Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?UNIVERSITEITLEIDEN-DIG-KOLONIAAL-WEEKBLAD-1901-21
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


N°. 21. Donderdag 31 October 1901, lste Jaargang« HET KOLONIAAL WEEKBLAD. Orgaan der Vereenigin
Abonnementsprijs per jaar.
Vrij aan huis of franco per post binnenland bij vooruitbetaling, f2.00 Voor Oost-lndië en het Buitenl. » 3.00 Afzonderlijke nummers. . . . »0.10 j onneert zich voor minstens zes maanden gaande op den dag der eerste toezending f 1. - OOST EN WEST,
Prijs der advertentiën.
Per Bij plaatsing » » » »
van 300 » » 1000 3000
regels » »
f 0.10 . - 0.09 . - O.08 . - 0.07
R E D A C T B Es De 4de Commissie, aan welke d verspreiding van populaire kennis omtrent Oost- en West-lndië is opgedragen.
Mededeelingen of Ingezonden Stukken moeten worden geadresseerd>an de Redactie", en gezonden aan den Heer G. E. V. L. VAN ZUYLEN, Voorzitter der Redactiecommissie, *a Meerengracht, of den Secretaris, Mr. G. VAN SLOOTEN AZN. , 43 Conradkade, beiden Den Haag. Voor de Administratie en Advertentiën wende men zich tot de Uitgevers-Maatschappij „HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG" Haagpoort 4 , Den Haag,
Bit nummer bestaat nit Twee Bladen.
H e t h o o f d d o e l d e r V e r e e n i g i n g i s : H e t v e r s p r e i d e n v a n p o p u l a i r e k e n n i s »ïutreut o n z e I n d i e n o n d e r g a n s c h h e t v o l k e » h e t b e v o r d e r e n d e r w e l v a a r t i n d i e g e w e s t e n , o m z o o d o e n d e e n o o k d o o r h e t v e r l e e » e n v a n o n d e r l i n g e h u l p , w a r e b e l a n g s t e l l i n g e n l i e f d e te k w e e k e n t u s s c h e n N e d e r l a n d h i e r e n g i n d s .
ö e V e r e e n i g i n g vestigt z o o v e e l m o g e l i j k , zoowel i n E u r o p a a l s i n I n d i ë , a f d e e l i n g e n , « i e t e z a m e n m e t h e t h o o f d b e s t u u r dit d o e l t r a c h t e n t e b e r e i k e n . O m l i d t e w o r d e n , k a n m e n z i c h p e r s o o n lijk o f p e r b r i e f k a a r t a a n m e l d e n bij e e n d e r a f d e e l i n g e n o f a a n h e t b u r e a u i n d e n H a a g H e e r e n g r a c h t 4 , d a t l e d e r e n d a g , b e h a l v e Zon- e n f e e s t d a g e n , v a n 10—13 e n v a n 3 — 4 n r « o p e n is. C e w o n e l e d e n b e t a l e n e e n e c o n t r i b u t i e v a n t ï.— tot f 5. — . Z i j , d i e f 5 . — e n m e e r 's j a a r s , »f f lOO.— i n e e n s b e t a l e n , zijn d o n a t e u r s . D e l e d e n k u n n e n , z o o l a n g er g e e n e a f d e e l i n g i n h u n n e w o o n p l a a t s i s , k i e z e n bij w e l k e a f d e e l i n g zij z i c h w i l l e n a a n s l u i t e n . A a n d e d o n a t e u r s e n a a n l e d e n , d i e f 1.50 «f m e e r c o n t r i b u t i e b e t a l e n , w o r d t h e t o r g a a n s t a t i s t o e g e z o n d e n .
lii> r i i d w e k k e i n z iJ n e omgeving, zooveel mogeJ ' an(*eren op om lid der Vereeniging te worden en geve daartoe dit blad na het gelezen te hebben aan vrienden en bekenden
De voordrachten zullen des avonds plaats hebben. Het uur van samenkomst zal later worden bekend gemaakt.
ITÏecïecleeïïïïg'eiï.
II. Van de 4de Commissie. -tHJ de aankondiging in ons vorige nummer der v oordrachten door Jhr. L. C. van Panhuys over Suriname te houden, is eene fout : Waar Wilde Kunst hraat, moet dit zijn w i l d e K u s t . Wij brengen hierwv,™ , h e nnnering, dat die voordrachten zullen worden gehouden Heerengracht 4 :
5 S d a g , 1 9 N o v e m b e r : „De wilde kust". ,V,a+ag 9 N o v e m b e r : „De beteekenis der Hernhutters-zending voor Suriname". j a a g 13 D e c e m b e r : Surinaamsche versienngskunst en ornamentiek". vi-ydag 3 J a n u a r i 1 0 0 3 : „Neger-engelsche liederen en Surinaamsche folklore. Het gebruik van de JNederlandsche taal in Suriname".
t o e d e n v a n de vereeniging hebben hiertoe vrijen r w i ? ' t e r w i J l niet-leden voor het bijwonen van elk uer lezingen 25 ets. moeten betalen. y,m t e kunnen oordeelen, of de beschikbare ruimte voldoende is, en ook voor het bespreken der plaatsen n de zaal, wordt aan belangstellenden verzocht, om voor 15 November a. s. voor de bijwoning dezer voordrachten zich schriftelijk aan te melden bij het estuur der Vereeniging, adres Heerengracht 4 dan da + n a a m e n a d r e s t e plaatsen op eene lijst, die o^artoe i e d eren werkdag, van 1 0 - 1 2 en van 2 - 4 ure, Jf n e t kantoor in het locaal Heerengracht 4 gereed ligt.
J^EJIILLETON.
V e r g a d e r i n g wan leden der 4 e C o m m i s s i e op Z a t e r d a g 9 N o v e m b e r des namiddags ten 4 ure in het locaal Heerengracht 4 den Haag.
Uit de Memorie van Toelichting der (Oost-) Indische Begrooting. in
Door enkele algemeene beschouwingen zullen wij onze aanteekeningen op de voor 1902 ingediende oorlogsbegrooting doen voorafgaan. Er is in de achter ons liggende tijden dikwijls over getwist, of „de sleutels" van Oost-Indië, zooals men het noemde, zouden liggen te Batavia-Buitenzorg, dan wel in de stelling van Amsterdam. Sedert dien ouden tijd is echter de meening van vele deskundigen aanmerkelijk gewijzigd. Men is gaan begrijpen, dat ook de sleutels van Nederland zelf niet in de eerste plaats beveiligd moeten worden door eene versterkte positie rondom de hoofdstad, maar dat de kracht der verdediging van het moederland, hoofdzakelijk moet worden gezocht in een talrijk en voor zijne taak voldoend geoefend veldleger. En wat Nederl. Oost-Indië betreft, heeft hetgeen er met Spanje is gebeurd duidelijk doen zien, dat men zijn Koloniën kan verliezen, ook zonder dat het moederland feitelijk in den strijd betrokken wordt. Wel hebben de Vereenigde Staten van N.- A. rnet ©en© landing in Spanje gedreigd, maar het is zoover zelfs niet eens behoeven te komen; de rijke bezittingen, rijk in den zin van bodem en ligging, zijn, na eene ondoelmatige verdediging der havens en door het gemis aan den steun van Indo-Europeanen en inlanders, in handen der Amerikanen gevallen. Met die leering uit de nieuwe geschiedenis vlak vóór ons, moeten wij een oordeel vellen over de middelen, die Nederland moet bezitten, om zijne Oost-Indische Bezittingen te verdedigen en te behouden, wanneer ze door een ander volk — door den B. V., zooals men gewoon is te zeggen — worden bedreigd of aangevallen. In een brochure, die wij hebben geschreven, toen in Nederland de reorganisatie der levende strijdkrachten tot beveiliging van het Moederland aan de orde was (*), hebben wij er reeds op gewezen, hoe de defensie ook in Oost-Indië sedert menschenheugenis een onderwerp van gestadige zorg en overweging had uitgemaakt en hoe men dââr ettelijke jaren geleden tot de slotsom was gekomen, dat, zoowel op Java, als op Sumatra, de verdediging tegen een ernstigen aanval, niet aan de kust, maar in het binnenland moet plaats hebben; de vijand kan op tal van plaatsen landen, hetgeen men wel zal kunnen en moeten bemoeilijken, maar, als hij goed is uitgerust, niet zal kunnen beletten. Wat men echter wèl kan doen, is hem
(*) Uitgevers Maatschappij Haagpoort 4.
LATÄH.
Uit het Engelsch van FRANK ATHELSTONE SWETTENHAM.
MALAY SKETCHES IX. „Heere, ontferm tf oyer mjjn zoon, want hij is maanziek.... menigmaal valt hij in het vuur en menigmaal in het water". Matheus XVII. 15.
k neb vele lâtah mensellen gezien, mannen zoowel als in iUW(Jn' m a a r nooit één, zooals deze twee, zoo gevoelig voor
e„I v a n buiten, zoo dadelijk blind gehoorzamend aan een D w°ord of een teeken.
t o t a e, vriendelijke aard van Kasim, de Kleine, maakte hem BeV a 1?.nscnaaelijk. niaar de andere Kasim was nogal een „nr, * ^ persoon, om grappen mee uit te halen, wat ik ""•nstonds uitleggen zal. Zal fa n m a n °f v r o u w ) zooals men die gewoonlijk ziet, D\j plotselingen schrik, door eene aanraking, een geluid, net een of ander onverwacht schouwspel, niet alleen al 6 kenteekenen van een zenuwachtige mensch vertoonen, m a a» bijna altijd in een stroom van min of meer vuile uitrekkingen losbreken, die in geen betrekking hoegenaamd »taan tot de omstandigheid, welke zoo plotseling zijn aandacht trok. In den regel zullen deze mensehen, alleen door «M hun schrik aangejaagd wordt, iets zeggen of doen, dat aantoont, hoe anders zij aangelegd zijn, dan hunne medemensehen en wanneer zij zichzelf door woord of daad hebten verraden, geeft hun instinct hun in, om zoo gauw m°gehjk weg te loopen. Kinderen en zelfs volwassenen
door het voeren van den guerilla, zoolang mogelijk in de ongezonde kuststreek ophouden en hem iederen pas, dien hij verder in het binnenland zet, moeielijk maken. Het zal niet noodig zijn, hier uiteen te zetten, welke groote voordeelen zulk een guerilla oplevert, ook al is de vijand zeer overmachtig en reeds diep in het land doorgedrongen. Spanje en Tyrol bewezen dit in vroeger dagen en thans doen het onze dappere stamverwanten in Zuid-Afrika. Wat is er voor dit hoogst eenvoudige defensie plan noodig? Een zoo talrijk mogelijk, maar vooral steeds slagvaardig en naar de hoogste eischen volkomen bewapend leger, voorzien van zeer beweegbare en uitmuntende artillerie, van genietroepen, die de kern vormen bij het in verdedigbaren staat brengen van tijdelijke stellingen, die gewone wegen en spoorwegen met hunne bruggen kunnen onbruikbaar maken en herstellen, tele- , grafisch de gemeenschap der verschillende troepenafdeelingen kunnen onderhouden en den verkenningsdienst te hulp komen, voor zooverre deze niet zelf van alle middelen voorzien is, om iedere beweging van den vijand te signaleeren. Wanneer wij spreken van een zoo talrijk mogelijk leger, dan is het onze bedoeling, dat in dit opzicht hier rekening moet gehouden worden met de financieële krachten en wij vinden het dus een gelukkig denkbeeld, om de geringe sterkte, die uit financieële overweging dient gehandhaafd te blijven, te hulp te komen door goed ingerichte vrijwilligerskorpsen, zooals die, naar onze overtuiging onder Indo-Europeanen en Inlanders best te vormen zijn. Wat betreft de massa der inlanders: de hulp die wij van deze, indien ze ons goed gezind zijn, te wachten hebben, is, dat ze den vijand zoo min mogelijk ten dienste zijn, zoowel met levensvoorraad, als inlichtingen en daarentegen onze troepenafdeelingen in alle opzichten beschouwen, als voerende eenen nationalen verdedigingsoorlog. Naast dit algemeene en groote plan van defensie is het ook vroeger steeds als vaststaand aangenomen, dat het nuttig zou zijn, om de hoofdplaatsen, voor zooverre dit niet boven onze krachten gaat, te beveiligen tegen een aanval van enkele schepen, met eene geringe troepenmacht, een „coup de main", zooals dit in de defensiepapieren altijd werd genoemd. Voor zooverre onze herinnering juist is, was dit in algemeene trekken het verdedigingsplan, dat vijftien jaren geleden ook door de Regeering gehuldigd werd. De oorspronkelijk daarbij bedoelde verplaatsing van den Regeeringszetel naar het Binnenland, reeds in tijd van vrede, moest om financieëele bezwaren achterwege blijven. Heeft ditzelfde stelsel nu ook tot grondslag gediend bij het opmaken der begrooting voor 1902 met hare memorie van toelichting ? In de vergadering, 17 October j.L, van Moederland en Koloniën werden aan kolonel Willemsteyn, die de begrootingsafdeeling van oorlog had toegelicht, vragen in dien geest gedaan, maar het beroepsgeheim verhinderde dien generalen-stafkolonel,
kunnen niet altijd weerstand bieden aan de verzoeking, om een lâtah mensch aan den gang te maken, ten eerste, omdat het zoo gemakkelijk te doen is, maar ook, omdat de zieken op dat oogenblik dwaze dingen doen of iets zeggen, waarvoor zij zich in gewone omstandigheden schamen zouden. Bijna altijd zijn lâtah menschen van deze soort (en het is de meest voorkomende) zeer goed geluimd en denken er nooit aan, zich te ergeren over het misbruik, dat men van hun zwakheid maakt. Zoo zij door woord of daad zich te buiten gaan (en dat is niet ongemeen), dan loopen zij of weg, of lijken onbewust er van te zijn, dat zij iets ongewoons zeiden of deden, (dit komt echter zelden voor) of zij zeggen eenvoudig: „Ik ben lâtah," als een volledige verklaring en verontschuldiging. Als een van de aanwezigen toevallig iets op den grond laat vallen, als een hagedis van het dak valt op of naast een lâtah persoon, als de wind de luiken van een raam met een slag dichtblaast, zal een lâtah mensch van het soort, waarvan ik spreek, het waarschijnlijk noodzakelijk vinden om ten minste iets te zeggen, dat men in fatsoenlijk gezelschap meestal niet hoort. Van deze soort bestaat de groote meerderheid uit vrouwen. Ik heb nooit een lâtah jongen of meisje gezien, maar ik weet, dat zij bestaan, ofschoon de ziekte zekerlijk meer zichtbaar wordt, naarmate de onderhevige persoon in ouderdom toeneemt. Men moet goed begrijpen, dat, behalve wanneer zij onder invloed zijn en werkelijk kenteekenen vertoonen van deze vreemde eigenaardigheid, lâtah menschen niet te onderscheiden zijn van andere. Een voldoende bewijs Hervoor is, dat er onder mijne 25 politie-agenten zich twee mannen bevonden, die veel meer lâtah waren, dan ik er ooit te voren of na dien tijd gezien heb. Ik nam maatregelen, om de twee Kasims zorgvuldig te kunnen gadeslaan. Het was onmogelijk om altijd te voor
die zelf aan de plannen had gewerkt, om daarover iets mee te deelen. Wij hebben het geheimhouden der algemeene plannen van defensie altijd eene fout geacht. Wat men daarvan, en zelfs van de details, aan de Generale Staven van andere mogendheden, weten wil, blijft toch geen geheim, dit hoort men overal verzekeren en nu zouden wij wel eens willen weten, welk nadeel er aan verbonden zou zijn, wanneer b. v. geheel Europa wist, dat in Nederland het gansene volk goed geoefend en georganiseerd te wapen zou loopen, zoodra de onafhankelijkheid werd bedreigd of de neutraliteit van den bodem geschonden. Een groote waarborg zou dit dunkt ons zijn voor den kans op het behoud van den vrede. Evenzeer zouden wij het een voordeel achten, als Europa, Azië en Amerika, misschien ook wel Australie, wisten, dat zij bij eenen aanval op onze O. I- eilanden getracteerd zouden worden op een goed georganiseerden guerrilla, gevoerd door uitmuntend uitgeruste en in den oorlog geharde troepen, gesteund door nationale vrijwilligerskorpsen . Wij zullen echter hierop niet verder doorgaan, maar bij gebrek aan beter aannemen, dat ons hierboven ontwikkeld plan van defensie het ware is (*) en dan de ingediende begrooting voor 1902 met hare Memorie van toelichting daaraan toetsen. Doen wij dit en noemen wij het eerst de punten, waarmee wij instemmen, dan heeft het organiseeren van EEN EIGEN TRANSPORTTREIN zeker den voorrang. Maar al te lang en al te dikwijls hebben wij in de oorlogen tegen den inlandschen vijand het' sukkelen bijgewoond met net geiegvuheidstransportwezen voor iedere expeditie georganiseerd, om niet met vreugde te begroeten, dat deze oude quaestie eindelijk wordt aangepakt. Daardoor zal tevens worden weggenomen de grove onrechtvaardigheid, om de wegens misdrijf gestraften ongevraagd aan dadelijk levensgevaar bloot te stellen. Een goed transportwezen is een eerste eisch voor het behoorlijk beweegbaar zijn onzer troepenafdeelingen. Rekent men er dan tevens op, dat guerilla-troepen zich des noods ook korten tijd zonder een transportafdeeling moeten kunnen bewegen en ageeren, dan kunnen wij in dit opzicht gerust zijn. Niet minder urgent is de UITBREIDING VAN HET KORPS GENIE-TROEPEN. Reeds spoedig na de oprichting van dit korps bleek die uitbreiding noodig en werd ze door den korpschef voorgesteld. De verhouding in getalsterkte van dit technische korps tot die van het leger, is dan ook in die mate klein, dat men niet begrijpen kan, dat het nog zoo lang heeft moeten duren eer aan dat vijf en twintig jaar oude voorstel, en dan nog maar voor de helft, uitvoering zal worden gegeven. Zuinigheid, die soms de wijsheid bedriegt, schijnt daarvan wel de oorzaak te zijn geweest. Het is ons bekend, dat een chef van het wapen der genie,
(*) Wij spraken opzettelijk niet van de taak der Marine, die, bij onze behandeling der begrooting, ook nog wel een beurt zal krijgen.
komen, dat hunne makkers hen plaagden, vooral op een plaats, waar geen vermaak, van welken aard ook, te vinden was en alle levensomstandigheden zoo onpleizierig mogelijk waren; maar bepaald kwaad werd er niet door aangericht en ik ben er zeker van, dat zoolang er eenigen invloed werd uitgeoefend op den lâtahman, hij zich van zijne eigen handelingen niet bewust was. Zoodra die weggenomen was, werd hij weer de oude, denkende persoonlijkheid en het ergste, dat in zijn herinnering bleef, of bij hem opkwam met het terugkrijgen van zijn eigen wil, was de twijfel, of hij soms iets geks gedaan mocht hebben. Wanneer de aandacht van een dezer twee mannen, zooals ik reeds zeide, door een teeken of door een sprekenden blik geboeid was, dan zou die lâtah persoon van dat oogenblik af, totdat de invloed opgeheven werd, alles zonder aarzelen doen, wat hem gezegd of beduid werd, hoe moeilijk, gevaarlijk of pijnlijk de aangeduide handeling ook zijn mocht. Is hij eenmaal onder den invloed, dan kan iedereen het hevel o-even, waaraan de lâtah onmiddelijk gehoorzamen zal, zelfs op eenigen afstand (zooals in het geval van den kokosboom,) schijnt hij even gevoelig te zijn voor den wil, die zijne daden beheerscht. Een merkwaardig feit betreffende de twee Kasims was het volgende: Als gij één van beide onder uw invloed had en gezeidet: »Kasim, sla dien man," dan herhaalde hij. altijd, wat er was gezegd, woord voor woord, met zijn eigen naam er bij, terwijl hij het bevel in uitvoering bracht. Wanneer dan de geslagen persoon I
terugsloeg, zeide Kasim: »Ik heb u niet geslagen, maar de man, die het mij beval». Ik heb het gezien, hoe Kasim, de jongere, toen de man, die invloed op hem had, zijn eigen vinger in zijn mond stak en deed, alsof hij er op beet, deze bewegingen nadeed en werkelijk en hard ook in zijn eigen vinger beet. Zoo heb ik hem ook een brandend stuk hont uit het vuur zien nemen, dat hij in zijn mond zou hebben gestoken, als de proefneming
zoo ver was doorgevoerd geworden. Eens zeide iemand hem, om in de rivier te springen en hij kwam er niet weer uit, vóórdat hij bijna twee honderd yards had gezwommen, terwijl de rivier breed en diep was, met een sterken stroom en onveilig door de crocodillen. Als ge op een oogenblik uitgeroepen hadt : //Tolong! Kasim* (help ! Kasim) zou hij, zoodra hij het hoorde, opspringen en roepen: //Tolong Kasim// en over alle mogelijke hinderlagen tot u komen. Als gij hem dan een wapen in zijn hand gegeven had en hem gelast, iemand, die binnen zijn bereik viel, te dooden, geloof ik zeker, dat hij het zonder aarzelen zou hebben gedaan. Ik heb gezegd, dat er een uitkijktoren buiten de palissade was, zonder ladder er heen. De politieagenten hadden brandhout noodig, zij mochten de stammen, die onze wallen vormden, niet verbranden, maar boven op de uitkijktoren waren ook houten wallen, die zij wel mochten verbranden. Zij waren echter lui en wisten niet, hoe zij er boven op konden komen, daarom kommandeerden zij Kasim, de jongere, om er op te klouteren, wat hij deed, even goed als hij in den cocosboom was geklommen en toen hij daar eenmaal was, bevalen zij hem de stammen naar beneden te werpen tot zij dachten, dat zij er genoeg hadden. Ik woonde deze vertooning bij ; de koortsachtige haast, waarmee de man langs een van de stutten opklom en toen hij het plat van den toren bereikt had, de dikke stammen naar beneden wierp, alsof zijn leven er van afhing, was werkelijk merkwaardig. Ik gaf bevel, dat van de ziekte van den man niet meer voor dit doel gebruik mocht gemaakt worden, maar ik weet, dat in mijne afwezigheid, toen er nog meer brandhout noodig
was, Kasim telkens weer de uitkijktoren beklom, zoolang totdat de voorraad uitgeput was. Het pad, dat van de palissade naar het dorp liep, kon ik in zijn geheeie lengte overzien. Op zekeren dag zag ik Kasim, de Kleine, er op zijn gemak wandelen lang9 de
die telken jaren bij het opmaken der begrooting weer op het NOODZAKELIJKE der uitbreiding van het korps genie-troepen wees, het formeel bevel ontving, om dit voortaan achterwege te laten.
_ Of de voorgestelde ARTILLERIE-VERBETERING uit een vak-standpunt doelmatig is te achten, k u n n e n wij niet beoordeelen. Snelvuurgeschut, dat ook overigens aan de eischen voldoet, en beweeglijkheid, zijn uit ons standpunt twee gewaardeerde zaken. Evenzeer passen de LEGERRESERVE en het steunen van VRIJWILLIGERSKORPSEN, die opgericht zijn of nog opgericht worden, geheel in ons defensieprogram, mits het met die vrijwilligerskorpsen ernst zij en ze zich zoodanig formeeren, dat ze in den guerilla bij de geregelde troepen te gebruiken zijn. Wij houden ons overtuigd, dat op die wijze de weerkracht aanzienlijk k a n worden verhoogd. H e t is niet alleen moeielijk, m a a r onmogelijk zelfs, om eene andere, dan eene financieële grens te trekken voor de totale sterkte, die gevorderd wordt voor de goede verdediging tegen een B. V., omdat het ook tegenwoordig nog even onmogelijk is als vroeger om te ramen, door hoe groot eene m a c h t men zal k u n n e n worden aangevallen. Het was echter onjuist gezien v a n den heer W . , toen hij in M. en K. meende, dat zij, die op de levende strijdkrachten de defensie gronden, bet leger zouden willen verdubbelen en misschien meer nog. Het m a k e n v a n blijvende versterkingen toch legt een deel der troepen vast en juist het hebben van eenigszins belangrijke forten of vestingen vordert, als m e n een behoorlijk veldleger wil overhouden, een grootere legersterkte. Wij achten de bestaande LEGERSTERKTE volstrekt niet te gering, maar wel komt het ons nuttig voor, te zorgen, dat de soldaten op 't papier ook soldaten te velde zijn. Eeeds jaren geleden hebben wij behoord tot „de Honderd", die aan den Minister, Sprenger van Eyk, vroegen, om maatregelen in dien geest te doen nemen en wij betwijfelen, of ook n u nog, bij het voortduren v a n den Atjeh-oorlog die gewenschte, voor eene goede verdediging noodzakelijke toestand niet in een nog ver verschiet ligt. Uit de Indische couranten zien wij, dat bij staatsblad 169 de organisation ingeval van oorlog met een B. V. zijn vastgesteld. Wij kennen dat staatsblad nog niet, maar het zal ons waarschijnlijk wel aanleiding geven, om op dit punt terug te komen. Geen forten in optima forma zijn het, die te Soerabaja en te Batavia worden aangelegd, m a a r eenvoudig STRANDBATTERIJEN MET E E N E KEELSLUIING, die slechts een zeer geringe bezetting vorderen, zoo hebben wij 't begrepen. Wij veronderstellen, dat die werken moeten dienen, om te waken tegen den traditioneelen „coup de m a i n " en tevens, om te beletten, dat een vijand zich al te gemakkelijk van een onzer voorname zeeplaatsen op Java meester maakt, om van daaruit zijn operation te beginnen. Wij zullen daarom geen strijd voeren tegen de daarvoor op de begrooting gebrachte kosten, maar het komt ons voor, zooals reeds gezegd, dat zij tot de „Buitengewone werken" behooren. Den vijand het landen op Java beletten, vermogen zij niet; dat zal wel niemand tegenspreken. Van de belangrijke zaken in de Memorie van Toelichting vermeld, blijft ons ter bespreking alleen over de ATJEH-TRAM. Geheel in tegenstellingmet hetgeen wij daarover in M. en K. hoorden, achten wij dit werk zeer nuttig, omdat het een werkelijk ernstig vredeswerk is. E n al moge het in de eerste jaren in verband met de kosten ook al niet DIRECT productief blijken, dan zullen de INDIRECTE voordeden daartegen ruimschoots opwegen.
De ondervinding op andere eilanden opgedaan, toont niet aan, dat, bij flinke ontwikkeling v a n de hulpbronnen van het land, een spoorweg evenwijdig aan de kustlijn, vooral in verband met latere vertakkingen naar het binnenland, niet ruimschoots de kosten v a n exploitatie en onderhoud, benevens de rente van het aanlegkapitaal, zou kunnen opbrengen en wat de technische bezwaren betreft, die zullen toch door de ingenieurs wel onder de oogen zijn gezien en daarop is bij h u n n e kostenraming gerekend.
W E E K O T E R Z I C H T .
Wij vernamen dezer dagen, wat er in de afdeelingen der Tweede Kamer over de Indische begrooting is gezegd. Gelijk bij alle parlementaire besprekingen zijn ook bij het afdeelingsonderzoek, evenals bij de openbare
modderige bedijking, telkens stilstaande op een eigenaardige manier, alsof hij bezig was een gesprek te voeren met de kikvorschen, slangen en andere ongedierten in de slooten, die het pad omzoomden. Toen hij half weg was, hield hij op en gluurde naar de takken van een kleinen boom, die op zij van den weg stond en toen scheen hij slagen uit te deelen aan een onziehtbaren vijand, liep naar de sloot en begon karde stukken modder in de boomen te werpen. U had hem nimmer te voren deze vreemdigheden zien doen en kon niet opmaken, wat ze beduidden, maar plotseling sloeg hij met zijne armen om zijn hoofd, als de wieken om een windmolen en ik begreep, dat zijne vijanden bijen ot hommels moesten zijn en hij het onderspit zou delven t" TT , 0 n g e l iJ k e n striJd- I k z o n d eenige mannen, om hem erug te halen en bevond, dat hij erg gestoken was en toen IK nem vroeg, waarom hij het nest aan had gevallen, zeide ij, etat zijne aandacht getrokken was door dingen, die uit wom kwamen vliegen en dat hij toen niet anders kon, Jan er naar gooien. Ik begreep, dat, toen hij had gemeend, uai ue hommeiS; die uit het nest vlogen, op hem werden en> mj toen niet anders kon, dan zoo goed mogewat hij zag en daarom nam, wat hij het lijk nadoe dichtst bij den hand had en dat terug wierp ma^r^zf' , o u d e r e> w a s e v e n gevoelig als zijn naamgenoot, sarren d"6 a m e i' a d e n waren een beetje bang, om hem te ter' hét T ? &l 3l ) o e d i g ondervonden hadden, dat zijn karakeens on gevaarlijk kon doen worden. Toen zij hem wil weer Wi d ö g &ePlaBSd» e n n a d a t «MJ ziJi eigen d- zoo gelachen hadden, dat hij daaruit kon opmaken, dat hij eensklaps naar het wapenrok en nam een bajonet met dë zich belachelijk had aangesteld, liep hij
— j . , vj«, v*A .1,1*11! V ^ l l U t i l U I zoo blijkbare bedoeling, om het tegen zijn plagers te gebruiken, dat zij haastig vluchtten en in weinige seconden een grooten afstand over het moeras aflegden met Kasim en het getrokken wapen dichter in hunne nabijheid, dan
behandeling bepaalde geregeld weer opgediende schotels niet te vermijden en is in zekeren zin het telken jare herhalen van veel, dat zonder schade had kunnen worden verzwegen, als door het gebruik geheiligd. Het is ook niet moeielijk, om achter die opmerkingen van „een der leden" of „enkele leden" de personen te herkennen en er behoort niet veel ervaring in de Kamerzaken toe, om te weten, wie het was die hot had over de Atjeh-oorlog, de heerendiensten of het recht. Bij de behandeling in 't openbaar komen wij nog op eenige reeds bij de afdeelingsonderzoek aangestipte punten nader terug. Speciaal vermeld moet echter worden, dat van de ijverige hand van den heer van Kol -aan het verslag eene uitvoerige nota over de toestanden in de Minahassa is toegevoegd, waarin achtereenvolgens zending en onderwijs, heerendiensten, hoofdelijke belasting en agrarische aangelegenheden worden besproken.
Het boycot-plan houdt hier nog allerwege de gemoederen in spanning. De bootwerkers zenden nu overal in 't buitenland naar de havensteden, waar veel Engelsche booten binnenkomen, hun afgezanten om de beweging te propageeren. Het schijnt, dat zij nog al veel succes hebben, voor een groot deel is de beweging ook krachtig, omdat de sociaal-democratie er zich mee gaat bemoeien en van plan is de leiding ervan in handen te krijgen en, indien de coalitie van de bootwerkers van het vasteland tot stand komt, onversehillig of tot de boycot zal worden overgegaan, tenminste dit machtig wapen ten eigen bate aan te wenden, desnoods als proefneming voor de algemeene werkstaking. Doordat de andere partijen dit zeer goed inzien, zal de sympathie en ook de steun aan deze beweging door die socialistische kleur niet winnen. Overigens vindt het idee natuurlijk de heftigste bestrijding van de zijde der zeer talrijke groepen, die van de Engelsche vrachtvaart moeten leven of daarbij belangen hebben. Te veel wordt echter gehamerd op het nadeel, dat men door de uitvoering van het plan zou ondervinden. Men vergeet, dat iedere interventie, waarnaar men toch dagelijks vraagt, internationale moeielijkheden zou brengen en wellicht door oorlog onherstelbare rampen. Niet de mogelijkheid van groot geldelijk nadeel, maar de zekerheid van de ondeugdelijk van het voorgestelde middel moet den doorslag geven.
In Engeland zit men met den schreeuw-leelijk Bulier verlegen. Hij heeft zich door het houden van een nijdigen speech als militair bevelhebber onmogelijk gemaakt en, hoewel hij tot voor kort geleden alle eerbewijzen waardig werd gekeurd, is hij thans in de diepste ongenade gevallen. iMaar hij laat het daarbij niet en, daar een zoodanige manier van optreden tegen een der populairste krijgshelden hem veel sympatnie heeft bezorgd, weerklinkt zijn stem van protest, ver sterkt door tal van dagbladartikelen, de regeering veel te luid in de ooren, om aangenaam te kunnen zijn. Bij al dit lawaai gaat nog een stil, doch beteekenisvol gerucht rond ; men verzekert namelijk, dat de dagen van den Koning geteld zijn en dat keelkanker in ernstigen graad bij hem is geconstateerd. Ongelukkig is het in Engeland voor den gang der zaken vrijwel onverschillig, wie er op den troon zit.
De belangstelling van Busland in de Afghaansche f zaken wordt werkelijk onrustbarend. Men heeft zich eerst in den waan laten brengen, alsof de Bussen de schoone gelegenheid, om weer in stap voorwaarts te doen in hun epansie-politiek in Azië zouden verzuimen. Dit is echter nooit een eigenschap van de Bussische diplomatie geweest en ook thans is zij blijkbaar actief. Men meldt althans uit Petersburg, dat men daar met gespannen aandacht de gebeurtenissen in Afghanistan volgt. Men gevoelt algemeen, dat thans het oogenblik gekomen is, om den beslissenden slag toe te brengen aan den tot dusver overheerschenden invloed van Engeland en een verderen stap te doen in de richting van Indië en men rekent er in Buslands hoofdstad met zekerheid op, dat er iets gedaan zal worden. De minister van oorlog, generaal Kuropatkin, wiens reis naar Centraal-Azië niet als geheel toevallig mag worden beschouwd, is de voornaamste strijder voor de opvatting, dat Afghanistan onvoorwaardelijk onderworpen moet zijn aan Bussischen invloed en hij moet naar de correspondent verzekert, zelfs geneigd zijn daartoe den weg van het geweld in te slaan, wanneer het doel niet te bereiken is langs vredelievenden weg. Men zegt zelfs, dat aan de grens van Afghanistan in alle stilte 30,000 man troepen zijn bijeengebracht, die elk oogenblik de grens kunnen overtrekken. Hiermede zijn de stoutigheden der Bussen nog niet aan het einde. Wij hebben veel gelezen van de terugkeer der Duitsche, Fransche en Amerikaansche troepen, die in China hadden gediend, maar van de Bussen heeft men zoo iets niet vernomen. Die zitten nog altijd in Mandchoerije en albeloven zij spoedig te zullen weggaan, het heeft er veel van, dat zij maar zullen blijven ook. Dit is niet alleen onaangenaam voor de Engelschen, die trouwens nooit eens de zon in een anders water kunnen zien schijnen, maar in de eerste plaats ongewenscht voor Japan. Temeer omdat nog verzekerd wordt, dat Busland met China in zeker opzicht een defensief verbond heeft gesloten, waardoor de Chineezen voor de bescherming van Busland zeker
hun lief was. Ik had veel moeite, om hem te beduideD, dat hij van zijn voornemen af moest zien; maar na dit geval en eene berisping hebben zijne kameraden hem niet erg meer geplaagd. Toch herinner ik mij, dat bij eene andere gelegenheid, toen wij een lange dunne spar machtig waren geworden, die opgesteld werd, om tot vlaggestok te dienen en het hijschtouw beklemd was geraakt, het noodig bleek om de spar lager te maken, daar iemand Kasim, de oudere, toeriep om er in te klimmen en hij, voor ik tusschenbeide kon komen, | van de hoogte had afgelegd en slechts aarzelend naar beneden kwam. Zoo hij eenige voeten hooger gegaan ware, zou de stok zekerlijk gezwicht zijn en hij een einstigen val gedaan hebben. Omstreeks dezen tijd kwam een vriend veertien dagen mijn eenzaamheid deelen. Hij had te voren al ondervinding opgedaan van lâtah menschen, maar de twee Kasims waren toch eene openbaring voor hem en misschien was hij wel eens geneigd te twijfelen aan hetgeen ik hem vertelde, dat men hen kon laten doen. Eens op een morgen waren wij bezig ons als gewoonlijk te baden in den vijver, terwijl Kasim, de jongere, wachtte op ons met de handdoeken etc. Toen wij klaar waren met baden en alle drie aan den oever stonden, zeide mijn vriend tot Kasim : »Mari, kita terjun» (kom, laten wij er weer in springen) tergclijkertijd die beweging voorwendend. Kasim sprong dadelijk in den vijver, verdween in de diepte, kwam al spartelende weer boven en zeide, toen hij weer aan land gekrabbeld was: „ltû tîdah baik, Toean// (dat is niet goed van u, mijnheer). Mijn vriend zeide: »Wel, ik deed niets, ik zeide alleen maar, laat ons er in springen en deed toen zóó", terwijl hij zijn vroegere beweging herhaalde, waarop Kasim onmiddelijk zijne onderdompeling herhaalde. Wij sleepten hem als een natte poedel uit het water.
wel 't een en ander zullen moeten dokken. Het zal echter den Japanners niet veel geven, of zij zich eventueel over een blijvende bezetting van Mandchoerije al boos maken. De bewegingen der Bussen zijn altijd zoo zorgvuldig voorbereid en de kwade kansen zoo tactvol geëlimineerd, dat, wanneer eenmaal de stap wordt gewaagd, men vrijwel zeker kan zijn, dat ze gelukken zal.
Die Philippijnen worden langzamerhand ook een nachtmerrie. Hoe dikwijls wij nu al het bericht hebben moeten slikken, dat alles daar op rust was, het is niet meer te berekenen! Ondertusschen is het land nog volkomen in wanorde en heerscht er in de binnenlanden een pure anarchie. Dit heeft nu de Amerikanen er zelfs toegebracht, om in het landveroveren bij de Spanjaarden en Engelschen in den leer te gaan. En hoewel indertijd de verschrikkelijke toestand der concentratiekampen de voornaamste reden van het ingrijpen in de opstand van Cuba werd genoemd, begint men er nu in Amerika in ernst over te denken het vreeselijk voorbeeld van Weyler en Kitchener na te volgen en door concentratiekampen de laatste Phillippijners tot onderwerping te dwingen. Wanneer een kat in de klem zit, doet ze rare sprongen.
In de Vereenigde Staten zelf is het Mac Kinleydrama nu volkomen afgespeeld. De moordenaar is door electriciteit gedood. Te rekenen naar eene rede voor een der senatoren gehouden, heeft men zelfs grond om te geloven, dat ook de beroemde protectionistische Mackinley-wet eerlang tot het verleden zal behooren. Een andere vraag is thans plotseling zeer acuut geworden, namelijk die der negers. De vrijgelaten negerslaven en hunne afkomelingen vormen vooral in de Zuidelijke Staten een zeer ongewenscht gedeelte der burgerij en niet geheel ten onrechte wordt hun kaste door de Europeanen zeer gering geschat en geminacht. Het heeft derhalve veel kwaad bloed gezet, dat president Boosevelt een van de meest op den voorgrond tredende vertegenwoordigers der Amerikaansche negers aan zijn disch heeft genood. Een ongehoord feit in de Amerikaansche geschiedenis! Men heeft er reeds op gezinspeeld, dat deze demonstratie van Boosevelt door een bizondere ontwikkeling van den ijver tot lynchen in de Zuidelijke Staten zal worden beantwoord.
De Zuid-Amerikaansche staatkunde blijft een onoplosbaar gekrakeel. Terwijl Venezuela en Columbia nog aan het twisten zijn, beginnen zoowaar Chili en Argentinië elkaar ook aan te blaffen. Ongerust behoeft men zich er echter niet over te maken en vermoedelijk zal binnen enkele weken alles wel in orde zijn. Chili en Argentinië zijn het oneens over het leggen van wegen op betwist grond gebied, zeker geen reden om elkaar in 't haar te vliegen en Venezuela en Columbia zullen het nu denkelijk door een arbritage laten uitmaken.
Oost-Indische berichten.
V e r s c h i l l e n d e „ °™ h e t a l p m e e n wordt ingeD e s i d e r a t a . h e e l . ? ° z e ° i™^} Jol«mf d e verschillende bladen het meest verlangd naar regen, naar felle regens, die reinigend en zuiverend werken. Wel werden hier en daar reeds voorboden van een naderend onweder gehoord en vielen er enkele druppels, doch tot een ferme uitbarsting kwam het nog niet. Deze berichten zijn echter van ongeveer een maand geleden. Wie weet, of sedert niet reeds verandering ten goede is ingetreden. Menig beklemd hart, uit angst en zorg over het lot van bloedverwant en vriend daar ginder, zou verlicht worden, zoo er onder de Indische telegrammen de blijde tijding werd vermeld: de Westmoesson is eindelijk ingetreden. Want de cholera heeft zich nu over geheel Java en de meeste der buitenbezittingen uitgebreid. Soerabaja is nog steeds het brandpunt. De „Semarang courant" deelt ons mede:
„Van af het begin der epidemie tot en met Sept. zijn officieel te Semarang geconstateerd 1000 cholera-gevallen, waarvan 53 lijders zijn genezen in het cholera-hospitaal, waar in het geheel 315 lijders werden verpleegd. Ook werden daar reeds dood binnengebracht 50 lijders, terwijl van 65 lijders de dood in de kampong werd geconstateerd. De overige 517 gevallen hebben betrekking op lijders in de verschillende kampongs, die niet onder geneeskundige behandeling zijn geweest." In hetzelfde blad vinden wij iets later: „Zoo ergens, dan is het zaak, om in het Chineesche kamp, waar zooveel duizenden menschen, als haringen opeengepakt, wonen, zorg te dragen voor de grootste reinheid. Het binnenlandsch bestuur ondervindt in dit opzicht de meest mogelijke medewerking van de Chineesche officieren. Door den majoor-titulair Dei Tiong Ham worden voor behoeftige gestorven Chineezen gratis doodkisten verstrekt, terwijl de oud-majoor Be Beauw Tjean f20.— schenkt bij elk sterfgeval van een armen landgenoot, om daarmede de onkosten te dekken aan begraven en ontsmetten verbonden. Voorts zijn drie Chineezen
Toen ik het eerst bevel kreeg naar Selangor te gaan, dacht ik, dat eenig huisraad mij mogelijk van nut zou zijn en ik nam een paar stoalen en eenige andere zaken mee, waaronder ook een groote rol Calcutta matwerk. Die dingen waren onbruikbaar op een plaats, waar de modderige bodem dikwijls tweemaal in de 24 uur onder water stond, ze lagen in een hoek van de palissade opgestapeld en als er eens een Maleier van aanzien mij bezoeken kwam, wien ik noodzakelijk een stoel moest aanbieden, was het raadzaam van te voren na te zien, of de zetel niet reeds door een slang in beslag was genomen. De rol matwerk van ongeveer 4 voet lengte en 2^ voet in de breedte, bleef natuurlijk ongeopend. lederen avond werd, wegens de millarden muskieten, een groot vuur in het midden van de pallisade aangelegd, want alleen in de rook daarvan was het mogelijk de maaltijden te gebruiken. Eens op een avond waren eenige Maleiers uit het dorp tot ons gekomen en de politie-agenten trachtten hen te vermaken en hun eigen ellende te vergeten door om het vuur te dansen en te springen. Onder zulke omstandigheden bezitten de Maleiers de gelukkige eigenschap, om alles van den goeden kant te bekijken, zij lachen gemakkelijk en dikwijls, en zooals ik reeds elders zeide, hebben zij een sterk gevoel voor humor, al is die niet altijd van het fijnste soort. Een van de Kasims werd aan hen voorgesteld in zijn kwaliteit van lâtahmensch en tot vermaak van de vreemdelingen, kwam een van de mannen op het denkbeeld de rol matwerk te halen en die heel ernstig voor Kasim, de jongere, plaatsende zeide hij: //Kasim, hier is je vrouw." Ik vergeet nooit de glimlach van gelukzaligheid en voldoening, waarmede Kasim, de Kleine, die onoogelijke, vormlooze bundel beschouwde. De woorden zachtjes uitsprekende, als in zichzelven zuchtende, zeide Inj : //Kasim, hier is uw vrouw" en omhelsde de mat met groote innigheid, telkens herhalende: //Mijn vrouw! nnjn vrouw!// Iemand zeide toen: »Kasim kus haar//,
in dienst gesteld, die bij het voorkomen van een cholera-geval in het kamp omiddelijk hebben te zorgen voor geneesmiddelen, die op verschillende plaatsen zijn gedeponeerd. In het algemeen kan men zeggen, dat genoemde officieren hier een schoon voorbeeld geven eener breede en onbekrompen opvatting van weldadigheidszin."
Te Madioen hoopt men, dat de ziekte tot staan is gekomen, maar terwijl men in Cheribon verschoond dacht te blijven, heeft zij ook in die stad offers geëischt. In Demak, in het district Wedoong, heeft zij ' haar intrede gedaan, door den regent is gezorgd, dat aan de desahoofden in onbeperkte hoeveelheden medicijnen worden verstrekt. In ons vorig overzicht meldden wij, dat er in de Sociëteit Harmonie eene bijeenkomst zou worden gehouden, om te bespreken, wat het particulier initiatief zou kunnen doen, teneinde het bestuur in de bestrijding der cholera de hand te reiken. In het No. van 24 September lezen wij, dat als een resultaat daarvan de heeren Frölich, Haag en Hooyer, wien de opdracht werd gegeven de zaak met het gewestelijk Hoofd te bespreken, welwillend door den resident, terzijde gestaan door den assistent resident voor de politie en den gewestelijken Secretaris werden ontvangen en hun verzekerd werd, dat het Bestuur in overleg met den geneeskundigen raad, alles zou doen, wat in zijn vermogen is. De redactie van het B. N. meende echter, dat het zaak is, niet op zien komen te spelen, en het plan door te zetten tot vorming eener commissie van bijstand. Om hiertoe te geraken werd opnieuw eene vergadering gehouden den 26 September in het logebouw, onder presidium van den heer van Buuren ; na ampele gedachtewisseling en rijp beraad werden zeven heeren, waaronder ook de majoor der Chineezen, in commissie benoemd Tot Batavia's disiderata behooren o. a. : toezicht op het naleven der bepaling, dat het verkeer zooveel mogelijk beperkt wordt, in de eerste plaats het vervoer van troepen en dwangarbeiders, het nemen van maatregelen in het belang der zindelijkheid, vooral in de kampongs, een goed rioolstelsel of in afwachting daar van het den waschbazen aanwijzen van een afzonderlijke gelegenheid, voor het zuiveren van het goed en der bevolking een andere plaats, om zich te baden, dan de kali, die de besmetting meevoert langs alle wijken op haar weg; het bekendmaken van de noodige instructies, zoowel onder de Inlandsche, als onder de Europeesche bevolking, in verband met het verleenen van dadelijke hulp aan hen, die door cholera worden aangetast. Dr. J. Groneman te Djocja heeft zeker een goed werk gedaan met zijn boek getiteld: „Voorkomingen Bestrijding van Cholera", bij H. Buning uitgegevenvoor geringen prijs binnen veler bereik te stellen; vertalingen in het Javaansch en Maleisch door Dr, Waidin liggen ook ter perse.
Een ander voornaam punt op Indië's verlanglijst is : verbetering van het postwezen, niet alleen wat de briefport, maar ook wat de dienst der posterijen betreft. Telkens komen er in verschillende bladen klachten voor over te late bezorging, wegraken van stukken enz. Het Bat. N. van 26 September wijdt er een hoofdartikel aan, waarin wij o.a. lezen:
//Met inkomsten en uitgaven van den post- en telegraafdienst wordt al even onverschillig omgesprongen , als met onze telegrammen, brieven, postwissels, in één woord alles, wat deze tak van gouvernementsbedrijf aangaat en ook nu hooren wij weder van veranderingen in de toekomst, als een mogelijk gevolg van mogelijke "Besluiten op hot aanstaand postcongres, ter gelegenheid waarvan, zooals onze lezers weten, vooral ten opzichte van het briefporto, ingrijpende voorstellen ter tafel zullen worden gebracht. Dat postcongres, zei men aan het hoofdbureau, zou plaats hebben in 1902. Wjj veroorloofden ons toen de opmerking, dat het hoofdbureau als gewoonlijk weder verkeerde inlichtingen gaf; het eerstvolgende postcongres zal pas in het voorjaar van 1904 plaats vinden. Zooveel te beter: dit voorwendsel om ingrijpende verbetering van de baan te houden, kan dan zooveel langer dienst doen.//
Zou het nieuwe idee, om den Indischen verlofgangers te vergunnen gedurende den tijd, dat zij op wachtgeld worden gesteld, in Nederland te blijven, ook tot de wenschelijkneden voor Indie behooren? Met de redactie van Bat. N. twijfelen wij er aan, of dit wel een goede maatregel zou zijn, want behalve, dat het zelden precies te berekenen zal zijn, wanneer een wachtgelder weder op zijn post moet wezen en er tusschen de oproeping en zijn aankomst in Indie allicht een paar maanden heengaan, hetgeen tot verwikkelingen aanleiding kan geven, zou het ten koste zijn van Indië, wanneer Holland, behalve hetgeen gepensionneerden en verlofgangers aan Indisch geld reeds onder den man brengen, nu ook nog de inkomsten der wachtgelders tot zijn nationalen rijkdom zou doen bijdragen.
Wat wel gewenscht wordt, is de uitbreiding van het aantal assistent-residenten voor de buitenbezittingen, hetgeen aanhangig schijnt te zijn. Volgens het nieuwe plan zou er een vermeerdering komen van 10 plaatsen,
en hij kuste haar herhaaldelijk. Daarna kreeg een ander de ingeving (ik zal niet zeggen wat voor een), om de andere Kasim binnen te brengen, hem aan den anderen kant van de rol te plaatsen en zachtjes tot hem te zeggen: »Kasim, daar is je vrouw!» en Kasim, de oudere, verrukt over de ver«' schijning van zijn lang begeerde echtgenoote, omhelsde haar met niet minder innigheid, dan zijn naamgenoot en medeminnaar gedaan had. Het was duidelijk, dat geen van beiden plan had, de vrouw aan den ander af te staan en toen ieder van zijn kant trachtte, zich geheel van haar meester te maken, ontstond er een formeele twist over haar volledig bezit, terwijl de toeschouwers als gek waren van pret en telkens de vertolkers van dit treurspel aanspoorden, om hun genegenheid voor net beminde voorwerp hunner keus te betoonen. Te midden van dit rumoer vielen de Kasims met hun beider echtgenoote op den grond ; toen zij dicht bij het vuur rolden en nog niet genegen schenen, haar los te laten, werd zij hun afgenomen en weer in de hoek teruggebraeht bij de stoelen en.de slangen. Nog iets merkwaardigs, dat ik hier alleen bijvoeg, omdat sommige lezers altijd verlangend zijn de kleinste bijzonderheden te weten, is, dat geen der beide Kasims een vrouw bezat. Ik maak geen aanspraak er op, hier eene verklaring te hebben gegeven van de oorzaak van den geestestoestand, dien de Maleiers lâtah noemen. Ik veronderstel, dat het een zenuwziekte is, die de hersenen aandoet, maar niet het lichaam. Ik heb nooit een geneeskundige ontmoet, die genoeg belang in het geval stelde. Ik kan ook niet zeggen, of de ziekte (als het er eene is) geneesljjk is of niet, ik zou het betwijfelen. Ik heb ergens gelezen, dat er ook op dergelijke wnze aangetaste personen zijn onder de houtkappers van Canada.
(EINDE).
dus van ruim een vierde, daar op het oogeriblik de Buitenbezittingen slechts 39 assistent-residentsplaatsen hebben, tegen Java en Madura 98. Gaat men na, dat het aantal controleurs staat als 142 tot 121, dan ziet ELen, dat daardoor eene onbillijkheid tegenover de eersten veel verzacht zal worden. De „Sumatra-Post" van 27 September meldt o.a., «at de Regeering te Batavia aan den resident van Sumatra's Oostkust advies vraagt, omtrent de instel£ng van een assistent-residentsplaats te Tandjong £oera en spreekt de hoop uit, dat de nieuwe uitweiding door het vele officieele geschrijf en gewrijf, dat daar onvermijdelijk wel aan vast zal zitten, niet 41 te zeer vertraagd moge worden.
Het zou ons te ver voeren, om hier de lange lijst van Indische verlangens te vervolgen. Zouden wij voor fleden niet mogen besluiten met den wensch: Dat de oodstraf ook in het tropisch Nederland worde afgeschaft. Treffend zijn twee op elkaar volgende berichten i n de „Sumatra-Bode" van 1 October: »Fiat executie is verleend op de veroordeeling van Morodiwongso alias Pak Radisa, alias Sapie t°t de straf des doods, waartoe hij, met bekrachtiging van het vonnis van de rechtbank van omgang te Pati, bij dat van den raad van justitie te Semarang werd veroordeeld ter zake v an moord", en »Mevrouw Groetzinger, die haar echtgenoot doodschoot, is door het Hof te Parijs wegens moord, zonder voorbedachte rade en onder verzachtende omstandigheden gepleegd, tot vijf jaren gevangenisstraf veroordeeld".
I nJ»iidsch- en Gelukkig worden de onderwijsE«i"©peeschbelangen, zoowel voor Inlanders en Onderwijs. vreemde Oosterlingen, als voor Europeanen meer en meer behartigd. In „Het Onderwijs" van 21 September komt een uittreksel voor uit het jongste verslag van het Inlandsch onderwijs, dat wij "1er in zijn geheel overnemen:
„Dit verslag loopt over de jaren 1893—1897 en heeft een aanhangsel voor de jaren '98 en '99, zoodat het feitelijk een zevenjarig verslag is. Ook bevat het vrij lijvige boekdeel de Historische Nota over het inlandsch onderwijs, indertijd door den referendaris W. Brouwer samengesteld ten gerieve van een vreemdeling, specialiteit in koloniale politiek, die eene studiereis over Java maakte in 1897. (Chailley-Bert). Uit deze belangwekkende nota, die er zich niet toe leent verkort te worden weergegeven, zien wij hoe ook het inlandsch onderwijs het object is geweest van een vinnigen, politieken strijd, al merkt men in Indië daarvan weinig door het ontbreken van politiek leven. Uit Hst. I stippen we liet volgende aan : De reorganisatie tot splitsing der scholen in volksscliolen met 3-jarigen cursus en scholen met uitgebreider leerplan en 5-jarigen cursus voor de kinderen der aanzienlijken (Stsbl. 1893 no. 125) werd verder doorgevoerd. Bepaald werd, dat opgeleide onderwijzers (met diploma van de kweekschool) niet meer uitsluitend, maar bij voorkeur aan le kl. scholen zouden geplaatst worden als hulponderwijzer. De vrije dag in de week kan door de inlandsche Schoolcommissie ook op een anderen dag dan Zondag of Vrijdag worden gesteld, met het oog op den pasardag op Sumatra, of de komst van den Üuropeeschen voorganger van den Christelijken godsdienst in de res. Ambon, Menado en Timor. van het leerplan der kweekschool was bij de reactie in 1884, waarbij het inlandsch onderwijs zulk een krachtigen duw achterwaarts kreeg, ook net vak Landmeten afgevoerd, maar dit werd in 1893 weer ingevoerd, ook op de lagere scholen der Ie klasse. Leerplannen werden vastgesteld voor de le en 2e kl. scholen met als voermiddel van het onderwijs het Eiouw-Maleisch, het Soendaneesch, het Javaansch, het Madoereesch, het Mandailing-Baenkel '"H M a k a s s a a r s c l ' e n n"t Boegineesch. Nog On V Q r e t a l e n zijn als voermiddel in gebruik. vjp-ae boendaneesche scholen is bij het aanvankenjK leesonderwijs het Latijnsche letterschrift ingevoerd omdat dit voor het Soendaneesch beter geschikt is, dan het Javaansche. bedert 1894 i3 geen enkele inlandsche hulponderwijzer van den 2en of len rang meer opgel d , d. w. z. dat geen enkele Inlander het aanvuumgs-examen in de Nederlandsche taal of het geneele Eucopeesche onderwijzersexamen heeft afgelegd. Aan de hoofdeuschool te Magelang, waar als proef het Maleisch of Javaansch als voertaal werd gebruikt, is men hiervan teruggekomen. , Hst. II. De nieuwe regeling der inspectie trad in werking, zoodat er nu vijf ressorten zijn, elk met een inspecteur en een adjunct-inspecteur. Hst. III. De kweekscholen te Padang-Sidem
ADVERTENTIEN.
ASSUPâllt 16 Maatschappij tegen {$13,11(1schade en op het Leven NEDERLANDEN
ren? fB_ft.» i . . . . . . D E I ïan 1845.
S l i » B « f„H R f r'" S e n k a d e- H » « * « , Kruisweg 70 0.
'«raat. _ Zutphea, Uselkade.
Hoofd-Directie te VGravenhage : CAREL HENNY. Directeur; K a p i t . M r ' J- J- HENNY, Adj.-Directeur. **w»ï »!•' ,;««• f 4-° oo' o° o
W a w ! v U t l l 9 0 ° - 1.877,900 6 Br&näschaaen tot uit 1900 - 21,625,000
i * » " * " ? ' ' S 6 " B R A N D - eu I N B R A A K 8 c h a d e
J ° , e ^ ™ o f ^ b e I , a 1 " , e n i l l i i k e F " m i i ! ° • » " '
jonge dame, Stenografiste
. te, op de hoogte van moderne
n en in bezit van schrijfmachine,
i.!.« Z l c h gaarne geplaatst bij Parti
e « of op een kantoor.
' l e ven onder Lett. F. W. Bureau
«ulier Br
V a n dit Blad.
poean en Makassar zijn in dit tijdperk opgeheven, die te Djokjakarta is in 1897 geopend. Aan de 5 kweekscholen waren uit. Dec. 1897 werkzaam 27 onderwijzers, w. o. 11 Europeesche. Deze 11 onderwijzers, die bovendien nog in zooveel verschillende taalgebieden werkzaam zijn, zijn niettemin verdeeld in niet minder dan vier rangen, n. 1. hulponderwijzers op een tractement van f 150 tot f 250; 2de onderwijzers van f 300 tot f 450; directeuren van f400 tot f600 en van f500 tot f 700. Het aantal kweekelingen was van 283 op uit. 1897 teruggebracht tot 162, waarvan 96 op Java. Het gehalte der kweekelingen uit verschillende gewesten is zeer verschillend. Te Probolinggo waren die. uit Kediri, te Djokjakarta die uit Bagelen de beste. Te Ambon waren bijna allen Christenen, wier leeftijd uit doopbriefjes kon worden geconstateerd ; op de overige kweekscholen kon men bij de toelating slechts naar den leeftijd gissen. Van de 324 toegelatene in dit tijdvak worden er 95 gezegd te zijn zonen van aanzienlijken en 229 van minderen. Voor deze onderscheiding bestaan geen vaste regelen. Het schoolverzuim was overal gering, ± 1 pCt, alleen te Ambon 6 pCt., wat wel in verband zal staan met het feit, dat alleen te Ambon, waar geen kamers zijn, de kweekelingen bij particulieren inwonen, eene omstandigheid, die ook het toezicht houden zeer bemoeielijkt. Er schijnen weinig kweekelingen gehuwd te zijn, en waar ze gehuwd zijn, blijft de vrouw dikwijls achterin haar woonplaats. Ook komt het voor, dat een kweekeling, onderwijzer geworden zijnde, zijn huwelijk ontbindt, om eene vrouw van beteren afkomst te huwen. Op de meeste kweekscholen eten de leerlingen gezamelijk ; te Fort de Koek zoekt ieder eigen gelegenheid.
Te Ambon lieten velen bij hun vertrek schulden na, wat toegeschreven wordt aan het dragen van voor hen te dure Europeesche kleeding ; ook kregen daar vele ouders steun van hun zoons, die /' 12 of ƒ 15 toelage per maand krijgen. In andere gewesten gaven de ouders hun zoons dikwijls bijslag op hunne toelage. De meest voorkomende ziekte was beri-beri. Op alle kweekscholen was de landstaal of het Maleisch voermiddel van onderwijs. Het leerplan en het aantal lesuren nagaande, schijnen de kweekelingen zeer weinig vrijen tijd te hebben. Aan alle kweekscholen was een leerschool z. g. n. externenschool verbonden voor de practische vorming der leerlingen, uitgezonderd te Probolinggo. Die leerscholen hebben een grooten toeloop van leerlingen. Te Bandong waren op uit. '97 op de leerschool 29 meisjes.
Het aantal der openbare iul. scholen steeg tot 205 op Java en Madoera en tot 296 op de Buitenbezittingen ; het aantal onderwijzers en kweekelingen tot 815, waarvan 199 die van kweekscholen afkomstig zijn, voor Java, en tot 951, waarvan 221 opgeleide, op de Buitenbezittiügen. Het aantal leerlingen op Java, Madoera en Bali bedroeg ± 2400, w. o. 300 meisjes; op de Buitenbezittingen ongeveer evenveel, maar daaronder 7739 meisjes. Uit deze cijfers spreekt de invloed van het Christendom. Te Ambon zijn de leerlingen bijna uitsluitend Christenen. Daar de openb. scholen hier vroeger zendingsscholen waren, beseliouwt de Mohammedaansche bevolking die nog altijd als specifiek Christelijke instellingen. De particuliere scholen worden in dit verslag onderscheiden in neutrale en kerkelijke. Van de eerste soort bedroeg het aantal op Java 164, waarvan 98 subsidie kregen. De meeste dezer inrichtingen schijnen caricaturen van scholen te zijn. Te Batavia zijn de leerkrachten meest Europeesche mannen en vrouwen, die nooit bij het vak waren en //helpers», zooals het verslag hen betitelt. Sedert 1894 bestaat op Penangsia eene school, gehouden door een Engelschman van Singapore, die aan Chineesche leerlingen les geeft in het Engelsch. Te Sambas is een goede particuliere school, waarvan de onderwijzer, een zoon van den Sultan, opgeleid is aan de kweekschool te Bandong.
Het aantal scholen van kerkgenootschappen of van de zending bedroeg einde '97 op Java 44 en daarbuiten 471 ; de meeste van het Ned. Zendeling genootschap te Kotterdam (25 op Java, 130 in de Minahassa) en van het Bheinische Zendeling genootschap te Barmen 164, (waarvan 140 in Tapanoelieï. De gegevens omtrent die bijzondere scholen zijn belangwekkend, maar niet in een kort aperçu weer te geven. Bijzonder trekken de scholen van den zendeling Kruit te Modjowarno de aandacht. De kost- en dagschool te Tomohon voor dochters van hoofden en aanzienlijken in de Minahassa, onder leiding van den heer Limburg, geniet eene subsidie van ƒ 3000 p. j . en telde uit. 1897 43 leerl., w. o. 6 jongens. Opleidings
scholen voor Itil. onderwijzers aan kerkelijke scholen, tevens meestal inl. godsdienstleraren waren : Het Seminarium te Depok met 40 leerl. onder een director, een hoofdonderwijzer en een muziekonderwijzer ; het Seminarium te Pansoerna Pitoe (Tapanoeli) met + 60 leerl. onder twee zendelingen en een opgeleid inl. onderwijzer ; de kweekschool te Tomohon van het Ned. Zend. Gen. te Eotterdam, met 44 leerl. onder leiding van den heer Hiebink Booker; de opleidingsklassen te Oeloe (Sangi), te Modjowarno en KendalPajak. De ambachtsschool te Modjowarno wordt zoowel door Christenen als door Mohammedanen bezocht. De opgaven omtrent Moh. godsdienstscholen zijn uit den aard der zaak uiterst vaag. Voor Java wordt opgegeven : 10830 langgar's en pesantren's met 272427 leerlingen; voor de Buitenbezittingen van deze getallen 5606 en 66805. De rapporten over Chineesche scholen zijn verstrekt door de ambtenaren voor Chineesche zaken. Er blijkt uit, dat die scholen het meest op Java voorkomen en op dezelfde wijze zijn iningericht als in China. De onderwijzers komen meest uit China. Een groot deel der Chineezen heeft de kennis der Chineesche talen verloren ; vandaar, dat dikwijls op Java geboren Chineezen den grootsten toeloop hebben, omdat zij zich van het Maleisch of Javaansch bedienen bij hun onderwijs. Bij de gegoede Chineezen wint hoe langer hoe meer de neiging veld hun kinderen van het Europeesch onderwijs te doen genieten. Uit het aanhangsel over '98 en '99 stippen we nog aan, dat op uit. 1899 het aantal inl. Gouvernementsscholen der Ie kl. 27 bedroeg, waarvan 26 op Java en Madoera. De kosten van het inl. onderwijs bedroegen in 1899 ƒ 1,382566, d. i. bijna 1 pCt, van het budget van Ned. Indië. Einde 1899 bedroeg het aantal kerkelijke scholen in de Buitenbezittingen 547, waarvan 229 met subsidie; op Java 49, waarvan 27 gesubsidieerd. De Minahassa en Gorontalo telden 131 Protestantsche en 16 B. Katholieke scholen. Op de Sangi- en Talawereilanden bedroeg het aantal scholen van de zending 73.
Om op het verslag betreffende het Europeesch onderwijs later terug te komen, willen wij nu alleen vermelden : dat volgens het Bat. N. de heer J. P. H. Koopman, werktuigkundig ingenieur te Hilversum, vroeger directeur van de ijsfabriek der firma Olie en Co. te Soerabaja met de „Koning Willem III" te Batavia is aangekomen, bestemd om op te treden als leeraar aan de Koningin Wühelminaschool en dat men van hem, vooral ook als praktisch man, hooge verwachtingen koestert ; dat dr. Onnen te Batavia de tweede reeks zijner zoo nuttige, populair-wetenschappelijke lezingen is begonnen voor een talrijk publiek; dat volgens de Java-Bode de Loge St. Jan te Bandoeng den len Oct. een cursus van voortgezet lager onderwijs heeft geopend, die door eenige vrijmetselaren geheel belangloos gehouden wordt voor jongelieden, die slechts gewoon lager onderwijs genoten en thans werkzaam zijn, ten einde hen in staat te stellen zich verder te bekwamen ; reeds hebben zich 26 jongelieden en 8 meisjes daarvoor aangemeld. De meesten hunner verlangen onderwijs in boekhouden en handelscorrespondentie. Behalve de leervakken van het lager onderwijs zal ook les worden gegeven in het Engelsch en het Fransch. De leerlingen dragen naar vermogen een gering schoolgeld, ongeveer f 2,50, bij ter bestrijding der kosten voor leermiddelen en verlichting der lokalen. De totaal onvermogenden, worden gratis geholpen, welk goede voorbeeld zeker ook elders navolging zal vinden ;
dat volgens het Soerab. Handelsbl. daar ter plaatse een particulier ambachtschool wordt opgericht; 36 leerlingen hebben zich reeds aangemeld voor het timmervak en de Industrieschool aldaar den 15de Oct. zou worden geopend, welke voor vele onbemiddelde meisjes een uitkomst zal zijn, daar zij er zullen leeren zich slagvaardig te maken voor den kamp om het bestaan. Het bestuur is er nog niet in geslaagd eene directrice te vinden. Als onderwijzeres zal benoemd worden Mej. Reuter en de leiding blijft voorloopig in handen der dames-commissarissen ; dat in de St. Ct. door het Ministerie van Koloniën de aandacht van civiel-geneeskundigen, die in Ned.Indië de praktijk wenschen uit te oefenen, er op ge vestigd wordt, dat de driemaandelijksche cursussen in tropische ziekten aan het geneeskundig laboratorium te Weltevreden worden gegeven, de eerste van Febr. tot en met April, de tweede van Juli tot en met September en de derde van October tot en met December.
Wat de examens betreft: dat de commissie, belast geweest met het afnemen van het tweede gedeelte van het groot ambtenaarsexamen constateert, dat evenals in vorige jaren alle
canditaten zich hij hun verzoek om toelating hadden, bepaald tot de verplichte vakken. Van de negen candidaten werden 4 toegelaten, terwijl slechts van één onder de geslaagden erkend mocht worden, dat zijn kennis zich boven het middelmatige verhief. De vroeger geuite klacht, dat zoo weinig candidaten zich behoorlijk weten uit te drukken, moest ook thans herhaald worden; dat het Bat. N. aan het verslag der commissie, belast met het afnemen van het eindexamen der H. B. S. o.a. de volgende opmerkingen ontleent:
„Van de zestig candidaten, die het examen in zijn geheel aflegden, behaalden 29 in alle rubrieken een voldoend cijfer. Eenige examinatoren meenden uit de cijfers te moeten afleiden, dat zich bij de leerlingen het streven openbaart, om met een minimum van bekwaamheid het diploma te verkrijgen. Daar dit streven, naar hun inzicht, geenszins met de bedoeling der wet strookt, noch in het belang der jongelieden werkt, achten zij het gewenscht, dat in de toekomst door de eximinatoren met meer gestrengheid worden geoordeeld."
en dat te Batavia de examens voor stuurlieden ter koopvaardij, waaraan zich trouwens slechts weinigen onderwierpen, afgeloopen zijn, waarbij één candidaat moest worden afgewezen. De richting bij het onderwijs ook in Indië wijst den laatsten tijd hoe langer hoe meer naar het zooveel mogelijk breken met de oude examen-sleur; in een der jongste nummers van „het Onderwijs" schrijft een der leeraren van het Gymnasium Willem III, een krachtig en overtuigend artikel tot afschaffing van de toelatings-examens, die hij eene „geestelijke vivisectie" noemt op kinderen van twaalf- of dertienjarigen leeftijd. * * * Alles, wat leiden kan tot verDe Indische Bond betering van het onderwijs, is en natuurlijk zeer in den geest de „Blijvers". van den Indische-Bond, tot wiens hoofddoel behoort: de bevordering der geestelijke en maatschappelijke belangen zijner leden, die grootendeels bestaan uit de minder welvarende Europeesche ingezetenen van Ned. Indië. Jammer, dat deze bond zich onlangs gesplitst heeft; door eendracht toch'zou ook hier zooveelmeer macht kunnen worden uitgeoefend! Zou niet een fusie op den duur mogelijk zijn? Van den jongsten zich afgescheiden hebbenden tak vernamen wij hier in Nederland nog weinig. In de „Sumatra-bode" van 24 September vinden wij , dat de heer G. A. Andriesse, uitgever van „ De Blijversbond", waarvan reeds 24 nummers verschenen, door onvoorziene omstandigheden genoodzaakt is de uitgifte te staken, hetgeen hij echter hoopt, dat van tijdelijken aard zal zijn. Het „Bondsblad", dat Dinsdags, Donderdags en Zaterdags verschijnt, is sinds eenigen tijd zijn 2e jaargang ingetreden; de heer T. G. G. Valette is verantwoordelijk redacteur. De Bandoengsche Afdeeling van den Indischen Bond hield 20 Sept. een vergadering waarin Luitenant Gaster van Tjimahie het doel en den werkkring van den Bond besprak, eindigende met de aansporing tot de aanwezigen om zich aan te sluiten. Ook de Afdeeling Batavia, waarvan het ledenaantal sedert 1 Jan. van 810 tot 1021 is toegenomen, hield een paar dagen later eene samenkomst. Van vele nuttige voorstellen kon echter, uit gebrek aan algemeene belangstelling, de uitvoering nog niet in behandeling genomen worden. Jammer, dat zoo dikwijls menschen, die zich toch vereenigen, om een schoon doel te bereiken, vergeten, dat opgewekte samenwerking een hoofdfactor daarbij moet zijn, dat het niet genoeg is, alleen zijn contributie te betalen en verder toe te zien, maar dat ieder lid aan zich zelven en anderen verplicht is, naar zijn beste krachten te ijveren in het belang der gezamenlijk ondernomen taak ! Het streven van den Indischen Bond is zoo goed en zijn werkkring kan zich meer en meer uitbreiden, daar ook het aantal „blijvers" (Europeanen, die zich voor goed in Indië vestigen) met dan dag toeneemt; zelfs doet zich het verschijnsel voor, dat oud-Indiërs na eenigen tijd in Nederland gewoond te hebben, weer naar Indië terugkeeren en daar blijven, zooals o.a. onlangs het geval is geweest met den Gen.-Maj. van Kesteren en den Kolonel der Marine von Schmidt auf Altenstadt. Te Soekaboemi in de Preanger-Regentschappen b.v. is tegenwoordig een uitgebreide Hollandsche kolonie.
Oorlog's Toestanden Sedert de vorige week zijn er van de oorlogs-terreinen eenigszins meer geruststellende berichten tot ons gekomen. Omtrent Atjeh meldt de Java Ct. van 1 October: Blijkens een van den civiel en militair gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden onder dagteekening van 27 Sept. j.1. ontvangen telegram, meldde Toean koe Brahim, zoon van wijlen Toeankoe Hashim
Waarschuwing. eenigst adres voor Eerste kwaliteit Eng. en Belgische Anthraciet, Ruhrkolen, Gascokes, enz.enz is : F. JBL v. d. BERG, Prins Hendrikstraat 161-165-174, Den Haag. Eerste kwaliteit WISTEB-AABDAPPELEST voor op te doen, worden ook in alle hoeveelheden thuis bezorgd. Prijscourant op aanvraag thuis bezorgd.
Al BON MARCHÉ - MODES.
Dames- en Kinderhoeden, Yoiles, Tulle, Linten, Bloemen, Veeren. Wagenstraat 58, Den Haag.
Aangeboden. Kost en inwoning aangeboden voor kinderen van goeden huize bij eene Dame te 's-G-ravenhage. Informatiën te bekomen bij • den Heer B. F. WESTEROUEN VAN MEETEREN Warmoesstraat 76 te Amsterdam.
JYCiele#Go. Veenestraat 50 DENHAAG.
Fabriek en Magazijnen ïan duurzaam Verzilverde
AKTIKELEN VOOR Luxe en Huishoudelijk gebruik.
TE KOOP een zoo goed als nieuwe Dnitschc Pianino, kruissnarig ijzer raam, 7 octaaf Brieven Bureau dezer Courant, motto PIANIJTO.
J.A.DEGRUIJTER, Obrechtstraat 196, hoek Reinkenstr. ' J DEN HAAG. . Groote Sorteering
VULÏACHELS, CALORIFÈRES EN BfflajolicaTEGELKACHELPLATEN
gediplom. muziekleeraar, geeft grondig onderwijs in Piano en Theorie. Tevens opleiding voor examens. Spreekuur Dinsdag en Vrijdag 2—3. Riouwstraat 122, den Haag. Grootste Keuze.
Franco levering door liet gcheele Rijk. Th. A. A. SIMONIS, Groenmarkt 34, over de PBI1ÏSESTRAAT ID E 1ST HE .A. -A. C3-.
Indische F a m i l i e s w e l k e z i c h tijdelijk of v o o r v a s t in Nederland g a a n v e s t i g e n , worden er in 't bijzonder op attent gemaakt, zich voor bet v o l l e d i g e inricbten van huizen of g e d e e l t e n daarvan te wenden tot de Firma
VERHUIZINGEN
onder garantie.
0 \ Hofmeubelfabrikanten te Zutphen. Alles wat op het gebied van meubileering voorkomt, zoowel meubelen in elke verlangde stijl en houtsoort, als Gordijnen, Tapijten, Linoleums, Bedgoed, Ornamenten, Keukeninrichtingen enz. wordt t e g e n de s t r e n g s t c o n c u r r e e r e n d e prijzen g e l e v e r d . Reeds honderde Indische Families geheel geïnstalleerd w a a r v a n v e l e attesten ter inzage. Franco levering door geheel Nederland. PLAATS IN & DEE GOEDEREN wordt niet in rekening getracht. Schriftelijke garantie voor soliditeit. PRIJSCOURANT en TEEKENINGEN worden op aanvrage franco toegezonden. Alle eikenhouten meubelen zijn van massief wagenschotshout vervaardigd en uitstekend geschikt om naar Indië mede te nemen.
Bergplaats voor Inboedels ( G A R D E - M E U B L E ) V E R P A K K I N G (Emballage) van alle soorten van goederen ter verzending door de geheele wereld. DEGRÜIJTER&Co. AMSTERDAM, DEN HAAG, ARNHEMLeidschekade 70. Westeinde 48. Parkstr. 70/71.
^3$ # > ^urantifi ' %
Brood- en Beschuitfabriek
99
O P G E R I C H T 1680. OUDE MOLSTRAAT—DRIEHOEKJES 8 , 's-Gravenhage. H o f l e v e r a n c i e r . Geregelde bezorging door alle wijken der Stad en Scheveningen. BBUmr- of G E Z O ï D H E I D i B R O O D .
Prima kwaliteit SPECÏÏLAAS in tlikverpakking. Versending naar OOSTen WEST-INMÊ.
voor Brand enz. van 1805. % Ve
t e ' s Q - r a y e n h a ^ e , Kantoor Z.O.Buitensingel 245 b/h. Bezuidenh.
Directeuren: W. F. MASTENBROEK en C. W. VERSTEGE. Commissarissen : Mr. W. K. F. P. Graaf van BYLANDT. Mr. J. G. GLEICHMAN. A. J. H. VAN KAPPEN.
T H E O D . S M E E r J E , D e n n e w e g 112, ' s - G r a v e n h a g e . Teleplioon Interc. 910.
Levering van UITSLUITEND
GRUTTERS WAREN, GRANEN en ZADEN. Meermalen bekroond. Vestigt speciaal de aandacht der lezers van dit Blad op zijn Prima « J Ä ^ r A Ä X « J Ö T 9 welke zoowel per gerief als per baal tegen Sterk Concurreerenden Prijs wordt verkocht. Proefmonsters GRATIS verkrijgbaar.
PORT-, SHERRY MADEIRA en njne TAFELWIJNEN
Ä. «T. ME SÄ ER, M E U B E L F A B R I K A N T . Hof spui SI, Telephoon Ufo. 240, 's-Hage.
McMiné ÏOOT complete meubileeringen, zoowel in koop, als in huur. Complete Ameublementen ïoor geheele huizen, hoven- of benedenhuizen steeds voorradig. P R I J Z E N S T E R K O O N C U R R B E B E N D . Yerhuurt mede Gemeubelde boven- en benedenhuizen. Q-OïlIDIJlsrElsr. T ^ z p u T E n s r .
ZIJN alom bekend,
HEEHENGRACHT 3-52, Ben Haag. Succursales: UTRECHT, LEIDEN. „De wijnen van dit Ms zijn verkrijgbaar bij den heer „B. D E B A S ' te Batavia, Hoofdagent voor West-Java."
BRANDSTOFFENHANDEL
W. REÏÏYERS, 73 Wagenstraat 73,
V A S C. AANDEWIEL. Hofleverancier. SUMATRASTRAAT 145, Telefoon 1014, DEN HAAG, Specialiteit in Anthraciet.
De P e n t r e m a w r Anthraciet is de BESTE en ZUINIGSTE brandstof voor vulkachels. Zij slakt niet en wordt zonder gruis of steenen afgeleverd.
jy 'e JCollandsche Jfi|verheid
LANGE POTEN 20, 's-GRAVENHAGE.
99
HAAGSCME HOFJES met goud bekroond voorzien van bovenstaand handelsmerk, verkrijgbaar bij W. R E U V E R S , Wagenstraat T3, C O N F I S E U R , Den Haag. Sf.B. Voor de tropen verpakt in hermetisch gesloten bussen.
Grootste inrichting tot het leveren van UITZETTEN en INDISCHE UITRUSTINGEN.
voor DAMES, HEEREN en KINDEREN.
Daar aan onze ateliers circa 80 naaisters verbonden zijn, zijn wij in staat iedere bestelling in eiken verlangden tijd op maat te leveren en garandeeren wij voor k e u r i g e modellen, nette a f w e r k i n g en sterk concurreerende pryzen.
STATIONSWEG 19.
Eerste Modes.
DEN HAAG. GEDEMPTE BURGWAL 8, bij de WAGENSTRAAT.
MAGASIN de SOLDES.
DELFT, 21, CHOOESTEAAT.
Nieuwste Garneering.
Grootste keuze echte lYOWSCHE ZIJDE in zwart en gekleurd, ook andere kleedingstoffen bijzonder geschikt voor Indië, voor de helft der gewone prijssen. Alle goederen welke niet naar genoegen zijn, al zijn dezelve ook afgesneden, worden gaarne omgeruild. Stalen worden op aanvrage Éranco toegezonden.
Indische Prodnctcn.
Een groote Agentuur en Commissiehandel in Holland vraagt agenturen van speciale Indische Producten, op allerlei gebied. Brieven met opgave van conditiën motto «Agentuur Indië» bureau dezer Courant.
Magazijnen Bylandstraat 15 en 93a, Den Haag.
Belg. ANTRACIET p. H.L. . . f 1.85 I Beste Winteraardappelen p. H.L. f 3 . 5 0 Weimarstraat hoek Y. Bylandstraat 93. I 3.35 I COKES (gasfabriekprijs) „ „ - 0.7J
ff icetyleen-Verlichting".
Een Hollandsche fabrikant en installateur op acetyleenverlichlingsgebied wenscht in relation te komen met Indische afnemers. — Zuiver werkende toestellen voor huishoudelijk-, fabrieks-, leger- en vloot gebruik. Brieven motto NAVIRE bureau dezer Courant.
PARAPATTAN WEEZENGESTICHT
to Batavia.
In de hoop dat de wetenschap, dat vele weezen door eene liefderijke verpleging in het Parapattan Weezengesticht te Batavia, voor ondergang behoed en tot nnttige leden der maatschappij worden gevormd, eene opwekking moge zijn voor alle weldenkende ingezetenen van Nederlandsch-Indië, die thans in Nederland verblijven en ook voor niet-Indiers, om ook het hnnne bij te dragen tot instandhouding van het Parapattan Weezengesticht, doen wij in de eerste plaats een beroep op den liefdadigheidszin van de in Nederland wonende oudgasten. Jaarlij ksche contribution en donation worden gaarne door den ondergeteekende in ontvangst genomen.
Hamens het Bestuur van het PARAPATTAN WEEZENGESTICHT te Batavia, W. C R E M E R ,
Generaal gemachtigde voor Nederland, Nieuwe Schoolstraat 8 9 , te 's-Gravenhage.
Thee. Koffie. Mokka. Gember. Soja. (Mney.
VAN VEEN & Co.,
33 PLAATS, 's-GEAVENHAGE. Telefoon 9 8 1 .
"Vereeniging OOST en W E S T Af deeling 's-Gravenhage. Aan het Bureau Heerengracut 4, zijn van 10-13 en van 3 - 4 uur, inlichtingen te bekomen omtrent de volgende personen die werk zoeken. Men kan die inlichtingen ook per brief vragen aan den Secretaris der 3de Commissie den heer G. C. A. DE WITT, de Perponcherstraat n". 93.
Een gep. Onderofficier O.-I. Leger voor i nc a s s e e r i n g , oppasser en h u i s b e w a a r d e r .
Een modiste die werk in O o s t - I n d i ë zoekt.
Een Dame die lessen geeft in N o o r s c h , Z w e e d s c h , D u i t s c h en I t a l i a a n s c h .
Twee ionge Dames voor J u f f r o u w van Gezelschap.
Een bekwame l i n n e n n a a i s t e r .
Gewezen Sergeant in W.-I. voor p o r t i e r , l o o p e r of h u i s b e w a a r d e r ; kan ook c o p i e e r w e r k verrichten.
Jonge Dame ter waarneming van het huish o u d e n en het o p p a s s e n van kinderen.
Een Dame voor a d m i n i s t r a t i e v e bet r e k k i n g .
Een Heer voor a d m i n i s t r a t i e v e bet r e k k i n g of magazijnmeester.
Een Heer voor C o r r e c t o r aan een« drukkerij.
Drie Dames voor waarnemen van een huish o u d e n en naar Indien gaan.
Twee Dames om b e j a a r d e dame ge~ z e l s c h a p te h o u d e n .
Een Jongmensch voor k a n t o o r b e d i e n d e
Een jonge Dame die als G o u v e r n a n t e of B o n n e naar Indië willen.
Een jonge Dame als k i n d e r j u f f r o u w naar O.-I.
Een gegageerd Onderofficier der Genietroepen zoekt een b e t r e k k i n g voor l o o p e n d beh e e r ; schrijfwerk of eene eenvoudige administratie; ook kantoorwerk in die richting.
Eene dame voor 't les geven aan s p r a a k g e b r e k k i g e n .
SCHEVENINGEN, 109, Badhuisstraat T e l e f o o n 4 1 6 1 .
Een Dame les geven in t e e k e n e n en port r e t s c h i l d e r e n .
Een Dame zoekt plaatsing als Stenograafi ook voor les geven.
Een jonge Dame zoekt een t ' h u i s zonder s a l a r i s bij eene dame om deze in de avond' uren gezelschap te houden; kan in 4 tale" voorlezen en maakt muziek.
Een Dame om met eene familie op r e i 3
te g a a n ; spreekt Hollandsen, Duitsch» Eransch en Engelsch en heeft veel gereisd.
Een gewezen militair in W.-I. voor op' p a s s e r of h u i s k n e e h t . ^
Een gewezen Sergt.-majoor, timmerman def marine, voor p o r t i e r oï h u i s b e waar del'
De VGravenbaagsche Boek- en Handelsdrukkerij voorheen Gebr. Gitinta d'Albani
V A N
HET KOLONIAAL WEEKBLAD
Donderdag 31 October 1901.
zich met zijn gezin en zijn schoonmoeder (de echtgenote van Toeankoe Mahmoet) te Panté Shong in Peusangan aan. Iri de Sum. B. van 1 Oct. lezen wij : »Een Marechaussee-Patrouille onder een onderofficier verraste in de heuvels van Pedië de bende van Tangk°e-Tjot-Tjitjem. Deze liet 16 dooden met hunne wapens in onze handen. Omtrent Djambi: Met uitzondering van Hadji Kasim, Hoofd van Loeboe Resam die de vlucht nam, maakten de meeste voorname Hoofden van Boven-Tambesi, Batang Azei en Limoen hun opwachting bij den Controleur. •Ue oudsten van Loeboe Resam verklaarden aan den controleur het verzet op te geven. De gezondheidsroestand was gunstig, behoudens, dat een Europeesche ™ e r aan de cholera overleed. -ue resident z o u den 23sten Sept. naar Tigadoesoen vertrekken ter bespreking van verdere maatregelen tot verzekering van rust en orde." Aan de „Locomotief werd nog uit Tebing-Tinggie geseind, dat de vijand bij onzen opmarsch naar Loeboeh Resam volgens berichten van de bevolking '0 à 90 dooden zou hebben bekomen; dat de geheele streek tusschen Tiga-Doessoen en Moeara Tambezi zich zou hebben onderworpen en dat de bevolking tegen betaling slachtkarbouwen en rijst levert ten behoeve der troepen. . I n de „Sumatra-Bode" van 3 Oct. vinden wij daarentegen : „Naar wij vernemen, werd Kampoeng Moeara Ekor in het Moeara-Laboesche (Padangsche Bovenlanden) door kwaadwilligen van de Djambische grens beschoten. Gelukkig vielen er geen dooden of gewonden. Hoe lang zal dit spelletje nog duren?" * * Volgens de Soer. Ct. liep te Soerabaja het gerucht, dat het negentiende bataljon van Malang naar Soemba zal worden gezonden. * * * Uit Menado het bericht, dat de Maöetonsche opstandeling, Poidaramati alias Tomboletoetoe, den 17de Aug. J-r door een bevolkingspatrouille onder leiding van oen tolk en den Kapitein Laut van Kasimbar met medewerking van het Hoofd van Toriboeloe in laatstgenoemd landschap werd overvallen en met 3 zijner Vt%elingen gedood. Aan onze zijde sneuvelde een persoon en werden ^ gewond. De rust kan thans als geheel hersteld worden beschouwd.
I I G E K O V D E I Ï .
Aan de Bedactie Van het Koloniaal Weekblad „Oost en West" Den Haag.
Geachte Bedactie!
Eerst thans ben ik in de gelegenheid U bescheid ^ geven op Uw artikel van 26 Sept. 1.1. over :
Vertegenwoordiging van Indie in de
f Tweede Kamer,
gt at geschreven werd in antwoord op mijn ingezonden cu-KJe: „Persoonlijke propaganda" in Uw blad van de waaraan voorafgaande week. int Vlnó" h e t n i e t ondienstig uit dat Uw welwillend dntwoord nog 't een en ander aan te stippen en met vnnr n !• TT 0 0 r d j e t e bespreken. Misschien kan dit lit. H-, ^ w l e z e r s — uwe vele lezeressen hieronder natuurlijk begrepen - nieuwe gezichtspunten of welicnt ook wel nieuwe verschilpunten aanbrengen, die T v e t \ n U t t l g e b e sP r e k ing aanleiding kunnen geven. Cant a n 1" e n i n e e n r e eks y a n artikelen in „Be vaxZ° ' tracb-ten aan te toonen : het billijke, recht•wüige, rationeele en practische van de wettelijke wtegenwoordiging van Indië in deze 2de Kamer. Ik c ^ OU TTtnTl V\£ifr\/\r> VIT*-.-!. « T ^ 4 - 4-^»-THT A n n r l o f iV r r û l n n f u w '«yi^igiiig van xiiuie in uez.e ^uc xvctu.101. J.K. dit h^ m ^ n °etoog hier niet terug, omdat ik geloof den T sren m e t Indische aangelegenheden medeleventp indischman, zonder eenige aanmatiging, als bekend e mogen onderstellen. Krachtige medewerking en hulp eb ik tot nu toe niet mogen ontmoeten, maar ook ^en ernstige, degelijke bestrijding, en waar men al met een enkel los tegen-argument op mij toegetreden „'daar heeft men mij niet van mijn stuk kunnen
0 "rengen; integendeel, heeft men mij gesterkt in de
ei ei-tuiging van de billijkheid en de gegrondheid mijner g enen, die ik deed voor Indië en Indie's burgerij, von n a ^ e t l e z e n v a n Uw antwoord kwam het mij iern ^ a t i n m i j n striJd voor deze zaak nog nooit mand zoo dicht aan mijn zijde had gestaan, als hinri R e d a c t i e- G e erkent toch rondborstig, dat Ge het miljke en rechtvaardige eener Indische presentatie m de Kamer inziet, en waren er onoverkomenlijke oezwaren tegen het in 't leven roepen van den Kolonialen Raad - Uw idee - Ge zoudt niet aarzelen aan directe vertegenwoordiging - mijn idee -devoorHnr te geven, zelfs nog boven het allerwege hoog Pgenemelde denkbeeld - van Deventer : een Kamer
e oi' Indië. Dit is een heele concessie van Uwe zijde voor mij een beduidende sprong naar voren.
6n a nt ik houd het er voor, dat bij ernstig nadenken
Va rype overweging, tegen het in 't leven roepen riizp Kolonialen Raad bij U „bedenkingen" moeten spro d i e U t o t dusver niet „in 't oog waren gebezTOgeiT" Z o o' n bedenking, die „een onoverkomelijk en . a a r" oplevert, is m. i. wel deze : De K. R., ingesteld Tj h^ rkende op den grondslag en naar den geest door de h d' z o u n i e t anders zijn, dan de bekrachtiging, lndipevestiging en de bestendiging van het onrecht zijner K n u t o e aangedaan in 't passeeren en negeeren heel rgerij. De instelling van den Raad, alzoo gesenta^n a l buiten Indië en Indiër om, zou het reprehet if'Vraagstuk niet van de baan schuiven, omdat klar,SC roirielijk onrecht van de minderjarigsheidsverReh d e r Indische ingezetenen in principe daarmede gegandhaafd zou blijven. Een K. R. naar zoo'n beeld Heden, alult- V10+ ronrASPnta.tiA-vra.a.crsi-.nk nip.t. uit.
viezen der Regeering en Volksvertegenwoordiging van nut zou kunnen zijn, maar voor Indië zou de onmondigheid onaangetast blijven in de bestendiging van het al eeuwenoude, versleten woord: „Wij zullen handelen over u, bij u, zonder u!" 't Is mij in volle waarheid een raadsel, waarom de Indische staatsburger zonder eenigen weerstand of tegenstand zich buiten het Parlement laat houden, waarom hij niet smds lang van die wettelijke vertegenwoordiging een „eerezaak heeft gemaakt, behalve om het hooge belang ervan, een van urgentie! Kiesbevoegdheid is al te lang aan den Indischen staatsburger onthouden. Indië heeft er een besnst recht op, dat de deur van het Parlement eindelijk eens geopend worde aan zijn eigen stemgerechtigde ingezetenen. Hier in Nederland is men nu al zoover, dat men het algemeen stemrecht' eischt voor mannen en vrouwen, maar voor Indië is men er nog met toe kunnen komen, het te billijken voor 't intellect der mannelijke ingezetenen ! En Indië laat zich dat maar aanleunen ! Er moet daar al heel weinig politiek leven zijn, dat men er tegenover zooveel terugzetting passief blijft ! 't Is mij onbegrijpelijk, dat met gansch Indië dwingt, en dringt om dat kiesrecht en om die wettelijke vertegenwoordiging, 't Is mij onverklaarbaar, dat zelfs de Indische Bond hier lijdelijk blijft. Dat pleit niet voor Indië! Wanneer de geest over de Indische burgerij vaardiger ware en de politieke lakschheid minder algemeen, die burgerij zou zich niet zóó laten wegduwen en achterafzetten en zich zeer zeker niet laten ten achter stellen in rechten bij het vulgus of het „stemvee" in 't Moederland! Ik heb het mijne gedaan, om Indië uit dien dommel op te wekken, maar tot nu toe vruchteloos. „Wij zien het, maar doorgronden het niet!" Zitten verdraagzaamheid en gedweeheid na lange, lange verdrukking en terugzetting er zoo ingeroest, dat men dan nog met beter afweet of 't hoort maar zoo? Ik zou het haast denken, want zelfs de „werkers" voor Indië schijnen die rechten niet te erkennen. Men strijdt voor dit, streeft naar dat maar het allereerst-noodige : stem m 't kapittel •te krijgen, verwaarloost men! En aan dit euvel gaan m i ook mank de ijverige werkbijen in de HaagschIndische bijenkorf: Oost en West. Aan al de homggraten, die zij bezig zijn te bouwen en te vullen, ontbreekt dit eene stuk „werk". Voor ons - zegt Ge - is, zooals men weet, algeheele regeling der Indische zaken in Indië, de eindpaal" Juist, dat is voor mij ook zoo. Maar zoo ver zijn wij nog niet. Zelfs de eerste stap tot de overbrenging van de wetgevende bevoegdheid en de opperleiding naar Indië zelf, moet nog gedaan worden. De Kamer heeft nu nog alle bevoegdheid, wikt en beschikt. En bij instelling van dezen K. R. moge de Kamer de Indische politiek alleen in hare hoofdlijnen te bespreken hebben, bij haar en aan haar blijft toch de eindbeslissing, en hoe zij zich stoort als 't er op aan komt, aan adviezen van buiten de Kamer, hebben wij dezer dagen gezien bij die nominatie-Hoogen Raad. Met of zonder de instelling van dien Kolomalen Raad, om 't even, Indie blijft ten nauwste geïnteresseerd bij de samenstelling der Kamer. In beide gevallen bltjl ik dus koppig hangen aan de oplossing van het representatie-vraagstuk. Laat men dan toch eens één steekhoudend argument aangeven, waarom onze „Asschepoetsters" buiten de Kamers moeten gehouden worden! Er is er met één te vinden. Is het dan voor Nederland zoo'n gewetenszaak, zoo'n hard gelag, zoo'n beenbrekens de simpelste en doodeenvoudigste rechten van Indie te erkennen gelijkstelling in rechten aan de Koloniën te verleenen met zich zelf en den Indischen staatsburger gelijk gerechtigd te doen zijn, met dien m t Moederland?! En als dat alles dan nog over veel liep of diep ingreep in den gang der staatsmachine ! Maar 't is alles heel doodeenvoudig te bewerkstelligen. Wat er aan hapert, dat is alleen de onwil van Nederland, maar ook - de passiviteit van Indië. Wat er voor Nederland tusschen zit, dat is de laaghartigheid, zelfs een soort van hoogmoedswaanzm, die t zoo moeilijk maakt, als meerdere - in eigen oog! - zich met zijn mindere gelijk te zien stellen. Want m de Moederlandsche schatting ligt Indië nog zoo diep beneden de superioriteit van Nederland! Gij vraagt U ten slotte af: „of er van de eene of de andere verbetering in de tegenwoordige, door velen afgekeurde behandeling van Oost-Indische zaken door de Volksvertegenwoordiging in de eerste tijden wel iets zal komen?" en Gij weet niet, „of er van deze Regeering en deze Kamers in dit opzicht iets te verwachten is?" , , , . , . n Dat ligt aan U en aan Indië, dat ligt aan ons allen, mijne beeren! Met stil zitten, zwijgen en goed vinden, zooals Gij in Indië het heden in dezen deedt, komen wij er niet. Zonder vragen, zonder dwang en drang blijven wij, waar wij en wat wij zijn in Indië : onmondigen à tort et à travers! Maar met gezamenlijke Sturm und Drang, de deuren zouden openspringen! Ik ben zoo alleen in mijn isolement en toch zoo krachtig, in mijn overtuiging!
Een Waarschuwing.
Nederland heeft zijn belastingbetalende inwoners ten volle de lasten doen gevoelen der sedert 1815 gebouwde en daarna vervallen, slechte of onnut gebleken permanente (?) Vesting werken. Zooals een oud Hoofdofficier van het Indische leger te recht nog eens in herinnering bracht (in het „ Vaderland") is indertijd de vesting-manie ook op Java doorgedrongen. Wij weten met welk noodlottig gevolg. Zou er nu werkelijk weder op zulk een ondoelmatige wijze geld worden verspild? „ , , . .*. Wanneer Indië een krachtig, geoefend leger bezit, wanneer onze bestuurders de sympathie van Java's edelen en minderen weten te veroveren en te behouden, dan zal de verdediging van Java, waar het terrein, geholpen door de veld verschansing, zoo geschikt is, om een vreemden vijand tegen te houden, ons geen zorg behoeven te baren. Ik zeg dit in de veronderstelling, dat de Regeering in Nederland niet slaapt en treuzelt; dat er gewerkt wordt en gezorgd, dat Indië in staat zij zich zelven te helpen, als er een oorlog mocht uitbreken. Derhalve: Waarom geen militaire scholen, zoowel voor Inlanders, als voor Nederlanders of hun afstammelingen? Waarom geen Gadettenscholen ? Waarom niet alles, wat voor de verdediging tegen een vijandelijke vloot noodig is? torpedo's, onderzeesche torpedobooten, en wat niet meer? Moet er gedraald en gewacht worden tot het te laat is? . Gemakzucht, redeneeren, maar weinig doen, verwaarlozing van de mindere militairen, wat hun belangen betreft en verslapping van den militairen geest, zie, dat is echt Nederlandsch. De hemel verhoede de rampen, die daaruit kunnen voortvloeien ! PORTHOS.
Antwerpen, 24 Oct. 1901. BLANDA.
Uit de Periodieke Pers.
Wij kregen een extra-nummer van 27 October van de Bredasche Courant, niet anders bevattende, dan de polemiek die in de laatste twee weken werd gevoerd tusschen liet dagblad //de Tijd» en den heer Clockener Brousson, redacteur van de //Bandera Wolanda-/. Aanleiding tot die polemiek was een artikel, enkele maanden in de Bandera Wolanda verschenen en C. B. geteekend , waarin werd betoogd, dat de Protestanten dichter staan bij de Mahomedanen, dan bij de Roomsehen, die beelden zouden aanbidden en dus afgodendienaars zijn. Ook behalve dat, was het artikel alles behalve fraai en geheel buiten het program, waarmee de Bandera Wolanda in zee stak. Wat bleek nu echter, toen »de Tijd//, die een vertaling van het stuk ontving, er op los trok? Dat het artikel niet alleen niet was geschreven door den hoofdredacteur, maar dat hij het zelfs niet kende. Wij kunnen ons hier niet verdiepen in de oorzaken, die tot dit ongelukkige misverstand hebben aanleiding gegeven, maar wij betreuren het, dat een gevolg daarvan schijnt te zullen zijn, de intrekking van het Regeerings-subsidie aan de B. W., want hoewel een onzer medewerkers het Maleisch , waarin het blad geschreven wordt heeft veroordeeld , komt het ons toch voor, dat dit uit de Soldatenkrant (Soerat kabar soldadoe) geboren weekblad goed werk zou kunnen doen, als het zich geheel er toe zette, om te beantwoorden aan het zeer schoone doel, dat wij hier gaarne nog eens in herinnering brengen : 1°. De verstandelijke opheffing van de lezers. 2°. Het versterken van den band tusschen Holland en Inuië. 3°. Het opwekken van liefde voor Hare Majesteit onze Koningin. 4°. Het logisch leeren denken der Inlanders. 5°. Belangstelling wekken voor zaken, die buiten den gewonen inlandschen gezichtskring vallen. 6". Verzachting, laat ons maar zeggen moderniseeriug en veredeling van het Islamitisch geloof en daardoor voorkoming van fanatisme en onverdraagzaamheid.
Men moge denken over het nut der Christen zendingen zooals men wil; er dient rekening mee te worden gehouden, dat er in Oost-Indië zeker ruim 30,000,000 Mahomedaansche Nederlanders zijn, waaronder vele Maleijers of — Maleisch sprekenden. Een Maleisch blad, dat liefde opwekt voor H. M. de Koningin, den band versterkt tusschen het land in Europa en dat in Indië, en door moderniseering of liever veredeling van het Islamitisch geloof, fanatisme en onverdraagzaamheid bestrijdt, doet, als het ernstig arbeidt en goed wordt bestuurd, nuttig werk.
de opdracht ontving, om nasporingen te doen m de documenten, die aangaande de Geschiedenis der Nederlandsche Antillen in het Rijksarchief berusten. Van die nasporingen zijn de geschriften, die wij ontvingen het eerste uitvloeisel. Geregeld zullen, zoo zegt het Verslag, van die geschiedenis onzer Antillen, de vervolgen verschijnen, als bijdragen tot de Jaarverslagen, zoodat ze niet in verschillende verslagen verspreid voorkomen, maar tot één geheel zullen kunnen worden vereenigd. Wij moeten dit besluit van de Curaçaosche Vereemging toejuichen, want het tot nu toe gedane werk laat zich aangenaam lezen, zit degelijk in elkaar en is door de firma J. H de Bussy te Amsterdam in zeer netten vorm gedrukt. In het voorbericht wijst de heer H. er op, dat de tot nu toe verschenen geschiedenissen van Curaçao zich voornamelijk bepalen tot het hoofdeiland der Kolonie, slechts ter loops wordt daarin gesproken van de eilanden St. Eustatius, Saba en St. Martin, terwijl van de overige, eenmaal door de Nederlanders gekoloniseerde Antillen niet gerept wordt. Hij heeft echter zijn onderzoek uitgestrekt niet alleen tot de West-Indische eilanden, die nog tegenwoordig m ons bezit zijn, maar tot alle, waar Nederlanders zich vestigden en die in hun bezit zijn geweest. Gedurende zijn onderzoek, hoofdzakelijk in de archieven der West-Indische Compagnie, is het hem gebleken, dat het noodig is, de geschiedenis der benedenwindsche eilanden te scheiden van die der bovenwmdsche en die der overige eenmaal door ons bezeten eilanden. Na I, de benedenwindsche eilanden, dat thans vóór ons ligt, krijgen wij dus II, de bovenwindsche en daarna III, de eilanden Tobago, St. Crois en Tortola. De heer H. zegt, dat hij ingevolge de bedoeling der ontvangen opdracht, hoofdzakelijk schrijft voor de ingezetenen der kolonie en dat dus in zijn werk hielen daar zaken zullen worden gevonden, die voor den vreemdeling weinig aantrekkelijks bevatten. Dit moge zóó zijn, maar wij kunnen onzen leden toch gerust aanbevelen, om als ze de leeskamer Heerengracht 4 bezoeken, waar het Curaçaosche Verslag — even als alle andere door ons in onze rubriek aangekondigde boeken — op de tafel te vinden is, dit ter hand te nemen. Als bijdrage behoort ook tot 't Verslag een zeer onderhoudende beschrijving door M. Victor Zwijsen en als verder „geneologie" een extract uit het oudste op Curaçao berustend deel huwelijksacten der Gereformeerde Gemeente, met een alphabetisch register der daarin voorkomende namen.
Reeds weken geleden ontvingen wij ter recensie een Overzicht van de geschiedenis onzer Koloniën door B. Velderhof, tweede druk; uitgegeven te Groningen bij J. B. Wolters. Het is erg moeielijk, om in 86 bladzijden een behoorlijk overzicht te geven van eene zoo belangrijke koloniale-geschiedenis als de onze, ook al wijdt men zich aan die taak met groote inspanning. Het uitgegeven boekje, dat een tweeden druk heeft beleefd, is, voor ons een nieuw bewijs van de weinige belangstelling, die in Nederland gesteld wordt, in de kennis van Oost en West-Indische Geschiedenis en Land- en Volkenkunde door onze jeugd. In zijn voorbericht wijst de schrijver zelf op dit euvel, waar hij nog doet zien, hoe tot nu toe bij het lager onderwijs hierover wordt gedacht. „Meestal" zegt hij „doet men zonder eenigen grondslag in het 4e en 5e leerjaar enkele grepen uit de Ind. Geschiedenis. Nu er echter goede kaarten zijn en men dus met behulp van Nyland's platen goed aardrijkskundig onderwijs kan geven, kan ook de geschiedenis der koloniën tot haar recht komen". Wij zijn dit geheel met den heer D. V. eens, maar aangezien wij nog geen reden hebben te gelooven, dat van dit kunnen veel gebruik wordt gemaakt, schreven wij dit werkwoord cursief. De poging door den schrijver gedaan, moet echter ten zeerste worden gewaardeerd. Onze wensch is, dat beter onderwijs in koloniale kennis, ook reeds aan de lagere school, spoedig een geschiedboek moge noodig maken, waarin niet den eisen behoeft te worden gesteld, om zelfs de voornaamste gebeurtenissen zoo vluchtig te behandelen.
lost v!en' s l u i t h e t representatie-vraagstuk niet uit, in I ^ n i e t °P- v°eit men dan in Nederland, zelfs van üfii n i e t d e vernedering, de hatelijke terugzetting bureeeuwige voorbijgaan van den Indischen staatsjeee Zoolang aan de Kamer eenige bevoegdheid stut ^dische zaken gelaten wordt, blijft datvraagl 0r5 actueel, en de oplossing er van urgent, 't Is onkenbaar waar, dat de Raad door deskundige ad
Wat heeft Insulinde noodig?
In de Ie plaats een goede verstandhouding en overeenstemming met de inlandsche hoofden en de bevolking, gegrondvest op liefde tot den eenigen God en de achting der menschen onderling. De Christelijke Godsdienst is die van liefde en verdraagzaamheid in theorie — dat hij zooveol mogelijk ook in praktijk gebracht worde! „ J I J Ten tweede: ontwikkeling van de aan Nederland onderworpen volken, door lagere en hoogere scholen en, zoolang de krijgsdienst onvermijdelijk is, door militaire en zeevaartscholen, voor lagere en hoogere rangen. Voorts door het stichten van al zulke inrichtingen, welke noodig zijn, om in tijden van oorlog en sluiting van het Suez-kanaal, Java onafhankelijk van het moederland te maken en alles te bezitten - dus natuurlijk een wel uitgerust en geoefend leger om Insulinde te verdedigen. , . Ten derde • voor de kustverdediging minstens een zestal duiker-torpedo-booten. Voor het kleine Nederland, een minimum van kolosale, geld en menschen verslindende pantserschepen, geen miljoenen kostende, onnutte, permanente vestingwerken, zoomin voor Nederland zelf, als voor Java. IL . , . Ten vierde : werkzame hoofden van Ministerien en alle Departementen van bestuur, bovendien ten volle geschikt om, zonder toelichting van eindelooze Commission en proefnemingen te handelen, als het nog tijd is en niet steeds achteraan te komen. Ten vijfde : de overtuiging dat, in den tegenwoordigen tijd, levende strijdkrachten, uit geharde, geoefende en moedige mannen samengesteld, het vaderland en Insulinde, met kans op succes, kunnen verdedigen, maar dat „Ghinéesche muren" veroordeeld moeten worden. Zutphen, 24 October 1901. K. H. O. V A N BENNEKOM.
Verzending O.-I. Mail.
VOOR DEN HAAG.
Boekaankondiging
Van den heer C. Kraay ontvingen wij ter bespreking zijn geschrift over Internationale Handelsbelangen van Nederland, gedrukt als bijvoegsel van „de Indische Mercuur" van 22 October jl. Wij hebben ook nu weder met de meeste belangstelling kennis genomen van hetgeen de heer K. zoo verdienstelijk den lezer onder de oogen brengt en er komt bijna niets in voor, of het heeft betrekking op belangen, die onze Vereeniging voorstaat. Meer in het bijzonder willen wij echter een woord wijden aan het ontworpen: „Nederlandschbureauvoor handelsinrichtingen". Reeds jaren geleden hebben wij in den Raad van beheer van het Koloniaal Museum in overweging gegeven, om daaraan zulk een bureau voor den Kolonialen handel te verbinden, daarbij wijzende op het „Musée Commercial" te Brussel, waarmee wij kort te voren hadden kennis gemaakt. Bij den voorzitter en het merendeel der raadsleden vond ons voorstel echter geen ingang. Met sympathie begroeten wij dan ook nu het ontworpen plan, dat recht heeft op den steun van alle belanghebbenden en niet het minst op Regeermgssteun. In een der eerste nummers van „Oost en West" gaven wii een korte beschrijving van het „Office Colonial" te Parijs, dat iets is in denzelfden geest en van het departement van koloniën uitgaat. Dit bureau van inlichtingen werkt uitstekend. Evenwel zijn wij het geheel met den heer K. eens, dat een flinke particuliere onderneming, gesteund door de Regeering op den duur nog beter zal werken dan een officieel bureau.
Van ons medelid J. H. J. Hamelberg, postdirecteur te Curaçao en sedert 1 October weder uit Nederland, waar hij een tijd met verlof was, naar zijne standplaats vertrokken, kregen wij ten geschenke: Het vijfde Jaarlijksch Verslag van het Geschied-, Taal-, l a n d - en Volkenkundig Genootschap te Willemstad, Curaçao en als afzonderlijke^dragen daarvan : De Nederlanders op de West-Indische Eilanden door J. H. J. Hamelberg blz. 1 tot 54 en Documenten behoorende bij dit laatste geschrift: I. Curaçao, Bonaire, en Aruba. Uit het Jaarverslag vernemen wij, dat de heer Hamelberg, tijdens zijn verblijf in Europa van den vorigen Minister van Koloniën
Amsterdam, Nederl., Rotterdam, Lloyd, Genua, Nederland, Marseille, Lloyd, Marseille, Pr. dienst, Brindisi, Eng. dienst, Napels, Duits, dienst,
8 Nov. 22 Nov. 11.20 's av. 1 , 15 » 11.30 's av. 5 * 19 » 9.15 's av. 12 » 6.30 's av. 2 // 16 a 7.45 vm. 8 » 22 » 1.— mid. 10 » 9.45 mid.
Via Marseille: Suppletoire verzending van brieven, briefkaarten en aangetoekende stukkeu den dag volgende op den aangegeven maildag te 7.45 vm.
Via Napels: Suppletoire verzending den dag, volgende op den aangegeven maildag te 12 en 3 'snm., doch de aansluiting op het vertrek der booten is daarvan niet verzekerd. MAIL SURINAME.
Amsterdam, Nederl., 14 Nov. 11.15 ^s av. Southampton, Eng., 11 » U-80 's av. Suppl. verzending daags daarna 6.30 's av. ; aansluiting niet altijd verzekerd. St. Nazaire, Er., S Nov. 8 Dec. 7.45 vm.
MAIL CUIU.ÇAO. Via Genua den 8n van elke maand, alleen op verzoek. Elken Dinsdag en Vrijdag 6.30 's av. via Southampton en Queenstown en New-York.
MAIL CONGO.
Antwerpen den 15n en den laatsten van elke maand 7.20 'sav. Lissabon den 3n en den 13n van elke maand 3.20 m.
MAIL CANARISCHE EILANDEN. (Teneriffe.)
Southampton. Elken Vrijdag 7.20 's av. Liverpool. Elken Maandag 7.20 's av.
ZALEN TE HUUR
VOOR MGÄDERIGEN
D E * H A A G , HeerengracM 4 .
A D V E R T E N T I E N.
ERNEST GASSUTO Tandarts, PIETER BOTHSTRAAT No. I, B E Z I J I D E X H O U T , Den Haag'. SPREEKUUR dagelijks van 1 tot 5.
Den H a a g , Wagenstraat 32.
Centrum der stad en gerenommeerde keuken, SO Kamers en Salons. Kamer met Dejeuner f 2.25.
voor langer verblijf
'DO
c o
& cro, m Indische Uitrustingen voor DAMES en HEEREN, in alle Prijzen.
Badhuisstraat 54, Scheveningen zijn verkrijgbaar alle soorten COMESTIBLES en CONSERVEN waaronder : GROENTEN, VLEESCH, WILD, GEVOGELTE, VISCH, DIVERSE SOEPEN, VRUCHTEN etc. in blik. GENUA OLIE, WIJNAZIJN, EIJNE TAPELZUREN etc. uit de fabriek van J. C. VISSER, te Amsterdam. Aanbevelend,
J. J. KROPHOLLER. Voor den verkoop aan Particulieren worden D a m e s A g e n t e s s e n uit gegoeden stand gevraagd, tegen flinke provisie.
DE ADELAAR
HEERENKLEEDING-MAGAZIJN ,ffî JIS>&£313131",
Spuistraat 31, DEN HAAG, over de Passage.
I N T E R C . TEE,EFOON N o . 11»».
Specialiteit in PRIIA ÖUAL1TEIT KLEEDINGSTLKKEN
voor HEEREN en JONGEHEEREN, in elke taille groote keuze. In Kinderkleeding hebben wij steeds een uitgebreide keuze der nieuwste modellen voorradig Steeds Nouveauté's in Stoffen en Modellen. WF Grootste inrichting voor KLEEDISO NAAR MAAT Ie Etage. UWIFORJWEJV, I.IVEREIJE1V, A M B T S G E W A D E * . Uitrustingen voor Oost en West,
G. KERNER&C».
GRATIS en
ISEKIEF & Co.
YEENESTRAAT 16/18, den Haag.
Magazijn Yan Garen en Band.
DAMES HANDWERKEN.
r
VAN J a n s e n en T i l a n u s . FRTEZENVEEN.
Van groot Hygienisch Belang is eene luchtige voetbekleeding. Het weefsel der sokken mag niet onnoodig dik, moet elastisch en vooral poreus zijn, moet de warmte in den winter behouden en te hooge temperaturen voorkomen.
Sanitas Heeren Sokken van Schotsche Sohapenwol bevorderen de uitwaseming' regelmatig, veroorzaken geen gevoel van koude of vochtigheid, en houden de voeten, droog. Onmisbaar voor iedereen, in 't bijzonder voor lien die aan koude of gevoelige voeten lijden.
Een proef is voldoende *
om het aangename te ervaren, om zeker te zijn probeere men eerst aan een voet ; de uitkomst is verrassend. Op iedere aanvraag franco toezending van proefparen à fl. 1.10 die bij nietvoldoening binnen 8 dagen zonder eenige vergoeding teruggezonden kunnen worden. 3 paar franco f 3.30. 6 paar franco f6.30,12 paar franco f 12. Bij bestelling geve men op of de voet is Klein, Middelgroot, Groot of Zeer Groot S A C H S Sc O o . , Lange Poten 2—4, Hofstraat 10, Den Haag. TELEPHOON 633.
Ä. SCHARENBERG,
H o f l e v e r a n c i e r .
IJskannen, IJslepeltjes en Schepjes IJs- en Koelemmers. Sam ba f-Schotels. D E K S E L S v o o r G L A Z E N . 5 ,/ 2, 6 ' / J , 7'/j en 8'/2 cM. middellijn. VINGERKOMMETJES. s-Gravenhage, Hoogstraat 15.
E. J. F. VAN DISSEL & ZONEN, EINDHOVEN.
FABRIEK van LINNEN TÄFELGOEDEREN enz. enz.
Inrichting voor het maken, borduren en festoneeren.
S P O E O I O E AFLEVERIKr«. PRIJSCOURANTEN alsmede ruime keuze van STALEN en MODELLEN, worden op aanvrage franco toegezonden. AGENTESSEN GEVRAAGD met relatièn onder den gegoeden stand.
JAC. DflOULlJEI, Opticien, I n s t r u m e n t m a k e r , 2e Wagenstraat 95, Den Haag, TELEFOON 704. BJRJAJ&EüT en PINCE-WEZ,. Voorschrift van Heeren Doctoren.
Artikelen voor Ziekenverpleging, Verbandstoffen, Breukbanden. Suspensoirs enz. Aanleg en onderhoud van TELEFOON en BLECTRISCHE SCHELLEN DEBEFS uperieur choeisel
IS VERKRIJGBAAR NOORDEINDE 150 DEN" HAAG. Zie tie etalage* Wol-Regime. Dépôt van het E c h t e Prof. Dr. G. Jaeger's NORMAALONDERGOED, voor Heeren, Dames en Kinderen, in Wint67-- en Z o mer qualiteit. tot de laagste prijzen. Ä. YAHLE & Co, den Haag, HOOGSTE. 14 Telepkoon 1218. Rotterdam, Hoogstr. 340. Lijders aan Jicht en liheumatiek ten zeerste aanbevolen. Bovengenoemde Firma hebben wij voor 's-Gravenkage den A l l e e n v e r k o o p opgedragen. W I I H . B E N G E R S ö h n e , S t u t t g a r t , E e n i g e geconcessionneerde Fabrikanten der E c h t e Prof. Dr. G. JAEGER's Normaal-Ondergoederen.
35 -'S
w g,
*»• w9 9 9 s* B * Û r e ^ a
g m B 2
e B
B g
• e 9 A 9 *t 9 B
C. J. v. d. MEER, Waldeck-Pyrmontkade 11, lia, 13, D E N H A A G .
H A . J S T D E L in Wijnen, Binnen- en Buîtenlandsche Bieren, Minerale en Medicinale Bronwateren en Gedistilleerd. S P E C I A L I T E I T In B o r d e a u x - , B o u r g o g n e - , P o r t - , B i j n - e n Moezel w i j n e n . Champagne en Cognac.
Fabriek en Magazijnen „DE NIJVERHEID' B R E D A . Behangerij, Meubelfabriek, Stoffeerderij, Bedden- en Matrassenfabriek. Mart. Lefel-Gomen, H o f l e v e r a n c i e r .
Concureerendst adres voor compleete meubeleering. Enorme voorraad. Lage prijzen. Directe levering. Geillustreerde prijscatalogus Gratis en franco.
WAARSCHUWING. Oc ondergeteekende, eenig Vertegenwoordiger der BRENNABOR-Rijvwielen in Nederland, deelt mede, dat genoemde Rijwielen te 's-f.ravenhage ALLEEN verkrijgbaar zijn Noordeinde 12 en Z o u t m a n s t r a a t II, en te Scheveningen Sflarcelisstraat 2 3 s , en dat door de Heeren Gebr. Reichstein, Fabrikanten dier Rijwielen, geene deelcn worden geleverd om Rijwielen samen te stellen. Wat dus verkocht wordt buiten genoemde adressen als Brennabor of vervaardigd van Brennabordeelen is bedrog.
Aanbevelend,
3 1 , V E E 1 S T E S T R A A T
SPECIALITEIT I
Z D J B H S T I K A . . A . C 3 - .
GEKLEURDE, Z W A R T E en CREME STOFFEN. Nouveaute's voor elk seisoen.
STEEDS GEOOTE ASSORTIMENTEN. BILLIJKE PRIJZEN. O HoYTSTO, Den ME^SL^. — UtrecKt. Geïllustreerde Prijscouranten worden gratis op a a n v r a g e toegezonden. ECHT CHINEESCHE THEE, speciaal aanbevolen aan Indische familie's.
Mo de-Magazij nen EL MACK,
Lange Poten 31133. DEN HAAG. Hoogstraat 3.
S P E C U I I T E I Ï i n Gegarneerde DAMES- en KINDERHOEDEN.
Steeds voorhanden de laatste Nouveaute's v/h seizoen.
Jlllati $ Go. ]
Koninklijke Nederlandsche j
! Stoom - Meubelfabriek. I Magazijnen ter Menbileering. Meubelen, ! Tapijten, Gordijnstoffen etc
D E N H A A G : HOOGSTRAAT 16. i R o t t e r d a m . Utrecht.
» 1mMil»0H*^^^^ < f c*fc^*mafcA^<fc<fc^^^^ff.^fftjfl
OVERHEMDEN naar maat.
C h e m i s i e r , 2 4 — 2 6 Hoogstraat, Den Haag.
Indische Uitrustingen.
v* * * * &&* * * * * ' ^H Spekslager ij
^ '44 T * O j 8
% 0 i '/4 * ® o ,
F i r m a J . J. M. F E R M E N T I E R , Korte Poten 25, Den Haag. Gelardeerde Kalfslever. ^ %
« T .
O
»Bi »tt, ' * •O f*'
23 Wagenstraat, 's-Gravenhage, T E L E P H O O N 3STo. 6 5 9 .
in a l l e soorten e n prijzen. Doelmatige verpakking voor de tropen. Specialiteit voor Export. Stoomvaart-Maatschappij „ROTTERDANISCHE LLOYD" Maildienst tusschen Rotterdam en Nederlandsch-lndië in verbinding met de diensten der Koninklijke Paketvaart-Maatschappij van Rotterdam, van Marseille, te Port-Said, te Padang, te Batavia. Salak 16 Nov. 28 Nov. 3 Dec. 23 Dec. 25 Dec. 1902 1902 t a w o e 30 „ 12 Dec. 17 , 6 Jan. 8 Jan. Ardjoeno 14 Dec. 26 „ 31 „ 20 „ 22 1902 1902 Soembing 28 „ 9 Jan. 14 Jan. 3 Febr. 5 Febr. 1902 Gedé 11 Jan. . 23 Jan. 28 „ 17 Febr. 19 Febr. Oengaran '25 „ 6 Febr. 11 Febr. 3 Maart 5 Maart Sindoro * 8 Febr. 20 „ 25 „ 17 „ 19 „ Merapi 22 „ 6 Maart 11 Maart 31 „ 2 April * Dubbel schroefstoomschip. le Masse midscheeps. 2e klasse in de campagne.
De Hoofd-Agenten : Ruys & Co., Rotterdam. De Agenten: Courier dit Dubekart & Co., Anna Paulownastraat \d, 's-Hage.
De 's-Gravenhaagsche Boek- en Handelsdrukkerij voorheen Gebr. Giunta d'Albani.