Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?UNIVERSITEITLEIDEN-DIG-KOLONIAAL-WEEKBLAD-1901-20
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


Nö. 20. Donderdag 84 October 1901. lste Jaargang. HET KOLONIAAL WEEKBLAD, Orgaan der Vereeniging
Abonnementsprijs per jaar.
y. a a n buis of franco per post binnenland bij vooruitbetaling . f 2.00 v°or Oost-lndië en het Buitenl. » 3.00 Afzonderlijke nummers. . . . » 0.10 j ab°nneert zich voor minstens zes maanden gaande op den dag der eerste toezending f 1. —
Prijs der advertentiën.
Per regel f 0.10 Bij plaatsing van 300 regels . - 0.09 » » » 1000 » . - O.08 » » » 3000 » . - 0.07
R E D A C T I E s De 4de Commissie, aan welke de verspreiding van populaire kennis omtrent Oost- en West-Indië is opgedragen.
•Mededeelingen of Ingezonden S t u k k e n moeten worden",geadresseerd „aan de Redactie", en gezonden aan den Heer G. E. V. L. VAN ZUYLEN, Voorzitter der Redactiecommissie, ïa H e e r e n g r a c k t , of den Secretaris, Mr. Gr. VAN SLQOTEN AZN. , 43 C o n r a d k a d e , beiden Den Haag. Voor de Administratie en Advertentiën wende men zich tot de uitgevers-Maatschappij „HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG" Haagpoort 4 , Den Haag,
Dit nummer bestaat nit Twee Bladen.
Het hoofddoel der Vereeniging is: Het verspreiden ran populaire kennis •Uitrent onze Indien onder ganscli het volk ®n het bevorderen der welvaart in die gewese u » om zoodoende en ook door het verleeM«n van onderlinge hulp, ware belangstelling e n liefde te kweeken tnsschen Nederland hier e » ginds. De Vereeniging vestigt zooveel mogelijk, «oowel in Europa als in Indië, afdeelingen, a*e te zanten met het hoofdbestuur dit doel »•achten te bereiken.
„Voor den Inlander1' Van J. p. ontvingen wij voor den noodlijdenden Javaan f 10.- m e t de opmerking: Kan er niet meer publiciteit aan gegeven worden? •wnt ^ e r d a n k b etuiging voor de gift, verwijzen wij, w « de publiciteit betreft, naar het slot van ons artikel Javanen-armoede en Hongersnood geplaatst in dit nummer, dat ook nu weder aan de Voornaamste dagbladen en ook aan enkele weekbladen en tijdschriften zal worden toegezonden.
Mededeelingen.
I. Van het Hoofdbestuur.
a Ä £ d a g 4 26 d e z e r d e s a v o n d s t e n 8 u re zal onze café Part " A u m s t e r d a m " in een der zalen van het hare e e r s t ' ^ ^ d e n in%m% v a n h e t Vondelspark houden vn°r^eni)-are vergadering in het winterseizoen Fokker zal samenkomst, waarin » r . A. A. introductiekaartlr611 o v e r » l Q d i s c h e toestanden", zijn kan voor h V 0 0 r n i e t- l e d e n rondgezonden en vaneen a v. d i e g e e n kaart mochten hebben ontu „ „ ! „ f . n e t locaal introductie worden verleend. *<en ieder is hartelijk welkom. II. Van de ie Commissie.
naarnShiiTderlid J h r - *" c - T a n P a n s y s , ambteSecrpt • r ) eP a r t ement van Kolonien en oud districtsen -w*» in 8 u r i n ame, zal in de localen van „Oost »eer i i Heeren3racht i te 's-Gravenhage een viertal belangrijke voordrachten houden namelijk : Hinsdag 1» November: „De wilde kunst". »r^dag 39 November: „De beteekenis der Hernnutter-zending voor Suriname". rijdag 13 December: „Surinaamsche versie«ngskunst en ornamentiek". ra d a g 3 J a n u a i ' i 1»»3 : „Neger-engelsche liederen en Surinaamsche folklore. Het gebruik van de JNederlandsche taal in Suriname".
toeeadrf^ 7 a n d e vereeniging hebben hiertoe vrijen der ïJ•' t e r w iJl niet-leden voor het bijwonen van elk Om t n g e n 2 5 cts- m°eten betalen, voldn« A k u n n e n oordeelen, of de beschikbare ruimte in dL i s' e n o o k v o o r ü e t bespreken der plaatsen vóór i^ a l' w o r d t a a n belangstellenden verzocht,' om vor.;, 1& November a. s. voor de bijwoning dezer best, C h t e n z i c h schriftelijk aan te melden bij het wel hl* d e r Vereeni&ine> a d r e s Heerengracht 4 dan daart« • "f3,01 e n a d r e s t e Plaatsen op eene lijst, die on w u fen w e r k d a£> van 10-12 en van 2 - 4 ure, D e I ! 3 ? o r i n h e t l o c a a l Heerengracht 4 gereed ligt. Uur var, C h t e n z u l l e n d e s avonds plaats hebben. Het ^ vd.n samenkomst zal later worden bekend gemaakt. HSLILLETOK LATAH. " het E n 9 e l s c h van FRANK ATHELSTONE SWETTENHAM.
MALAY SKETCHES IX.
„Heere, ontferm U over mijn zoon, want hij is maanziek .... menigmaal valt hij in het vuur en menigmaal in het water". Matheus XVII. 15.
vriend V?orJaar v a u 1 8 92 had ik door toedoen van een het h enbeleefdheid van Dr. Lays, het voorrecht, om ik "°^Pltaal »de la Charité'" te Parijs te bezoeken, waar
Wekk u?Se w as van eenige zeer merkwaardige en belangtoet e P r o e v e n v a n suggestie. Er waren patiënten, die ziekt ^°e<* £evote onder behandeling waren voor zenuwg6Dr en' doordat deze gradueel op een medium werd overacht, zonder schaden voor het laatste.
r erder was er te aanschouwen, die krachtige hypnotiseefl mapht, uitgeoefenend op personen (sujets), wier zenuw* s t el bijzonder gevoelig scheen te zhn en een van de
ti°nderbaarln'kste invloeden van de magneet op reeds gehypnover6e i ?"" E r i s i e t S t e e l v r e e m u s in> o m t e z i e n. hoe iemand vuid wordt met onverklaarbaar en onnatuurlijk genot bij om 5 a n s c h o u w e n T a n den positieven pool van een magneet kepivl na'- 7 a n n e e r de negatieve pool naar hem wordt toegeKonH» ° n m i d d e lB k. alsof hfl door den bliksem ware getroffen, Stoter bewustzijn ineen te zakken. besoh p e r s o ï e n ( e r v a r e t t e r twee, een man en een vrouw) "»careven het aanzien van de positieve pool van de mag
III. Van de 5e Commissie. Wij vestigen er de aandacht op, dat onze tentoonstelling van "Weefsels, Batiks en Meubels nog maar ééne week geopend zal zijn. Als een gevolg onzer tentoonstelling van bewerkt metaal, kregen wij van Hare Majesteit de Koningin Moeder de vraag of het mogelijk zou zijn, voor Haar enkele gesmeed en gegraveerde koperen voorwerpen van Java te doen komen. Wij hebben aan dat verlangen voldaan en uit eene door ons te Soerabaja aangekochte collectie heeft H. M. een keuze gedaan. De overige voorwerpen zullen wij in het tentoonstellingslocaal plaatsen met een lijst der prijzen, waarvoor ze, zoowel door leden, als niet-leden, der Vereeniging kunnen worden aangekocht.
Uit de Memorie van Toelichting der (Oost-) Indische Begrooting.
i i
De onderafdeeling der begrooting, die volgens de door ons aangenomen orde, het eerst aan de beurt komt, is die van Burgerlijke Openbare werken (VI van de Memorie). Wat wij daarover zeggen wilden, was reeds gesebreven vóór de Vergadering, die de nieuwe Oost-Indische kiesvereeniging „Moederland en Koloniën" den 17 October beeft gehouden en 't is natuurlijk, zou ik haast zeggen, dat onze opmerkingen in veel opzichten overeenstemmen met die van den heer R. À. van Sandick, die bij M. en K. het onderwerp inleidde. Wij nemen van clie vergadering van 19 QotoLer in ons blad geen afzonderlijk kort verslag op, omdat onze lezers dit reeds in alle groote Nederlandsche bladen hebben kunnen vinden en omdat de vereeniging zelve in een harer vliegende blaadjes het officieele verslag zal doen verspreiden. Het spreekt echter van zelf, dat wij, bij ieder onderdeel der begrooting, dat wij in ons blad behandelen, ook aan het elders daarover gesprokene de aandacht zullen schenken.
Wat ook ons in de onderafdeeling VI het meeste treft, is de mededeeling, dat eene beslissing ten opzichte van de al of niet voortzetting der WERKEN AAN DE SOLO-VALLEI, nog niet kan worden voorgedragen, omdat de nog niet volledige adviezen van de Indische Regeering eerst dezer dagen het Departement van Koloniën hebben bereikt. Waar de staking dier werken reeds zooveel schade heeft veroorzaakt en waar de ter zake benoemde commissie van onderzoek bijna eenparig de hervatting heeft aanbevolen, hadden wij gehoopt, dat dit belangrijk irrigatie-werk, waardoor de maatschappelijke positie van honderdduizenden Inlanders moet worden verbeterd, spoediger weer zou zijn ter hand genomen. Het is echter blijkbaar niet de bedoeling van den Minister, om eerst in de begrooting voor 1903 daarvoor gelden beschikbaar te vragen, want op de begrooting van 1902 is een memoriepost er voor uitgetrokken. Wij kunnen moeielijk aannemen, zooals de heer v. S. uit hem bekend
neet, als een mooie blauwe vlam, ongeveer een voet hoog, zoo prachtig van kleur en schoonheid, dat zij er door in vervoering werden bracht. Omtrent de negatieve pool verklaarden zij schroomvallig en aarzelend, met zichtbare vrees, dat er ook eene vlam uitkwam, maar een hel-roode met een vreesehjke, onheilspellende kracht. Ik stelde zeer veel belang in deze „manifestaties", zoowel om hare eigen zonderlingheid, als omdat ik op het Maleische schiereiland overeenkomstige, buitengewone toestanden gezien had van denzelfden aard. Onder de Maleiers heerscht een wei-bekende ziekte, (ik gebruik dit woord bij gebrek aan een beter), lâtah genaamd ; het komt op de ééne plaats veel meer voor dan op de andere en slechts by enkele takken van het talrijke Maleischen ras. Zoo worden er gewoonlijk één of meer /'orang-lâtah// aangetroffen in iedere kampong (dorp) in Krian, waar de Maleiers meest allen van Kédah afkomstig zijn, in andere gedeelten van Perah daarentegen ontmoet men zelden een lâtah mensch. Zoo ook, over het geheel genomen, schijnt de ziekte meer algemeen te z^jn onder het Amboneesche volk in Nederlandsch Indië, dan onder de inlanders van Java, Sumatra of het Maleische schiereiland. In beide gevallen is overerving waarschijnlijk de oorzaak, wat ook de oorspronkelijke reden mag geweest zijn, dat de kwaal meer in de ééne plaats voorkomt dan in de andere. Ik kan alleen van mijn eigen ondervinding spreken en van wat ik persoonlijk gezien heb, want geen Eagelsch authoriteit sclnjnt ooit studie van dit onderwerp gemaakt of getracht te hebben lâtah menschen in observatie te nemen, diagnosen der ziekte (als het er een is) op te maken, onderzoek naar haar oorzaak gedaan of getracht te hebben ze te genezen. Ik kan alleen feiten noemen zonder meer. In 1874 werd ik met H. M. S. S. »Hart» uitgezonden, om bij den Sultan van Selangor te verbljjven.
geworden feiten heeft afgeleid, dat men in O. Indië op het niet hervatten van het Solo-werk rekent en dat zelfs op een zoodanige beslissing door afdanking van personeel en opruiming van materieel zou zijn vooruitgeloopen. Voor bevloeiingswerken vinden wij trouwens op deze begrooting een zéér gering bedrag uitgetrokken, wanneer men let op het betrekkelijk weinige, wat nog, vergeleken met andere Oostersche landen, op Java voor de irrigatie is verricht. De ingenieur van Kol, lid van de Tweede Kamer, beeft hierover eenigen tijd geleden in het Koninklijk Instituut van Ingenieurs een pakkende voordracht gehouden. Hij wenschte, dat men nu dan toch eindelijk eens een flink algemeen irrigatieplan voor Java zou gaan maken, dat dan in een vast te stellen getal jaren, voor zooverre de arbeidskrachten dit toe zouden laten, kon worden afgewerkt. Hij bedoelde met de arbeidskrachten niet die van ingénie ars of opzichters, die gemakkelijk kan worden uitgebreid, maar wel die van de het werk uitvoerende bevolking, die moeielijk te overschrijden grenzen aangeeft (men zie onze Boekbeoordeeling). Aan financiëele grenzen wilde v. K. ons in het geheel niet binden en het denkbeeld, om geld te leenen, als de gewone begrooting niet toereikend was (en bet moederland nog niet met de verschuldigde restitutie kan beginnen) vond, in de vergadering algemeenen bijval. Het is te vermoeden, dat een en ander bij de begrootingsdebatten wel ter sprake zal komen en dat dan op nieuw zal worden gewezen op het fatale van den eiscb, dat men vooraf voor een irrigatiewerk wenscht aangetoond te zien, dat het na voltooiing rechtstreeks productief zal zijn. In M. en K. trok de heer v. S. daartegen te velde en met recht stelde bij de vraag, wat er van de groote, ook in de laatste jaren uitgevoerde rivierverbeteringen in het moederland zou zijn gekomen, als men dienzelfden eisch had gesteld. Wij spraken zoo even van het fatale van den eisch, omdat bij de besprekingen in M. en K. het noodlottige er van voor de kans op krachtig aanpakken der irrigatie, duidelijk is uitgekomen. Er werd namelijk in ernst door een der sprekers beweerd, dat de irrigatie niet altijd tot vermeerdering van product aanleiding gaf en zelfs een voorbeeld aangehaald, dat ze tot vermindering zou hebben geleid. Wat bleek nu uit bet debat? Wil men eene verarmde streek in aanmerking gebracht zien voor het maken van hoog noodige irrigatiewerken, dan worden de berekeningen der toekomstige producten na de bevloeiing zooveel mogelijk geflatteerd. Is nu bet voltooide werk gereed en in gebruik genomen, dan komt de fiscus verhooging van landrente vragen, gebaseerd op de te hoog geraamde cijfers. Er blijft dan den civielen ambtenaar, wil hij zijn arme Javanen niet nog armer zien worden, geen ander middel over, dan uit te rekenen, dat de productiviteit van de irrigatiewerken lang niet zoo groot is, als men zich die vooraf voorstelde. En het slechts weinig meer productie gaat zelfs door nul heen tot minder over, terwijl het door de gansche wereld heen, als een axioma vaststaat, dat vooral de met vruchtbaar
Ofschoon Zijner Hoogheid's persoonlijke faam er eene was, waarop hij trotsch ! mocht zijn, want men beweerde, dat hij 99 man (sa'râtus kûrang sâtu) eigenhandig had gedood, verkeerde zijn Bijk niet bepaald in een gelukkigen toestand, want het was jaren lang het oorlogsterrein geweest van verscheidene eerzuchtige jonge Kadjas. Een buitengewoon afschuwelijke zeeroof, door een van des Sultan's eigen zonen persoonlijk aangevoerd, op een Malakkaasch handels vaartuig, had een bezoek van de Chineeschc vloot tengevolge en toen de daders of degenen, die na nauwkeurig onderzoek de daders bleken te zijn, ter dood waren gebracht, (de Sultan had zijn eigen kris voor deze plechtigheid geleend) werd ik gezonden om te zorgen, dat deze »kwajongens streken», zooals Zijne Hoogheid ze noemde, zich niet zouden herhalen. De plaats, waar toen de Sultan woonde, was waarlijk geen aangenaam oord, zelfs uit een Maleisch gezichtspunt en sedert jaren is het nu geheel verlaten. Bandar Termâsa, zooals de wijdsche titel was, bestond uit een verzameling van hutten op een modderige vlakte ingesloten tusschen de Langat en de Jugra rivieren. Het was slechts zeven mijlen van de zee verwijderd en bij vloed stond het grootste deel van de plaats onder water. Met mij gingen 25 Maleische politieagenten van Malakka en wij leefden allen te zamen op een oude palissadeering aan den oever van de Langat rivier. Of het kwam ten gevolge van de muskieten, wier aantal en venijnigheid zonder weerga waren, of ten gevolge van den kwaden naam der plaats wegens de daar gepleegde gewelddadigheden, is noodeloos uit te vorsehen, maar de politieagenten waren als door een panischen schrik lam geslagen en mosston do3r een troep uit Singapore vervangen worden, wier leden niet zoo zeer gekozen waren om hun deugden, als om hun zoogenaamde ondeugden. De ruil was bevredigend, want welke zonden zij ook begingen, zij toonden nimmer teekenen van angst.
makende stoffen bezwangerd irrigatiewater (Stauberieslung), zooals op Java, een ruimer product moet opleveren. Het eenige nieuwe op de begrooting onder irrigatie uitgetrokken groot werk, dat eigenlijk niet daartoe mag gerekend worden, is de BEDIJKING EN VERRUIMING VAN DE KALI-KONTRAK i n d e residentie Semarang. Te veel water is voor den rijsfcbouw al even schadelijk, als gebrek aan water, dit kan men bij herhaling in de Indische bladen lezen en nu moet deze verbreeding en bedijking der rivier dienen, om een einde te maken aan de herhaalde overstroomingen, waarvan het district te lijden heeft. Het werk, dat geheel in vrijen arbeid zal worden uitgevoerd, zooals de M. v. T. zegt, bestaat voor een groot deel uit grondverplaatsing, die door de bevolking zelf kan worden verricht. Het door de belastingbetalers opgebrachte geld komt dus weer in handen van belastingbetalers en tevens wordt een werk tot stand gebracht, dat aan het volk voordeel aanbrengt. Voor hem, die geen detailcijferaar is en derhalve een zoo nuttig werk persé onder de productieve rangschikt, blijft daarom j nog alleen de vraag over, waarom men met de voltooiing tot in 1905 wil wachten en van den op een maximum-kosten f 602021 begrooten arbeid in 1902 slechts f200000 denkt te verwerken. Zijn daarvoor technische redenen, hetgeen wellicht uit de ter Griffie van de Tweede Kamer aanwezige nota kan worden beoordeeld, dan houdt alles op,maar anders komt het ons voor, dat alle krachten moeten worden ingespannen, om als men vrije arbeiders genoeg kan krijgen, waarvoor in die verarmde streek wel kans is, een zoo nuttig werk
TEN SPOEDIGSTE GEREED TE MAKEN. Gebrek aan de noodige fondsen mag hier de reden toch niet zijn. De groote verschillen tusschen „uitgaven", die bij eene begrooting worden geraamd en het geld, dat werkelijk in het begrootingsjaar wordt uitgegeven, vloeit ten deele ook daaruit voort, dat er waterstaatswerken, waarvoor geld was aangewezen, onvoltooid of onuitgevoerd blijven. Die gelden van onuitgevoerde of onvoltooid gebleven werken, kunnen echter ook dienen, om andere met meer kracht ter hand te nemen. Een vraag, die wij reeds meermalen en naar wij vermeenen in een der vroegere nummers van „Oost- en West" hebben ter sprake gebracht, kwam ons op nieuw voor den geest bij dit cijfer van ruim /"600.000, noodig, om de Kontrak te beletten door bandjirs schade aan te richten. Wij zijn door het bestudeeren van overeenkomstige toestanden elders, tot de meening gekomen, dat op Java en op enkele der Buitenbezittingen, door het maken van GROOTE RESERVOIRS in de hoogere streken, de afvoer der rivieren gelijkmatig geregeld zou kunnen worden. Dit zou dan irrigatie gemakkelijk maken; "de bandjirs, zoo ze al niet geheel verdwijnen, dan toch aanzienlijk in getal en in kracht doen verminderen, terwijl door die reservoirs eene waterkracht zou worden opgegaard, groot genoeg, om alle voertuigen en fabrieken te drijven, die het naar behooren industrieel ontwikkelde Oost-lndië, naar wij hopen over een niet al te langen tijd,
Later ben ik gerustgesteld door de getuigenis, dat Bandar Termâsa, met zijn onbehagelijk uiterlijk, een oord was voor echte mannen, waar degenen, die een twist hadden, dit met een kris beslechten, en laffaards moedig werden of aftrokken. Een anecdote, die de rondte deed, was, dat toen een ernstig gewonde man van het duelleerveld werd gedragen voorbij de omheining, die het huis van den Sultan insloot, Zijne Hoogheid tusschen de spijlen door vroeg, wat er gaande was en toen men het hem vertelde, koelbloedig opmerkte: »Als hy gewond is, verpleeg hem, is hij dood, begraaf hem dan". Gedurende mijn verblijf op de plaats doorstak eene vrouw uit jalousie een man van aanzien dertien maal met zijn eigen degen en liet mij den volgenden morgen vragen, of ik het wapen zou willen koopen, daar zij er niet veel om gaf. De man was niet dood en beklaagde zich niet. Een andere vrouw bezocht eens op een nacht onze palissade om een soortgelijke reden, duwde den schildwacht op zijde en toen zij den man gevonden had, dien zij zocht, trachtte zij hem met een lange kris te doorboren, die zy voor dit doel had meegebracht. Zoo was toen de maatschappelijke toestand in Bandar Termâsa. Zooals ik zeide, woonden wij allen te zamen in een palissade. Het was een zeer ruw bouwwerk met muren uit boomstammen van ongeveer 6 voet dik en 8 voet koof een leemen vloer, een strooien dak en geen deuren. Aan den buitenkant was een hooge uitkijktoren van hetzelfde materiaal, maar de trap er naar toe was neergevallen. Wegen waren er niet, mnar een modderig pad liep door de palissade van den oever der rivier tot aan het dorp, een afstand van ongeveer 300 yards (0.93 M.) Mijn legerstede was een hangmat, geleend van de Hart, die tusschen twee palen bevestigd was, terwijl de mannen op de muren vau de palissade sliepen.
zal noodig hebben. Het is niet onmogelijk, dat opnamen en onderzoekingen het onuitvoerbare van ons plan zullen aantoonen, maar wij achten ons toch geroepen, om tot dit onderzoek aan te sporen, dat gemakkelijk zal kunnen worden verricht, als men ernstig tot het opmaken van Algemeene Irrigatieplannen overgaat en daarbij doet, wat de ingenieur Gerst, als een zijner eischen tegenover de wàterstaatsbegrooting deed gelden, d.i. het weder op peil brengen van het ingenieursaantal (natuurlijk minstens met behoud van 't gehalte), zoodat dit berekend wordt voor den grooten arbeid. Dat alles zal meer geld kosten, wij weten het best, maar om niet opnieuw van de onverrekende eereschuld te spreken, men zal, als men van OostIndië iets maken wil, wel er toe over moeten gaan, om voor de buitengewone werken geld te leenen. Er zou over de onderafdeeling VI en hare toelichting in de begrooting nog veel te zeggen zijn, wanneer wij voor onze bespreking over al de kolommen van het weekblad mochten beschikken of nog weken er aan konden besteden, maar wij willen gaarne in een volgend nummer de Oorlogsbegrooting onder handen nemen en maken het dus hier wat korter. Dat eindelijk met kracht het bezorgen van GOED DRINKWATER AAN SoERABAJA is ter hand genomen, zal wel door een ieder met vreugde zijn opgemerkt. Eveneens de ernst, waarmee de HAVENVERBETERING TE MACASSER wordt voortgezet. Welke havens zullen daarna aan de beurt komen? Er is nog nuttig werk genoeg in die richting. Voor Soerabaja zijn loodingen en grondonderzoekingen gelast. Tot het vaststellen en uitvoeren van een plan zullen hier de zich verplaatsende geul van 't Westgat en de aangroeiïng der kust in den weg zitten. De aanleg van een TELEGRAAFKABEL van Balikpapan op de oostkust van Borneo naar Kwandang op Celebes en van daar naar Menado zal niet alleen genoemd eiland telegrafisch met Java ver* binden, maar kan het uitgangspunt worden van eene, van Engeland onafhankelijke telegraphische gemeenschap tusschen Nederlandsch-Oost-Indië en Europa. Eene met Duitschland ter zake te sluiten overeenkomst zal eerlang aan de goedkeuring der Staten-Generaal worden onderworpen. In M. en K. werd de niet nieuwe, maar niettemin zeer juiste opmerking gemaakt, dat het hoogtijd wordt in ons POST WEZEN in Oost-Indië aanmerkelijke verbeteringen te brengen. Zoo gaat het niet aan, dat er verschil in port is voor een brief uit Batavia naar Amsterdam met een in omgekeerde richting en een onjuiste opvatting is het, dat men geen normaalport van 5 centen door de gansche kolonie instelt. Nagenoeg in alle andere landen heeft die, het publiek dienende maatregel, tevens de Staatsinkomsten vermeerderd. Omtrent de STAATSSPOORWEGEN staat in de Memorie niets bizonders. Ook hiermee gaat het onzes inziens veel te langzaam, maar daaraan is niet te veranderen, zoolang men dergelijke productieve buitengewone werken wil blijven maken ten laste der gewone middelen. Ten slotte de ook reeds elders gemaakte opmerking, dat het weigeren van het inrichten van een VEERDIENST tusschen KAMAL en SOERABAJA te betreuren valt: Het ligt op den weg der Regeering om den bouw van secundaire spoorlijnen en van tramlijnen, die het hoofdnet voeden moeten, zooveel als mogelijk, te bevorderen en zelfs den schijn .te vermijden van dit niet te doen. Daarom zou eene meer duidelijk verklaring van de redenen, die de inwilliging onmogelijk maakten, gewenscht zijn geweest. Wij hopen ze bij het Kamerdebat wel te vernemen.
W E E K O V E R Z I C H T . In een overzicht van wat er in de afgeloopen zeven dagen voor belangrijks is voorgevallen, mag de boycot niet ontbreken. Daarmee zijn we in het moederland tegenwoordig druk bezig. Vooreerst de binnenlandsche, waarbij men allerwege wordt aangespoord, om noch Heineken's bier, noch Blooker's cacao, noch eenig ander door kapitalisten gefabriceerd vocht te nuttigen en waarover die kapitalisten in quaestie zich ongetwijfeld, ais over een extra, kostelooze reclame, ten zeerste verlustigen. Maar nu de buitenland sehe ! Men denkt er over, niet eenvoudig een of ander fabrikant te benadeelen, maar een geheele natie diensten te weigeren ! Men zegt : wanneer de Engelsche booten niet kunnen lossen en laden in de vastelandshavens, zullen de groote verliezen daardoor veroorzaakt, de Engelschen dwingen, om te doen, wat de vastelandsche laders en lossers willen, en dat is : in Zuid-Afrika met vechten uitscheiden. Dit denkbeeld
De plaats had nog andere nadeelen dan muskieten, want de openbare -weg liep er door, bij hoog getij was de vloer door den vloed bedekt en de breede muren waren vol met slangen. De toestand van de omgeving zal men zich het best kunnen voorstellen, wanneer ik zeg, dat ik gedurende de vele maanden, die ik daar doorbracht, geen schoenen droeg buiten de palissade, omdat er nergens iets anders om op te wandelen was, dan dikke modder en dat het eenige bruikbare water te vinden was in een put of vijver op een vierde mijl's afstand, waar ik eiken dag heen wandelde om mij te baden. Met de tweede groep politieagenten was een Europeesche inspecteur meegekomen ; hij en ik waren de eenige blanken in dit land. Onder de 25 politieagenten waren er twee, die den naam van Kasim droegen, zij waren beiden inboorlingen van Amboina, maar zeer verschillend van karakter. Zij stonden bij hunne makkers bekend als Kasim Besar en Kasim Kitjil, dat wil zeggen : Kasim, de Groote en Kasim, do Kleine. Kasim, de Groote, was een stil, ingetogen en zwijgend man van ongeveer 25 jaar, en later kwam e r achter, dat hij heftig van aard was, wanneer hij geprikkeld werd. Kasim, de Kleine, daarentegen een vroolijk, praatziek, tevreden jonge man van ongeveer 20 jaar, met een prettig uiterlijk. Zij waren in het geheel geen familie van elkaar. J J & s
was dikwijls verplicht afwezig te zijn door naar de kust oi de rivier te gaan; bij mijn thuiskomst van een dezer dienstreizen, merkte ik op, dat de mannen bezig waren Kasim, de Kleine, te plagen en zag opeens, dat hij lâtah was. Ik ondervroeg den inspecteur en bij vertelde mij, dat hij gedurende mijne afwezigheid ook eenige uren voor zaken weg had moeten gaan en toen hij terugkwam, ongeveer om 4 uur n.m., zag hij Kasim, de Kleine, boven in een kokosboom zitten, even buiten de palissade. Op zijn
verscheen in de afgeloopen week eerst als een klein onschadelijk wolkje aan den politieken hemel, maar laat zich nu na eenige dagen reeds vrij dreigend aanzien. Nu weten wij, ook zonder de ellenlange adviezen, die sommige kranten reeds meenden over dit ontijdig, onpractisch en onvoorbereid idee te moeten opstellen, — wij weten heel best, dat het plan evenmin als het continentaalstelsel kans van slagen heeft. Uit dat oogpunt hechten wij er geen gewicht aan ! Maar als teeken van een komenden nieuwen tijd in de buitenlandsche politiek is het een evenement van de grootste belangrijkheid. De arbeidersconfederatie debuteert hierbij op het internationaal diplomatiek tooneel.
Wanneer men de uitlatingen van den nieuwen President der Vereenigde Staten tezamenvat, dan moet men wel tot het besluit komen, dat hij in de Zuid-Afrikaansche aangelegenheden evenmin als zijn voorganger zich zal willen mengen. Dit is van zijn standpunt bezien wellicht het verstandigste, althans de voordeelen liggen te zeer voor de hand, nu Engeland alles doen wil, om in die houding geen verandering te doen komen. Het is een andere vraag of de Amerikanen binnenkort niet den tijd gekomen zullen achten, om zich te mengen in de aangelegenheden van een deel van het Britsche Rijk, dat nu reeds een eeuw en meer geleden een min of meer aan de tegenwoordig in Zuid-Afrika afgespeelde tragedie identieke crisis doormaakte en tegen zijn zin Engelsch moest worden. Wij bedoelen het uitgestrekte Canada. Het valt vooral in de laatste jaren meer en meer op, dat de Amerikaansche invloed bij de noordelijke naburen snel wassende blijft, wat vooral ook hieraan is toe te schrijven, dat hetamerikaansch kapitaal telken jare een grooter deel van de Canadeesche handel en industrie accapareert en daarmee een belangrijk gedeelte van de bevolking aan zijn heerschappij onderwerpt. Daarbij komt, dat het toch altijd van het moederland zeer geïsoleerde Canada, met zijn nog grootendeels niet-engelsche bevolking, voor zijn éénheid met Engeland niet veel voelt en er bijvoorbeeld niet den minsten lust in hebben zou, zich om der wille van de een of andere questie van puur Londensch belang in een oorlog te wikkelen met rijken, waarmee 't niets uitstaande heeft. Wellicht is dus het oogenblik niet meer verre, dat Canada den band, die het aan Europa vastgeklonken houdt, zal wenschen te verbreken en dan zou er waarschijnlijk een fusie met de Vereenigde Staten het gevolg van moeten zijn.
Het schijnt in China met de dubbeltjes-questie nog . niet geheel te vlotten. Dat 't mogelijk zou zijn China uit eigen beurs de enorme schadevergoeding aan de Europeesche Mogendheden te doen betalen, dat heeft men zich nimmer voorgesteld, 't Idee is altijd geweest, dat de mogendheden het geld voor hun eigen schadevergoeding zouden voorschieten door middel van eene Chineesche leening door de schuldeischers gegarandeerd. Daar echter tot dusver een combinatie van de verschillende geïnterresseerden nog niet tot stand is mogen komen, krijgt het er veel van, alsof iedere mogendheid op zich zelf voor zijn eigen deel in de 450 millioen zal moeten zorgen. In dat geval zou Rusland wellicht eenige moeielijkheid kunnen ondervinden. Het zal ons benieuwen, wat in deze de oplossing zijn zal.
Intussehen gaat Duitschland voort met het importeeren van Chineesche rariteiten. Het nieuwste is de aankomst per scheepsgelegenheid van het hoofd van den Chineeschen onderofficier, die men heeft meenen te moeten onthoofden, opdat aan de gerechtigheid voor den moord op den Duitschen gezant haar billijke eischen niet zouden blijven onthouden. Er moet van zulke tropheeën een eigenaardige bekoring uitstralen, wanneer men bedenkt, hoe een dergelijk sollen met afgehouwen lichaamsdeelen van gesneuvelde of afgemaakte vijanden in de laatste jaren aan de orde van den dag is geweest. Vergissen wij ons niet, dan heeft men 'took in Atjeh eenigen tijd geleden dienstig geacht, het hoofd van een gesneuveld vijandelijk aanvoerder van beteekenis in te zouten en triomphankelijk naar Batavia te verzenden. Of dit nu geheel overeenstemt met de bedoelingen van het beschavingswerk? Eenige dagen geleden bereikte ons het bericht, dat tengevolge van de stappen door de Turksche regeering bij de Nederlandsche gedaan, het bestuur van Nederlandsch-Oost-Indië het verbod heeft ingetrokken tegen den invoer en het verspreiden in de Nederlandsche Koloniën van de Arabische Courant „Maloemath." Het is bekend, hoe dat sterk panislamitische blad indertijd werd verbannen, om de zonderlinge onjuistheden, die het aangaande de verhouding tusschen den Padishah en de Nederlandsche Koloniën trachtte te verbreiden. Of men er nu goed aan doet, dit in ieder geval vijandig blad weer toe te laten, zal de vraag blijven, maar wat ons in dat bericht vooral verbaasde, was de mededeeling, dat d» Turksche regeering „stappen" zou hebben gedaan. Dit toch stond in den ïaatsten tijd allerminst in het Turksch program ! Zwijgen is daar de medicijn voor alle krankheden van staat. Gezwegen wordt in het Fransche, Engelsche, Russische en Servische geschil. De zaken worden uitgesteld en een voor een op den langen baan geschoven. Wanneer wij nu lezen, dat men te Constantinopel in een zoo weinig
vraag, wat hij daar deed, antwoordde hij, dat hij niet naar beneden kon komen, daar er een slang aan den voet van den boom was. Werkelijk was er een stuk rottan om den boom gebonden en toen dit weggenomen was, kwam Kasim naar beneden. Nu is het niet gemakkelijk in een kokosboom te klimmen, daar moet men eene zekere handigheid voor hebben, die Kasim niet bezat. Maar de inspecteur kwam er achter, dat toen de andere politieagenten bij toeval opgemerkt hadden, dat hun makker lâtah was, zij hem bevolen hadden in den boom te klimmen, wat hij dadelijk gedaan had en dat een van hen toen uit pure duivelsche plaaglust een stuk rottan genomen had, zeggende: »Zie je deze slang? Ik zal ze rond den boom binden, dan kunt ge er niet uit komen.» Zoo lieten zij hem van 10 uur v.m. tot in den namiddag, toen de inspecteur terugkwam en hem bevrijdde. De duur van Kasim's pijniging is waarschijnlijk grootelijks overdreven, maar zoo luidde het verhaal, dat mij gedaan werd. Van alles, wat nu volgt, ben ik zelf ooggetuige geweest.
Ik stelde Kasim, de Kleine, als mijn oppasser aan en daar hij voortdurend bij mij was, had ik beter gelegenheid zijne eigenaardigheden te bestudeeren. Omstreeks denzelfden tijd merkte ik, dat Kasim, de Groote, ook lâtah was. Over het algemeen genomen, kon een ieder, die de aandacht van een van beiden dezer mannen trok, door eenvoudig weg den vinger op te steken, ze op beslisten toon bij den naam te noemen, hen even aan te raken of zelfs, als ze dichtbij waren, strak in het gezicht te zien, oogenblikkelijk hun zelfbeheersching doen verliezen en hen niet alleen alles laten doen, wat men hen zeide, maar zelfs wat hen met een teeken beduid werd.
(Wordt vervolgd.)
•nuiiiaii j i i i m m u m — M M ^ » ^ — M M belangrijke censuur-kwestie, als deze, er zelfs toe over is gegaan „stappen te doen", dan komt bij onze verbazing nog de twijfel of deze woorden het geheele bericht niet onbetrouwbaar maken.
Het „Vive le roi", of althans het inheemsche equivalent, schijnt toch ten slotte niet door alle Afghanen met even groote instemming te zijn aangeheven. In tegenstelling toch met de Engelsche berichten, melden de Petersburgsche bladen een en ander dat voor aanstaande moeielljkheden wel bevreesd zou kunnen maken. Moderne begrippen schijnen in de middenAziatische landen nog niet op hun plaats te zijn. Nu 1 door den nieuwen emir gebroken is met de eerbiedwaardige hof-etiquette, die voorschreef, dat de nieuw Opgetreden vorst al zijn bloedverwanten over den kling zou jagen, beloonen gezegde bloedverwanten hem door heimelijk de hoofdstad Kaboel te verlaten en zonder erkenning van den vorst zich in intriges met de altijd eenigszins oproerige bergstammen te mengen. Wellicht komt er dus nog strijd over de troonopvolging en een gelegenheid voor Rusland, om in het troebele water een vischje te verschalken.
De toestand in Zuid-Amerika blijft duister. Intussehen is het voor degenen, die er zich rekenschap van geven, wat een moderne oorlog kost, niet onverklaarbaar, dat de beide vijandige republieken het er tot nu toe bij laten elkander van het hoofd tot de voeten op te nemen en de krijg met woorden en proclamaties, inplaats van met geweren en kanonnen, te voeren. Dat is goedkooper, veiliger, en 't staat toch in de kranten. Wat wil men meer! In elk geval zijn de ernstige gronden van verdeeldheid, de casus belli, thans reeds teruggebracht tot een geschil over de vraag, of het nu eigenlijk Venezuela of Columbia is geweest, dat het eerst de hand tot de verzoening heeft uitgestoken. Het zal dus wel geen vaart meer nemen.
Oost-Indische berichten. Algeineene De gezondheidstoestand laat nog algezondheidstijd .veel te wenschen over. Op advies toestand. van den geneeskundigen raad is Batavia besmet verklaard. Er komen dan ook dagelijks tal van gevallen van cholera voor, niet alleen bij de Inlanders, die in de kampongs onder de meest onhygiënische voorwaarden verkeeren, maar ook bij de Europeanen, o. a. zoowel onder de leerlingen der Kloosterschool, als onder die van de meisjesschool te Salemba. Van zelf doet zich daarbij dan de vraag voor, wat beter zou zijn : de school te sluiten of niet? Voor kinderen, wier ouders in staat zijn, hen voortdurend onder hunne hoede te houden, is het eerste zeker verkieselijk, omdat zij dan minder aan besmetting blootstaan, doch zijn zij thuis niet steeds onder toezicht, wat maar al te dikwijls het geval is, dan is het raadzamer, hen geregeld ter school te doen gaan. In elk geval is het zaak, om zooveel mogelijk, onder de noodige voorzorgsmaatregelen, de gewone leefwijze te blijven volgen. Daarom waarschuwt het Bat. Nieuwsbl. terecht tegen het trekken naar boven, dat zich begon te openbaren, te meer daar het kwaad niet zulk een omvang heeft genomen, dat er de minste reden voor een paniek zou bestaan. Laat ons hopen, dat het zoover niet komen zal. Dit zal veel afhangen van doelmatige voorkoming van besmetting en van zorgvuldig toegepaste ontsmettingsmaatregelen. Beide schijnen te Batavia veel te wenschen over te laten, vooral het gebrek aan behoorlijk toezicht en aan . . . geld. In hetzelfde Bat. Nieuwsbl. wordt geklaagd, dat er geen geld is voor schadevergoeding aan de inlanders, wier plunje en beddegoed verbrand wordt, wat tengevolge heeft, dat choleragevallen eenvoudig niet worden aangegeven uit vrees voor schade, waardoor de ziekte zich meer en meer verspreidt ; geen geld, om ontsmettingsovens te koopen — de eenige, die wij hier bezitten, moest van Onrust, let wel : het quarantaine station, hier naar toe gebracht worden, zoodat dit laatste nu zonder is ; geen geld voor een behoorlijk vervoer der zieken naar hospitaal of stadsverband ; geen geld voor de behoorlijke inrichting van die ziekenhuizen. Nu zou er eene bijeenkomst plaats hebben in een der localen van de Sociëteit Harmonie, om te bespreken, hoe men zal trachten uit vrijwillige bijdragen de middelen te vinden, waardoor het bestuur, welker medewerking in te roepen is, in staat gesteld moet worden, wat krachtiger en meer afdoend op te treden.
Een afzonderlijk cholera-hospitaal bestaat te Batavia niet. In dit opzicht is Semarang gelukkiger. In de „Locomotief" heeft de heer Mr. Brooshooft eene uitvoerige beschrijving gegeven van het, voornamelijk onder leiding van den stadsgeneesheer, Dr. Vogel, aan de Kali-baroe aldaar gebouwde en ingerichte hospitaal, speciaal tot opname van cholera-lijders. Jammer maar, dat onder de bevolking vooroordeelen tegen opname daarin schijnt te bestaan. Kenschetsend is, dat een politie-oppasser door de ziekte overvallen, ook weigerde te worden opgenomen. Ook te Meester-Cornelis hebben zich gevallen van cholora voorgedaan en van Pekalogan heeft zij zich nu uitgebreid tot Batang. Te Palembang en omstreken heersenen zoowel beri-beri als cholera. In Soerabaja daarentegen begint de toestand beter te worden en als een vreugdekreet klinkt het bericht in het Bat. N. van 18 Sept. : „ Na een onzettend heeten dag, nog warmer dan de vorige dagen, vielen gisterenavond te elf uur de eerste druppels van eenen verfrisschenden regen, waaraan mensch en dier en plant, maar ook onze stoffige wegen de grootste behoefte hadden!" Moge die door nog vele anderen zijn gevolgd tot wegspoeling van alle ziektekiemen! De knokkelkoorts schijnt ook niet uitgewoed. Het „Centrum" meldt, dat Djocja en omliggende ondernemingen door deze pijnlijke en langdurige kwaal bezocht worden. Maar niet alleen de menschen, ook de dieren hebben veel te lijden. Volgens ingekomen bericht heerscht in verschillende streken van Atjeh onder het vee zeer veel texaskoorts en runderpest en is in de afdeeling Krawang der residentie Batavia een besmettelijke ziekte onder de buffels uitgebroken. Zeker zullen de veeartsen tot leniging van den nood niet in gebreke blijven. Bij de opsomming dezer verschillende ziektetoestanden, kunnen wij niet nalaten ook onze aandacht te schenken aan een artikel voor Lepra in de Ja va-Bode van 12 Sept. waaruit wij aanhalen:
//De hoofdplaats Palembang zelf is geen centrum van lepra-lijders, zooals blijkt uit het aantal, dat voor de kota op 40 wordt geschat. In andere afdeelingen is de toestand veel ongunstiger en bedraagt het percentage der aan die ziekte lijdenden van ^ tot J procent der gezonden, om 't in Noordwestelijk deel tot niet minder dan 10 °/0 der geheele bevolking te stijgen. Geeft dus de verhouding te Palembang geen onmiddelijke reden tot bezorgdheid, aan den anderen kant mag niet uit het oog worden verloren, dat de afzondering der lijders daar niet zoo goed mogelijk is, als onder de zg. plattelandsbevolking, die de door de lepra aangetasten eenvoudig uit haar midden stoot en op een ladang! een hutje voor hen bouwen, waar zij volkomen geïsoleerd hun
bestaan kunnen voortslepen. Uit den aard der zaak is dit voor de hoofdplaats, dicht bevolkt als zij is, niet goed doenlijk. Men tracht hier in de behoefte aan isoleerplaatsen te voorzien door het lepra-hospitaal aan den Ogan, dat evenwel slechts 1 6 plaatsen telt, en dus nog niet de helft der lijders kan opnemen. Instede van het oude hospitaal wordt nu een nieuw gebouwd, waarin , zooals ik uit goede bron vernam, ook al niet meer dan die 16 traditioneele plaatsen zullen komen. Dit is te bejammeren. Men had nu eene schoone gelegenheid gehad, om een meer uitgebreid leprozenhuis te bouwen, waar dan alle lijders, desnoods met wat zachten dwang, hadden kunnen worden opgenomen.
En zoo zullen dan nog een vrij belangrijk getal leprozen in de verschillende bum ten van Palembang blijven zitten, als een doorloopend gevaar voor degenen , die dikwijls met hen in aanraking komen. Vooral na de jongste lepra-circulaire verdient deze kwestie hier, meer dan tot nu toe, de aandacht der betrokken autoriteiten. » * * * Bestrijding Niet minder treurig zijn de steeds van liet luider en luider rijzende klachten Paupérisme, over het pauperisme, zoowel onder de Europeanen, als onder de Inlanders. Verschillende middelen ter bestrijding worden gezocht en aan de hand gedaan, o. a. door Badicus en door James in het Bondsblad van 12 en 19 September. De eerste, die lang niet altijd parlementair in zijn uitdrukkingen is, zoekt het kwaad in het opeenhoopen van kapitalen in de handen van enkele personen en merkt zeer juist op, dat goed onderwijs en een zedelijke opvoeding de. beste geneesmiddelen zullen zijn op den duur, terwijl de laatste aan de kleine ambtenaars en neringdoenden den goeden raad geeft om buurtvereenigingen te vormen, die ten doel hebben onderlinge bespreking van belangen en wederzijdsche ontwikkeling. Uitstekende bestrijdingsmiddelen zullen zeker ook blijken te zijn : 1". De uitvoering, en later op grooter schaal voortzetting, van het in de „Javasche Ct." voorkomende besluit, waarbij de Regeering machtiging heeft verleend, om bij wijze van proef vijftien Europeesche jongelieden aan 's Lands plantentuin gedurende 3 jaar op te leiden voor land- akker- en tuinbouw, hetgeen kosteloos geschiedt, terwijl de leerlingen gratis worden voorzien van leermiddelen en werktuigen, en aan een tiental, wier ouders of voogden niet in of nabij Buitenzorg wonen, buitendien nog een tegemoetkoming van f 25 's maands ieder en vergoeding van reiskosten kan worden gegeven. 2°. De verlichting der noodlijdende cultuur. Het „Boerabajaasch Handelsblad" van 18 Sept. zegt daaromtrent : //Wij vernemen, dat de gemotiveerde voorstellen eenigen tijd geleden door de Ind. regeering naar het Opperbestuur gezonden ter verlichting van de noodlijdende bergcultures, bij den nieuwen Minister van Koloniën een gunstig onthaal hebben gevonden. De ondernemingen, die werkelijk noodlijdende zijn, hebben reden te verwachten, dat zij spoedig (onze berichtgever zegt zelfs : zeer spoedig) zullen worden geholpen en op afdoende wijze." Deze maatregel zal van zelf ook den inlanders, die bij die ondernemingen werken, ten goede komen. 3°. Zal de Inlander ten zeerste worden gebaat, door de afschaffing van de pandhuispacht. In hetzelfde Soer. Handelsblad lezen wij : „Uit goede bron wordt bericht, dat de pandhuisregie te Soekaboemie bevredigende resultaten oplevert. Binnenkort zal ook te Tjiandjoer de pacht worden opgeheven en door eene inrichting in gouvernementsbeheer worden vervangen. • » Het ÖorloggHoe treurig ook de feiten omtrent terrein. ziekte en armoede zijn, nog treuriger is het, dat de oorlog steeds blijft offers eischten. Volgens de laatste Indische bladen wordt er in Djambi nog altijd gevochten en vallen er slachtoffers aan beide kanten. Meer bevredigend in het Bat. Nieuwsbl. van 20 Sept. : „ De bevolking van Rantan Kapas Moeda en Rantan Kapas Toea begint langzamerhand haar vrees voor de Kompenie te overwinnen en verschillende bewoners, die zich tot nog toe in de ladangs ophielden en bij de komst van patrouilles in de bosschen en ranah's vluchtten, komen nu weder in de kampongs en ontvangen van den controleur passen, bij welke uitreiking zij zich zeer vredelievend betoonen. Hoogstwaarschijnlijk zal de geheele bevolking bij het eindigen van den ladangtijd (beplanting der droge rijstvelden) weder in de doesoens (dorpen) terug zijn." Ook in Atjeh hebben voortdurend schermutselingen plaats, onlangs weer eene die eenige menschenlevens kostte. Daarnevens de berichten, dat opnieuw enkele landschappen, zooals Djoelo Tjoet en Meurenbo, voor den particulieren mijnbouw zullen worden opengesteld, wat, naar wij hopen, duidt op eene spoedige pacificatie van het geheele rijk.
Belangstellend Zeer verblijdend is het verschijnsel, bezoek. dat in de laatste tijden meer en meer belangstellende personen naar Ned.-Indië reizen, om zich van het een en ander op de hoogte te stellen. De reis van den director van het zendelinggenootschap te Rotterdam over nagenoeg den geheelen archipel is in menig blad besproken. In Indië scheen men het verschijnen der jongste zendingscirculaire aan zijne bemoeiingen toe te schrijven, maar in een der laatste bladen spreekt Dr. GTJHNING dit beweren ten stelligste tegen en grijpt hij deze ongezochte gelegenheid aan, om zijne erkentelijkheid te betuigen voor de goede ontvangst, die hem allerwege ook van ambtenaar's kant ten dael viel. De jonkvrouwen de la Bassecour Caen en de Koek togen, als belangstellende zendingsvrienden, naar de Oost. De eerste maakt zich nu bizonder nuttig door, zoolang er geen directrice benoemd is, de leiding van het Diaconessenhuis te Batavia op zich te nemen, terwijl de laatste op verschillende plaatsen christelijkpopulaire voordrachten houdt. De Indische bladen melden het belangstellend bezoek aan hospitalen van Jonkvr. Schmidt auf Altenstadt en hare reisgenoote. De Amsterdamsche sportkoning, G. C. A. Dudokde Wit, is er nu, om de sport te organiseeren en de Generaal Baillaud, de gewezen onderbevelhebber der Fransche troepen in China, kwam op zijn reis naar Europa ook eens een kijkje nemen te Batavia. Het Kamerlid Van Kol schijnt van plan een onderzoekingsreis te gaan maken. Moge hun voorbeeld nog door menig ander worden gevolgd !
Hooge Wij eindigen dit weekoverzicht met Benoemingen, het opnemen van de berichten: dat de heer Gh. B. Bakhuizen van den Brink, gewezen directeur van Financiën, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd, is benoemd tot resident van Batavia Het Bat. N. hoopt, dat het motief der regeering tot
deze opvallende benoeming, die bij menig ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur kwaad bloed zal zetten, ligt in de overtuiging, dat de toestanden op de particuliere landerijen in de residentie Batavia, toegelicht door de bekende locale nasporingen en de stapels paPerassen van den oud-resident Faes, van zoodanigen aard zijn, dat een minitieus onderzoek, ingesteld door een financieele specialiteit, niet langer mag worden Ultgësteld en dat de resident van Banjoemas L. A. C. F. fangen benoemd is tot hoofd van het gewest Soerabaja. De heer L. staat algemeen bekend, als een zeer verdienstelijk ambtenaar, die weet, wat hij wil en de belangen van zijn gewest met ijver behartigt. Hij moet een voorstander zijn van de particuliere landbouwnijyerheid en dat hij een waar vriend van den Javaan js, heeft hij reeds in menig opzicht bewezen. Als een *lein staaltie hiervan brengen wij in herinnering, dat hij tot de zeer weinigen behoorde, die gevolg nebben gegeven aan het verzoek der O.-I.-rubriek van ue Tent. van Vrouwenarbeid om medewerking in het belang der Inlanders en toen eene verzameling weefm iri-Uit ziJne residentie zond met nauwkeurige vercoli l n g van herkomst en prijzen. Deze belangrijke w i s n u o o k dankbaar opgenomen onder het tentoongestelde in de Gothische-Zaal. Uit W e s t - I n d i ë . De Grouvernements-Secretaris. Schock, die 'slands dienst verlaat om in 't particuliere over te gaan, nam 30 september afscheid van het ambtenaarspersoneel. Hij wordt tijdelijk in zijn functie vervangen door Dr. H. -U- Benjamins. De ambachtsschool te Paramaribo zal in Januari a. s. worden verplaatst. Een eigen werkplaats zal worden gebouwd op het erf der Wilhelminaschool met localen voor avondlessen. De uitdieping der Nickerie-monding, waarmee een begin was gemaakt, wordt voorloopig opgegeven. De baggermolen en de woningschoener van het personeel worden door het stoomschip Paramaribo teruggehaald. De heer A. Bray gaat proeven nemen in verband niet de Vezelindustrie; hem is vergunning verleend voor een jaar tot het inzamelen der bladeren van wilde ananasplanten op een terrein van 60000 H. A., ten oosten van de Suriname-rivier. Tot plaatsing der machine voor vezelbereiding, kreeg nij kosteloos in gebruik een halve hectare van den voormaligen militairen post „Gelderland". Vele gelukzoekers komen af op de gunstige berichten van goudvondsten in de Ininie-kreek. Intusschen ontvingen wij van daar minder goede berichten. Lage waterstand maakt de aanvoer van levensmiddelen bijna onmogelijk, zoodat reeds naar Albina is geschreven, °ni den stroom van gouddelvers tegen te houden. Zal ait echter baten? Men twijfelt er aan. Patrouilles werden door het Fr. Bestuur uitgezonden
om het sluiks uitvoeren van goud tegen te gaan. Elis reeds gevochten en enkele personen werden verwond. In „Onze West" vinden wij de volgende nog albelangrijke mededeeling. Het conflict tusschen Venezuela en Columbia schijnt ernstige afmetingen aan te nemen. Bij Gospira werd slag geleverd ten nadeele der Venezuelanen. Amerika schijnt Columbia te willen steunen, maar Gastro, de president van Venezuela, schijnt daarvoor met bevreesd te zijn ; men denkt echter, dat hij daarvoor zal moeten 'boeten. Hoe de geheele quaestie zal afloopen en op welke wijze de Vereenigde Staten zullen trachten den beoogden invloed op de landengte van Panama te krijgen, is onmogelijk vooruit te zeggen. Een uitgebreid verslag staat in hetzelfde blad van de, 24 op September gehouden vergadering der Vereeniging voor den grooten landbouw, waarin Prof. WENT het woord voerde en besloten werd tot de oprichting van een proefstation. Verder werden daar nog anderen zeer belangrijke besprekingen gehouden, waarop wij nader terug komen. Met den aanleg van de nieuwe vestigingsplaats voor kleine landbouwers, 't Lot n°. 4, in Nickerie zal weldra een begin worden gemaakt. De plaats zal worden verdeeld in 84 perceelen, elk groot 1,V H. A. Ook op de vestigingsplaats, Slecht en Sterk, zullen door het Bouwdepartement enkele werkzaamheden plaats hebben. In de „Surinamer" van 15 September vinden wij het bericht, dat door een schildwacht bij het fort Zeelandia 's nachts om 1 ure een tijger werd gezien, die een groot beest in zijn muil droeg; de tijger kwam van het erf van een der offlcierswoningen en verdween aan de waterzijde, zonder dat men er jacht op kon maken. In hetzelfde blad van 29 September staat, dat den 26sten door den jager, Blijd, een flinke tijger werd geschoten op !het buiten van den heer Malsenberg aan den weg naar zee. Uit de N. R. nemen wij het volgende over: „De Directie der Guyana Goud Exploitatie Maatschappij „Mindreniti" heeft telegraphische mede„deeling ontvangen, dat in de mijn zeer rijk erts is „gevonden, waarvan de monsters zoo spoedig mogelijk „zullen worden toegezonden. „Den 39 October vertrekt de Ingenieur Munnide „met een paar andere Fransche technici naar de „terreinen, ten einde een volledig werkplan voor de „verdere ontwikkeling der mijn vast te stellen en een „rapport voor eenige geldinstituten in Frankrijk uit „te brengen. „De groote stampbatterij zal tegen het einde van „het jaar (onvoorziene omstandigheden buitengesloten) voltooid zijn en derhalve de productie sterk „kunnen vermeerderen, te meer daar dan ook de
„rijke ertsvoorraad van het Placer. L.& F. de Jong, „dat na 1 November a. s. met de „Mindreniti" één_ „geheel zal uitmaken, aldaar verwerkt kan worden „In verband hiermede heeft de directie het noodig „geoordeeld de wasscherij geheel te staken en alle „daardoor vrijkomende arbeidskrachten voor den bouw ^der stampfabriek te bestemmen. „De producten voor de maanden Augustus en September respectievelijk 4200 en 3700 gram, zijn dan „ook alleen met de kleine stampfabriek verkregen."
Uit Curaçao vernemen wij, dat de nieuwe Gouverneur de openbare scholen, de landkantoren en de gevangenissen heeft geïnspecteerd; geen verblijdend teeken was het, staat er bij, dat de laatsten propvol waren. Aan den heer H. J. Beaufort, gezaghebber van Saba, werd een verlofverlenging van 6 maanden verleend. Van het Venezuelaansche oorlogschip Bestaurador, dat Curacao bezocht, sprong bij het verlaten der haven een Curaçaosche stoker over boord, niettegenstaande men hem ' aan beide voeten had geboeid, omdat men desertie vreesde. Hij hield zich zwemmende boven water tot een visschersboot hem oppikte en hem aan wal bracht, waar de politie hem van zijn boeien ontsloeg. De man was dus vrij en had succes van zijn waaghalzerij. Volgens de „Âmigoe de Curaçao" zijn het de Jezuïten, die van Venezuela, Columbia, en Ecuador één staat willen maken, om dien dan later naar hun believen te regeeren.
Een harde les. In de „Nieuwen Rotterdammer" en ook in 't Vaderland van 17 October las ik de volgende mij treffende „woorden: „Noch in den Belgischen opstand, noch bij „dien der Zuidelijke Staten van Noord-Amerika, heeft „men er ooit aan gedacht de „rebellen" dood te schieten. „Niet alleen, omdat men beulswerk beneden zich achtte, „maar ook, omdat men niet het recht meende te hebben." Hebben zij, die dit neerschreven, wel eens aan onze eigen koloniale geschiedenis gedacht? Wat men in Atjeh met „rebellen" doet, weet ik niet, maar uit vroegeren tijd ken ik uit eigen ervaring een paar treffende staaltjes : Demang Leman, een der meest gevreesde bendehoofden in den Bandjereeschen krijg, had tot het uiterste de rechten van zijn Vorst en van zijn Vaderland verdedigd ook nadat wij het Bandjereesche Rijk bij de bezittingen onder ons onmiddelijk bestuur hadden ingelijfd. Maanden lang door onze patrouilles vervolgd, die te vergeefs poogden om hem in te sluiten, had hij zijne bende langzamerhand zien verloopen en toen met enkele getrouwen in het voor ons destijds nog ongenaakbare binnenland de wijk genomen. Om hem in handen te
krijgen, namen wij onzen toevlucht tot omkooping? Aan eenige veroordeelden, (kettinggangers), werd vrijstelling van straf beloofd, als zij hem aan ons zouden uitleveren. Die verraders deden zich bij D. L. voor als bij ons gedrost, wisten zijn vertrouwen te winnen en brachten hem geboeid en gebonden naar de hoofdplaats Bandjermasin, waar hij voor een krijgsraad te velde werd'te recht gesteld. Heel Bandjermasin, dit herinner ik mij nog best, was opgetogen om 's mans fiere houding tegenover zijne rechters. Aan den moord der Europeanen op Kalangan, die het begin was geweest van den oorlog, had hij volstrekt geen schuld, maar hij was „rebel", want hij had een tijd lang ons gezag erkend, toen hij meende, dat wij het sultanaat herstellen zouden. Demang Leman werd niet doodgeschoten maar te Martapoera, de oude zetel van de Sultans en het brandpunt van het toen nog krachtig lijdelijk verzet, opgehangen.
Sultan Koening, een andere bendeaanvoerder uit den guerilla, stond eenigen tijd daarna te recht. Ook hij werd als „rebel" beschouwd, omdat hij de onafhankelijkheid van zijn land tot 't uiterste had verdedigd en in de akte van beschuldiging stond, als bezwarend feit, nog vermeld „moord van luitenant Blondeau". Wat was nu die moord ? Eene der op hem afgezonden patrouilles had hem weten in te sluiten ; met enkele familieleden zat hij in een bamboehuis, dat door een cordon van onze soldaten geheel omsingeld werd. Men sommeerde hem, om zich over te geven, onder bedreiging van 't ergste en S. K., die begreep, dat 't om zijn leven ging, vloog met een lans gewapend op 't cordon in. Hij koos de plaats, waar hij geen bajonet zag en kwam voor luitenant Blondeau, die hem met zijn revolver wilde neerschieten. Ongelukkig voor Blondeau ketste 't pistool en in minder tijd, dan noodig is om 't zich voor te stellen, was de luitenant doodelijk door de lans getroffen en de vogel ontsnapt. Hoe men hem later in handen gekregen heeft, weet ik mij niet meer te herinneren, maar waarschijnlijk ook wel door de een of andere handigheid, want gevangenneming in den strijd was en is ook nu nog een uitzondering. Het feit is dat hij voor een krijgsraad te velde te recht stond. Hij vond echter, in een der krijgsraadsleden een verdediger van zijn rechten en belangen, die het zoover wist te brengen, dat de zoogenaamde moord op Blondeau uit de beschuldiging werd geschrapt en dat men ditmaal den „rebel" niet deed ophangen, maar hem tot een langdurigen dwangarbeid veroordeelde, ik meen van twintig jaar. Hij was nog jong en 't is dus best mogelijk, dat hij na nog leeft. En als dit zoo is, mag ik lijden, dat hij 't goed heeft, want te oordeelen naar de akte van beschuldiging en naar hetgeen ik van hem zag, was 't een kranige vent. Het was maar een zwarte! zullen misschien enkele onzer lezers zeggen. Juist voor hen heb ik dit stukje geschiedenis opgerakeld. E. v. Z.
A D V E R T E N T I E N.
ASSUrantie Maatschappij tegen Brandschade en op het Leven
M NEDERLANDEN™ is«.
Kantoren: 's-Gravenhage, Kerkplein, hoen Prinseslraat. —
" f t " 4 4 1 1 ' S o p h i a I ' l e i n - " Eotterdam, Zuidblaak 21 (BeursP«'n). — Breia Prinsenkade. — Haarlem, Kruisweg 70 o. — joegen, Inde-Beioawstraat 8. — Groningen, Akerlbof, hoek *k«W**rt, - Z u t , l e n , H s e l k a d ( . .
Hoofd-Directie te 's-Gravenhage : CAREL HENNY. Directeur; _ , M r- J- •>• HENNY, Adj.-Directeur. r p t a a l • • •' f 4,000,000 Reserves uit. 1900 ' - 1,877,900 Betaalde brandschaden töi uit 1900 - 21,625,000
Venelering tegen B R A N D - en I N B R A A K s e h a d e [egen v a s t e en z e e r b i l l i j k e P r e i n i e n , l o n d e r »lesgelden of Nabetalingen. TE KOOP een zoo goed als nieuwe Duitsche Pianino, kruissnarig ijzer raam, 7 octaaf Brieven Bureau deaer Courant, motto piAirräro.
WAARSCHUWING. De ondergeteekende, eenig Vertegenwoordiger der BRENMABBR-Rijwielen in Nederland, deelt mede, dat genoemde Rijwielen te 's-Gravcnhage ALLEEN verkrijgbaar zijn Woordeinde 12 en Zoutmanstraaf 81, en te Scheveningen ßSarcelisstraat 2 3 s , en dat door de Heeren Gebr. Reichstein, Fabrikanten dier Rijwielen, geene deelcn worden geleverd om Rijwielen samen te stellen. Wat dus verkocht wordt buiten genoemde adressen als Rrennabor of vervaardigd van Rrennabordeelen is bedrog
Aanbevelend,
PORT-, SHERRY
MADEIRA en
fijne TAFEL
WIJNEN
ZIJN alom bekend,
HEEREIGRACHT 3-52, Den H a a g . juccursales: UTRECHT, LEIDEN.
Ä. SCHARENBERG,
Hofleverancier.
Magazijn van zwaar verzilverde artikelen (zuiver wit onderraetaai).
SPECIALITEIT: Tafel- en Dessertlepels, Vorken, Messen enz. 15 jaar garantie.
Voor Indië bijzonder aanbevolen
EIKENHOUTEN CASSETTEN.
's-GRAVENHAGE, HOOGSTRAAT 15
Thee. Koffie. Mokka. Gember. Soja. Chutney.
VAN VEEN & Co.,
33 PLAATS, 's-GEAVENHAGE. Telefoon 0 8 1 .
gediplom. muziokleeraar, geeft grondig onderwijs in Piano en Theorie. Tevens opleiding voor examens. Spreekuur Dinsdag en Vrijdag 2—3. Riouwstraat 122, den Haag.
SCHEVENINGEN, 109, Eadhuisstraat. Telefoon 4 i e i .
iö 18 Wagenstraat, Den H a a g . Interc. Telephoon 582. I N R I C H T I N G
VOOR Complete Meubileering
VAN Salon en Eetkamer. \ Slaap- en Logeerkamer. fQRA Kantoor, Serre, Keuken, Y 0 Ü U , ~ Gang en Trap en Dienst- enhOOger bodenkamer. J
Zeer aan te bevelen voor Ind. familiën.
Wol-Regime. Depot van het E c h t e Prof. Dr. G. Jaeger's NORMAALONDERGOED, voor Heeren, Dames en Kinderen, in Winter- en Zomerqualiteit. tot de laagste prijzen. A. YAHLE & Co, den Haag JZOOGWYKM Telephoon 1218. Rotterdam, Hoogstr. 340. Lijders aan Jicht en lllieumatleh ten zeerste aanbevolen. U ^ f Bovengenoemde Firma hebben •wij voor 's-Gravenhage den A l l e e n v e r k o o p opgedragen. W I I i H . J B E K O E B S ö h n e , S t u t t g a r t , E e n i g e geconcessionneerde Fabrikanten der E c h t e Prof. Dr. G.JAEGEE's Normaal-Ondergoederen.
38 -'S w» » 9 9 » S B w
* ».. «i 5? » «S © B '» H B 2. S§
« p. H 9 SS
jYCiele $ Go. Veenestraat 50 DE1SI H A A G . Fabriek en Magazijnen van duurzaam Verzilverde ARTIKELEN
VOOR Luxe en Huishoudelijk gebruik.
jfolan$Go.
Koninklijke Nederlandsche ! Stoom - Meubelfabriek. Magazijnen ter Meubileering. Meubelen, ! Tapijten, Gordijnstoffen etc, D E N HAAG-: HOOGSTRAAT 16. Î R o t t e r d a m . Utrecht.
OVERHEMDEN naar maat.
Aangeboden Kost en inwoning aangeboden voor kinderen van goeden huize bij eene Dame te ' s - G r a v e n h a g e . Information te bekomen bij den Heer B. F. WESTEROUEN VAN MEETEREN Warmoesstraat 76 te Amsterdam. Grootste Keuze.
Franco levering door het geheele Rijk,
Th. A. A. SIMONIS, Groenmarkt 34,
over de PRISTSESTRAAT
D E N H -A- -A_ C3-.
ISERIEF & Co. YEENESTRAAT 16/18, den Haag. Magazijn van Garen en Band. DAMES HANDWERKEN.
VAN Jansen en Tilanus. FRIEZENVEEN.
Chemisier,
24-—26 Hoogstraat, Den Haag.
Indische Uitrustingen.
ÏÏOEM'S uperieur choeisel
IS VERKRIJGBAAR NÓORDEINDE 150 DEN HAAG. W Zie de étalage!
St. INicolaa«, Incïie,
Z. o. z.
Indische Families welke zich tijdelijk of vooi* vast in Nederland gaan vestigen, worden er in 't bijzonder op attent gemaakt, zich voor bet volledige inrichten van buizen of gedeelten daarvan te wenden tot de Firma
D, Hofmeubelfabrikanten te Zutphen. Alles wat op het gebied van meubileering voorkomt, zoowel meubelen in elke verlangde stijl en houtsoort, als Gordijnen, Tapijten, Linoleums, Bedgoed, Ornamenten, Keukeninrichtingen enz. wordt tegen de strengst concurreerende prijzen geleverd.
Reeds honderde Indische Families geheel geïnstalleerd waarvan vele attesten ter inzage. Franco levering door geheel JSfederland. PLAATSING DEE GOEDEEEN wordt niet in rekening gebracht. Schriftelijke garantie voor soliditeit. PRIJSCOURANT en TEEKENINGEN worden op aanvrage franco toegezonden. Alle eikenhouten meubelen zijn van massief wagenschotshout vervaardigd en uitstekend geschikt om naar Indië mede te nemen.
T H E O D . S M E E L E , Denneweg 112, 's-Gravenhage. Telephoon Interc. 910. *
Levering van UITSLUITEND GRUTTERS W AREN, GRANEN en ZADEN. Meermalen bekroond. Vestigt speciaal de aandacht der lezers van dit Blad op zijn Prima « J T Ä l ^ Ä Ä U S T , welke zoowel per gerief als per baal tegen Sterk Concurreerenden Prijs wordt verkocht. Proefmonsters GRATIS verkrijgbaar.
STATIONSWEG 19. Eerste Modes.
D E N HAAG. GEDEMPTE BURGWAL 8, bij de WAGENSTRAAT.
MAGASIN de SOLDES.
» E l i F T , 21, CHOORSTRAAT. Nieuwste Garneering.
Grootste keuze echte tYOBfSCHE ZIJDE in zwart en gekleurd, ook andere kleedingstoffen bijzonder geschikt voor Indië, voor de helft der gewone prijzen. Alle goederen welke niet naar genoegen zijn, al zijn dezelve ook afgesneden, worden gaarne omgeruild. Stalen worden op a a n v r a g e franco toegezonden.
VERHUIZINGEN
onder garantie.
^ « • " " • f e r ^ , Bergplaats voor Inboedels ( G A R D E - M E U B L E ) VERPAKKING (Emballage) van alle soorten van goederen ter verzending door de geheele wereld. DEGRUIJTER&Co. AMSTEEDAM, DEN HAAG, ARNHEM. Leidschekade 70. Westeinde 48. Parkstr. 70/71. ¥.|EEUVEES, 73 Wagenstraat 73,
Bracket & Broermann Heeren Mode-Magazijnen Lange Poten 43 Hoogstraat 37a.
SPECIALITEIT Overhemden op maat.
99
Brood- en Beschuitfabriek
}De> O'o.cL© TTe^-fc*;® JE£ex*9% O P G E R I C H T 1 6 8 0 . OUDE MOLSTRAAT—DRIEHOEKJES 8 , 's-Gravenhage. H o f l e v e r a n c i e r . Geregelde bezorging door alle wijken der Stad en Scheveningen. B B i m - of GEZO^DHEI»§ÏS1100I>. Prima kwaliteit SPEOULAAS in blikverpakking. Versending naar OOST- en WHST-IWUMË:.
HAAGSCHE HOFJES niet goud b e k r o o n d voorzien van bovenstaand handelsmerk, verkrijgbaar bij W. R E U V E R S , "Wagenstraat 73, CONFISEUR, Den Haag. N.B. Voor de tropen verpakt i n hermetisch gesloten bussen.
Hoek SPUI en SPUISTRAAT, Den Haag. OPENING HET HERFST- EH WINTERSEIZOEN. GROOTSTE en GOEDKOOPSTE inrichting voor gemaakte Heeren, Jongeheeren en KinderkleedingstukkenUitgebreide keuze van stoffen voor Goederen naar Maai* Gegarandeerde Coupe. Holiecle Bewerking. Bijzondere Afdeeling voor Damesmantels en Gostuums (tailor made), Gemaakt en naar Maat H E E R E N G R A C H T 10« BWSTOFFENJtAHDEIt
V A N
Hofleverancier C. AANDEWIBL. Kantoor en Magazijnen: SUM ATB, ASTRA AT 143-145 TELEPHOONNUMMER 1014. Specialiteit in EIXGELSCHE en BELGISCHE ANTRACIET«,
Aangezien het gebruik van Antracieth jaarlijks toeneemt, is het mij sedert den laatsten tijd noodig gebleken, aan dit artikel bijzondere zorg te wijden, zoodat nu zonder steen en gruis, in verschillende grootten, door mij wordt geleverd. Vooral de Engelsche Antracieth uit de mijn PENTREMAWR is bijzonder aanbevelenswaardig, daar zij niet slakt, veel hitte en weinig asch geeft. Terwijl bij het gebruik van goede Antracieth vulkachels aan hun doel beantwoorden, wat aangenaamheid, gemak en voordeel betreft, zoo ondervindt men het TEGENOVERGESTELDE bij de vele soorten steenkolen, welke als Antracieth in den handel gebracht worden, doch dikwijls niet anders zijn dan magere steenkolen. Daarom is proefneming vooral met de Engelsche Antracieth aanbevelenswaardig. JT. MBSKBR, » E C B E L F A B B I E A I T T . Hof spui 8Ê, Telephoon J¥o. 2 4 0 , 's-IM'age.
Inrichting voor complete meubileeringen, zoowel in koop, als in huur. Complete Ameublementen yoor geneele huizen, boyen- of benedenhuizen steeds voorradig. P R I J Z E N S T E R K C O N C U E R B B R E N D . Verhuurt mede Gemeubelde boren- en benedenhuizen.
Indië • St„ Nicolaas.
Wij berichten de ontvangst van eene fijne collectie I.UXEA»TIKEI,£;jr en S P E M L U O E D E R E J Y , geschikt voor I n d i ë . Verpakking geschiedt gratis, onder garantie van gave overkomst.
TRADING Co. LATE P E R B Ï & C o . , Hen Etuag. Hoogstraat O.
Van groot Hygienisch Belang is eene luchtige voetbekleeding. Het weefsel der sokken mag niet onnoodig dik, moet elastisch en vooral poreus zijn, ^ moet de warmte in den winter behouden » en te hooge temperaturen voorkomen, H
Sanitas Heeren Sokken e van Soliotaohe Scha- « penwol bevorderen de Ä uitwaseming regelma- _J2 tig, veroorzaken geen *" gevoel van koude of § vochtigheid, en houden  de voeten, droog. On- •> misbaar voor iedereen, . in't bijzonder voor hen ® die aan koude of ge- ^ voelige voeten lijden. ®
J Een proef is voldoende #
om het aangename te ervaren, om zeker te p, zijn probeere men eerst aan een voet ; de j uitkomst is verrassend. Q Op iedere aanvraag franco toezending !£ van proefparen à fl. 1.10 die bij niet- H voldoening binnen 8 dagen zonder M eenige vergoeding teruggezonden kunnen JQ worden. M 3 paar franco f 3.30. «^ 6 paar franco f6.30,12 paar franco f 13. g Bij bestelling geve men op of de voet is Klein, fc Middelgroot, Groot of Zeer Groot 2È S A C H S <fe C o . , Lange Poten 2—4, Hofstraat 10, Den Haag. TELEPHOON 633.
JAC. MOULIJN, O p t i c i e n , I n s t r u m e n t m a k e r , 2e Wagenstraat 95, Den Haag, TELEFOON 704.
BMIIJ'&EW en PIWCW-WEZ. Voorschrift van Heeren Doctoren.
Artikelen voor Ziekenverpleging, Verbandstoffen, Breukbanden. Suspensoirs enz. Aanleg en onderhoud van TELEFOON en ELECTRISCHE SCHELLEN.
33©ML lïsisLgr. _. IJtreclit. Geïllustreerde Prijscouranten worden gratis op aanvrage toegezonden.
ECHT CHINEESGHE THEE, speciaal aanbevolen aan Indische familie's. PARAPATTAN WEEZENGESTIC1IT to Batavia.
In de hoop dat de wetenschap, dat vele weezen door eene liefderijke verpleging in het Parapattan Weezengesticht te Batavia, voor ondergang behoed en tot nuttige leden der maatschappij worden gevormd, eene -opwekking moge zijn voor alle weldenkende ingezetenen van Nederlandsch-Indië, die thans in Nederland verblijven en ook voor niet-Indiers, om ook het hnnne hij te dragen tot instandhouding van het Parapattan Weezengesticht, doen wij in de eerste plaats een beroep op den liefdadigheidszin van de in Nederland wonende ondgasten. Jaarlijksche contribution en donation worden gaarne door den ondergeteekende in ontvangst genomen.
Namens het Bestunr yan het PARAPATTAN WEEZENGESTICHT te Batavia, W. C R E M E R , Generaal gemachtigde voor Nederland, Nieuwe Schoolstraat 89, te s-Gravenhage.
Fabriek „SIMANALAGI" Den Haag. KEPPLER.STRAAT 138—144.
Ingrediënten voor de INDISCHE RIJSTTAFEL, als: S a m b a l l a n s , Boemboe's, Atjars, Manisans , diverse Kruiden, Viscb-Artikelen, diverse K e n k e n - g e r e e d s c b a p p e n . Prima HOLLANDSCHE TAPELZUREN, Likenr «LALIDJIWO» Hiver »e JL'JtMOW^JßmSIMOPMW,
De 's-Gravenhaagscae Boek- en Handelsdrukkerij voorheen Gebr. Giunta d'Albani.
VATSr
HET KOLONIAAL WEEKBLAD Donderdag »4 October 1901.
Javanen-Armoede en Hongersnood,
Het antwoord van X 2 aan „den Leek" zal zeker hem, evenmin als ons, geheel voldaan hebben. Hij richtte dan ook zijn verzoek meer speciaal tot een met verlof zijnd Ambtenaar van 't Binnenlandsch Bestuur, maar nog geen van hen heeft lust gevoeld, om in 't openbaar te zeggen, of „Oost en West" goe(j <joet door ondersteuning te vragen voor de armste der armen onder onze Javaansche iandgenooten en — of het werkelijk waar is, dat ?r °P enkele punten van Java nu ongeveer een half jaar geleden ernstige nood geleden werd en er volt10? a ^ J ^ streken zijn, waar een deel van het da hl ~f ng e r lijdt, dan wel of de Oost-Indische ß .fSupers zich tegen beter weten in, aan het O 7 J-en V a n ° i l w a a r n e i ( l schuldig maakt en de •-indische Regeering zwak genoeg is het schrijven van dergelijke onrust berokkende leugentaal niet te verbieden, terwijl de wet haar daartoe net volle recht geeft. Nemen wij echter in aanmerking, dat wij ook van onze afdeeling „ Nederlandsen Indië" de meededeeling ontvingen, dat de hongersnood in t Samarangsche gedurende de maand Maart een niet te ontkennen feit is en dat de Gouverneur Generaal bij zijn rede op Koninginne-Jaardag sprak van den hongersnood en een terugkeer n iet onmogelijk achtte, dan zijn wij in gemoede overtuigd, dat met een flinke som gelds, die wij ^ u op dit oogenblik ter beschikk.ng van het ßataviasch Afdeelingsbestuur zouden kunnen stellen, veel goed zou kunnen worden gedaan en dat eene zelfde som gelds, daartoe ter beschikking gehouden, ook later misschien in nog hooger nood gebruikt zou kunnen worden. Gelden, die pas zullen gevraagd worden, als ernstige hongersnood °P nieuw slachtsoffers vordert en gansche dessa's uitmergelt, komen te laat.
Wij blijven dus een ieder aansporen om te geven ; maar wij doen meer. Hen, die onzen bedelbrief ontvangende, hem op zij leggen, tot zich zelven en tot hun buurman zeggende, dat wij dwalen, . y er geen nooddruft heerscht daarginder, dat de nilander nu niet armer is, dan hij altijd was en zoo al verder, sommeeren wij om zich niet te bepalen tot die laconische handeling, die wellicht menig goedgeefsche terughoudt, maar om in ons blad de redenen te ontvouwen, die hen omtrent den toestand op Java gerust stellen. Want wat wij, ook hierin, in de eerste plaats willen, is het kennen der w a a r h e i d . En zoo^ng niemand ons overtuigt van het tegendeel, « n - J^ geloof aan de berichten, die ook thans °Ei e i e mail v m 9inder tot ons brengt. wii h +Z0? § wiJ daaraan geloof slaan, achten dii i -Ü mf~9even ten behoeve der lijdende Javanen, vol 7 e n d e zlJn> ten deele door onzen schuld, hardocutig van lederen Nederlander en vooral van diegenen on<ler hen, die uit of door onze Oost fortuin erwierven, een goed bestaan getrokken hebben oi nog trekken. Wij achten het daarenboven slecht zien uit een oogpunt van eigenbelang, zoolang n mmste het gezegde, dat „ Indië de kurk is, waarop Nederland drijft" voor een waarheid wordt gehouden. Up de Regeering rust den plicht maatregelen te ^eramen en zonder verwijl tot uitvoering te brenb n, die de oorzaken der verarming wegnemen. Aan ons Nederlanders de taak om algemeen te oonen, dat wij niet alleen gevoel hebben voor door Engeland verdrukte Boerenvrouwen en °-"h£ e n.\ maar evenzeer voor de Javanen, die sebrek lijden en die niet onze stamgenooten, maar °nze landgenooten zijn. Na al hetgeen er in ons blad geschreve* is over Mngersnood, rijstnood, geldnood en pauperisme voelen wij eerst weinig lust er nog eens op nieuw de sen voor op te nemen, maar 't toeval bracht ons *n de laatste dagen tegenover de „stille kracht", me ons pogen om den armoelijdenden Javaan te helpen, in den weg staat en 't werd ons een plicht, daartegen te strijden. h Wk11 e n ^ e l e bladen, die ons pogen steunden, nebben wij onzen dank te betuigen. Zullen wij zoowel de groote, als de kleine dagbladpers, die °P enkele uitzonderingen na tot nu toe zwijgend onzen oproep aanhoorde, er toe kunnen brenn°v m d a t s t i l z w i J g e n t e verbreken? üok met dit doel voor oogen schreven wij neer, aat wij de „waarheid" wenschen. Wanneer men i m o P n i r m e e m n ê is> dat wij de weldadigheid voo, P Q l ' W a f ^ e r b o d i g is, wanneer m e l o n s voor alarmisten houdt, dan hebben wij recht op tegenspraak en bestraffing. N. v. Z.
Van Vreemde Koloniën. Spoorwegen in Tunis en de Wet op de Koopvaardij. v n I nu d e e e r s t e Vergaderingen der aanstaande zitting van het Fransche parlement zullen deze twee belangM z a k e n besproken worden. 7 n zal zich het levendig debat herinneren, dat verleden jaar op de interpellatie Berthelot volgde en waarvan het goede resultaat was, dat het aanleggen yan spoorlijnen in Tunis, onder toezicht van het parement zou staan. Het gouvernement zal altijd meer ge*|eigd zijn de drie havens van Tunis, Sousse en Sfax, die onder garantie van den staat zijn gebouwd, te bevoordelen boven die van Bizette, die geheel uit particuliere fondsen tot stand kwam. In de „ Questions diplomatiques et Coloniales" van 15 October bepleit Henri Pasquier de voordeelen zoowel uit een economisch, als uit een strategisch oogpunt, verbonden aan den aanleg van spoorwegen, die met de uitstekende haven van Bizerte aansluiten. ripIn netzelfde tijdschrift komt een artikel voor van uen zeeofflcier, Emile Duboc, tegen de nieuwe Fransche •^oopvaardij-Vïet, welke hij verbeterd wenscht op grond van het verderfelijke systeem van premies-geven voor
het uitrusten van zeilschepen, waardoor deze en tegelijkertijd ook de scheepstimmerwerven tot overdreven bloei zijn gekomen ten nadeele der stoomvaart.
Indo-China. Het Premiestelsel wil de Gouverneur Doumer ook toepassen op de schepen onder Fransche vlag in de Indische Zeeën (de l'Extrême-Orient.) Tot vaststelling der daarop betrekking hebbende voorwaarden, is een Commissie benoemd, onder voorzitterschap van den directeur der douanen en regies van Indo-China. Te Hanoï zal een geneeskundige school voor Inlanders worden opgericht, waaraan ook een hospitaal van Inboorlingen verbonden zal zijn.
Afghanistan. Volgens de Reuter-Telegrammen van 8 dezer is Abdour-Bhaman, de Emir van Afghanistan, den 3den October te Caboul overleden. Den volgenden dag meldde een officieel Engelsen draadbericht, dat een van diens zonen Habib - Oullah, die reeds door zijn vader tot opvolger aangewezen werd, tot Emir was uitgeroepen en door zijne broeders ende andere Hoofden als zoodanig erkend is, zoodat de gemoederen te Caboul zoo rustig mogelijk zijn. (Dit werd reeds met een kort woord in het' weekoverzicht van No. 19 besproken). Zoo luidt het in de „Times" en de andere Engelsche bladen namen het over, maar uit den toon van sommige is duidelijk merkbaar, dat men er niet al te gerust op is. De Russische couranten voorzagen reeds lang, dat de dood van Abdour-Rhaman tot ernstige politieke verwikkelingen aanleiding zou kunnen geven, daar er groote naijver bestaat tusschen de Afghanische prinsen onderling over het recht van opvolging, zoodat Engelsche tusschenkomst onvermijdelijk zou zijn tot handhaving van orde en rust, terwijl Rusland weder genoodzaakt zou zijn verweringsm'aatregelen te nemen, zoodra Britsche troepen in Afghanistan mochten komen. Eén blad gaat zelfs zoover, van den raad te geven, dat Rusland zich maar vast gereed moet maken in plaats van een afwachtende houding aan te nemen, want het zou zijn prestige in Azië verliezen, zoodra Engeland, dat in'Indië Lord Curzon tot onderkoning heeft, in Afghanistan vasten voet kreeg. Op dit oogenblik zal John Buil zeker liefst niet in deze zaken roeren.
Engelscli-linlië. In het noorden van Hindoustan schijnt het lang niet rustig te zijn. Of de opstand der bergbewoners, die in 1897 de vrede op het schiereiland zoozeer op de waagschaal stelde, niet flink genoeg werd bedwongen, öf dat het geloof aan de onoverwinnelijkheid der Engelschen aan het wankelen is geraakt, hoe het ook .zij, deze woeste volkeren toonen ieder oogenblik gereed te staan, om te trachten hunne onafhankelijkheid te heroveren. De schrik voor den Britschen soldaat zit er lang niet meer zoo in bij de Inlanders als vroeger, en zoo Engeland niet elders zijn handen vol had, zou het zich ook zeker meer doen eerbiedigen, althans niet oogluikend toelaten, dat stroopers zelfs de militaire posten bestoken en plunderen. Er heerscht een anarchie, in den slechtsten zin van het woord, die met den dag toeneemt, en den politieken toestand er verre van bevredigend doet zijn.
Duitschland's Koloniën.
Een Duitscher van beteekenis, die, toen hij met „Oost en West" kennismaakte, gewezen werd op het verschil in opvatting tusschen deze vereeniging en de Duitsche „Kolonialg eselschaft", maakte de opmerking, dat dit verschil vooral berust op een historischen achtergrond. Duitschland bezit zijne koloniën nog niet lang, daarom stellen zich de sedert ontstane koloniale vereenigingen dan ook voornamelijk ten doel, bij het Duitsche volk den lust tot koloniseeren aan te wakkeren, door overzeesche ondernemingen te stichten of te steunen, den volksverhuizers geschikte plaatsen tot vestiging aan te wijzen en zoowel hen, als de kooplieden, daarginds door militaire macht te beschermen, zoodat zij rustig hun brood verdienen en ten zegen van anderen werken kunnen; zij beoogen dus in de eerste plaats Duitschland's heil. Het doel van „Oost en West", om bovenal de belangen van den inboorling en van den daar voor altijd blijvenden Europeaan te bevorderen, de kolonie te beschouwen als een kind, wier opvoeding geheel aan onze leiding is toevertrouwd en dat wij dus in alle opzichten zoo moeten ontwikkelen, dat het na verloop van tijd in staat zij goed voor zichzelf te zorgen en onafhankelijk te zijn, noemde hij eene ideale opvatting der Koloniale-politiek, die des te meer te waardeeren is, omdat, volgens zijne ondervinding, het idealisme onder de Hollanders al heel dun gezaaid is. Het had hem altijd zeer bevreemd, dat zij, die toch al eeuwen lang hunne koloniën bezitten, er over het algemeen zoo bitter weinig van weten en zelfs op menig Indisch gebied, dat buiten Nederland reeds lang de aandacht trok, niet de minste belangstelling toonen. Het streven van „Oost en West", om studie en waardeering op te wekken van alles, wat Indië' aangaat, vond hij daarom dubbel toe te juichen. Later zal Duitschland dit voorbeeld wellicht volgen, voorloopig houdt het zich ijverig bezig, met zijne bezittingen ten bate van het moederland te beheeren, met nieuwe vestingen te stichten en die zoo goed mogelijk in te richten. Te Berlijn zal met medewerking der regeering een uitstekend koloniaal-inlichtingsbureau worden tot stand gebracht. Gr. A. Schmidt, posthouder te Atakpame schrijft aan de „Deutsche Kolonialzeiting", dat het landschap Togo, wat de landbouw betreft, in een uitstekenden toestand verkeert. Als men van Basilo noordwaarts gaat en de Kara overtrekt, ziet men, zoover het oog reikt, goedbebouwde velden. Ieder plekje is benut, alles ziet er keurig uit, geen onkruid is er te bekennen. Tegen de steilste hellingen zijn terrassen aangelegd en voorzien van zeer praktische bevloeiingswerken. Als tusschengewassen, worden gierst en aardnoten geplant, verder rijst, guineakoren en dergelijke. Aan meststof ontbreekt het niet, ieder gehucht heeft zijn eigen gepleisterde mestvaalt, waarin alle afval vergaderd wordt, om later als bemesting der velden dienst te doen. De halmen van het guineakoren worden zorgvuldig bewaard, om tot brandstof te dienen en uit de asch daarvan wordt zout geloogd. Om de buitengewoon talrijke Kaburebevolking te kunnen voeden, moet er met den grond en zijne voortbrengselen gewoekerd worden. Goede berichten komen er ook uit Kamerun. Reeds den lOden Augustus zond het opperhoofd van Bali een gezantschap naar den Duitschen Gouverneur, dat als teeken van trouw en onderdanigheid niet alleen vele geschenken meebracht, maar ook den jongeling Dsché, jongsten zoon van het oud-opperhoofd Garégas, met verzoek dien in Gouvernementsdienst aan te nemen. Dit is zeker wel een bewijs van groot vertrouwen. Dikwijls ziet men troepen flink gebouwde Bali-arbeiders lachend en zingend naar hun arbeid in de plantages gaan, zonder dat zij daartoe door blanke opzichters of welken dwang ook worden gedreven.
Minder werkzaam van aard schijnen de inboorlingen van Duitsch-Ouinea te zijn. Dat zou men althans opmaken uit de verordening van den Gouverneur, von Benningsen, die den verkoop van heele cocosnoten voortaan op strenge straffen verbiedt, omdat deze gewoonte, de luiheid der Inlanders bevordert, door het uitsnijden der copra te doen vervallen. De nieuwe maatregel valt zeer in den smaak der afnemers, die nu beter in staat zijn de kwaliteit der waar te beoordeelen. Door denzelfden gouverneur werd ook het besluit afgevaardigd, dat van af 1 April 1902 het schelpengeld (Diwarra), waarmede tot nu toe de kopra werd betaald, niet meer gangbaar zal zijn. Boekaankondiging.
Van den heer E. Gerst, ingenieur van den waterstaat in N. L, ontvingen wij ter bespreking een lijvige brochure getiteld : „Een kwaal bij de wer keu van openbaar nut in Indië en een eerlijk iniddel tot betering." Dit zeer belangrijk geschrift is het gevolg van een vroeger verschil van opvatting tusschen den schrijver en de Redactie van de „Indische Gids" omtrent het eerlijkg en, als economischen maatregel, doelmatige der toepassing van „printah aloes" (zachten dwang) tot het verkrijgen van werkvolk bij de uitvoering van groote openbare werken op Java. De heer Gerst schreef in de „Ingenieur" een opstel over de Sindopradja-irrigatie-werken, gelegen in de afdeeling Indramajoe van de residentie Cheribon en deelde daarin mee, dat het onmogelijk was gebleken dit werk in vrijen arbeid te voltooien, maar dat de resident van Cheribon door een krachtige mondelinge aanbeveling den regent, die met hem de werken bezocht, had doen begrijpen, dat een tijdige voltooiing van het werk der Regeering aangenaam zou zijn. Er werd een zoogenaamde „printah aloes" door den Regent gegeven en er was overvloed van werkvolk. De heer G. ried op grond daarvan zijn collega's aan, om voor het geval, dat gebrek aan voldoende arbeidskrachten bij het door hem uitgevoerde werk tot groot nadeel mocht leiden, de Hoofden van het gewestelijk Bestuur eens aan te spreken, om daardoor zachten dwang op de bevolking te verkrijgenDe Redactie van de „Indische Gids" nam het economische deel van het stuk uit de „Ingenieur" over en, zooals licht te begrijpen valt, veroordeelde zij de tegen de bestaande voorschriften en de tegenwoordige richting van ons bestuur lijnrecht aandruischende beschouwingen en wees den schrijver op het eenige, in algemeenen zin, rationeele middel, om bij de groote openbare werken genoeg werkkrachten te krijgen : behoorlijke betaling van het werkvolk. In een artikel „ongemotiveerde verantwoording over zachten dwang bij vrijen arbeid aan openbare werken", in de „Indische Gids" geplaatst, kwam de heer G. tegen bovenstaand oordeel van den heer van Sandick op. Hij meent, dat deze thans veroordeelt, wat hem vroeger, toen hij zelf in O.-Indië als ingenieur werkzaam was, niet zal hebben gehinderd en wijst op de vele gevallen van „printah aloes", die bij de uitvoering van het Binnenlandsch Bestuur voorkomen en die steeds in het belang der Inlandsche bevolking zelve zijn, even goed als dit ook bij de uitvoering der Sidopradja-werken het geval was. Hij toont verder aan, dat die opgecommandeerde werkers het te Sidopradja niet zoo erg kwaad hadden ; de meesten toch werkten maar van 's morgens vroeg (ongeveer 6 uur) tot 11 ure v.m. en hadden dan 15 centen verdiend, waarmee zij tevreden waren ! Als de lust bij hen had voorgezeten, om geld te verdienen, dan had gemakkelijk in een normalen werkdag een bedrag van 45 cents bereikt kunnen worden ! Zij bleven maar een tiental dagen en kregen voor hunne reis heen- en weer van telkens soms drie uren gaans, niets vergoed. Loonsverhooging, — dat zou hier geweest zijn het verhoogen van den eenheidsprijs van het grondverzet — , baat niet, zegt de heer G, integendeel de koelie's verkorten dan hun werktijd, dit ondervond hij in Tegal en daarom werd het in Indramajoe niet beproefd. In een naschrift in de „Indische Gids" blijft de heer v. S. natuurlijk het voor de openbare werken modderen met „printah aloes" afkeuren. Men had dan, zoo zegt hij, ruiterlijk moeten terug keeren, tot het stelsel van betaalden, verplichten arbeid, in betaaldenheeredienst, zooals hij het noemt. In het geschrift, dat thans voor ons ligt, verdedigt de heer G. de „printah aloes" niet meer, ook hij voelt het, dat die zachte dwang even zwaar drukt en daarbij onbillijker dan de „printah kras", het bepaald bevel ! Daardoor toch worden ten minste allen, zonder onderscheid, op hunne beurt voor den arbeid opgeroepen en geen dubbelen druk gelegd op de zwakken en toegevenden. Hij tracht echter door de geschiedenis, geput uit de eigen Regeeringsverslagen, aan te toonen, dat vrije arbeid tot nu toe slechts een waan is geweest en dat het zich streng houden aan dien waan, den lande millioenen en millioenen zal kosten aan te langzaam uitgevoerde publieke werken. Hij acht het Javaansche volk der dessas nog niet rijp voor den vrijen arbeid ; de Javaan is niet lui, dat zal hij niet beweren, maar hij is tevreden, als hij zijn dagelijksch brood verdiend heeft en daarbij komt het werk aan de publieke werken hun niet aan staat, vooral wanneer ze op grooten afstand van zijn woonplaats liggen. Hij twijfelt echter niet aan de toekomst, want Madurees, Javaan en Bantammer bewijzen op de hoofdplaatsen, dat ze in lust tot geldverdienen voor den westerschen werkman niet onderdoen, maar in afwachting, dat die betere tijden aanbreken, wenscht hij, dat het euvel, „gebrek aan werkkracht", bij de tot ontwikkeling van het land zoo hoog noodige publieke werken worden weggenomen, door de invoering van gedwongen arbeid tegen behoorlijke betaling, zoowel van dien arbeid, als van de reiskosten der werkers; een en ander gepaard aan goede zorgen voor logies en voor de noodige voeding tegen matigen prijs op de werken. Hij wijst er op, dat ook in westersche landen en bij name in ons eigen vaderland, niet alleen onteigening van eigendom, maar ook verplichte persoonlijke dienst bestaat, zoodra het algemeen welzijn zulks vordert en hij acht zich dan ook verplicht, tegenover hen zelfs, die hem een retrogadist zullen achten, vol te houden, dat het plicht is in het belang van Indië, om de door hem däar voorgestelde gedwongen arbeid met volle betaling en verzorging in te voeren, en zich niet door doctrinaire stellingen te doen weerhouden. Ook hij wenscht niet, dat men lichtvaardig er toe kunne komen, om de in te voeren bepaling toe te passen; dit moet, slechts gebeuren, nadat eerst alles beproefd is om vrije werkers te krijgen. Gelukt dit echter niet, dan mag men niet dralen of twijfelen.
Wij hebben de brochure van den heer Gerst met onverdeelde aandacht doorgelezen en er veel in gevonden, wat de moeite van het overdenken en ook de bespreking dubbel waard is. Wellicht doen wij er later nog wel een greep in, om 't een of ander onderdeel in ons blad te behandelen. Thans zullen wij er ons toe
bepalen, om op het geschrift de aandacht te vestigen en, wat de hoofdquestie betreft, als onae op ondervinding gegronde meening te kennen te geven: 1°. Dat werkelijk de loonstandaard voor koelies bij de groote openbare werken te laag is. Wij ontvingen uit Sumatra een stuk over „koelieloonen", dat wij in dit of in een volgend nummer een plaats hopen te geven en dat met onze eigene opvatting grootendeels overeenstemt. 2°. Dat men bij, in de verslagen voorkomende mededeelingen van gebrek aan vrije werkers, ook meermalen te doen heeft met weinig lust tot inspanning van hen, die ze moeten zoeken of aanbrengen; „printah" is zoo erg veel gemakkelijker. Het feit, dat onder de Bordes de spoorweg over Java in vrijen arbeid werd daargesteld, is niet tegengesproken en wij hebben nimmer hooren veronderstellen zelfs, dat daarbij printah-aloes is te pas gekomen. Bij de Militaire Genie werd, voor zooverre ons bekend, de printah-aloes nimmer toegepast. Als Eerstaanwezend-Genieofflcier bezochten wij nu twintig jaar geleden Batoe-Djadjar in de Preanger Regentschappen, waar met spoed bamboezen gebouwen voor de Artillerie moesten worden gemaakt. De luitenant der Genie met het werk belast, klaagde over gebrek aan volk en verzocht ons een bezoek te willen brengen aan het inlandsche hoofd ter plaatse, om hem de noodzakelijkheid der spoeduitvoering uit te leggen. Warm voorstander van den vrijen arbeid, voldeden wij aan dat verzoek echter niet, maar autoriseerden tot ruimer betaling, vooral bij taakwerk en onderaanneming. De gebouwen kwamen behoorlijk en op tijd klaar.
3°. Evenwel, als het werkelijk blijkt, dat het onmogelijk is om een nuttig en noodig openbaar werk in den gevorderden tijd uit te voeren, zien wij er voor het stelsel van den vrijen arbeid volstrekt geen bezwaar in, om, ook al zouden alle onbetaalde heerendiensten reeds zijn afgeschaft - bij uitzondering het werk te doen uitvoeren in gedwongen, goed betaalden arbeid, dan echter telkens bij afzonderlijk Regeeringsbesluit gelast, want even als van Sandick,^ achten wij de zoogenaamde 'printah-aloes, die zich in alles en overal doet voelen, het meest schadelijke, zoowel voor het individu inlander, als voor de ontwikkeling der massa. Juist die groote macht, zonder zichtbare teekenen van dwang, op den inlander uitgeoefend, eene kracht, waarop ons exploitatiestelsel was gebaseerd en die door Multatuli reeds zoo pakkend werd geschilderd, is een der redenen, dat het den Javaan onverschillig is, of hij tot welvaart komt, derhalve een der oorzaken van de degeneratie of demoralisatie, waarover in dit blad eenige maanden geleden geschreven werd.
De titel van het geschrift van den heer G. zou doen denken, dat het op geheel Indië betrekking had, terwijl er toch alleen over Java wordt gehandeld. Ook buiten Java echter is de printah-aloes volstrekt niet onbekend en naar onze overtuiging in even groote mate af te keuren. Men verwarre echter printah niet met aanwijzing en goeden raad. Daartoe toch geeft de heer G.. zonder dat hij het wil,, aanleiding, wanneer hij er ook onder rangschikt de raadgevingen aan het volk, dat vooral op cultuurgebied conservatief is, tot eigen persoonlijk belang gegeven. Later, als landbouwonderwijs tot den dessaman zal kunnen doordringen, zullen er ook voor die „Vaderlijke Zorgen" geen redenen meer bestaan. Nu echter kan de inlander ze nog niet missen.
I l f G r E Z O I f D E S f
Aan de Presidente der 5de Commissie, Mevrouw N. VAN ZUTLBN — TROMP.
Mevrouw ! Doel van Uw schrijven in No. 19 van „Oost en West" is een gedachten wisseling uit te lokken over het onderwerp door U besproken. Nu is in Uw betoog, evenals door de beide aldaar geciteerde schrijvers gedaan is, een belangrijk, een voornaam argument, minder op den voorgrond gesteld. Het is ni. dit: indertijd heeft het Indische Gouvernement de wenschelijkheid gevoeld van eenige zorg voor de inlandsche kunstnijverheid. Vóór maatregelen beraamd konden worden, was het aanwijzen van het bestaan eener kunst of kunstnijverheid noodig. Dit is toenmaals mislukt en onverschillig of het gebruikte onderzoekingsmiddel slecht is geweest, officieel bestaat er geen kunst of kunstnijverheid in Indië. Het nieuwe feit, dat krachtig pleit voor een revisie van officiëele belangstelling, is het werkelijk bestaan daarvan, zooals bewezen is door de tentoonstellingen in de laatste jaren gehouden, terwijl de onderzoekingen, die direct of indirect daarmee verband hielden, eveneens aangetoond hebben, dat het mogelijk is, gidsen voor dat kunstgebied te vinden. Daar onze Regeering of de Indische 10 jaren geleden onverantwoordelijk zou gehandeld hebben met zich in onbekende ondernemingen te steken, wordt een artistiek-technisch onderzoek in N.-L, dat terecht een betere verzorging der inlandsche kunstnijverheid vooraf moet gaan, te klemmender een plicht van de hoogste orde. H. B.
Verzending 0.-I. Mail. VOOK DEN HAAG. Amsterdam, Nederl., 25 Oct. 8 Nov. 11.20 's av. Eotterdnm, Lloyd, 1 Nov. 15 » H-30 's av. Genua, Nederland, 5 « 9.15 'sav. Marseille, Lloyd, 29 Oct. 12 n 6.30 's av. Marseille, Fr. dienst, 2 Nov. 16 // 7.45 vm. Brindisi, Eng. dienst, 25 Oct. 8 / 1.— mid. Napels, Duits, dienst, 27 Oct. 10 // 9.45 mid. Via Marseille: Suppletoire verzending van brieven, briefkaarten en aangetaekende stukken den dag volgende op den aangegeven maildag te 7.45 vm. Via Napels: Suppletoire verzending den dag, volgende op den aangegeven maildag te 12 en 3 'snm., doch de aansluiting op hel vertrek der booten is daarvan niet ver
MAIL SURINAME. Amsterdam, Nederl., 31 Oct. 14 Nov. 11.15 's av. Southampton, Eng., 28 « 11 „ n . 3 0 '8 av. Suppl. verzending daags daarna 6.30 's av. ; aansluiting niet altijd verzekerd. St. Nazaire, Fr., 8 Nov. 8 Dec. 7.45 vm. MAIL CURAÇAO. Via Genua den 8n van elke maand, alleen op verzoek. Eiken Dinsdag en Vrijdag f ». 3 0 's av. via Southampton en Queenstown en New-York. MAIL CONGO. Antwerpen den 15n en den laatsten van elke maand 7.20 's av. Lissabon den 3n en den 13n van elke maand 3.20 m. MAIL CANARISCHE EILANDEN. (Teneriffe.) Southampton. Elken Vrijdag 7.20 's av. Liverpool. Elken Maandag 7.20 's av.
A D V E R T E N T I E N.
Pianolessen. Ondergeteekende houdt zich beleefd aanbevolen tot het geven van Pianolessen, zoowel aan eerstbeginnenden als aan meer gevorderden, ook van Emseniblelesaen. HENRIETTE WOLTHERS, te 's-Gravenhage.
Information te bekomen bij Mevr. E. KUNSTHEYNNEMAN, Weimarstraat 91, den Haag.
ERNEST CASSUTO Tandarts,
PIETER B0THSTR4AT No. 1, B E Z U I D E l f H O l J T , Den Haag. SPEEEKUUE dagelijks yan 1 tot 5.
Eenige inrichting voor Praktische Opleiding voor den Handel in Theoretische en Praktische Cursussen voor Dames en Heeren.
&]
Beste gelegenheid voor H H . Verlofgangers, Gepensioneerden, Indische Jongelui enz.
Dagelijks inschrijving. TT ~™ ^ ^ ^ V 9 ©* 'ïelkens wanneer een voldoend ^ ^ b / ^ <V^<' aantal deelnemer8 ingeschreven - j s ^ T * ^ ^ t t ^ ^ v S ^ ^ zijn, kunnen nieuwe Cur- ^ S J S * * * ^ ^ . * > V ^ sussen b ginnen^ ^ ^ ^ <*e$-c
.*»
Den H a a g , W a g e n s t r a a t 32.
CentFum der stad en gerenommeerde keuken 5© Kamers en Salons. Kamer met Dejeuner f 2.25.
voor langer yeraij
C. J. v. d. MEER, Waldeek-Pyrmontkade 11, Ha, IS, O E N H A A G .
in Wijnen, Binnen- en Bnitenlandsche Bieren, Minerale en Medicinale Bronwateren en Gedistilleerd. S P E C I A L I T E I T in Bordeaux-, Bourgogne-, Port-, R(|n- en Moezelwijnen. Champagne en Cognac.
OSDERWIJSVAMEÏ. Praktisch Boekhouden, Handelstekenen, Handelsrecht, PRAKTISCHE KANTOORWERKZAAMHEEEN. S c h r i j f m a c h i n e , S t e n o g r a f i e , Merl., Duitsche, Eng, en Fransche Handelscorrespondentie.
P B O S P E C T U S S E Î i e i i I J f L I C H T I Î f G E l ï .
GROOTSTE KEUZE GASORE1JIŒ1EIITE1SNieuwste Kunstproducten. Electrische liasspelden, Zaklantaarns ens. ATELIER TOT R E P A E E E R E N EN OPMAKEN. GASCOMFOREN, GASKACHELS
A b o n n e m e n t t e g e n u i t e r s t billijke v o o r w a a r d e n . Gasgl.-Mij. A. SERPHOS & Cy.
IDE3ST H A A G . A M S T E R D A M .
DE ADELAAR
•w H EERENKLEEDINGMAGAZIJN „M JIS)S£JIJIS",
Spuistraat 31, DEN HAAG, over de Passage. I S T E R C . TELEFOON Xo. ÏIO».
E. J. F. YAN DISSEL k ZONEN, EINDHOVEN.
FABRIEK van
LimrrAÏELGOEBEM enz. enz. §P£T" Inrichting voor het maken, borduren en festoneeren. SPOEDIGE AFEEVERING. PRIJSCOURANTEN alsmede mime keuze van STALEN en MODELLEN, worden op aanvrage franco toegezonden. AGENTESSEN GEVRAAGD met relatiën onder den gegoeden stand.
Specialiteit in PRIMA OUALITEIT KLEEDINGSTIMEN
voor HEEREN en JONGEHEEREN, in elke taille groote keuze. In Kinderkleeding hebben wij steeds een uitgebreide keuze der nieuwste modellen Yoorradis Steeds Nouveauté's in Stoffen en modellen. mr Grootste inrichting voor KLBEDIHO MAR MAAT Ie Etage. UNIFORMEM, UIVEREIEN, AfflRl^SiwEWAÖEN.
Uitrustingen voor Oost en West,
GKERNER&C 0.
3 1 , V E B N E S T R A A T DIENST ZE3I.A..A.G-, SPECIALITEIT IN
9 23 Wagenstraat, 's-Gravenhage, T E L E P H O O N IN"o_ 6 5 9 .
S i g r s U ^ G n in alle soorten en prijzen.
Doelmatige verpakking voor de tropen. S p e c i a l i t e i t v o o r E x p o r t ,
FRACHTIG blijft 't haar bij alle weersgesteldheid door 't gebruik der Amerikaansche Onduline Onschadelijk
à OO ct. de flacon verkrijgbaar bij :
J E A N M E I J E R , Coiffeur, Passage 4 9 — 5 1 , Den Haag.
* * * * * * ^ ^ 4 4 * ^ ^ Spekslagenïj w°nsr. F i r m a J . J". M . F E R M E N T I E R , Korte Poten 25, Een Haag. ^ a , Gelardeerde Kalfslever. $*° *»%» -+
Stoomvaart-Maatschappij „ROTTERDAMSCHE LLOYD" Maildienst tusschen Rotterdam en Nederlandsch-lndië in verbinding met de diensten der K o n i ï i f c l i j l t e P a l i e t v a a r t - M a a t s c l i a p p i j van Rotterdam, van Marseille, te Port-Said, te Padang, te Batavia. Merapi 2 Nov. 14 Nov. 19 Nov. 9 Dec. 11 Dec. Salak 16 . 28 „ 3 Dec. 23 „ 25 „ B " 1902 1902 Lawoe 30 „ 12 Dec. 17 „ 6 Jan. 8 Jan. Ardjoeno 14 Dec. 26 „ 31 „ 20 „ 22 „ 1902 1902 Soemblng 28 „ 9 Jan. 14 Jan. 3 Febr. 5 Febr. 1902 Gedé 11 Jan. 23 Jan. 28 „ 17 Pebr. 19 Pebr. Oengaran 25 „ 6 Febr. 11 Febr. 3 Maart 5 Maart Sindoro * 8 Febr. 20 „ 25 „ 17 „ 19 „ * Dubbel schroefstoomsehip. le klasse midscheeps. 2e klasse in de campagne.
De Hoofd-Agenten: ßuys & Co., Rotterdam.
De Agenten: Courier dit Dubekart & Co., Anna Paulownastraat \d, 's-Hage.
GEKLEURDE, ZWARTE en CREME STOFFEN. Nouveauté's voor elk seisoen. STEEDS GKOOTE ASSORTIMENTEN. BILLIJKE PEIJZEN.
Mode-Magazijnen HL MACK,
Lange Poten 31133. DEN HAAG. Hoogstraat 3. S P E C I A L I T E I T i n Gegarneerde DAMES- en KINDERHOEDEN.
Steeds voorhanden de laatste Nouveauté's v/h seizoen.
Gebr. TEN HOUTEN,
} IHFCIIi. DKM HAAI;.
Com^leeU
SPECIALITEIT IN SlaapkamerArtikelen.
Soliede bewerking. Zeer billijke prijzen.
W
J, K. VAN OLM, 12 PÄPESTKAÄT 12
DEN HAAG
Heerenkleeding naar maat.
Ontvangen de
Elegante Coupe. Billijke prijzen.
'o/D
C / 2
Cfo,
Indische Uitrustingen
voor DAMES en HEIM, In alle Prijzen.
AU BON MARCHE - MODES.
Dames- en Kinderhoeden, Voiles, Tulle, Linten, Bloemen, Veeren. Wagenstraat 58, Den Haag.
,DE NIJVERHEID'
B R E D A . Behangerij, Meubelfabriek, Stoffeerderij, Bedden- en Matrassenfabriek. lySart. Lefel-Oomen, H o f l e v e r a n c i e r .
Concureerendst adres voor compleete meubeleering. Enorme voorraad. Lage prijzen. Directe levering. Geïllustreerde prijscatalogus Gratis en franco.
Badhuisstraat 54, Schevenïngen
zijn verkrijgbaar alle soorten COMESTIBEES e n CONSERVEN waaronder : GROENTEN, VLEESCH, WILD, GEVOGELTE, VISCH, DIVERSE SOEPEN, VRUCHTEN etc. in blik. GENUA OLIE, WIJNAZIJN, FIJNE TAPELZUREN etc. uit de fabriek van J. C. VISSER, t e Amsterdam.
Aanbevelend,
J. J. KROPHOLLER. Voor den verkoop aan Particulieren worden » a m e s A g e n t e s s e n uit gegoeden stand g:vraagd, tegen flinke provisie.
Ondergeteekende verklaart zich te abonneeren op het Koloniaal Weekblad orgaan der Vereeniging „OOST en WEST" h f 2.— per jaar.
Naam: Woonplaats:
Abonnement voor niet-leden.
Verzoeke dit biljet na invulling uitteknippen en aan de Uitgevers van dit blad, Haagpoort 4> den Haag te zenden.
Inteekenbillet voor niet-leden. JlA__"'" : • •" ••• ' ' • • • JL
Ondergeteekende
Donateur-trice , 7 TT• • r»~„4- 1 wenscht — te worden van de Vereeniqing „Uost Lid en West" tegen betaling eener jaarlijksche contributie van f of door eene gift in eens van f Handteekening en volledig duidelijk adres.
NB. Contributie van f 5 of gift in eens van ( 100 voor D o n a t e u r s . Voor L e d e n contributie tot een minimum van f \.— 'sjaars. Om 't orgaan te ontvangen moet men minstens f 1.50 'sjaars betalen. Doorslaan wat men niet wil.
De 's-Gravenhaagsche Boek- en Handelsdrukkerij voorheen Gebr. Giunta d'Albani.