekt te maken dan door beloften van alles in der min„
nen aftemaken, dan door brutale drygementen, waardoor hy
henlieden tart, iets tegen hem te beginnen.
De Adjunct fiscaal, brengt ter Consideratie, van u
Excellentie, of men, vooral in aanmerking nemende, de eminente
qualiteit onlangs nog door M„r M: Lamaison bekleed, mesures
zoude kunnen nemen, om deze zaken, en het gedrag dat door
gemelde M„r Lamaison gehouden word, op eene wyze te regulee=
ren, welke korter en minder ophet makende zoude zyn.
De Adjunct fiscaal, zoude zig gelukkig agten, op mor=
gen na het eindigen van den Hervormden Godsdienst oefening
/:daar en periculum in mora is :/ met U Excellentie hier over een
mond
No 33.
mondgesprek te kunnen houden, of wel nog dezen avond.
De Adjunct fiscaal hierop U Excellenties onders afwa„
heeft de eer denzelven van zyne veneratie en hoogagting te
keren.
De Adjunct fiscaal voornoemd
was get:/ H: R: Hajunga
Voor Copie Conform
C: Schoolborgh
in
de Liphart
Exh. 21 Maart 1817 No. 20394
Curacao den 20=en Maij 1816.
De vice Admiraal Gouverneur Generaal
van Curacao en onderhorige Eilanden
Aan
Den Adjunct fiscaal op het Eiland
Curacao voormeld.
Ontvangen hebbende uwel Ed: missive van den 18 dezer en
gehoord hebbende het geen Uwel Ed: over den Inhoud derzelve
voor te dragen had, dient deur op tot antwoord dat de
vordering der pretentiën die de in uwelEd: Gestr: missive
genoemde Heren, tegen de Heer M:r M: Lamaison hebben
op de ordinaire wijze volgens de net geschieden moet
Indien het gedrag van den Heer Lamaison zodanig
is dat uwel Ed: Gestr: tot handhaving van de huit in goede opde
„ anderzins vermeent eene actie tegen zijnd te kennen institu=
een staat het aan uwelEd: Gestr: vrij om de nodige luctorisatie
daartoe van mij te verzoeken
de Vice Admiraal Gouver
neur Generaal voornoemd
G: A: Kikkert
voor Copie Conform
10
N„o 34.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
de duplicaat naar den 23 Maij 1616
Wed: Gestr: Heer
opgemerkt hebbende dat uwelEd: Gestriaan
boord van de binnen komende vaartuigen terstond na hun
arrivement begeeft, even als of UwelEd: Gestr: door het
Gouvernement daartoe aangesteld was, en daar Uwel Ed: Gestr:
bovendien nog heeft kunnen goed vinden den kapitein van
de Britsche oorloge Brigantijn, die op gisteren gearriveerd is
af te halen en bij mij te vergezellen, zonder de minste be=
voegdheid daar toe te hebben, zo kan ik niet nalaten
Uwel Ed: Gestr: mijn uiterste ongenoegen daar over te betuigen,
Uwel Ed Gestr: tevens serieuslijk verbiedende van de aan boord
van de binnen komende vaartuigen, bijzonderlijk oorlog,
schepen, terstond na hem arrivement te begeven, en geen„
in de Kapitein of bevelhebbers bij mij of Elders te ver=
gezellen, of dezelve op eenige wijze kinderlijk te zijn.
Ik vertrouw dat uwelEd: Gestr: mij niet noodzaken
zal maatregulen te nemen om uwel Ed: Gestr: tot gehoor„
zaamheid te brengen; en heb de Eer te zijn
De vice Admiraal, Gouverneur
Generaal van Curacao en onderhorige
Eilantie den WelEd: Gestr: Heere
W: A: Kikkert. M:r M: Lamaison
voor
No 35.
voor Copie Conform
in
krijk
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Copie Duplicaat
Fiscaals Comp„s 25 Mei 1816.
De Adjunct fiscaal dezes en onderhorige
Eilanden
Aan
Zyne Excellentie Commandeur van de
Militaire Willems Orde Vice Admiraal
Gouverneur Generaal &c &c &c
De Adjunct fiscaal heeft de eer hiernevens aan U Excel=
lentie ingesloten te doen geworden een Copie van zekeren briev
door den Heer M: Ricardo aan my geschreven, behelzende
klagten tegens M: Lamaison wegens beledigingen aan hem
en de Heeren Deval aangedaan, en daar zodanige on=
behoorlijke gedragen verdere op dien dag gepleegde straat
schenderyen, niet ongestraft kunnen blyven, zo verzoek
ik U Excellentie my te willen Authoriseeren tegens M
Lamaison in gevolge de wet te Procederen.
Ik heb de eer U Excellentie van myne diepe vene„
ratie te verzekeren
De Adjunct fiscaal
/:was getekend/ R. Haijange
Adj: Fiscaal
Voor Copie Conform
0
No 36.
Exh: 31 Maart 1817 No. 2094
Copie Auplicaat
buracao den 24=e Mei 1816.
WelEdele Gestrengen Heer
Het is wezentlijk met leedwezen, dat ik de kostbaare tijd
van UwelEd:e Gestr alweder moet occuperen, wegens het gehou=
dene en rustverstorend gedrag van den Expresident den Heer La=
maison, die zig heeft kunnen permiteeren van op woensdag mid=
dag voor de deur van de Heeren Dovales, uit wiens naam
ook deeze klagten gedaan word zig op een insame wyze
te gedragen, en hun opgeprorogueerd velagtig te beledigen
daar ik by het geval present was zo relateere dezelve zo als het
geschied is.
Omstreeks drie Uuren stond ik met de zoonen van den
Heer Dovale voor hun Pakhuis in gesprek den Heer Lamai=
son kwam aan en in een zeer zigtbaare staat van intricatie
riep mij toe hier ben ik met al you Executien waarop hem
ten antwoord gaf, en hier ben ik op dat eigenste ogenblik,
kwam een mulatte Meisje met een mantje met glaase doosen
af bonbonnieres te koop. hy namer een uit en vroeg naar de
prys, zo antwoorde dat hy ze voors patene verkogte, daarin
op zeide hy het is wel, en stak zyn hand in zyn zak en haal
de er een paar schellingen uit zeggende son President moet
bredit voor de rest hebben, het meisje was daar niet mede te
vreden, toen gooyde hy als pand, eerst zijn stok, toen een
scheermes en laatstelyk zyn horlogie neder en zo dra hy
zag dat het meisje het horlogie wilden opnemen, zo pakte
No 37.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Fiscaals Comptoir 25 May 1816 ie Duplicaat
De Adjunct fiscaal dezes en onderhorige
aan Eilanden
zyn Excellentie Commandeur van
de Militaire Willems orde, Vice
Admiraal Gouverneur Generaal te dode
De Adjunct fiscaal heeft de eer aan zyn Excellentie den
Gouverneur Generaal te doen geworden, het relaas van den
beëdigde Bodens Clerk Jan Romer, waarnemende uit
hoofde van indispositie, de functien van den Deurwaarder
en Gerechts Bode I: D: Rock, uit dit relaas, hetwelk
ik na dat u Excellentie hetzelve zal gelezen hebben ter
verzoek, zal U Excellentie ontwaren, hoe zeer M:r M:
Lamaison den spot drift met de orders van U Excellentie
waarby hem tog bevolen is geworden, alle de stukken en
Archiven behorende tot den Raad van Civile crimineele
Justitie als ook alle schrijfbehoeftens overteleveren
Niettegenstaande deze orders, niettegenstaande hy
twe malen, uit naam van den secretaris ad interim
hiertoe door den Deurwaarder is gesommeerd geworden en
nog heden, ingevolge officieele aanschryving van den
WelEdelen Gestr: Heer M:r J:J: Elsevier qua President
ad-interen, uit mynen naam, als Adjunct fiscaal
hiertoe op nieuws is gesommeerd, zoekt hy door zig op u
Excellentie te beroepen, de mesures der Justitie te cludeeren
Het is dus uit dien hoofde dat ik uw Excellentie verzoek
my te qualificeeren, M:r M: Lamaison te laten aanzeggen
in het vervolg U Excellenties naam niet te misbruiken
en aan de wetten die gehoorzaamheid te bewyzen, waartoe
elk individe verpligt is.
„ Adjunct fiscaal heeft de een Excellentie van
zynen
No. 38
zynen diepste eerbied te verzekeren
De Adjunct fiscaal
was getekend:/ H: M: Haijen,
Voor Copie Conform
1
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Copie Duplicaat
De vier Admiraal Gouvern ge=
neraal van Curacao en onder=
horige Eilanden
aen
Den Adjunct fiscaal op
teland Curacao
De Vice Admiraal Gouverneur Generaal heeft de mis=
sive van den Adjunct fiscaal gedateerd 25 Meij 1816 ontvan=
gen en in antwoord daarop dient dat de Adjunct fiscaal
den Heer M„r M: Lamaison voor zig zal ontbieden en hem
serieuslyk verbieden de naam des konings of van den Gou=
verneur Generaal te misbruiken op poene dat hy dadelyk
zal worden opgevat en in hegtenis gezet ten einde na
bevind van zaken te worden gestraft.
Indien de Heer Lamaison in gebreken
blyft de archieven en Correspondentie van den Raad van
Civile en criminele Justitie volgens aanschryving aan
hem gedaan over te leveren en de schrijfbehoeftens door
hem ten behoeve van den zelven Raad ontfangen afte
geven, zal de adjunct fiscaal hem daartoe met recht
middelen Constringeren dewijl de stukken in handen
van den Heer Lamaison niet langer behoren te blijven
De vice Admiraal Gouverneur
Curacao den 25:' Mey 1816
Generaal voornoemd
Was get:/ A Kikkert
Voor Copie Conform
1
No: 39 uplicaat
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Fort Amsterdam d 27 Mei 1816.
De President ad interim bij den Raad van Civile en crimi neele justitie over Curacao
aan
zyne Excellentie, den Heere Vice Admiraal Gouverneur Generaal
des gemelden Eilands en onderhoorigheden
aar de trgiversatie van de Heer La Maison en de
van zyn Ed: gevorderde afgifte, zo zyner van den lande ontvan„
gene schrijfbehoeften, als van zyne gehoudene Corresponden
„tien en appoinctement boeken, billik doet vermoeden dat by
eene eindelijke overgifte by lange alles niet zal te regt komen
maar veele papieren vooraf en bereids nu reeds zullen verdonkert
zyn; en het voor de ingezetenen van ’t groost belang is, dat het
geen door gemelden hier buiten weeten of authorisatie van den
Raad, of wel op naam van dezelve schoon valschelyk
gepasseerd en verleden is, wettiglyk worde gecorrigeert.
om by voorkomende gelegenheid in regten of andersinds
te kunnen gelden zo was min voorneemen om aan den
Raad bij haar eerstkomstige sessie (: dewelke donderdag
aanstaande zal plaats hebben) het doen eener oproeping
te proponeeren, ten einde een ider dewelke eenige appoine
tementen & dispositien van den Heer La Maison mogt ont=
vangen hebben, dezelve ter Secretary van den Raad te komen
vertoonen binnen 11 dagen na afkondiging, ten einde die
documenten kunnen worden geredresseert, zoo veel noodig
als dienstig, zo mede om een opgave der leges, welk hiervoor
door gemelden toenmaligen Prasident genoomen zijn
kan, daar eene zodanige publicatie niet kan geschieden
zonder voorkennis en authorisatie van uwe Excellentie,
zo solliciteere dezelve vooraf te mogen ontfangen, om
alle
No. 40.
alle protelatie in de deliberatien dieswegens te praeve
uw Excellentie gelieve de verklaring van myne wete en respect, goedgunstig te accepteeren.
de Praesident ad interim voorn:
/:Was getekend:/ J: J: Elsevier
Voor Copie Conform
in
en 24
Fiscaals Compt:r 27 May 1816. de duplicaat
De Adjunct fiscaal dezes en onder
aan horige laden
Zyn Excellentie Commandeur van de
Militaire Willems orde, Vice Admi=
„raal Gouverneur Generaal de te
De Adminat fiscaal brengt ter kennisse van U
Excellentie, dat er voorleeden zaturdag avond brand in het
huis van de Heer I: Corser in de Stad, bewoond door Mr„
M: Lamaison geweest is, en daar onder het gemelde huis„
het pakhuis van den Heer E: Jutting, en naast aan die
van de Heeren Bings sulling, vol met Touwerk, Genever,
win, en droge goederen &c is, waardoor veel onheilen en
schaden, zowel voor die Heeren, als voor de gansche
stad kan ontstaan, zo neemt de Adjunct fiscaal de
vrijheid U Excellentie voortedragen, te meer daar het
voorkomt dat gem: brand, met zo zeer uit onagtzaamheid,
als wel uit hoofde van de inconduiten van M:r M: La„
maison, ontstaan is, of het niet dienstig zoude zyn, gem:
A: M: Lamaison, als een voor de maatschappy gevaar=
„lyk mensch, in het hoofd Fortres Amsterdam te
confineren, waaruit hij zig met dan met permissie
van de policie zal kunnen absenteren
Adjunct fiscaal heeft de eer met de meeste
hoogachting te zyn
De Adjunct fiscaal
/:Was getekend:/ H: R: Hajunga
Adj: Fiscaal.
Voor Copie Conform
en
N 41.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
opde Duplicaat minne
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal van ge„
Curacao en onderhorige
Eilanden
Aan den
Adjunct fiscaal op
het Eiland Curacao
rmeld.
Ik heb UwelEd: Gestr: brief van heeden
betreffende het confineren van den Heer Mr
M: Lamaison ontvangen, en in antwoord
daarop dient dat wanneer de Heer Lamaison
zig aan de wet schuldig maakt tegen denzelven „
even als tegen alle andere Ingezetenen moet
worden geprocedeerd.
Indien de Heer Lamaison door zyne
in conduiten voor de maatschappij gevaarlijk is,
kan UwelEd: Gestr: w met de behoorlyke be„
wijzen daarvan aan den Raad van Politie des
wegens addresseren wanneer dan zodanige maat=
No 42.
regelen zouden kunnen genomen worden als
nodig zullen zijn.
De Vice Admiraal
Gouverneur Generaal, voorn
/was getekend/ A Rikkert
Curacao den
27 May 1816.
Voor Copie Conform
Wing
de duplicaat
No 32.
al
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Fiscaals Comptn 30„e Maij 1816
De Adjunct fiscaal dezes en
onderhorige Eilanden
Aan
Zyn Excellentie Commandeur der
Militaire Willems orde Vice Admi „raal Gouverneur Generaal de te de=
De Adjunct fiscaal zoude zich aan een strabaar
pligtverzuim schuldig maaken, bij aldien hy zich
niet naaste wederom ter kennisse van U Excellentie
te brengen, dat de toestand van Mr. Michael
Lamaison zoodanig verergerd is, dat het hoogst nood„
„zaaklijk wordt dat er zonder verwijl maar egeen
genoomen werden, om hem de middelen te ontneemen
zoodanige handelingen uittevoeren waardoor de voor„
malige stand van President door hem bekleed, zijn
famillie in Europa en het belang zowel van ’t algemeen
als van elk borger in ’t byzonder ten sterksten
lijden moet; men heeft geene bewijzen noodig van
zynen krankzinnigen toestand te verdieeren, daar
zyn geheel gedrag genoegzaam hier van de kentekene
levert.
De Adjunct fiscaal heeft de eer zyn Excellentie
van zynen verbied te verzekeren.
de Adjunct fiscaal
/:Was getekend:/ H: H: Haijringa
Adj: Fiscaal.
voor Copie Conform
en
No„ 43.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094.
Duplicaat Fiscaals Kantoor den 30 Mei 1816
No 33
De Adminet Fiscaal dezes en onderhoorig
Eilanden Aan
Zyn Excellentie de Vier Admiraal Com„
„mandeur der Militaire Willems onde
Gouverneur Generaal W: V: V:
De Adminet Fiscaal heeft heden M:r M: Lamaison
by zich ontbooden ten einde hem over zeeker onbehoorlyk
gedrag door hem ten huize van den Heer Julia te scharlo
gehouden te spreeken, doch op de eerste sommatie door den
schout gedaan tot antwoord gekreegen dat de Adjunct
fiscaal zeef bij hem konde komen ten huize van den
der bardoze; en op de tweede door den geregtsbode
gedaan, heeft hy gerepliceerd dat hy heden avond om
half zeven by uw Excellentie zoude komen.
Ik heb het pligtmatig geacht uw Excellentie hier
van kennis te moeten geven, en heb de eer uw Excellentie
van mynen deesen eerbied te verzekeren
De Adjunct fiscaal
/:Was getekend:/ H: K Hajunga
E: Fiscaal
Voor Copie Comp
en
No. 44
Exh: 21 Maart 1814 N=o 2094
Drie Duplicaat Fiscaals Comptoir den 30 Mei 1816
No. 34 De Adjunct fiscaal dezes en
onderhoorige Eilanden
aan
Zyn Excellentie den Vice Admiraal,
Commandeur van de Militaire
Willems orde, Gouverneur
Generaal van het Eiland buracao
en onderhorige Eilanden Bonaire
Aruba sco &c=a &=a
De Adjunct fiscaal haast zich ter kennisse van
Uwe Excellentie te brengen dat het hem ter ooren
gekoomen is, dat M:r Michael Lamaison aan ver„
scheidene Ingezeetenen gecommuniceerd heeft dat hy
tot Gouverneur Generaal van de beide Indien tot
Ridder der beide Nederlandsche ordens benoemd ge„
„ worden is; heden toevallig ergens zynde alwaar
hij insgelijks kwam, heeft hij dit in mijn praesentie
herhaald.
Ik heb de Eer uw Excellentie hiervan de
behoorige notificatie te doen geworden.
Ik heb de Eer uw Excellentie van mijnen eerbied
te verzekeren.
De Adjunct fiscaal
/:Was getekend H: R: Hajunga
Voor Copie Con 1 1 en
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Copie Duplicaat en de
Aan Zyne Excellentie No 1.
den Vice Admiraal A. Rikkert
Gouverneur Generaal over
Curacao en onderhorige Eilanden
Commandeur van de Militaire
Willems Orde te
Geeft met de meest verschuldigde Eerbied te
kennen Geertruij Petronella Heyer Wed.
D.J.W. Knipscheer thans op de Eiland, woon„
agtig
Dat de Suppliante zich zedert een
reeks van Jaaren op de vroed kunde hebbende
toegelegd, daarin zo lange heeft volhard tot
dat zy door haare vlijt en naarstigheid zo
als zij zonder eenige eigenliefde of verbeelding,
by deeze derft verklaren het zo verre heeft
gebragt dat zy op den 11=en October 1810
door het collegie daartoe bestemd, is gehaa=
mineert en geapprobeert, en ook haare behoor=
lyke haamen brief of volkomen patent om
de post van vroedvrouw binnen de Stad van
Amsterdam waarteneemen heeft ontvangen.
Dat de Suppliante op den 27 Januarij
deezes Jaars aan boord van Zyne Majestijt
schip de Prins van Oranje alhier is gearri„
veert en steeds met haar zoontje ten huize
van den WelEdele Heer H.J. Nuboer
heeft ingewoond, hetwelk, hoezeer een bijzonde
geluk voor de Suppliante echter met eenige
hardigheid vergezeld is, daar zij met de assis
tentie van Uwe Excellentie, niet alleen voor
haarzelve en kind zoude kunnen in staat
gesteld worden haar eijge brood te verdienen
maar zelve de vrouwelijke ingezetenen
van dit Eiland tot weezentlijk niet te van
strekken.
Van daar het echter in geenen dat
mogelyk is, dat de Suppliante zonder soude
van het Gouvernement deezes Eylands, deeze
haare verkreegene hunde kan voor het dag
licht brengen en daarvan als eene fatzoen
Weduwe met haar kind bestaan, zo neem
zy de vryheid haar te heeren tot Uwe
Excellentie, aller needrigst verzoekende dat
het Hoogstdezelve goedgunstiglyk moo behagen haar suppliante te committeeren
tot stads of Eijlands koedvrouw op
een zodanig redelyk Tractement en taris
van zodanig zoon als Uwe Excellentie
naar den aart der zaak en nuttigheid
van dezelve zulx vermeenen te behooren
Curacao 8 Maart Twelk doende ge=
1616
/was getekend/ G: Heyer
Wed: D: W: Knipscheer
/:in margine stond:/
De Vice Admiraal Gouverneur Generaal
accordeert het verzoek der Rekwestrante
en benoemt dezelve tot Stadsvroedvrouw
echter zonder enige loon of Tractement uit
s Lands Kas, zullende de Rekwestrante
voor de door haar te bewyzen diensten
provisioneel en tot dat deswegens nader zal
zyn gedisponeerd, zo veel mogen berekenen
als hier te lande gebruikelyk is.
Curacao den 8 Maart 1816
(was getekend / Kikkert
No. 2 Aan Zyn Excellentie
Den Heere Hikkert, Sie
Admiraal en Gouverneur
over Curacao en onderhorige
Curacao 13
Maart 1816
Districten 10 per 10
Geeve reverentelyk te kennen Maria
Elisabeth Hoezeer, Weduwe Brinkman,
alhier woonende.
Dat zij suppliante zes Jaeren een
biliard tafel aangehouden voor Catroenlyke Heer
om aldaar onderhoud van haar en Kinderen, ben
„rens oude Moeder te erlangen, altoos getragt pron=
telyk de smaandelijk geregtigheid betaald;
door de nering loose tyd, zij supp:s inziende haar
kosten waarvallende en niet heeft kunnen uit
houden, verpligt was, haar uijthangende bordje
intehaelen.
zij suppliante nu door verandering der
tyd, hoopende beeter zal worden, voornemens is waer
een bilieerd te houden, tot zoeking van haar en
haare kinderen, beneevens oude moeder onderhou=
daarbij een ongelukkige dogter hebbende; die
haar man te laquaire met zyn Vaartuig is
aangehouden, buyten Uw Excellentie consent
niet kunnende doen so keert zij, suppliant
tot Uw Exellentie als helpen der Weduwe en
beladene familien Uw Excellente ootmoedig
lyk versoekende consent en permissie tot
aanhouden van Een biliard tafel, om daar
door haar onderhoud te bekomen
t welk doende
(was get:/ Den Brinkman
/:in margine stond
Dat mits aan de voet worde voldaan
Curacao 13 maart 1816 /was getekend/ A Kikkert
No. 3
Aan Zyne Excellentie
den Vice Admiraal Albert
Dikkert, Gouverneur Generaal
over het Eiland Curacao en onder
horige Eilanden Bonaire en
Araba, Commandeur van de
Militaire Willems Oude
se ge=
Geeft met de verschuldigde eerbied te
kennen William Turner Inwoonder dezes
Elands zedert den Jaare 1809
Dat de Suppliant rents het gemelde Jaar
1809 met zyn familie alhier gewoond heeft en
van hier als schipper heeft gevaren met de
Golletten Nancij, Intrepid Marij in dienst
van differente kooplieden, en wel van de Heeren
Robert Syle, John Harrison en Elisah
Bomen, en zich steeds tot genoegen van gemelde
kooplieden in zijne voorn: post heeft gedragen
Dat den Suppliant zedert een geruymen
tijd geemploieert is, door den Heer Joseph Poulu
en nu weder om deszelfs Bark Louisa als
schipper te bestuuren, dan daar den suppliant
geinformeerd is geworden dat niemand tot het voer„
van eene Nederlandsche Zeebrief gerechtigd
dan die geenen, welke den tyd zeven Jaren en
eene Nederlandsche Colonie hebbe geresideert
en de Suppliant die alhier vrouw kinderen
heeft, zich derst flatteeren thans inde Armen
van gem de wet te kunnen worden begrepen,
zoo neemt hij de vrijheid zich ootmoedig tot Uwe
Excellentie te keren en te verzoeken, dat hem
mag worden gepermitteerd eene Nederlandsche
Zeebrief te nemen en als Schipper onder die
te navigeren.
T Welk doende 20
(was getekd / W: Turner
Curacao den
14 March 1816.
in margine stond
Tak, mits doende den Eed van getrouwt
aan den Koning
Caracao den 13:e Maart 1816
/was Getekend/ A Bikkert
No 4 Aan
Zyne Excellentie den
Vice Admiraal Rikkert
Commandeurs van de Militaire
Willems Orde, Gouverneur
Generaal van Curacao en
onderhorige Eilanden de de de
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen
Nicolaas Pietje, alhier geboren en te=
Domingo woonachtig.
Dat de Suppliant gaarne wenschte eene
slavin hem in eigendom toebehorende, naar
S:t Domingo met zich te vervoeren, ten einde
aldaar zyn kind te zuigen echter zich ver„
bindende dezelve weder naar hier te doen
retourneren zoodra het kend in staat zal
zijn gespeend te worden, doch daar ingevolge
de Wet zulks geen plaats kan hebben, zonder
bevorens verlof van Uwe Excellentie te hebben
geobtineerd, zoo neemt de Suppliant de
vryheid zich tot Uwe Excellentie te werden,
met ootmoediglijk verzoek dat het Uwe
Excellente behagen moge hem suppliant
toetestaan gemelde negeren benevens des
zelfs zingend kene met zich naar S:t
Domingo te begeven.
Welk doende
was getekend/ N: Pith
Curacao den
15 Maart 1816
/:in margine stond:/
Tak, mids borg stellende voor de
terugkomst van de in dezen genoemde
Negeren en haar kind
Curacao 15 Maart 1816.
/Was getekend/ A Resteert
Aan Zyne Excellentie 15
den Vice Admiraal
A Bikkert, Gouverneur
Generaal van Curacao
Donderhorige belanden
Geeft met verschuldigde Eerbied te
kennen, Julian Monje van
Spaansche Natie, thans wonende alhier
Dat de Suppliant zich genegen vindende
tot het houden van een Winkel in provisies
& drank in ’t Groot en klein, en als vreemde
„ling zulks zonder het expresse verlof vier
Excellentie niet kunnende doen, zoo is de sup„
pliant te rade geworden zich ootmoedigst tot
Uwe Excellentie te keren, eerbiediglijk ver=
zoekende, dat het Uwe Excellentie goedgunstig
„lyk moge behagen den Suppliant toetestaan
en verlof te verlenen tot het houden van
Een Winkel in de voormelde hoofd artikelen,
T Welk doende te
/:was getekend:/ Ionjuij Curacao den
23 Maart 1816.
In margine stond
sat, mits voldoende aan de Wet
Curacao den 23 Maart 1816.
/:Was getekend / A Kerkert
Vice Ad= Gouw Gent
Aan Zijne Excellentie 16
den Vice Admiraal
Aekkert, Gouverneur
Generaal van Curacao
en Onderhorige Eilanden
Geeft met verschuldigde Eerbied
te kennen. Jan Gerard Ringeling,
wonende alhier
Dat de Suppliant vermenende
genoegzaam ervaren te zyn in de Hollandsch,
Fransche en Engelsche Taalen, te rade heeft
gevonden zich tot Uwe Excellentie te
keren, eerbiediglyk verzoekende het Uwe
Excellentie moge behagen den Suppliant
als beeedigde Translateur & Interpreten der voormeld taalen, aan te stellen en
toetelaten
twelk doende te
was getekend) J:G: Ringen Curacao den
15 Maart 1816.
In margine stond:/
Fiat.
Curacao den 25 Maart 1816
(Was getekend Dikkert
Vier Adm: Gouv: en
No. 7.
Van Zyne Excellente
den Vice Admiraal Alevert
Gouverneur Generaal van
Curacao & onderhorige landen,
Commandeur der Koning,
lyke Militaire Willems
Orde &c &c
Geeft ootmoediglyk te kennen Treens
Nissing Chirurgyn der 2 Klasse by het Bataillon
Jagers No 11. dat den Suppliant voornemens zynde
een wettig Huwelyk aantegaan met Mejufvrouw
Helena Eva de Mee op de Eiland woonagtig,
en voor zo verre den suppliant bekend is ten eenen
maal onbesprooken en gedragen wandel, blykens
Certificaten ten dezen annex
Dan dat den Suppliant om hetzelve te
kunnen voltrekken benodigd is, de toestemming
en permissie van Uwe Excelentie Redenen
waarom den Suppliant zich is kerende tot Uwe
Excelentie met ootmoedig verzoek dat het Uwe
Excelentie behage hiertoe de vereischte permissie
en toestemming te verleenen.
’t welk is doende Verzoeke Uwe Excellentie
om dit request goedgunstig was get:/ F. Nessing
te appicieren en met Uw Exe„ Chir: Arde Major
toestemming te vereeren. (in margine stond)
Fiat (was get:/ F: Knoker
Curacao den 27 Maart 1861/ getd / Alikkert
vice Ad= Gouv:r Gen
Ik Ondergetekende Chirurgijn Major bij het
Bataillon Jagers No 11 verklare ten verzoeken
van den Heere Frans Nessing, dat er ten
aanzien van deszelfs dienst als dede Chirurgijn
by 't Hospitaal van het Guarnisoen te curacao,
en het meergemelde Bataillon Jagers N=o 11, geene
redenen bestaan waarom zijn voorgenomen hu=
„welyk met Mejufvrouw Helena Eva de
Mei zoude behoren te worden geweigerd.
Curacao den 17 Maart 1816.
was get:/ J Groesbeek
Chr: Major
Wij ondergetekenden verklaren by deze uit
liefde der waarheid om te kunnen dienen en
strekken daar en waar het zal worden vereischt
Dat de Jonge Jufvrouw Helena Eva
de Meij, dogter van wylen den Heer Pieter
de Meij in echt verwekt bij Mejufvrouw
Johanna Wilhelmina te Paesche, by ons zeer
wel bekend is, voor eene Jonge Jufvrouw van
onbesproken Caracter t gedrag en van
Patroenlyke Familie van dit Eiland af=
komste
Ten blijke daarvan hebben wij deze
Ondertekend op Curacao den Maart
/was get:/ Peter Will V.D. 1616.
J. Muller J.A.
redikant Bulte
onderl.
J: R: Latte
Aan Zyn Excelentie
Albert Hikkert
Commandeur van de Militai=
re Willems Orde, Vier
Admiraal in dienst van
Zyne Majesteit den
Koning der Nederlanden
Gouveneur Generaal van
Curacao en onderhorige Ei=
landen Bonaire en Aruba
en Gen:l de Admiraal en
Chef over de land en
Leemagt aldaar
de de
Geeft met verschuldigde Eerbied
te kunne den Ondergetekend dat
daar het den Opperbeschik ter behaagt
heeft zijn behuwd Moeder wylen ster
Suares Wed: Abraham Henrig
Melhado uit het tijdigen doen verhuizen
zoo kert zig den Suppliante mits
8
deze tot U Excellentie met verzoek
om zyn overledene behuwde Moeder
op de gewoone wijze zonder zyn prese
die ter aarde te mogen doen bestellen.
Welk doende te
dagte sekreet schre
Curacao den
2 April 1816
(in margine stond)
Dat zo als verzogt is, mits nieman
zig daar tegen Stolt
Curacao den 2 April 1816
/:Was getekend / A Kikken
Aan Zyne Excelent
den de Admiraal sal
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige bile
den Commandeur der
Militaire Willems Orde de
Geeft met verschuldigde Eerbied te ken Gijsbertus Kopper Jongeneel, sungeren
als Boekhouder der administratie van het
Bataillon Jagers N:o 11, bij den kapiten
Kwartiermeester Plass
Dat den Suppliant naar door de revo „lutie in de nederlanden in Anno 1795 met
zyne mede Ambtgenoten ontzet te zyn
geweest van zyne wettig gekogt en betaalde
Bediening als Secretaris van Oostveen
C:S: behorende tot de Postdije dert
Capitale ten Dom te Utrecht, niet
alleen gederende aldien tyd tot op heden
van de minste schade vergoeding is versto „ten gebleven, maar door de vernietiging
der Ambachtsheerlijke Rechten voor het
vervolg hopeloos, daaromtrend is gesteld
geworden.
Dat den suppliant gaarne zonder
Bezwaar van iemand door de dereld
willende komen, sints dien tijd heeft
waargenomen en ter uitvoer gebragt de func=
tien van den Hoogbejaarden en sints te
Jaren overledenen Notaris, Procurer
Abraham van Poll, voor den Ed Hove
van Utrecht postulerende in hoope van
by zyn overlijden en gezegde Bedieningen
te zullen worden gecontinueerd, dan daar dezelve
posten geenen opvolgen hebben gekreegen, door
de veelheid der Tractisijns, welke zich gedurende
de agtereengevolgde Staats veranderingen hadden
ingedrongen, zoo is den Suppliant genoodzaak
geworden zyn bestaan elders te zoeken en
naar dien tijd in functien geraakt zynde als
in het hoofd dezer gemeld, nu kortelings
met 2 schip de Prins van Oranje
gemeineerd met goede getuigenissen en behoorlijk
Buitenlands Paspoort onder het gemelde
Bataillen Jagers op dit Eiland aangekomen
Dat den Suppliant schoon niet wederzijdsch
genoegen werksaam, echter door dien hetzelve
geen genoegsaam bestaan opleverd, en de noodzakelijk
verpligting om naar vermeerdering van inkomsten
omtezien, en zich genoegzaam in staat achtende
tot de uitoeffening der notarieele en Judicieele Pract
Zoo is den Suppliant geraden geworden, zee
te addresseren aan Uwe Exelentie met ootmoet
verzoek omme alhier op dit Eiland te mogen
worden geadmiteerd als Notaris & Procureur ofte
wel indien dezelve posten niet te samen konden
worden bediend, en eene van beiden te mogen
worden geplaatst. hetwelk is doende
Curacao den 5 April 1816. (was get: kopper Jongeneel
(in margine stond,
De Admiraal Gouverneur Generaal heeft niet tegen de den
van den Rekwestrant als Procureur, indien hy de nodige bekwaamt
daartoe bezit, het geen blyken moet aan den Raad van Jaerle tsamen
aan welken de Rekwestrant zig zal hebben te addresseren, edog het verze
van den Rekwestrant om als Notaris te worden geadmitteerd kan niet geac
worden. Curacao den 5 April 1816. (was get:/ A Kikker
No. 10.
LS
Translaat
Aan Zyne Excellentie
Albert Hikkert Comman=
deur van de Militaire Willems
Order Vice Admiraal in
Dienst van Zijne Majesteit
den Koning der Nederlanden,
Gouverneur Generaal van Curacao
en onderhorige Eilanden Bonaire
Aruba en Generaalen
Admiraal en Chef over de
land en zeemagt aldaar
de
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen
Sanhago Salamanca Ordenbroeder en
Voorlezer op de vaste kast zig thans alhier
bevindende
Dat de Suppliant aangezegt zijnde om
dit Eiland te verlaten, zig in de noodzakelijkheid
bevind aan Uwe Excellentie ’t volgende ootmoedig
voortedragen
Dat hy Suppliant, zig steeds volgens
plicht aan de bevelen van dit Gouvernement
gehoorzaam heeft gedragen, en nog onlangs op de
laatste orders hem gegeven, namenlijk om het
kerkelijk gewaad welke hy droeg aftelaten en
namaals, dat hij het waarnemen zyner
ampts verrigtingen, welke hy met voorkennis
van den Eerwaarden Kapellaan der Catelyksch
gemeente alhier, aan dewelke hy zooveel mogelyk
behulpzaam was, en verscheide malen zig op ver=
afgelegen plaatsen op dit Eiland tot dien eene
heeft begeven uitvoerde, moest staken, de sup
pliant zonder verwijl Burger klederen heeft
aangetrokken, en ook met het waarnemen
syner gemelde Ampts verrichtingen heeft
opgehouden.
Dat omtrent het derde bevel hem
jongstleden bekend gemaakt, namenlijk on=
dit Eiland binnen de tijd van veertien dage
te verlaten ten volle op Uw Excellences
goedheid vertrouwende, de Suppliant de
vrijheid neemt voortedragen, dat hy reeds te
Ouderdom van 38 Jaren heeft bereikt en
zig met zodanige kwaal gequeld vind, de
hem het omzwerven op Zee, hoog gevaar
lyk doet zyn.
Dat hij geendene tot lasten
algemeen alhier is, want ofschoon hij de
Ampst verrichtingen zyner staat als
Geestelijke niet waarneemt, zo word hij
door een maandelijke toelage zijner
landsgenoten onderhouden, en wanneer dit
middel zoude ontbreken, hij ook niet beschaamt
zoude zyn eenige andere bezigheid bij de hand
te nemen om een zuinig bestaan te bekomen
Dat de Suppliant dewyl sy op de
Vaste kust geen Correspondent heeft, reeds
door een koopman alhier een paspoort
om aldaar te mogen komen, heeft laten
verzoeken, en intusschen bereid is, een of meer
bekende ’t aanzienlyke lieden op dit Eiland
als Borgen zo voor zyn politieke gedrag,
middelen van bestaan, ’t geen Uwe Excel=
lentie verder moog begeren, gedurende zijn
verblijf alhier te stellen.
Redenen waarom de suppliant zig
mits deze tot Uw Excellentie is kerende
Ootmoedighijd verzoekende, dat en consideratie
nemende het gevaar waaraan de Suppliant
door dit verhaast vertrek van hier is bloot,
gesteld, hetwelke veelligt zijn leven zoude
kunnen gelden, het U Excellentie goed
gunstiglijk moog behagen, de opgemelde orde
van verzending des Suppliants Persoon
opte schorten, of wel het tydstip daartoe
bepaald zoo lang uittestellen tot dat de
suppliant een gelegenheid om zig te begeven
ter plaatse alwaar hy zig zal kunnen onder
houden by aldien de Paspoort welke hy
verzogt heeft niet bevorens aankomt) inder
zal. Welke verzoek de Suppliant uit
menschlievendheid hoop. te erlangen, en en
de vaste verzekering van nimmer tegens de
ligten eener wel gezende Ingezeten op
dit Eiland gezondigt, te hebben.
Twelk doende 12
was get:/ Santage Salamanca
door
was getekend/ Delvalle
Curacao 4 April
Boed: Hr.
1816.
en margine stond)
De Gouverneur Generaal verleent aan
den Rekwestant twee maanden uitstel
om zig van hier te begeven naar waar hy
mogte verkiezen, zullende hy by de expiratie
van den voorzeiden tyd dit Eiland moeten
ontruimen.
Curacao den 8 April 1816.
Was get:/ A Kikkert
No: 11 Translaat
Aan Zyne Excellentie.
Albert Kikkers
Commandeur van de Militaire
Willems Orde, Vice Admiraal
in dienst van Lene Majesteit
den Koning der Nederlanden
Gouverneur Generaal van
Curacao en onderhorige
Eilanden Bonaire & Aruba
en Generaal en Admiraal
over de land en zeemagt
aldaar &:a &:a &
Geeft met verschuldigde eerbied te
kennen Nicolas Angola van de Spaansche st
Natie zig thans alhier residerende.
Dat de Suppliant door zijn Wel Edele
Gestrenge den Fiscaal, namens Uwe Excellentie
is aangezegd geworden, om binnen de tijd van
veertien Dagen met zyn Huisgezin
/: bestaande uit vrouw, vyf kleine kinderen
en huis bedienden:/ dit Eiland te ontruimen, den
en dit uit hoofde (gelijk zijn WelEd: Gestr:
hem gezegd heeft) dat hy Suppliant geen
middel van bestaan heeft op dit eiland,
als uit ’t antwoord door hem suppliant by de
ave der vreemdelingen, welke onlangs heeft
schad gegeven is komen te blijken.
1 zal aan Uwe Excellente reeds beke
dat de rampzalige gebeurtenissen op de
vaste kust voorgevallen, veele huisgezinnen
die de slagting welke zij te duchten hadden
wilden ontkomen, genoodzaakt hebben zig
naar de naburige Kolonien te begeven,
onder welke de des suppliants zig mede hooft
bevonden
Dat de verkant met dat deel
eende om zyn gem. Huisgezin in ze kerken
te stellen, en vertrouwende op de gunst door
alle beschaafde volkeren verleend, dit Eiland
tot schulplaats heeft verhoren, alwaar de
Suppliant zedert en tot heden, zig zo met
het gene hij mede gebragt, en met enige
negoties heeft verdiend, als met verscheeden
remisen hem door zyne gemachtigden
van ’t geen zy op de vast te gedaan.
(alwaar by zyn eigendommen heeft nagelt
van zijn debeteuren ontvangen hebben, heeft
onderhouden; zonder iemand op dit Eiland,
lastig te vallen,, noch de Inwooneren
enig overlast te doen, ofte van enige andere
gunst, dat alleen van zijn geswerk te
bestaan
Wel is waar, dat de Suppliant
geen ambacht heeft als die van Snyder
Timmerman de twelke hy dagt de
vraag naar zijn middelen van bestaan, te
kennen te geven) Edog alhier onderhoud
hij zig van ’t negotie den zijn land is hij
een slanter en bezetter ener aanzienlyke
Plantagie, behalven uit vermaak als
Rechtsgeleerde gestudeerd te hebben
zonder noodzakelykheid om zig daarmede
te onderhouden.
De Tappliant neemt dus de
vryheid aan Uwe Excellente voor te dragen,
dat bij aldien de order hem van wegens
U Excellentie medegedeeld, ten uitvoer
moet gebragt worden, hetzelve de maat„
regelen welke hij tot onderhoud zyner
Huisgezen beraamd heeft, ten ene=
male zal om verre werpen, dewyl de
suppliant de contante penningen
die hy had heeft uitgelegt, en waar
voor hy van de Kust Producten
verwagt, en zijn gemachtigde te sargias
thans onderricht zyn, van de plaats alwaar
hy zich bevind om hem remisie te doen.
aldien de Suppliant des ge„
noodzaakt is, zig in haast naar elders
te begeven, zo zal hy op nieuws veel verliesen
tot grote schade voor zig en Huisgezen
moeten ondergaan en buiten dien eind
hy zich heden, in de onmogelykheid,
om met alle de zynen te vertrekken, Twil
enige hunner ziek zyn, zonder iets in hand
om tot geld te kunnen weken
Uwe Exellenties Rechtvaardig
heid, Menschlievendheid, de Heden dog
„heid zyn wel bekend, zy zullen dus de ver„
„drukking eener ongelustige familje, die
op de voorstand van dit Gouver„
ment vertrouwd en steeds getragt
heeft vreedzaam en gehoorzaam aan de
Wetten te leven, niet gedogen.
Heeren waarom de spree
zig aller eerbiediglyk tot Uw Excellen
is berende, ootmoediglyk verzoeken
dat het Uw Excellentie gunstiglijk
moog behagen, de order omtrent ’t vertrek
van de Suppliant en zyn Huisgen
opte schorten, ofte dezelve zo lang custe
stellen; tot de suppliant na zijn
zaken geschikt te hebben, de Hees zal
kunnen ondernemen.
Welk doende de
Was Get:/ Nicolas Angola
door mij
Was Get:/ Delvalle
Curacao 5 April
B. E. F. 1816
In margine stond:/
Aan den Suppliant wordt drie
maanden verleend om zyn Affairen
aftemaken; zullende hy borgen voor zijn
goed gedrag, gedurende zijn verblijf alhier
stellen, en zich by de Expiratie der
drie Maanden van het Eiland
begeven moeten
Curacao 8 April 1816
Was Get:/ A Hesseert
N:o 12.
Aan Zyne Excellentie
Albert Hikkert, Comman=
deur van de Militaire Willem
Order, Vice Admiraal,
Gouverneur Generaal Com„
„mandant en Chef des Eiland
Curacao en onderhorige
Westrict Bort en
Aruba F F F
Geest met allen verschuldigden verbied
te kennen de Ondergetekende Jose
Louis Cabrera, zig thans alhier
vinde
Dat den Suppliant cents de maan
November 1814, hier te lande aangekomen
zig rustig en vregtig onder het toen exter
Britsch Gouvernement heeft gedragen en
ook als zodanig zedert den hengelyken
dag van den 4:n Maart, dat de Eiland
aan zyner aller genadigste Majesteit
Koning der Nederlanden is overgege=
bezield met de vlyende hope om onder de
lagte en alom benoemde goede en gemalig
Regeringscorm der Nederlandere zyn
nog overige dagen in ruste misschier
te blijven doorbrengen.
Dat den suppliant op het onverwagtste
heeft ontvangen Extract van het Besluit
van den WelEd: Achtb: Raad van Politie
dezes Eilands in dato 28 Maart deezes
Jaare 1816, uit dewelke het den Suppliant
is komen te blijken, dat den Suppliant
op dit Eiland niet zoude mogen verblyven,
zonder Uwe Excellenties Speciaal verlof
Waar na den Suppliant met volko„
„men gerustheid zig derst vlegen bij het
algemeen genoeg bekend te zyn voor een
Catzoenlijk man, zig allezints rustig en
vredig gedragende, en dieshalven zig dan
ook blyt, dat onder Borgtogte van goede is
en fatzoenlyke Inwoonderen deezes Eilands
van zig als een rustig en vreedzaam, Inwoonen
te zullen gedragen, door Uwe Excellentie
zal worden gepermitteerd op dit Eiland te blyven
resideren, met verzoek den Suppliant soetelaten
tot het doen van den Eed van getrouwheid aan
Zyne Majesteit den Koning der Nederlanden
en het Gouvernement dezes Eilands om gevol=
gelijk als een rustig en vreedzaam Inwoner
alhier te mogen verblyven; Redenen
Curacao den
April 1816
E
waaromme den Suppliant is te rade geworden
hem tot Uwe Excellentie te keren, aller eer„
biedigst verzoekende dat het Uwe Excellente
behagen moge den suppliant te permitter
als een vreedzaam Ingezeten op dit Eiland
blyven resideren, mids doende den gezegden
Eed, en is het nood onder Cautie als gezegt
is, van de Heeren J: L: Parker, Raem
de Lima, Josuat de Sola, George Curiel
Jan Martin Ellis, Gerard Martin
Ellis & John Corser
Hetwelk doende
/was get:/ Iph Louis Cabrera
(in margine stond
Het verzoek van den Rekwestrant is
geaccordeerd, onder cautie van de heerengenoem
perzonen
Curacao den 9 April 1816
/was get:/ A Kikkert
Voor Copie conform
„
Copie Duplicaat
No. 13.
Exh: 21 Maart 1817 No. 2094
Aan Zijne Excellentie Albert Kok
keert, Commandeur van de militaire
Willems onde Vice admiraal in dienst van
zijne Majesteit den Koning den Nederlan den Gouverneur Generaal van Curacao en
onderhorige Eilanden Bonaire en Aruba.
en Generaal en admiraal en Chef overde
Land en zeemagt aldaar
Geeft met hoogst verschuldigde eerbied te kennen Francis=
co Chirins van de Spaansche Natie
Dat de appliant van beroep een Zeeman zijnde te voor
onder de Nederlandsche vlag, en onlangs met een Zeepas van het
voormalig Engelsch Gouvernement alhier gevaren heeft als schip
pen, en zedert meer dan twee jaren zich op deze Kolonie heeft
ter neder gezet.
Dat de Suppliant enige dagen geleden alhier is aangeko„
men met zijne bark genaamd Curacao tacket,
waarvan hij schipper is, en naar vere Kolonie is gerestitueerd
aan zijne Majesteit den Koning der Nederlanden ende
Suppliant voortaan onder de nederlandsche vlag wenscht
te mogen varen, echter zulks niet vermag te doen, zonder
voorzien te zijn van een burger brief
zoo is den suppliant te rade gegeven zich tot uwe
Excellentie te keren in met de meeste veneratie te exhiberen
een Certificaat door twee ingezetenen alhier ondergetekend
tot staving van het geen door den suppliant beneerd is
en daarbij ontmoedigst te verzoeken dat het alle
moge behagen goedgunstiglijk toetestaan dat aan den cum
ant een burgerbriefen doen ingevolge verlof verleend
onder de nederlandsche vlag te mogen varen.
T Welk doende &a
Curacao den 9e April
en marque land Frans Chirine
1816.
Het verzoek van den Rekwestrant is geaccordeerd.
Curacao 9e April 1716. mits doende den eed van getrouwheid aan den koning, W:m dik
Aan zijne No. 14
Excellentie den vier admiraal ge=
neur Generaal van Curacao en onderhoud
Eilanden & do. &
Geeft met verschuldigde respect te kennen Johannes
Groesbeek Chirurgijn Majoor bij het Bataillon Jagers 14
Dat den Suppliant voornemens zijnde een wettig huwel
aantegaan met Mevrouwe Elisabeth Treson, weduwe van
den Heer Jasper de Veer op dit Eiland woonagtig
Dat den Suppliant om hetzelve te kunnen voltrek
benodigd is, de toestemming of vermissie van uwe Excellent
redenen waarom den Suppliant zich is Kerende tot uwel
cellentie, met verzoek dat het une Excellentie moge behagen het
de vereischte permissie of toestemming te verlenen,
T Welk doende
Curacao den 10 April 109 J: Groesbeek
1816. Chirurgijn Majoor
Gezien, met verzoek om approbatie
G: F: Knotsen
Coll:
/onder stond
Gezien en geapprobeerd.
G A Kikkert.
Curacao den 11e April
van ad: & Gouv:r gen:
1816
15
van Zijne Excellentie den viceadmi haal Albert Kikkert Commandeur en
van de militaire Willems orde, Gouver=
neur generaal over Curacao in onder
hoorige landen en Generaal en admiraal
aen de Land, & zeemacht aldaar
. . .
Geeft met alle verschuldigde Eerbied en veneratie te
Kennen, Francisco Paul een inboorling van Caracao, thans
alhier woonagtig
Dat de Suppliant op voorledene woensdag voor zijn
Edele Gestrenge den heer Arent Fiscaal, namens uwer
Excellentie, door Interpretatie van den Heer Heerde, is
aangezegt geworden, dit heid binnen veertien dagen te
verlaten, veroorzaakt door de opgave door hem ter Tis
Claas
Calaat gedaan een advocaat bij Professie te zijn,
en dus beschouwd, als geen officie alhier als vreemdeling
Exerceerende
Dat de suppliant, geenzints genegen zijnde in
Excellenties kostbaare tijd noodeloos te occuperen, met
een aantal argumenten die hij ten zyne voordeel zoude na
nen allegeeren, zig alleen bepalen zal, met te zeggen
dat deezen opgave geheel en al misverstaan is, dewijl de
kant te kennen meende te geeven, dat hij op de
dese kust, de presissie van advocaat is vereerende bij
op dit Eiland alwaar zodanig een beroep in de Spaansche
Tral niet te pas komt zig immer met zijn talrijk
Famille, door middel van zijn industrie en Commertien
eenige Kleine fondsen in handen van respectivele koop
lieden alhier rustig en vreedig heeft weten te onderhouden
zonder in de tijd van bijna agtien maanden dat hij zig
hier bevind, iemand hoegenaamd immer voor het beho
van een enkelde stuiver te hebben lastig gevallen.
Dat de Suppliant die te wel weet wat men verschee digd is, aan de overigheid eener land, alwaar den ongeluk=
Negen enigent, protectie verleend worde, zig ook dus
vleijen, en het welk des noods door de respectabelste
leden alhier kan worden bevestigd, dat het gedrag door
hem alhier gehouden hem de achting van een ieder die
hem kent, heeft waardig gemaakt, in zo verre dat zijn
achtbaare de geweezene Luitenant Gouverneur de couteur
hem als eene gekozen heeft, aan wien hij het antwoord
op het afscheide addres heeft gelieven toe tezenden, blijkens
de origineele brief hiermede eerbiediglijk gesuppediteerd;
in het vast vertrouwen, dat die distinctie die hij door zijne
bekende rustig en vreedzaam gedrag onder het Britsche
Gouvernement heeft weten te meriteeren, hem niet minder
de bescherming eener nederlandsche opperhoofd zal
doen waardig maken. De Suppliant wiens caracter
openhartig is bekend, dat ofschoon hij alhier mij een de
minste aanmerking komt, niettegene beende, indien
omstandigheden een keer op de Spaansche Kust namen
in zijn eigen land van eenige inportantie is, en dat indien
dit ook immer plaats neemt, alle zyne pogingen zal
aanwenden zyn onuite preekbare Dankbaarheid, aan
dit Gouvernement in de ingezeetenen deezer colonie, met kragt
en magt van den dag te leggen, in de belang en welvaart
van dit Eiland, als zijn eigene aan het hart te neemen
De Suppliant die ook mede vertrouwd op de
wel bekende goedertierendheid van uw Edellentie, wie zijn even„
een naasten zeker niet zal willen opofferen, en daar het
zeer moeielijk en ruineus is, met een talrijke Familie zig
van een plaats te begeeven, alwaar men reeds gestabliseerd
is, zo keert zig de Suppliant zeer Eerbiediglijk / onder aan
van Cautie voor zijn gedrag tot uwe Excellentie, ootmoedigt
verzoekende, dat het decreet aan hem aangezegd mag worden
ingetrokken; en dat hem verlof verleend mag worden in dit hilve
rustig en vreedig met zijn huisgezin te continueeren.
Het welk doende
=
1 kan Paul Curacao den 10 April
1816.
opgesteld volgens de Spaansche opgave, & geinterpreteerd
aan de Suppliant door mij
G. M. Ricardo
B: Int Fr.
In margine stond
Aan den Rekwestrant wordt verleend den tijd van
Drie maanden van heden af te rekenen om zijne zaken
en affaires te vereffenen; echter onder Borgtogt van twee
den angezetenen alhier ten genoege van den gouverneur gene
voor zijn gedrag gedurende zijn verblijf op dit Eiland
hetwelk hij Rekwestrant bij de haperatie van de voor zeiden
zal hebben te ontruimen.
19 A. Kikkert. Curacao den 11e April
via ad & Gover Gen 1816.
No 16. Aan zijne hucellentie Albert Kikkert.
Commandeur van de Militaire Willems
order vice admiraal in dienst van zijne
Majesteit de Koning der Nederlanden
Gouverneur Generaal van Curacao in
onderhorige Eilanden Bonaire & Aruba,
en Generaal & Admiraal en Chef over
de Land en zeemagt aldaar &=a &=a &=a
Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Johannis
Baptiste, Inwoner alhier
Dat de Suppliant & zijne Huisvrouw mijlen Maria
Francisca op den 28 Februarij 1799 voor de toenmalige scretaris
Provisioneel Gerrit Specht & getuigen gezamentlijk over hunne nute
latene goederen Testamentair gedisponeerd hebben
Dat zij onder anderen bij gemelde Testament ingevalle
zij de eerststervende zouden zyn, aan een Neger Jonge genaamd
Jan Andreas die te voren door beide de Testateuren was vrijgegeven
en somma van twe honderd peros van agten, met last dat dezelven
gedurende de onmondige Jaren van gem Jan Andreas ter wees kamer alhier zouden geadministreerd worden gelegateerd hebben met dien
verstaande nogthans, dat ingevalle hij minderjarig mogte komen te
overlijden ’t gemelde Capitaal aan de Kerk der Roomsche gemeente
alhier zoude overgaan.
Dat namaals & wel op verzoek van gemelde Suppliants Huis„
vrouw die bedugt zijnde, dat wanneer ’t gebeurde dat gem Jaan Andrees
na hun overlijden, ’t gemelde Legaat van Twe honderd pers aan Contante in
handen zoude krijgen, ’tzelve veelligt zoude doorbrengen of verkrij
beide Testateurs goedvonden, in stede van gemelde Regent van twe honden
pers van agter hem het afdakje welke naast hun woonhuis te
Pietermaaij op de weg neur scharlo gelegen is, tot een Donatie
Inter vivos te maken (daer mede menende ’t gedeelte derzelve bewesten
gelegen, en niet beide gelyk het thans schijnt verstaan te worden twee
ook geschiede
Dat de Suppliant dus geen andere reden had nu zo
de vrijheid aan gemelde van Andrees geschonken, het gemelde
Legaat na hun Dood of stede derselve de Donatie hem geme
4 buiten dien veele andere mildadigheden de ontwisselbare bewijzen
van der mogtheid & liefde bewezen te hebben, dan te veronderstellen
dat hij zig dankbaar & behoorlijk jegens hun zoude gedragen
het tegendeel geschied nochtans, daar hij Juan soude
niet alleen gedurende het leven des supplant, zig meester te
te maken van ’t gemelde afdakje maar in zeep ’t zelve heede te
verkogt, en wat nog ongeoorloofden is, zig beide vertrekken van 14
melde afstakje, tegens de wel de intentie van de Donateurs wel
toeeigenen, dewelke hij reeds zonder voor kennis van den Suppli ant door de Rooijmeester heeft laaten Rooijen, Een bestaan
welke de Suppliant op de Krachtendigste wijze moet tegen gaan
en wel om de volgende reden.
In de eerste plaats, om dat de intentie van de Donateurs nimmer
was nog kon geweest zijn, dat hij Jan Andries het gedonateerde gedane
hun leven zoude Jouisseren, ’t welk ook duidelijk uit de Donatie komt te
ken, alwaar het omschreven Staat, dat de gemelde Donatie in stede
van het Legaat van Tros twe honderd hem per mutueel Testament gem
gegeven wierd, daar hij nu dit legaat, niet eerder dan na de Dood van
beide Testateurs kan genieten, zo staat het ook van Zelve, dat
hij het geen daarvoor subintreerd, mede niet eerder kan bezit„
ten.
Sweden, was de suppliant, nog zijn overledene huisvrouw niet
bevoegd, om enige gedeelte dier gebouwen weg tegeven ofte veralieneren
dan bij zodanige dispositie, dewelke eerst na hun dood effect
zonder sorteren dewijl zij enige gelderen op het gantsche gebouw
op Hijpotheek verschuldigd waren en nog zijn.
Derdens te vermeet gemelde Neger Jonge Jan Andries
zig twe vertrekken van ’t afdakje toe teeigenen, wanneer de
zuivere meening zo van de Suppliant als van zyn overleden
Huisvrouw niet anders geweest is dan om hem een vertrek
van ’t zelve te geven.—
Reden waarom de suppliant zig aller eerbiedigst het
uw Excellentie is verende, ontmoedig verzoekende dat het uwe lael
lentie goedgunstiglijk mong behagen de gemelde Neger Jonge
Juan Andries te gelusten, zig tot na ’t overlijden van de Suppliant,
sie te houden zouden voor als nog, overeets twelke nig een zin
hoegenaamd zijn Eigendom is te disponeren, Eerstelijk dewijl de
Intentie zo bij Testament als bij de Donatie die in stede derzelve
is gemaakt geweest is, dat hij ’t capitaal slegts na ’t overlijden van
de Testateurs & namaals Donateur zoude Jouisseren; Tweden
dewijl ’t gemelde gedonateerde eigendom, zo lang de penningen
daarop verschuldigd niet afbetaald zijn niet als ’t Eigendom
van den Suppliant nog van wijlen zyn huisvrouw als Testateurs of
Dom Donateurs kan aangemerkt worden. En dat in alle gevallen
hij eindelijk niets anders te eisschen zal hebben, dan het een
vertrek van ’t gemelde afdatie ingevolge de Intentie van de
Donatie aan hem gemaakt.
ondankbaarheid is steeds ’t kenmerk van laage en
baatsuchtige zielen geweest & hij die weldaad met Raad
beloovd, is een best der Maatschappij, in diend als zulks
daaruit gesloten te worden
De Suppliant in zeker van zig ten dere aan een vader
dezer colonie geaddresseerd te hebben, aan hem, die onrecht
haar dus weldra uit het inhoud dezes zal opmaken
dat gemelde Heer Jonge Jan Andries de voorstand welke
hij anders zoude kunnen vergen door zijne schandelijke
& ongehoorde ondankbaarheid ten enemale heeft verzaakt
Twelk Doende.
10
Dit is het merk
Curacao 11 April van Johannes Baptiste
1816 Als getuigen.
10 G: M: Cousant
In margine stond
zij deze gesteld in handen van Jan Andries om daarop
binnen den tijd van agt dagen te dienen van berigt belang
in scripten, in dezelve ter Gouvernements Secretarij in te leven
G: A: Kikkert.
Curacao den 11e April
onder stond 1816.
De Gouverneur Generaal gelesen hebbende
het berigt van Juan Andrees, en de daar bij geexhibeerde
documenten, kan in het verzoek door den Rekwestrant Jo=
hannis Baptiste, bij dit Rekwest gedaan, niet treeden, staande
’t nogthans aan den Rekwestrant vrij en onverlet de ordinaire
weg van Justitie in te slaen indien hij blijft persisteren het
recht te hebben den voornoemden Juan Andres te verhinderen
over het gedonateerde afdakje staande zyn Rekwestrants
leven te disponeren.
G: H: Kikkert
v: ad & Gouv:r gen:l
Curacao den 23:e April
1816.
No 17 Van Zijne Excellentie den Hoog welgestrengen
Heer Albert Kikkert Commandeur
van de Militaire Willems orde, drie ad„
miraal in dienst van zijne Majesteit
den Koning der Nederlanden, Gouverneur
Generaal van Curacao en onderhorige ri„
landen Bonaire en Aruba, en Generaal
en Admiraal en Chef voor de Land en
zeemagt aldaar Z.Z. Zo.
Geeft zeer reverentlijk en onderdaniglijk te kunnen
Laurens Leonard John William Lamaison,
Beeedigd Klerk ter Secretarij van President en Leden van den
Raad van Civile en criminele Justitie alhier
Dat zijne suppliants Moeder, uit hoofde van Gezondheid
als ook om hare Dogter Mevrouw H: Lucas zo spoedig mogelijk
te kunnen volgen, wenschen is bij de Eerste goede gelegenheid
na het vaderland terug te keeren.
Dat zijn suppliants vader door het gewigt van zijn
Ambt en menigvuldige bezigheden buiten de mogelykheid ge„
steld is, om zyne Supplts Maetse derwaards te accompagne
Een en brengen, En dus aan de zorg en protectie van hem Suppe
haar heeft willen toevertrouwen.
Reden waarom hij Suppliant keert zich eerbiediglijk
tot uwe hacellentie ootmoedig verzoekende hem te willen
accordeeren verlof om niet behoud van Tractement en gages
zich met het schip de Drie Gebroeders ofte eenig on„
der vaartuig dat binnen de tijd van 4 weeken hier van
daan naar Holland zal vertrekken, van deze colonie te
mogen absenteeren voor de tijd van zes maanden afte
rekenen van ’t vertrek van voornoemd schip
Twelk doende &ca
G: L:L: J: Lamaison Curacao 15 April 1816
In margine stond
Het verzoek van den Rekwestrant om zig voor
den tijd van zes maanden te absenteren wordt toegestaan,
echter zonder tractement gedurende zijne absentie
G: A: Kikkert
Curacao den 19e April 1816
No 18.
Aan Zijne Excellentie Albert
Kikkert Commandeur van de Mili„
taire Willems onder vice admiraal
in dienste van zijne Majesteit de Koning
der Nederlanden Gouverneur Generaal
van het Eiland Curacao en onderhorige Eilanden
Bonaire en Amba, Generaal en admiraal
en Chef over de Land en zeemacht aldaar
A C =
Geeft met allen verschuldigden Eerbied te kennen
I: B: Rabaine zich thans alhier bevindende.
Dat gelijk heb uwe harellentie bekend is, den Suppli=
ant eerst in den zeedienst, en vervolgens is geplaatst geworden
bij de artillerie in den land dienst alhier, en in die qualiteit
als tweede Capitein op het Eiland S:t Martin heeft gedient,
tot dezelve door de Engelschen is veroverd, zints welke Capitare
den supp=t alstaan heeft vertoeft als krijgsgevangen hebben„
de den Suppliant in deeze betrekkingen den tijd van bijna
20 Jaren in ’s Lands diensten, en den besten tijd zijne be„
vens in dezelve doorgebragt.
Dat den Suppliant als een oud officier zig nu
geheel buiten dienst bevind, en gelijk het niet wel anders
te verwagten zijn kan ontblood van eenige middelen van be„
staan
staan, en ook buiten staat, om de reijse naar Europer
te kunnen vervorderen.
Dat den Suppliant vermeend als een oud officier
gegronde heden te hebben te vertrouwen, de hunne lacellentie
zodanig quard zal slaen op des Suppliante omstan„
digheden als uwe Excellentie Conform de wetten en War„
tien van den Lande, zal oordeelen te behooren.
zo is het dat den Suppliant hem Eerbiedigst tot
inne Excellentie is kerende zoekende weder in Militair
dienste hier te Lande geplaatst te worden, met nedrige
verzoek, al verden in consideratie te neemen, dat met
den suppliant weder in militarie dienste aantenemen,
niet zoude zijn, als een particulier persoon, maar wel
als een oud officier, dewelke zints bijna 20 Jaren den
Lande gediend heeft, hem wederom in zijne betrekkingen
te doen terug keeren, alles onder zijne gestert gunstig
approbatie, en inne Excellenties voorschrijvinge.
Dan ingevalle uwe Excellentie zwarigheid mogte
maken in het bovenstaande toe te staan, dat het als
den uwe Excellentie behagen mogen den Suppliant prover
oneel half tractement toe te leggen, tot tijd en wijle
den Suppliant zig aan hoogstgezeijde zijne Majesteit onder
geliefden Koning, hier over zal hebben geadresseerd.
Het
Het welk doende &„a
Curacao den 18 April
J: H: Rabainne
1816.
In Margine stond)
Onder zijner Majesteits nadere approbatie, wordt de
Rekwestrant benoemd tot twede Luitenant bij het onlangs
opgerigte Corps Inlanders dienst doende op de Batterijen en
inposten met het Tractement van twede Luitenant,
bij de artillerie
18: G:
Curacao den 22 April 1816
A Kikkert.
No. 19 Aan Zijne Excellentie Albert
Kikkert, Commandeur van de militaire
Willems onder Vice Admiraal in dienste
van zijne Majesteit de Koning der
Nederlanden, Gouverneur Generaal
over het Eiland Curacao en onderhorige
Eilanden Bonaire & Aruba Generaal
en Admiraal en Chef over de Land
& zeemachte aldaar E:
Den ondergetekende Jaan Andries wonende alhier heeft
met allen verschuldigden Eerbied de Eer ingevolge uwe wellen,
ties bevel bij Apostille verleend op het door Johannis Baptist
aan uwe Excellentie gepresenteerd request gedateerd 11 April
1816 te resideeren.
Den ondergetekende neemt eerbiedigst de vrijheid tot weder
legging van de abusive stellingen bij het door gemelde Johan„
nis Baptist gepresenteerd request ter nedergesteld te ha„
hibeeren, Donatie Intervivos van het afdakje in questie, uit
dewelke uwe Excellentie zal ontwaren, dat hetzelve zo zeer
niet is gegeven in de plaatse van het gepretendeerde Legaat,
maar in vergelding van de waarde van een Stukje grond den
ondergetekende toebehorende en door Johannes Baptist uit
terwijl den ondergetekende nog een kind was, de penningen van het
zelve ten zijnen dienste en gebruijk gehouden als bij gemelde
Donatie ten duidelijksten blijkt.
Dat deese Donatie dus is gegeven als een equivalent
in voldoening van des ondergetekenden Eigendom, en niet wel tot
zeer als een gifte
Dat ofschoon deese donatie als een bloote gift in stede
van het Legaat gegeven was, en door het zelve het Legaet
vernietigende nogthans uit den aart van de zake, eene donatie
een dadelijk regt geeft, dewelke onwederroepelijk is, en een
Legaat altoos in de magt van den Legaten is, om dezelve van
neer het hem gelieft te verbreken te vernietigen en weder
In te trekken.
Uwe Excellentie zal verder uit de gezegde Donatie ontw
ren, dat de Donateurs wel uitdrukkelijk verklaard hebben te
begeren, dat deese giste niet als legaat moet aangemerkt
worden, maar als eene donatie interries, hem ondergetekende
cederende en Transporterende al het volstandige Regt van
Eigendom op gezegde afdakje, en dat het zelve principalijk
is strekkende ter vergoeding als gezegd is,
Uit kragte van de Donatie bekoomt den ongetekende
dat tijd bij het donkeren een onbelastbaar en verbeek
regt van Eigendom, hoe veel te meer wanneer hetzelve
den ondertekende gegeven is in vergoeding van den ondergeteken„
dens wettig eigendom, gelijk hier het geval is.
Dat deese Donatie des zijn kragt en Effect sorteerd
van het ogenblik af dat dezelve gegeven en geaccepteerd is
en niet tot na het overlijden van den Donateur, gelijk gemel„
de Johannis Baptist Sustineerd is regtens onbetwistbaar en
agten het onnodig zulks met rechte passagien te bewijsen
Ten andere was Johannis Baptist niet gehouden bij de meerder
jarig wording van de ondergetekende des ondige teekendens eigendom aan denzel„
een uitte keren. dit tijd immers geen twijffel, gevolgelijk
het gene hem in vergoeding tot een equivalent van dezelfs
Eigendom gegeven is aan hem dadelijk moet overgaan.
uit welk gerigt punt dus ook deese Donatie beschouwd
mag worden, is des ondergetekendens regt van Eigendom onbetwist
baar, en niet dat hetzelve nimmer kan beschouwd worden,
eerst te devolveren na het overlijden van gezegde Johannis Bap„
tist als subintrerende in plaatse van het Legaet bij des zelf
Testament vervat.
Dat voorts niet een vertrek van het gezegde afdakje is
gemeend, terwijl zeer duidelijk inde Donatie staat omschre„
ven, het afdakje in ons eigen zerk Schums over ons woonhuis
staande, en in dezelve Bewijs van eigen Tranqueren reeds bererkt
zijnde. —
en is geen ander afdakje in deese zaek dan deese afschoon
bestaande in twee vertrekken, nogthans niet meer dan een
afdakje is, gelijk hetzelve dan ook door den toenmaligen
Rooijmeester deses Eilands ingevolg deszelfs oude bewijs van eigen
Tranqueere reets bereikt zynde en welke oude bewijs van eigen
Tranqueerd en bezerking, het gantsche afdakje en met een vertrek
alleen is insluitende, refererende den ondergetekende zig dus
tot de gezegde rooijbrief en de nadere Rooij brief door den jegens
woordigen Rooijmeester den Heer Alexander Evertsz, uit welke
beide Rooijbrieven blijkt het afdakje in twee vertrekken
bestaande met een bewijs van een tranqueert met de daarbij
liggende steenen &
was aanbelangt dat dezelve verhijpothekeerd is, dit geert
den ondergetekende niet aan indien dit afdakje door gemelde Johan„
nis Baptist verlijpothekeerd is terwijl de Donatie in den Jare
1804 is verleden en dus twaaf Jaren geleden, reeds het Eigendom
van den ondergetekenden geweest, wanneer dezelve onbekwaam en
geen hijpothecaire verband daarop gevestigd was, dus gemelde
Johannis Baptist drie Jaren geleden hetzelve met en benevens
deszelfs huis niet konde verbinden, terwijl hij Johannes Baptist
geen regt had iets te verbinden het geen hem niet meer toebehoorde
dus ook deese uitvlugt gemelde Johannes Baptist niet baten van
tre Excellentie dus volkomentlijk naar den ondergetekende
vermeend in staat gesteld te oordeelen over de ten onregte in abu„
swelijk aan uwe hucellentie gedane voordragt, en daar tegen over
gesteld aangetoond des ondergetekendens, onbetwistbare regt van
Eigendom op deselve
Den ondergetekende is niet alleen meerderjarig maar
kortelings gehuwd, en vind zig in de nood zakelijkheid dit
afdakje te moeten verkopen tot afbetaling zijner Schulden
dien hij met deszelfs huwelijk moeste maken, tot zuidde„
ning der kosten als tot andere benodigdheden.
Den ondergetekende is volkomen overtuigd, dat alle
deese onaangenaam heden hem worden toegebragt door de Insiga„
tien vande jegenswoordige huisvrouwe van gezegde Johannis
Baptist, terwijl men op allerlije wijse tragt te cludeeren in„
dien mogelijk de gezegde Donatie eerstelijk door sustineren
dezelve eerst na de Dord van gemelde Johannis Baptist het ei„
gendom van den ondergetekende word, daar tog het tegendeel blijkt
uit de Donatie die van geene Conditie melding maakt, muur
dadelijk en van stonden of het volstandig Regt van eigendom
cedeert en Transporteerd aan den ondergetekende.
Tweden door te willen bijbrengen dat niet het gantsche
afdakje, maar alleen een vertrek van hetzelve gedonateerd is.
deur het gantsche afdakje is leggende rondom in het
gezegde bewijs van eigen Tranqueert, zonden te zeggen een
vertrek van het afdakje, maar wel het afdakje, de
het gantsche afdakje
Derdens, het hijpotheek in questie, was het hijpotheek
bevoor gepasseerd, dan zoude nogthans de Donateur gehouden
zijn het gedonateerde te vrijen van het bezweer hoewel
te meer daar het toen ter tijd onbezwaard was en het sij potheek omtrent negen Jaren daarin is gepasseerd, dus
iets verbonden waarvan hij geen eigenaar meer was
Redenen waaromme den ondergetekende met den meester
Eerbied tot uwe hullentie is kerende ootmoedigst verzoekende
dat het uwe hallentie behagen moge den ondergetekende
uit kragte van de Donatie als uit de oorzaak van dezelve
te verklaren eigenaar van gezegde afdakje bestaande in twee
vertrekken binnen het oude benijs van derzelver Tranqueeren
ingevolgelijk geregtigd des verkiesende dezelve te mogen verkopen
als zijn vrije eige goed en voorts gezegde Johannes Baptist
gelasten en des noods condemneeren aan den ondergetekende
te betalen en vergoeden de kosten ten dien ende veroorzaakt
Hetwelk doende &c.
19 Jan Andries Curacao den 19 April
1816. onder stond:
De Gouverneur Generaal heeft op het Rekwest van
Johannis Baptist tot appointement verleend dat Hoogstdezelve
in het deur bij gedaan verzoek niet kan treden, en dat ’t hem
Rekwestrant nogthans vrijstaat de ordinaire weg van Justitie
in te slaan indien hij Rekwestrant blijft persisteren het
recht te hebben den berigten te verkinderen over het gedonateer„
de afdakje, staande zijn Rekwestrants hoen te disponeren
189: A: Kikkert.
van ad & Gouv:r Gen
Curacao den 23:e April
1816
Aan Zijne Excellentie Albert Kikkert No. 20
Commandeur van de militaire Willems,
orde, vice Admiraal in Dienst van zyne
Majesteit den Koning op Nederlanden,
Gouverneur Generaal van Curacao en onder
honige Eilanden Bonaire en Aruba.
en Generaal en Admiraal en Chef over
de Land en zeemagt aldaar den E E
Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Zeger
grand cour geboren op het Eiland St. Domingo en zedert
agt jaaren met deszelfs huisgezin alhier woonagtig.
Dat de Rekwestrant, bewust zijnde van deszelfs vastig en vreedzaam
gedrag gedurende dien tijd, zig des aangaande durft beroepen op den Raad
Finaal van Starckenborgh, en nog een groot aantel der voornaamste
Kooplieden en andere Ingezetenen dezes Eilands
En daar de Suppliant aan gaarne zoude wenschen met
zyn huisgezin alhier te blijven resideren en ten dien einde
bereid zijnde den Eed van getrouwheid aan zijne Majesteit den
Koning der Nederlanden te doen om alhier eenen Burger„
brief te erlangen; zoo keert zig de requestrant, zig eerbiedig„
lijk tot uwe scellentie, verzoekende dat het hoogst denzel„
ven goedgunstiglijk, moge behagen des Rekwestrants vrun„
rigste begeerte toe te staan„
T Welk doende &a
Curacao den 22e April 10 G: Leger Grand Cour
1816
In Margine stond
De Gouverneur Generaal accordeert het verzoek
van den Rekwestrant
19 A: Kikkert
ria Admt Gouv. Gen
Curacao den 23=e April
1816
31 Aan Zijne Excellentie om vree admi„
raal Albert Kikkert Comman„
deur van de Militaire Willems onder
Gouverneur Generaal over Curacao en onder
horige Eilanden Generaal en Admiraal
over de land en zeemagt aldaar
EE
Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen
de ondergetekende Pieter van Steenbergh, alhier woon„
Dat de Suppliant zedert het Jaar 1806, alhier geen
deerd heeft, en ook vertrouwd dat het bevonden zal worden
dat hij zig men niet tamelijkheid en geschiktheid
als een goed en Eerlijk Burger heeft gedragen.
Dat de Suppliant hebt het jaar 1807 steets
immer in verscheidene publicke betrekkingen onder het
Britsche gouvernement is geoccupeerd geweest.
Dat door de teruggave deezes Eilands aan zijne Ma„
jesteit de koning der Nederlanden, de Suppliant buiten dien
en braad is geraakt;
En daar de Suppliant nu geheel ont„
bloot van Emplooij beladen met een vrouw en opgroeijende
famillie zijn onderhoud maet tragten te verschaffen, daar
hij genegen is zig alhier neder te zetten en te verblijven
zo keert hij zig eerbiediglijk tot u Excellentie ootmoedig
meekende, dat het u Excellentie behagen mag, hem onder
gewone acte, als gezwoore Makelaar en verkoper van goederen
van buitenslands, op Commissie toegezonden te admiteren,
en de nodigen Eed tot dien einde te willen administreeren;
Het welk doende
la de Ca
Curacao den 17e April 159 Peter van Steenbergh.
1816.
In Margine stond
Het verzoek van den Rekwestrant om als Behedigd
Makelaar te ageeren is geaccordeerd.
A: Kikkert.
Curacao den 25 April
1816.
No. 32. Translaet
Aan Zijne Excellentie Albert Kikkert, Comman deur van de militaire nielens ordre, viceadmi
raal in Dienst van zijne Majesteit de Koning der
Nederlanden, Gouverneur Generaal van Curacao
en onderhorige Eilanden Bonaire & Amba, en Ge neraal en Admiraal en Chef van de Landen
zeemagt daar en die de
Geeft met alle Eerbied te kennen John Corsen Inwooner alhier
Dat de Suppliant een oude Inwooner dezes eilands gedurende ruim dertig Jaren zijnde
gelijk aan uwe Encellentie wel bekend zal zijn, en bij de teruggave dezer Kolend
aan zijne Majesteit de Koning der verenigde Nederlanden van de amblee, welke
hij Suppliant onder het Britsche gouvernement bekleede beroofd zijnde ge„
raakt, zo neemt hij de vrijheid aan uwe Eniellentie voortedragen, dat hij geen
als nog op dit eiland alwaar hij het grootste gedeelte zijn levenstijd, met
zo veel genoegen voor zig zelve als gelyk hij hoopt tot enig voordeel voor het te„
land heeft doorgebragt zoude willen blijven, vertoeven; En daar de Supplian=
steeds een werkzaam leven als koopman gevoert heeft, en thans nog onwillig is ledig te het
ten, terwijl hij de Maatschappij tot met verstrekken van 20 neemt de Suppli ant verden de vrijheid aller eerbiediglijk aan uwe Excellentie voortedragen, dat
er op ’t Eiland Bonaire veel moeste en onbewoonde gronden zijn, dewelke
door bebouwd en aangequeekt te worden, niet alleen tot des Suppliants voordeel
maar tevens ook tot net van de gantsche Kolonie, door het Santen van Mei
en het aanqueeken van vee &:a zoude gemaakt kunnen worden.
Retenen waarom de Suppliant zig tot uwe Excellentie is Kerende
ootmoedig verzoekende dat het aan uwe Excellentie goedgunstiglijk
moog behagen, hem een Perceel of gedeelte dier onbebouwde & onbewoond
gronden, tot de bovengemelde huidens te vergunnen
F Week Doende de
Curacao 18 April 1816.
/Was get:/ John Corser
Door mij
In margine stond 19 Delvalle
B: van
De Gouverneur Generaal van het verzoek van den
G: A: Kikkert. Curacao den 25:e April te kwestrant niet accorderen
en 21 Maart 1817 No. 3094
Translaat
Aan Zijne Exellentie van Die ad„
miraal Albert Kikkert Comman„
deur van de militaire order van Wil„
lem, Gouverneur Generaals van Curacao
en onderhorige Eilanden, Generaal en Ad=
miraal over de Land & zeemacht der
in = = =
Excellentie
Ik ondergeteekende Klooster broeder Thomas Domingo
Cabrera, Priester en gegradeerd Lid van de order van Predi=
kanten, inboorling der Canarische Eilanden onder de Regee„
ring zijner Catholijksche Majesteit, en alhier op Curacao
resideerende, geef met alle verschuldigde Eerbied en considera=
tie aan U Excellentie te kennen.
Dat ik mij gehotabliseerd bevindende inde
provintie van Caracas, in de oeffening myner ministerie,
en genietende van dien gerustheid, die mij mijn staat en hooge
ouderdom moesten beloven ongelukkiglijk dat gedeelte
van America door de rugtbaare omstandighedens van de
Riolatie wierd aangevallen, hetwelk ook veroorzaakt heeft
den oorlog, het vergieten van Bloed, en Jazelf de verwoest
ting van die vrugtbaare landen
Daer de gevolg van deze Civiele oorlog, dadelijk
Copie plicaat
tusschen de tegen overgestelde partijen van Spanjaarden en
Amerikaanen wreedheid en gruw zaamheid heeft voortge„
bragt, heb ik de voorzigtige weg ingeslagen van mij naar
dit Eiland te begeeven, alwaar ik mijn perzoon en gen
heid, het welk mijn vreedzaam Character bemind konde
verzekeren zedert den 4=e Augustus 1813. heb ik ook hier
gerustelijk mijn verblijf gehouden, genietende door mijn
ontegensprekelijk gedrag de algemeene achting van deszelfs
ingerekene oeffenende ter zelver tijd met alle Decanie te
beroep mijner ministerie, inde Catolieke kerk in dese
Colonie toegestaan, dog dezelve terug gegeven zijnde aan
deszelfs wettige sonneren, werd ik op den 18=e Maart deezer
Jaars door hoger hand aangezegd, de kleeding mijnen order
niet te dragen, nog geen priesterlijk beroep uitteoefenen,
zijnde deeze prohibitie gegrond op een ordonantie van het
jaar 61 den gepasseerde heuw waarin gewaarschouwd word
dat geen Spaansche priester de Kleeding in het publick
zal dragen, nog zijn ministerie inde kerk toeffenen.
Onderwerpen, en gehoorzaam aan de geconstitueerde
magt, heb ook niet midts gedaan, van aante toonen door
mijn stilswijgendheid te bende Eerbied, die dezelve van mij
altoos hebben en zullen verdienen, dog vertrouwende op de
Excellenties groote goedertierendheid, zo kan ik niet nalaten
min eerbiedig verzoek aan u Excellentie op te dragen, voor
een tratie die indien dezelve niet onbestaanbaar met de
wetten van den Landen is, de Barmhartigheid van de
Souverainiteit zal onderscheiden.
gedurende mij verblijf op dit Eiland heb ik geen de
minste reeden van klagte, nog zelfs van morren, op mijn
politicke of privaate operatien gegeeven; Een afgezonderd
leeven, onafhankelijk van alle publicke en politicke handeling
gen, heeft mij de algemeene achting en een gedeelte der Rust
daan ik van haakte kunnen doen verzekeren en te vreden
met een armoedige, dog geruste staat, heeft mij alle am„
bitie doen verfoeijen en myn begeertens ter nedergebragt,
tot dat, hetwelk alleen de zekerheid van mijn persoon, en een
zeer gering bestaan kan opleveren;
sijn ouderdom van over de 7 jaaren doen mij een
aantal hindernisse op. om van verblijf te veranderen; indien
in zijn geijt na haeren kend is ende deselve bevonden
de allergwaarlijkste en bloedigste ontroeringen, die van alle
kanten de destructie en verdelging van de oorlogierende
partijen aandend, zonder een enkelde plaats te vinden
die mij een zeker of voortdurend verblijf aanbied en indien
mijn gezigt verder heen wend, naar Spaanse Europa
van worstel ik met de swaare ongelegendhedens eenen kost„
bare en lange reijs, met de gevaaren en ongemakken
daar aan gehegt, en wat meer is, met de verandering
van Climaat, hetwelk mijn vermelde Natuur door
ouderdom en afgemat door ziektens, en ook mij plis
ke Constitutie verswakt heeft, niet zal kunnen uit„
staan
Ik ben dierhalve verzekerd dat de eenigste
middel om nog voor eenig tijd mijn huistentie of nie„
zen op te houden is, alhier op dit Eiland te blijven, ten
minste tot als zig de Dageraad van vreede op de Cortine
van America laat zien, dog ik zoude ter zelven tijd
gaarne wenschen, dat myn verblijf geschiede zonder de gradato
of verlaging, bijzonderlijk waarder, volgens mijn oordeel
geen de minste prejuditie daar door aan de wetten van den
land word toegebragt, indien mijn gedrag niet genaam
verzekerd is door myn ouderdom, en met de algemeene acte
die ik mij heb weten te verkrijgen, zo spreek als dan
ter mijne voordeel de getuigenisse van alle de Ingeseten
deezer colonie zonder onderscheid en bijzonderlijk die van de
heer George Curiel, eene den bekende ingesetene onder hun
die een toeziender mynen operatien is geweest, voor het w
woonen ten zijne huise en door de aan mij toegevoegde hulp
middelen van liefdadigheid, waarmede mij in mijne hooge
ouderdom Souteneer ik twijfel geenzints dat de groote goedereerd
heid uwer Excellentie tot de Troost van een grijsaard die
reeds aan de poort des graft klopt, zal toebrengen en
aan wien, wat voor Tratie ook beweezen van zeer korten
duur moet zijn en uit hoofde van dien en myn verzoek
gering zijnde, tegen overgesteld met de groote dugten
die in te Excellentie Exteren zo smeeke U Excellentie
met allen Eerbied en submissie, mij de gunst te willen
toestaan van geduurende mijn verblijf op dit Eiland, het beroep
mijner ministerie met de moderatie, desentie en voorzig tigheid door omstandigheedens vereischt, en zonder de minste
prejuditie aan niemand hoegenaamd te mogen oeffenen.
Imploreere zulks zeer ootmoediglijk, van de macht,
Eerbaarheid, en aangeboven barmhartigheid over hucellentie
te Curacao 24 April 1816.
Excellentie.
U Excellenties ootmoedige en
vertaald door mij
Gehoorzame Dienaar
19: Ricardo
B: int re= 19. Tomas Domingo Cabrera
In Margine stond
Het verzoek van den Rekwestrant wordt in zo verre geaccor=
deerd dat het hem vrij staat om zijn beroep alwaar hij mogte
geemploijeerd worden, privativelijk uit te reffenen, zonder
nogthans in zijn preesters gewend in het openbaar te
mogen verschijnen. W: G: Akkert
Curacao den 25:en April 1816.
Aan Zijne Excellentie den Vice
Admiraal Albert Kikkert
Gouverneur Generaal van Curacao
en onderhorige Eilanden Bonaire en
Armbes Kommandeur van de Militair
order, Admiraal in Generaal en
Chef over de Land en zeemagt aldaar
E. E. E.
Geeft met verschuldigde Achting te kennen, vin=
Cout Moni (alias) de wit op die naam dienende
als Matroos der tweede Classe aan boord Z: M:
Schoenen de Haaij gecommandeerd door den WelEd Gestr
Heere kap Luit:t de Quartel thans in deze haven
leggende
Dat hij zich zelve onbeschikt bevindende voor
den zeedienst, gaarne dezelve zoude quitteren, en eene
andere man in zijne plaats stellen
Redenen waarom den Request uit met voor kennis
van zijne kommet zig tot uwe Excellentie is wendende
met verzoek
Dat het Uw Ed Gestr: mogen behagen hem uit zek
zeedienst te ontslaan onder verpligting van een anderen man
ten genoegen van zijne Kapitein in zijne plaats te stellen
T welk doende Curacao den 29 April
1816. G. Vincent Monges
19 dat de Quartel
In
No 34 In margine stond
Het verzoek van den Rekwestrant wordt geaccordeerd
mits een ander man naar genoegen van zijne Kapitein
in zijne plaats stellende zonder enige kosten aan den Lande
te veroorzaken.
G: Kikkert. Curacao den 29e April
fo. 25 Am zijne Excellentie Albert Kikkert
Commandeur van de Militaire Willems
ordre, vice Admiraal in dienst van den
Koning der Nederlanden, en Gouverneur
Generaal van de Eilanden, Curacao, Bonaire
en Aruba, en Admiraal en Generaal daar
E. E. E.
Geest met schuldige Eerbied te kennen den ondergeteekent
de Louis Schlem, woonende alhier
Dat zijn Suppliante Neger Jonge genaamt Philippe
zig hebbende suspect gemaakt aan gepleegde diefstal
dan ook in detentie genoomen is geworden
Dan nadien geen overtuigende blijk van het seit bij
Gerechtelijk verhoor is voorgekoomen en dienvolgens geen Con„
veele vonnis teegens den zelve is gevolgt zoo keert den suppli=
ant hem herbiedig tot uw Exellentie severentelijk verzoe„
kende hem suppliant gunstiglijk te willen permitteeren,
om zijn suppliants voornoemde negen jonge bij voorkomende
gelegentheid van dit Eiland te mogen verkoopen.
T welk doende
W: L: Schelm Curacao den 30 April
1816.
In margine stond)
Het verzoek van den Rekwestrant kan niet geaccor„
deerd worden W: Kikkert
drie ad Gouw Curacao den 30e April
1816
No. 36 Aan zijne hacelentie den drie admi„
raal A: Kikkert Gouverneur folio
Generaal van Curacao en onder borige le=
landen Kommandeur der Koninglijk
Militaire Willems orde E. E. de
heeft met verschuldigde Eerbied te kennen Hendrik
„ Nijman Dat den Suppliant als wettigen eigenaar
heeft te pretenderen zekere obligatie in dato den 11 Sep„
tember 1792 ten Lasten dezer colonie genegotieerd door
Gouverneur de Raden ad interim dezes Eilands ter Somma
van zes honderd vers waar van de orrigineele aan Uwe
hallentie is vertoond en kopij ten dezen is geannexeerd
Dat den Suppliant als zodanig het Effect van voorschreeve
obligatie willende genieten is te Raden geworden, zich te addresseren
van en belende met ootmoedig verwoet, het voorscheeve te
gatie mag worden afbetaeld ofte bij dezen lande mag wor
den gewettigd met de verscheene Renten van dien ofte
andersints dat de gewezene Gouverneur de Raden ad inter
tot de nakoming en voldoening van voorz. obligatie
mogen worden geordonneerd op zodanige voeten wijze
als uwe haelentie zal vermeenen te behoren
verzoekende den Suppliant voorts gemerkt zijne
omstandigheeden in deze Prodeo te mogen worden be„
dient
Het welk is doende
G: Hend: Lod Meijman. Curacao 30 April 1816
In margine stond/
De Greverneur Generaal kan in het verzoek van den
Rekwestrant met treden staande ’t aan den Requestrant
vrij om eene actie tegen de ondertekenaars der in dit Request
vermelde obligatie in den Raad van Justitie te institueren indien
hij sustineert zulks hem te Competeren in daartoe over„
gaande wordt hij aan den Raad voormeld gerecommandeert
om wegens zijnen onvermogende staat Rotto bediend te worden
P: G: Kikkert. Curacao den 30 April
1316
Wij ondergetekende Gouverneur ad interim en Raden des Kopij
Eilands verklaren bij dezen voor rekening van het land
in vier onderscheidene Termijnen, ontvangen te hebben van
Maria Schaap eene somma van Zes honderd veros van agter
zijnde ter voldoening van het fournissement der viermaal
een hondertsten penning voor de algemene geld heffinge Inge volge publicatie van dezen Raad in dato 9 Maij 1747. Beloven
de overzulks de voorzeide somma van van Hoo=
aan gemelde Maria Schaap of haar recht ver krijgende te zullen voldoen in goede gevalueerde hier
gangbare munten zo dra Lants kassen ter vol doening en afbetaling der penningen bij deze hier vooren
genoemde algemene geltheffingen opgenomen zullen
in staat wezen met de Interest van dien tegens vijften
hondert in ’t jaar gerekend zedert den veertienden
Junij dezes Jaars tot de volle en Effectueele voldoening
voor de voldoening hier van verbinden wij in onze
bovengenoemde Kwaliteit aan voorn: Maria Schaep
of derzelven egt verkrijgende S Lands kassen en W
komsten derzelver
Curacao den Elfden September A=o Een Duizend
zeen hondert agt en negentig is getekend) Joh: Ruddag
G:A: van Hek, Pierre Brion, G:d Vickinck Jan
seling, S: V: Rigter, Cornelis Baghs om
Cond
Geregistreerd ten Comptoire van mij Raad & adv
hun Boekhouder Generaal L: B ƒ395:
Curacao den 28 Sept 1748
get C:A: van Eck
Aan Zijne Excellentie Albert het
kert, Commandeur der militaire
Willems onder vier admiraal in dienst
van Zijne Majesteit den Koning der
Nederlanden, Gouverneur
Generaal van het Eiland Curacao en
onderhorige Eilanden Bonaire en stra=
be Generaal & Admiraal en Chef
den Land en Zee magt &:a &:a &:a
Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen de onder
getekende Rachel Garcia de Vaz. huisvrouw van
Abram en so wonende alhier
Dat daar het opperbeschikker behaagt heeft haar
Broeder wijlen had Garcia de Paz uit het tijdige te doen
venhuizen, zoo keert zig de suppliante mits deeze tot
U Excellentie met verzoek om haar overleden Broeder
op de gewoone wijze zonder haare prejudice ten aarde te
moogen doen bestellen.
T welk doende &
Curacao den 10:e Maij G: Kachel de M=r tens
1316.
als getuigenis
In Margine stond 29 Aen Simon
„ „ David Hoheb Frat zoo als verzogt is, mits niemand zig daartegen
stelt.
A: Kikkert
Curacao den 10en Maij 1816
No. 27
Aan Zijne Excellentie Albert
Kikkert, Commandeur van de
militaire Willems onder vre Admiraal
in dienst van zijne Majesteit den
koning der Nederlanden Gouden
neur Generaal van Curacao en onderhove
Eilanden 3 uure in Aruba
en Generaal en Chef over de Linden
zeemagt aldaar d E.E
heeft met verschuldigde Eerbied te kennen Juan
Maijo van de Spaansche natie, zedert enige Jaren
op het onderhorige Eiland Aruba woonachtig
Dat de sij gaarne wenschte zijn verblijf aldaer
te blijven houden, Edog daar zulks niet geschieden kan
zonder bevorens den Eed van getrouwheid aan zijne Maij
Stuk den koning der Nederlanden affheijd te hebben
waartoe de suppliant bereid is en was omgetuige
negen zijn goed gedrag gedurende zijn verblijf op dat u
te produceren.
rederen waarom de suppliant zig tot de haellen
is kerende, met nedrig verzoek dat het uwe ellen
goedgunstiglijk behagen moge des Appoints begeerte toe
staan T welk doende &
Curacao den 20en Maij G: Juan Maijmon
1816.
In
No. 28. In margine stond
De Gouverneur Generaal accordeert het verzoek van den Re„
Vestant. 29 A: Kikkert.
Curacao den 21e. Maij
1816
Aan Zijne Excellentie Albert Hik No. 29.
kert Commandeur van de militaire
Willems orde, vice admiraal in dienst
van Zijne Majesteit den Koning dree=
derlanden, Gouverneur Generaal van
Curacao en anderhorige landen Bonaire
en Aruba, en Generaal en Admiraal en Chef
van de land en zeemagt aldaar &
Geeft met den grootsten Eerbied te kennen. Anthonij Loon
van de Fransche Natie / en zints enige Jaren Sooner deezes
lants.
Dat de Rekwestrant genegen zijnde den Eed van getrouwheid
aan zijne Majesteit den Koning der Nederlanden afteleggen
ten einde als Burger dezes Eilands geadmitteerd te worden;
en daar de Rekwestrant de Een heeft hierbij een getuigschrift
van zijn Comportement te kunnen voegen; zoo is het tot
de sakwestrant zig ootmoediglijk tot in icellentie is heerende
niet nedrigst verzoek dat het uwe Excellentie behagen moge
der Rekwestrants begeerte toetestaan
T welk Doende de
Curacao den 24 Maij G:Anthonio Leon
1816.
In margine stond)
De Gouverneur Generaal accordeert het verzoek
van den Rekwestrant
19 A: Kikkert.
Curacao den 24e. Maij
1816.
No. 30.
Aan Zijne Excellentie Albert
Kikkert, Commandeur van de mili=
taire Willems orde, vree Admiraal
in dienst van zijne Majesteit de ko„
ning der Nederlanden, Gouverneur
Generaal van Curacao en onderhorige
Eilanden Bonaire en Aruba & Gene„
raal en Admiraal en Chef over de Lin
zeemagt aldaar 2 & Co.
heeft met verschuldigde Eerbied te kennen Luca Mits
te schipper van de Lansche Gallet genaamt Chamberlo
van Holten thans in dese slaven leggende
Dat de Suppliant op Saturdag laatsleden in deze
Haven van St. Thomas aangekomen zijnde en geen
lading voor de eigenaar van gemelde Goele
den slegts iets of wat tot zyn gebruik, de een klei=
Pacotelje gedeelte aan de Suppliant als Schipper
d van de Matrosen, en eenige artikelen van weinig
aanbelang aan de Passagiers toebehorende
om dezelven alhier aan hunne kennissen ofte famielje
te schenken, aan boord hebbende, niet wist dat het nodig
zoude zijn, of dat de wetten dezer Kolonie het vereischte
dezelven in te klaren, en er dus geen gewag van maakte maar
opgegeven heeft dat hij in ballaste van
van het schijnt tot des Suppliants groot leedwe=
zen, dat hij zig vergist heeft, en dat gemelde artikelen
hadden moeten ingeklaart worden, in dit niet geschied Zijnde,
gemelde gaaderen thans van wien het recognitie kantoor
aangehaald en onder bewaring van zijn WelEd: Gestr:
den fiscaal geplaatst zijn
De suppliant neemt dus de vrijheid aan met
Exellentie ootmoediglijk voortedragen en te verzekeren, dat
de verzwijging dier goederen geenzints geschied is met enig
op zek ofte verlangen om de betaling der gerechtigheden
te ontduiken, maar wel uit houtere omretendheidene
het volle vertrouwen dat men zulke eene kleine cantilje
van de schipper ofte passagiers toebehoorde uit schoefde
in te klaren.
De zuckte metten en redelijke bepalingen
op het stuck der gerechtighedens thans in vigeur op deze
Kolonie zyn zodanig, dat het niet alleen vermetelheid maar
onbezonnen zande zijn het geringste verhoolen te houden
dewijl de gevolgen aan het smokkelen gelegt veel te groot
zijn dan dat men zig ter ontdecking dier geringe koste=
aan
aan dezelve zoude willen bloot stellen
Redenen waarom de Suppliant zig aller
eerbiediglijk tot uwe allentie is Keerende, in het vaste
vertrouwe dat uwe Excellentie des Suppliants onnoselheid
en onwetentheid in de wetten deser Kolonie gade slaande,
niet gedagen zal dat ’t wijnige doen hem nu veel
ongelukken overgehouden, en met veel sweet en gevaar
op zee verdient, thans door een opzettelijke plicht,
verzuim ten enemale verloren ge, in de Suppliant
veelligt tot de bedel staf, brenge.
zo veel mededogen, hoopt de Suppliant in des geval
te zullen verdienen dat ’t uwe Excellentie goedgunstiglijk
maal behagen zijn Wel Ed: Gestr: den fiscaal ofte welk
departement het anders ook morg aangaan te letten
zeewen aan de Suppliant zo des eigenaars goederen
zijn age vacatie, als enige kleinigheden aan de per„
zien de Matrosen toebehorende terug te geven, tegens het
ling van zodanige dubbelde gerechtigheden of andere
poene als uure Excellentie best zal goedvinden te bepalen
ten einde hem suppliant van den volkomen schade te
bevrijden.
de aanmoedigende en toe gevende beginselen
den Nederlandsche natie in den koophandel, gevoegd
bij het Edeldekend Character van hem die zig aan
Hoofd van ’t bestuur indere kolonie bevind, verbouwen
alle wankoop op een goede uitslag voor den Suppliant.
in dit geval. T Welk doende E
Curacao 28 Maij 1816
giste aan de Represent /: Lucia Michel
in de Fransche Taal geinterpreteerd.
door mij
ƒ 289 Delvalle.
In Margine stond
De vice Admiraal, Gouverneur Generaal kan in
des Rekwestrants verzoek niet treden; wordende hetzelve
dien volgens van de hand gewezen.
Curacao „ 20 Maij 1816.
voor Copie Conform
G: H: Kikkert
drie de gouv: Gent
No