Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?UNIVERSITEITLEIDEN-DIG-KOLONIAAL-WEEKBLAD-1901-24
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


N°. 24. Donderdag SI November 1901. lste Jaargang. HET KOLONIAAL WEEKBLAD. Orgaan der Vereenigixig
Abonnementsprijs per jaar.
Vrij aan buis of franco per post binnenland bij vooruitbetaling . ƒ2.00 Voor Oost-lndië en het Buitenl. s> 3.00 Afzonderlijke nummers. . . . »0.10 Men abonneert ziek voor minstens zes maanden ingaande op den dag der eerste toezending f 1. — OOST WEST.
Prijs der advertentiën.
Per regel f 0.10 Bij plaatsing van 300 regels . - 0.09 » » » '1000 » . - 0.08 » » » 3000 » . - 0.07
R E D A C T I E : De 4de Commissie, aan welke de verspreiding van populaire kennis omtrent Oost- en West-lndië is opgedragen.
sonden Stukken moeten worden geadresseerd „aan de Redactie", en gezonden aan den Heer G. E. V. L. VAN ZUYLEN, Voorzitter der Redactiecommissie, ï a Hcereiigracht, of den Secretaris, Mr. Gr. VAN SLOOTEN AZN. , 48 «lonradkade, beiden Den Haag. ! en Advertentiën wende men zich tot de Uitgevers-Maatschappij „HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG" Haagpoort 4 , Den Haag,
Dit nummer bestaat nit Twee Bladen.
Het hoofddoel der Vereeniging is: Het verspreiden van populaire kennis omtrent onze Indien onder gansch het volk en het bevorderen der welvaart in die gewesten, ont zoodoende en ook door het verleenen van onderlinge hulp, ware belangstelling en liefde te kweeken tnsschen Nederland hier en ginds. Om lid te worden, kan men zich persoonlijk of per briefkaart aanmelden bij een der afdeellngen of aan het bureau in den Haag Heerengrach 4, dat iederen dag, behalve Zon- en feestdagen, van 1 0 - I 3 en van 3 — 4 ure open is.
MededeelinfFen. De 4de Commissie vestigt de aandacht der leden van de Vereeniging op de in dit blad voorkomende aankondiging, dat op a.s. Zaterdag den 33 November des avonds 8 ure door ons medelid E. GERST in het IiOgebouw op den Fluweelen Burgwal eene voordracht zal worden gehouden over de „econo„ mische beteekenis van de irrigatie op de eilanden Java en Madura". De toegang is vrij voor ieder belangstellende.
De Oost-Indische Begrooting.
Voorloopig Verslag en Memorie van Antwoord.
In vijf achtereenvolgende artikelen hebben wij eenige hoofdpunten der O .-Indische begrooting van uitgaven en inkomsten (middelen) voor 1902 besproken; wij willen nu een kort woord wijden aan de beide ofïicieele schrifturen, die steeds de mondelinge openbare behandeling in de Tweede Kamer voorafgaan. Voor diegenen onder onze lezers, die de techniek van het wetten-maken niet kennen, diene: dat ieder wetsontwerp en derhalve ook de Indische Begrooting met hare Memorie van Toelichting eerst in meer huiselijken kring wordt besproken ; de Kamer is daartoe in- afdeelingen (Sectiën) gesplitst. De opmerkingen, bij dit Sectie-onderzoek, gemaakt worden verzameld in een stuk, dat men het „Voorloopig verslag" noemt, waarin dikwijls de geheel van elkander afwijkende gevoelens van „enkele leden" en „andere leden" in bonten vorm bij elkander staan. Al die opmerkingen en vragen worden door den minister, voor zooverre hem dit mogelijk is en voor zooveel hij het noodig of nuttig acht, besproken en beantwoord in een stuk, dat den naam van „Memorie van Antwoord" draagt. Het zou zuiver onmogelijk zijn, al wilde men zijne beschouwingen nog zoo inkorten, om van al de punten, die in het V. V. en de M. v. A. voorkómen, in ons blad zelfs een zeer globaal overzicht te geven. Het eerste stuk toch telt, met eene door het Kamerlid VAN KOL bijgevoegde nota, over de toestanden in de Minahassa, 31 lange bladzijden en het antwoord van den Minister vult er, zonder de bijlagen, niet minder dan 59. Wij kunnen echter de verzekering geven, dat beide stukken getuigen van ernstigen arbeid en dat ook beide denzelfden goeden geest ademen, namelijk dien van streven om al meer en meer bij het regeeren over Indië de belangen van den liniander en van alle andere blijvende bewoners op den voorgrond te doen treden. Alle staatspartijen, zoo wordt er in gezegd, zijn het thans (in theorie) eens, dat van dit beginsel niet meer mag worden afgeweken en de hoofdstrijd zal dan ook, naar wij vertrouwen, bij de discussion alleen loopen over de wijze, waarop die theorie moet worden in de praktijk gebracht en over den meer of minder snellen gang der in te voeren verbeteringen. Koloniaal-conservatieven van den ouden stempel schijnen er, naar de gevoerde schriftelijke gedachtewisseling te oordeelen, in de Tweede Kamer niet meer te zijn. Het is ons voornemen, om van de belangrijke gegevens, die in de M. v. A. voorkomen, ook in de toekomst partij te trekken; wij zullen thans alleen op enkele punten uit door de Kamer met den Minister gevoerde gedachtenwisseling de aandacht vestigen. In de eerste plaats en zulks ook in verband ïnet hetgeen daarvoor reeds in ons blad geschreden werd, nemen wij uit het V. V. over de § 6, die luidt als volgt: _ „In eene der afdeelingen werd de in de laatste »Jaren meermalen geuite klacht, dat de Indische »begrooting en in het algemeen alle Indische "zaken, waarvoor eene wettelijke beslissing noodig »ls, niet behoorlijk in de Staten-Generaal behan
„deld kunnen worden, deels omdat de noodige tijd „ontbreekt, deels omdat de Staten-Generaal geen „voldoende voorlichting ontvangen, door eenige „leden besproken. Herinnerd werd, dat sommigen „eene Kamer voor Indische zaken gevestigd wen„ sehen te zien, welke, gekozen door de in Nederl a n d wonende oud-ingezetenen van Indië, over „de Indische zaken zou hebben te beslissen; dat „anderen aan de Tweede Kamer eenige door ingezetenen van Indië gekozen afgevaardigden wen„sehen toegevoegd te zien; dat in de derde plaats „ — en dit standpunt werd ingenomen door de leden, „die de zaak bespraken — is aanbevolen de vestiging van een kolonialen raad, welke, ep voorbracht van de Tweede Kamer door de Kroon „benoemd, zoowel der Regeering, als de Staten„ Generaal zou hebben te adviseeren omtrent kolo„niale aangelegenheden. Men zou het op prijs „stellen, indien de Minister zijn gevoelen omtrent „deze quaestie en in het bijzonder omtrent de „instelling van een kolonialen raad zou willen „mededeel en. „In andere afdeelingen kwam dezelfde zaak ook „kortelijk ter sprake. Enkele leden drongen aan „op instelling van eene commissie van voorbereid i n g voor de behandeling der Indische begrooting, „waarbij, gelijk men zich uitdrukte, invloed zou „moeten worden toegekend aan het Inlandsche en „het Indische element. Ook werd het gevoelen „verdedigd, dat de Indische begrooting zonder „medewerking van de Staten-Generaal behoort te „worden vastgesteld en dat de bemoeiing der beide „Kamers zich behoort te bepalen tot de beoordee„ling van het ter zake van Indië gevoerd beleid." Door den Minister wordt daarop geantwoord: „De middelen, die blijkens het Voorloopig Vers l a g in eene der afdeelingen aan de hand werden „gedaan om te gemoet te komen aan de klacht, „dat de Indische begrooting en andere Indische „zaken, waarvoor eene wettelijke beslissing noodig „is, niet behoorlijk in de Staten-Generaal behandeld „kunnen worden, zouden zonder wijziging der „Grondwet niet kunnen worden in practij k gebracht. „Niet alleen om deze reden, maar ook omdat de „ondergeteekende over middelen van zoo ingrijpen„den aard zich nog geen oordeel gevormd heeft, „zou het weinig nut hebben, indien hij thans daar„over in gedachtenwisseling trad. „Indien de Tweede Kamer der Staten-Generaal „mocht besluiten eene commissie van voorbereiding „voor de behandeling der Indische begrooting in „het leven te roepen, zal de ondergeteekende dit „zeker toejuichen." Het vraagstuk eener betere vertegenwoordiging van Ned. O. Indië of van eene meer op kennis van zaken gegronde behandeling der O.-Indische vraagstukken, in de Volksvertegenwoordiging is dus hierdoor aan de orde gesteld en hoewel de Minister zich er toe bepaalt te verklaren, dat hij zich daaromtrent nog geen oordeel had gevormd en dus niet er over in discussie zou treden, zal zeer zeker de quaestie eener commissie van voorbereidingvoor de behandeling der Indische Begrooting (een Kolonialen raad) aan de orde blijven. Een ander punt, dat de belangstelling van velen onzer lezers zal wekken en waaromtrent eenige weken geleden onder „Correspondentie" in ons blad eene vraag werd gedaan, is de wijze waarop de Minister voor de toekomst denkt te voorzien in de' behoefte aan Ambtenaren van het B. B. In § 5 der M. v. A. vinden wij daaromtrent: „De ondergeteekende hoopt spoedig gereed te „zijn met een wetsontwerp verband houdende met „eene regeling der opleiding van ambtenaren voor „den Indischen administratieven dienst en hij ver„ trouwt, dat de regeling zelve dan in de eerste „maanden van het volgend jaar tot stand zal kun„nen komen. Hij is ten volle overtuigd van de „noodzakelijkheid, om in 1902 candidaten in oplei„ding te nemen, ten einde in 1904 personeel voor „den Indischen dienst beschikbaar te hebben. Ook „hem komt buitengewone aanvulling van het korps „ambtenaren, n.1. met personen, die geen voldoende „opleiding in Indische vakken genoten hebben, „ongewenscht voor. Voor de aanvulling van het „korps tot 1904 zijn niet alleen beschikbaar personen, die verleden jaar en in dit jaar met goed „gevolg het groot-ambtenaarsexamen hebben afgelegd, maar er zijn ook nog van vroegere jaren. „Sommigen, die hier te lande het examen afgelegd „hebben, zijn voor eigen rekening naar Indië ge-, „gaan, om daar te lande te trachten eene plaatsing „te bekomen, zonder zich opnieuw aan het examen „te onderwerpen en daardoor de kans op uitzend i n g te verkrijgen, omdat zij meenden, dat die kans toch niet bestond met het oog op de bekend
„makingen van Regeeringswege, dat in 1901 en ,,1902 geen uitzending zou plaats hebben. Tegeno v e r deze personen zou het, omdat uitgezondenen „voor plaatsing den voorrang hebben, niet billijk „te achten zijn, dat later-geslaagden uitgezonden „werden. Van uitzending zou slechts sprake kun„nen zijn, als mocht blijken, dat met de in Indië „aanwezige benoembaren niet voldoende in de be„hoefte kan worden voorzien. Dat zoodoende de „beste der beschikbare krachten voor den dienst „verloren zouden gaan, behoeft naar de meening „van den ondergeteekende niet gevreesd te worden. „Hunne voortzetting van de studiën onder ongun„stige vooruitzichten pleit al dadelijk daartegen. „Maar bovendien is het niet twijfelachtig, dat gaandeweg voor alle benoembaren van het groot„ ambtenaarsexamen, die zich in Indië aanmelden, „plaatsing bij den administratieven dienst zal te „vinden zijn, en de Indische regeering zal hen, die „zich in Indië komen aanmelden, in afwachting „van hunne opneming in den administratieven „dienst, zonder twijfel te werk stellen, zooveel daar„toe gelegenheid is."
Ook de gedachtenwisseling over den economischen toestand op Java mag hier niet onvermeld blijven. Het laatste artikel, in „het Koloniaal Weekblad", dat over den nood op Java handelt en waarin onze presidente openbare tegenspraak vroeg van de droeve berichten, die gedurende het bijna afgeloopen jaar geregeld tot ons kwamen, bieef tot nu toe onbeantwoord. Volgens het Voorloopig Verslag meenden „eenige Joden", dat de berichten uit Indië overdreven waren en vroegen, op welke wijze de beweerde vermindering van welvaart gebleken zou zijn? _ Andere leden begrepen niet, waarom het noodig was, naar de oorzaken van vermindering van welvaart een onderzoek in te stellen. Men heeft immers een gansche schare van Europeesche en Inlandsche ambtenaren, die de Regeering van zulk een belangrijk iets toch wel op de hoogte zullen houden? Terwijl wederom anderen het houden van een onderzoek niet kwaad achtten, maar toch meenden, dat men daarvoor op zijn gemak den tijd kan nemen. Ook naar de mogelijkheid, om nu reeds iets mee te deelen van de enquête naar den toestand der lagere (?) klasse van de Europeesche maatschappij op Java en Madura werd eene vraag gedaan. Wij zullen ons artikel besluiten met de aanhaling van hetgeen de Minister op- die verschillende vragen heeft geantwoord: „Ook al neemt men toch aan, dat hetgeen in „geschriften en politieke redevoeringen over den „economischen toestand geklaagd is, te veel gene„raliseerde en overdreef, toch valt niet te ontken„nen, dat die toestand niet rooskleurig is en niet „beantwoordt aan wat men als normalen toestand „voor Java zou wenschen. Als landbouwende bevolking geldelijk afhankelijk van een kredietwezen „dat niet zelden gewetenloos optreedt, blijft haar „financieele toestand een zeer gedrukte Opmerking „verdient het, hoe de invoer van manufacturen, „die in 1891 tot f 37,192,415 geklommen was, in „1897 tot f 31,734,912 was gedaald en wel sedert „weer iets klom, maar toch altoos zoo, dat er — „als men rekening houdt met de omstandigheid, „dat de prijzen der manufacturen gedaald waren, „doch tevens de toename der bevolking met „ongeveer 4,000,000 niet uit het oog verliest — „van mindere koopkracht bleek. Afgescheiden van „de vraag, of achteruitgang is op te merken, staat „het vrijwel vast, dat de algemeene toestand niet „bevredigend is en de heer PIJNACJKEB HORDIJK „achtte in zijn op 22 November 1900 in de Tweede „Kamer der Staten-Generaal uitgesproken rede de „daaraan voorafgegane redevoering van den Heer „VAN KOL wel overdreven, maar erkende toch, „dat de toestand op Java veel te wenschen overgiet. Onder die omstandigheden moet, naast een „onderzoek naar den economischen toestand van „den Indo-Europeaan, ook de toestand van de „500 maal grootere Inlandsche bevolking onderzocht worden. Wel heeft men den economischen „toestand niet in zijn macht, maar daar maatre„ gelen van regeeringswege er invloed op kunnen „uitoefenen ten goede of ten kwade, is het plicht „zich op de hoogte der toestanden te stellen en „de oorzaak der mindere welvaart op te sporen, „ten einde te kunnen overwegen, of verbetering „in den algemeenen toestand kan gebracht wor„den. De kamer van koophandel en nijverheid „te Batavia schrijft in haar rapport van 11 September jl. de mindere welvaart toe — naast
„mislukking dit jaar van den rijstoogst — aan „den achteruitgang der koffiecultuur, en constateert, dat overal klachten worden vernomen over „verminderde koopkracht en dat de qualiteit der „goederen tot op de helft en meer der vroegere „waarde moet verminderd worden, om het goed „onder het bereik der bevolking te brengen. „Wel worden maandelijks door de gewestelijke „en plaatselijke ambtenaren mededeelingen gedaan „omtrent de resultaten van den landbouw, die „zeer zeker vertrouwbaar zijn, maar of er maatregelen te nemen zijn, die bijvoorbeeld een min„der gunstigen oogst zouden voorkomen en of „langs anderen dan den tegenwoordigen weg de „bevolking tot grootere welvaart zou te brengen „zijn, blijkt uit die raporten niet. „Omtrent de wijze, waarop het onderzoek zal „worden ingesteld, zal overleg moeten gepleegd „worden met den Gouverneur-Generaal die, voorgelicht door den Raad van Nederlandsch-Indië „en de doorhem te kiezen raadslieden, zal kunnen „beoordeelen, op welke wijze het spoedigst en „doeltreffendst een resultaat kan verkregen wor„den. Bij dat onderzoek zal tevens moeten wor„den nagegaan, in hoever leiding kan gegeven „worden zoodanig, dat de Javaan meer gaat hech„ten aan eenige comfort in huis, dan aan het „koopen van sieraden en kleeding, na het ontvan„gen van contanten voor koffie, tabak of grond„huur ; sieraden en kleeding die voor een goed „deel weder na korten tijd terecht komen in de „pandhuizen. _ „Dat niet met het nemen van maatregelen, „indien daardoor verbetering kan gebracht wor„den, zal gewacht worden tot het onderzoek is „afgeloopen, blijkt voldoende uit de in de be„grooting opgenomen voorstellen, terwijl daar, „waar buitengewone omstandigheden zich voor„doen, hulp wordt verleend. Vooral in de afdeelingen Demak en Grobogan zijn de toestanden „geregeld ongunstig' en ook dit jaar is van regeeringswege in die afdeelingen krachtigen steun „verleend. „Waar zulks noodig bleek, is rijst verstrekt, „terwijl maatregelen zijn genomen om te voorkomen, dat door gewetenlooze kooplieden de rijst „opgekocht en ten nadeele der bevolking vervoerd „werd. Al deze maatregelen zijn, dit wordt erkend, „slechts hulpmiddelen, doch er moge uit blijken, „dat zooveel mogelijk hulp verleend wordt, terwijl „de bestuursinrichting thans aldaar zoo is geregeld, „dat in de afdeelingen Demak en Grobogan de „assistent-residenten zullen worden ter zijde ge„ staan door een aspirant-controleur en de controle„ afdeelingen Godong en Wirosari elk door een „controleur zullen beheerd worden. „Omtrent de resultaten der enquête naar den „toestand der lagere klasse van de Europeesche „bevolking op Java en Madura, kunnen nog geen „mededeelingen gedaan worden." Wij vinden in dit antwoord de bevestiging onzer meening, dat ook uit de verminderde koopkracht blijkt, dat de O. I. Inlander in de laatste jaren economisch is achteruitgegaan. De verklaring van den Minister, dat op den afloop van het onderzoek niet zal worden gewacht met het nemen van maatregelen tot verbetering verheugt ons. Het is ons nimmer opgevallen, dat de Javaan, als hij het betalen kan, niet zou hechten aan een goed en goed ingericht huis; wij hebben op de hoofdplaatsen dikwijls het tegenovergestelde waargenomen.
W E E K O V E R Z I C H T . Wanneer de wind niet gierde, de regen niet kletterde en de vraag naar overschoenen het aanbod niet overtrof, men zou kunnen wanen nog in de hondsdagen te leven, indien men het binnenlandsch nieuws van algemeen belang de revue laat passeeren. Houdt men eenige berichten van het Loo - berichten te vaag, dan dat Wij den lezers van ons blad een beteekenisvollen blik zouden durven toewerpen — buiten beschouwing, dan blijft er weinig anders over, dan de Memorie van Antwoord van het ministerie naar aanleiding der door de afdeelingen gemaakte opmerkingen over Staatsbegrooting en Troonrede. En al moet men erkennen, dat dit stuk op zich zelf èn door de wijze van behandeling èn den meeslependen stijl ruimschoots aller aandacht en in zeker opzicht ook aller waardeering verdient, het is nog te zeer een voorloopig bescheid, dat meer bestemd is om de straks te voeren discussion op fondament te zetten, dan dat men er goed mee zou kunnen doen, reeds nu bepaalde voorspellingen daaruit op te diepen of eene wezenlijke ommekeer in 't regeeringsbeleid te constateeren. Want al bezit men nu met dit regeeringsstuk de zooveelste herhaling, dat naar de meening van het thans opgetreden ministerie in den Staat en in zijn recht met de opperhoogheid van God Almachtig over volkeren
en natiën te rekenen is, de vraag tot welke kenmerkende regeeringsdaden deze meening in hare practische toepassing zal moeten leiden, is met deze hernieuwde uiting van de leuze nog geenszins tot een begin van oplossing gekomen. Wij vertrouwen, dat de ministers niet zullen nalaten bij de debatten over de aangekondigde beschermende rechten, snelvuurgeschut en doodstraf — afgezien van de wenschelijkheid dezer dingen — het verband tusschen de voorstellen en het regeeringsbeginsel aan te toonen. En daar het ons beter schijnt, verschillende meer bepaalde opmerkingen tot het debat dienomtrent uit te stellen, verzoeken wij den lezers het er voor te houden, dat wij, in afwachting van een meer geschikt oogenblik, te dien opzichte diligent blijven.
Terwijl ginds de Zuid-Afrikaansche oorlog nog altijd voortsmeult, begint de weerpijn van die rampzalige geschiedenis hier te lande vooral zoo gevoeld, meer en meer tot bedenkelijk actief optreden te leiden. Naarmate de hoofdmannen van de beweging het boycot tegen de Engelschen meer trachten te organiseeren, blijkt hun natuurlijk, hoe met iederen stap voorwaarts nieuwe onoverkomelijke bergen van bezwaren zich opstapelen, hoe, waarheen men den blik ook werpt, geheel nieuwe groepen van levensbelangen tegen de gevolgen van deze beweging moeten wgrden beveiligd, terwijl de middelen daarvoor niet aanwezig zijn. Wij worden dan ook dagelijks meer overtuigd in onze oorspronkelijke meening, dat de beweging een dood geboren kindje was. En, al achtten wij deze van de arbeiders uitgaande actie op het gebied der buitenlandsche politiek een zeer gewichtig evenement en al hebben wij uit dien hoofde den loop der dingen met de meest levendige belangstelling gevolgd, over eenige practische gevolgen hebben' wij ons nimmer warm of koud gemaakt. Anders zouden wij moeten denken, indien de gebeurtenis, die dezer dagen op de Noordzee plaats had, zich ging herhalen. Wij bedoelen de baldadige aanranding van een Engelsch visschersvaartuig door Nederlandsche zeelieden. Het is niet de eerste maal, dat zulke betrekkelijk weinig zwaarwichtige feiten aan regeeringen de welkome aanleidinghebben geschonken om anderen in een net van moeielij kneden te wikkelen en bepaald de Engelschen — wij zagen het met de persoon Carpenter — hebben daar een goeden slag van. Het is dus te hopen, dat onze visschers in den vervolge een weinig minder onstuimig van hunne anti-Engelsche gezindheid zullen blijk geven en er zich voor zullen wachten door baldadigheid en overmoed de goede zaak, die zij voorstaan, de meest bedenkelijke schade toe te brengen.
Nu wij het over handtastelijkheden hebben, mogen wij niet nalaten onze ergernis uit te spreken over de tooneelen, die tegenwoordig te Jeruzalem voorvallen tusschen monnikken van de Roomsche en de Orthodoxe kerk, die, in hun vijandschap en fanatisme zich niet ontziende de plaats van het Heilige graf tot hun vechtpartijen te ontwijden, het aanzien van het Christendom in het Oosten ernstig benadeelen. Reeds langen tijd geleden had de ongehoorde noodzakelijkheid van den Turkschen maatregel, om door soldaten de orde in de kerk te doen handhoven, aanleiding moeten zijn tot een krachtig ingrijpen van de mogendhedenWij lezen thans, dat er in Frankrijkstemmen opgaan om gezamelijk met Rusland dezen onhoudbaren toestand te regelen. De wijze, waarop de Franschen eenige weken geleden een Turksch varkentje hebben gewasschen, doet ons ten aanzien van deze aangelegenheid het beste hopen.
Te Washington is mén thans tot een vergelijk gekomen in de voor de internationale scheepvaart zoo hoogst belangrijke zaak van het kanaal door de MiddenAmerikaansche landengte. Een nieuw tractaat zal tot stand komen, dat voornamelijk hierin van het oude verschilt, dat Engeland zich terugtrekt van de gemeenschappelijke garantie van onzijdigheid van het kanaal. De handel van alle naties zal op gelijken voet behandeld worden, daar er geen verschil zal gemaakt worden ten gunste van de Amerikaansche Scheepvaart. „Bien coupé; maintenant il faut coudre."
De Chineesche streek, waarvan nu het bijna ongeloofelijk gerucht de ronde in de pers doet, overtreft alles. De boete gezant van China, de Zoenprins, wiens ontvangst aan het Duitsche Hof met zooveel zorg in scène was gezet, zou niet de echte prins Tchun zijn geweest, maar een dubbelganger, van wie weet hoe min allooi. Allerlei zonderlingheden in verband staande met den komst en het verblijf van den Chinees tracht men reeds met deze belachelijke Jobstijding in de hand te verklaren. Waarom werd de prins niettegenstaande zijn hoogen rang, door den Chineeschen gezant te Berlijn met zoo weinig consideratie behandeld, terwijl hij hem toch een bijna goddelijke eer moest bewijzen ? Waarom had de prins een gewone plebeïsche gele gelaatskleur, inplaats van de fijne ziekelijke tint van de hooge mandchoe's? Waarom is de prins plotseling, onverklaarbaar snel, verdwenen? Zie hier eenige tot nu toe onopgehelderde raadselen, die de hofkringen te Berlijn met ontzetting vervullen.
Uit Cuba komt het bericht van een ernstig verlies, door onze kleine Hollandsche kolonie te Havana geleden. Johan Ernst Kirchner, oud-Rotterdammer, koopman en exporteur, oud-consul der Nederlanden, is in ongeveer 70-jarigen ouderdom gestorven. Dat de overledene daar bemind en geëerd was, bleek uit den stoet van meer dan 80 wagens, welke de lijkkoets volgde. De alcade (burgemeester), de president der Kamer van Koophandel, de consuls van Nederland, Duitschland, België, Engeland en Spanje, de heeren A. Oltmansen J. H. van Hasselt, als afgevaardigden der Hollandsche kolonie, tal van sigarenfabrikanten en kooplieden, en vele vrienden van den overledene waren op het kerkhof aanwezig. Een twaalftal prachtige kransen dekten de de baar. Met den heer Kirchner is een man overleden, wiens aandenken nog lang in herinnering zal blijven.
Vrijdag is met de Kaapsche mailboot in Southampton aangekomen de consul-generaal der Nederlanden te Pretoria, de heer F. J. Domela Nieuwenhuis, wiens naam den laatsten tijd herhaaldelijk genoemd is in de binnen- en buitenlandsche bladen, in verband met een te Pretoria tegen verscheidene Hollanders en oudHollanders gevoerd hoogverraadsproces. Reeds nu staat vast, dat de sensatieberichten over gespannen verhoudingen tusschen Engeland en Nederland, welke vooral de Berlijnsche correspondent der „Indépendance belge" in verband daarmede in omloop heeft gebracht, ten eenennaale onjuist waren en dat onze consul-generaal door bedoeld proces niet is gecompromitteerd geworden.
Oost-Indische berichten.
» e lndiscue-Iïond K . ^ l a z e n i n de Indische bladen weer een paar berichten «i* Xiiv<riwia met betrekking tot dezen Bond, ue juijverneiu. w d k e Qng g e n o e g e n d o e n e n toonen hoe deze vereeniging zich steeds meer ont
wikkelt en hoe haar afdeelingen voort willen gaan, haar nuttige bemoeienissen uit te breiden. Het hoofdbestuur overweegt de mogelijkheid van 't oprichten van een eigen drukkerij, terwijl door de afdeeling te Djocja pogingen in 't werk worden gesteld, om een ziekenfonds tot stand te brengen. Reeds werd een commissie benoemd om de zaak voor te bereiden. Ook lazen we met belangstelling, wat de heer W. F. A. van Loonen in de „Preangerbode" naar aanleiding van een bespreking van den heer Gaster over dien Bond schreef, met betrekking tot 't zeer weinige, dat op Industrieel gebied in Ned.-Indië wordt gedaan, waar „de grondstoffen voor de fabricatie van zoovele artikelen maar voor 't oprapen liggen." Na in herinnering gebracht te hebben, hoe een cementfabriek, bierbrouwerij, elektrische visscherij, „frozen meat company" geen stand hadden kunnen houden door gebrek aan deskundigen, vraagt hij waarom geen papier, verf, chocolade, geweven stoffen, glas, suikerwerk, — en wij voegen er aan toe: olieën, vernissen, gedroogde en geconserveerde vruchten, geleien, odeuressencen, meubelen, — gemaakt kunnen worden. Immers de grondstoffen zijn aanwezig en de loonen niet hoog. Wel zullen in 't begin vele bezwaren en tegenkantigen te overwinnen zijn, maar ten slotte komt men er, mits goed voorbereid en deskundig aangepakt. De kininefabriek is daar om 't te bewijzen. Vreemd is echter de hieraan voorafgaande opmerking van den heer v. L. n.1. : dat de Bond op den verkeerden weg is met zijn pogingen om den minder bevoordeelden den levensstrijd te vergemakkelijken en het onderwijs onder hun bereik te brengen, omdat de toestand slechts er door verergeren zal, daar 't niet helpt kundige en bekwame individuen te kweeken, wanneer men hen later niet in staat kan stellen, om hun brood te verdienen. Eerst moeten de gelegenheden om aan den kost te komen vermenigvuldigen en dan zullen de sollicitanten wel zorgen, dat zij de vereischte bekwaamheden bezitten. Waar kan, zouden wij willen vragen, een jonge vereeniging, als de Bond, beter mee beginnen, dan met 't geen ze zich nu ten taak stelt. Toch niet met die industrieën op touw te zetten ? Elk op zijn eigen terrein. Juist uit die kundigen en bekwamen, waar de heer v. L. voorloopig tegen is, zullen degenen voortkomen, die men later noodig heeft. Wetende, dat men op zulke rekenen kan, zal men eerder durven beginnen. En als die kundigen en bekwamen ook energie bezitten, — laat 't er één op de zooveel zijn, — zullen zij juist de deskundigen worden, om een industrie in Indië tot bloei te brengen en zullen de anderen door hen hun brood hebben, vooral als 't den Bond gelukt, een ruimen blik op 't onderwijs in praktischen zin te houden en de middelen zal bezitten hen, die boven de anderen uitmunten, in staat te stellen een inrichting te bezoeken voor handelsonderwijs, zooals nu te Batavia in wording is, en waaraan een groote bloei door ons wordt toegewenscht, of naar elders te zenden om een industrie in haar geheele omvang te leeren kennen. In welk een gunstige omstandigheid zal zulk een kundige, bekwame en energieke deskundige verkeeren, hij die veelal uit 't volk voortgekomen, land taal en volk kent, en die weet, waar hij zijn ambitie moet plaatsen. Welke vlucht een Indische industrie kan nemen, hoe deze een gevreesde mededinger kan worden, leert ons 't volgende over de toename van de
Copra uitvoer van Java
en de afname van de invoer van dat artikel te Singapore. De „Straits Times" deelt hieromtrent in sprekende cijfers 't onderstaande mee : Gedurende de eerste zes maanden van 1898, het jaar waarin de nieuwe regeling totstandkwam, maar voor zij haar effect ten volle kon sorteeeren, werd van Java uitgevoerd 7316 picols copra. Deze hoeveelheid nam over hetzelfde tijdvak in het volgende jaar toe tot 158,436 picols en over de eerste zes maanden van het vorige jaar tot 248,196 picols. Voor de eerste zes maanden van dit jaar is het cijfer echter 113,000, hetgeen moet worden toegeschreven aan het overgaan van den handel in bedoeld artikel naar Macassar, welke plaats nu wordt aangedaan door stoomers van de Duitsch-Australische en andere lijnen. Singapore, daarentegen, voerde in 1899 meer dan 1,024,000 picols copra uit, verleden jaar slechts 676,000 picols, welke hoeveelheid voor de eerste zes maanden van dit jaar verminderde tot 158,000 picols — zegge 350,000 picols op zijn hoogst voor het geheele jaar. In 1899 voerde Singapore alleen van Celebes 192,000 picols in en van Bali 134,000 picols, om weder uit te voeren. Niets daarvan vindt zijn weg meer naar Singapore, sedert de concurrentie haar willekeurig hooge schaal van vrachten aan de scheepvaart opdrong. Ruw berekend, is de handel van Singapore voor een stapelartikel van 1,000,000 picols gedaald tot 350,000 picols, inde drie jaar sedert de nieuwe regeling, verloopen. De „Straits Times" noemt dit ongezond en wil, dat het gouvernement der Straits Settlements tusschen beide zal treden, hoewel zij er aan twijfelt, dat zelfs de krachtigste tusschenkomst den verloren handel weder in het oude spoor zal leiden. Dit laatste willen we gelooven en hopen.
Pauperisme. Het „Bat. Nieuwsblad" doet ons zien, dat de commissie benoemd, om te Batavia een onderzoek in te stellen naar het pauperisme op den grondslag van de bekende circulaire, niet stil heeft gezeten. Zij heeft aan chefs van deparmenten, van handelshuizen enz., instaat om inlichtingen te geven, het verzoek gericht, om opgave te verstrekken omtrent de personen, die volgens de circulaire daarvoor in aanmerking komen en dat in verband met hun inkomen en hun huisgezin, zoo zij dit hebbenEr worden vijf en vijftig vragen gedaan, te veel om hier te herhalen. De antwoorden zullen geheim gehouden en na gebruik voor een statistiek, vernietigd worden, wat genoemd blad een geruststelling vindt met 't oog op de ruimte, die deze papperassenberg, bleef hij bestaan,-zou innemen. Het voegt de spottende opmerking aan 't bericht toe, dat 't niet voor de commissie pleit, aan het 55 tal vragen niet ook toegevoegd te hebben : Hondt gij van roedjaq? Houdt uw zustar van roedjaq? En zoo vervolgens. Wij zijn benieuwd, wat van dat „Vragen- en Antwoordenspel" zal komen. Jammer is 't, dat onder de vraag : „Hoeveel is uw vaste bezoldiging per maand?" niet voorkomt: Hoeveel uur per dag werkt gij daarvoor?" Of zou men bang zijn geweest, dat dit aanleiding aan velen zou gegeven hebben, om geen antwoord in te zenden?
« i i»i ^ o t ^ e SoeQe maatregelen door de Re•»janiiM. g e e r i ng j n Djambi genomen, behoort de oprichting te Soeroelangoen-Djambi van een ziekenzaal der eerste klasse, in afwachting van een hospitaal der vijfde klasse. Het daarbij en bij de expéditionnaire troepen in Palembang ingedeelde geneeskundig- en hospitaalper
soneel wordt vastgesteld op drie officieren van gezondheid der eerste of tweede klasse ; twee europeesche sergeanten, ziekenopzichter; vier europeesche korporaals ziekenverplegers ; vijftien europeesche, afrikaansche of amboineesche soldaten, ziekenverplegers; twee inlandsche soldaten, ziekenverplegers en acht dwangarbeiders. Voor het geneeskundig geleide van de uit Djambi naar Batavia te evacueeren zieken wordt zoo noodig een officier van gezondheid en eenig hospitaalpersoneel, in verhouding tot het aantal te evacueeren personen, met de van Djambi vertrekkende stoomers van Batavia mede gegeven. Ook zal genoemde vestiging beschouwd worden, als een tijdelijk garnizoen, gerekend van een door den mil. -commandant van Palembang aan te'geven tijdstip ; terwijl aan, de officieren, onderluitenants en adjudant-onderofficieren f2.50 per dag voor vivres worden toegekend. Ook wordt den militairen commandant de vrije hand gelaten in 't bouwen van tijdelijk logies voor de troepen, in de voorziening van levensmiddelen, enz. Bovendien wordt er een post- en telegraafkantoor ingericht en zullen de booten ran de Kon. Pakketv.Mpij. in plaats van ééns in de maand, Djambi twee maal per maand aandoen.
De garnizoenen van Macasser en JSilliton.
Naar aan 't „Bat. Nbl." wordt geschreven, zal 't garnizoen van Billiton opgeheven worden, — waar reeds lang sprake van was, — zoodra dë Regeering toestemming zal hebben gegeven tot oprichting van een corps gewapende politiedienaars; ook dat van Macasser zal ingekrompen worden, 't Fort zou moeten worden verbouwd en zoodanig ingericht, dat de lengte van de in geval van nood te bezetten vuurlijn in overeenstemming komt met de macht voor de verdediging aangewezen. Of een en ander verband houdt met de mogelijk loerende „B.V." wordt niet meegedeeld.
Wetenschappelijk Echter niet in onze tropen ! De Indische bladen ontvingen Onderzoek m de y a n d e Q Resident-generaal uit tropen. d e straits het verzoek, om de aandacht van belangstellenden in Ned.-Indië te vestigen op een te Koeala Loempoer geopende wetenschappelijke inrichting. Er is een geneeskundige afdeeling voor algemeene en bijzondere pathologische onderzoekingen en voor proeven op biologisch, bacteriologische en physiologisch gebied, voorzien van alle hulpmiddelen en ook een afdeeling voor organische en anorganische scheikunde en fotografie, terwijl een goede boekerij ter beschikking der studeerenden staat, die, van welke nationaliteit ook, er welkom zullen zijn. Bestaat er op 't eerste gebied in ons Indië een goede inrichting, wij geloven niet, dat 't voor onderzoekers open staat. — En wat zou dat gemakkelijk kunnen! Ook het chemisch-pharmaceutisch laboratorium te Batavia zou voor scheikundigen, die tijdelijk in Indië verblijf houden, op voldoende wijze kunnen worden ingericht. Wat zou 't toch in het algemeen belang veel waard, — en voor ons gevoel vleiend zijn — als wij aan vreemden, naast de beroemde plantentuin te Buitenzorg, waar zooveel geleerden Botanische studiën komen maken, werkgelegenheden konden bieden aan geneeskuudigen en scheikundigen.
Curiositeit., Als een curiositeit deelen we 't vollende mee : Jïij de weeskamer te Semarang was de derde commfes met vijf maanden verlof, de eerste klerk met drie maanden, een lid met een tweede verlofsverlenging, de nieuwbenoemde secretaris met twee maanden, terwijl de betrekking van tweeden commies sedert anderhalven maand onvervuld was. Bovendien waren een commies en drie klerken ziek. Wat moet 't op zoo'n bureau animeerend werken zijn!
Een te waardeeren medeAanplant van d e e U b e y a t h e t Soer. m i r Caoutckoucboomen. o m t r e n t d e n a a n p l a n t v a n dezen nuttigen boom. Door 't boschwezen wordt ernstig begonnen met 't zetten van deze planten. Alleen in den a. s. West-moesson zullen meer dan 200 bouws beplant worden met de Ficus elastica en Hevea. De eerste wordt gekozen, omdat zij op Java inheemsch is en dus kans heeft, om te ontsnappen aan de vele ziekten, waaraan geïmporteerde gewassen, als koffie en cacao, lijden. Daar op sommige koffieondernemingen in Oost-Java reeds vrij groote aanplantingen zijn, zal 't gauw genoeg blijken, wat van deze nieuwe cultuur te verwachten is.
Ckolera. Terwijl de laatste berichten deden hopen, dat de Cholera in Indië aan 't verminderen was, ook in verband met. de maatregelen, die allerwege door de autoriteiten en geneeskundigen genomen waren, dezer dagen kwam 't treurige telegrafische bericht, dat de sterfte in Soerabaja sterk was toegenomen. Arm Soerabaja ! 't Is te hopen, dat deze „levens-lessen" er toe zullen bijdragen, om de watervoorziening met kracht en spoed voort te zetten. Een onaangename indrukt maakt, wat de „Soer. Gt." meedeelt omtrent 't gebrek aan Overmangaanzure Kali, dat zulk een uitstekend middel is tot zuivering van water in de militaire apotheken en 't Rijksmagazijn van geneesmiddelen, 't Zal weer 't gevolg zijn van de bepaling, om niet dan in de uiterste noodzakelijkheid telegrapisch geneesmiddelen in Nederland aan te vragen. Wel werd in de laatste jaren door 't leger bestuur toegestaan, dat, — in tegenstelling van vroeger, toen in hoofdzaak een aanvrage voor drie jaar werd ingediend, — meer suppletoir in Nederland mocht worden gevraagd ; maar dat is verre van voldoende. Bij alle gelegenheden, die zich ernstig laten aanzien, moest telegrafische aanvragen zijn toegestaan. Nu komt men veelal geneesmiddelen tekort en moeten deze tegen hoogen prijs bij partikulieren worden aangekocht en anders zou men spoedig geholpen zijn met voldoende voorraad. Er is een tijd geweest, dat men door dezelfde oorzaak gebrek had aan kinine bij zware koorst-epidemie; nu zal men gebrek hebben aan geneesmiddelen tegen cholera.
Van Vreemde Koloniën.
Het is den Duitschers ernst met het koloniseeren ; in verschillende bladen leest men uitgebreide artikelen over hunne nederzettingen, zoo o. a. van :
Kamerun. In het westen van dit onder G-ermania's protectoraat staande deel van Afrika is door den hoofdofficier Gauning aan de Cros-rivier een nieuwe vestigingsplaats gesticht, die den naam van Ossidinge draagt en twee dagreizen verwijderd is van het aan den EngelschDuitschen grens gelegen station Nsakpe. Het wordt omringd door een elftal welvarende dorpen. Bij de
nadering der Duitsche troepen vluchtten alle inboor fingen, doch keerden terug, zoodra zij verzekerd waren van het vreedzame doel der expeditie en al spoedig ontspon zich een vriendschappelijke wederzijdsche toenadering. Verschillende hoofden kwamen geschenken aanbieden en dagelijks werden levensmiddelen ter markt gebracht. Het is te hopen, schrijft de „Deutsche Koloniaal Zeitung" van 31 October, dat deze goede verstandhouding een blijvende moge zijn! Van uit de tegenovergestelde kant, het zuid-oosten van het protectoraat, werd onder Von Stein een zoowel uit aardrijkskundig-, als uit een handels oogpunt zeer belangrijke expeditie naar het nog geheel onbekende binnenland ondernomen en gelukkig ten einde gebracht. Duitsch Nieuw-Guinea. Uit dit gebied komen nog steeds minder goede berichten. De inboorlingen voeren gedurig onderling strijd, zoo zelfs, dat de bevolking in sommige streken dreigt uit te sterven, daar niet alleen velen worden gedood, maar de niet vechtlustigen op hun vlucht in den vreemde van gebrek en ellende omkomen. Ook de Europeanen, die nog niet veel tegen deze misstanden schijnen te hebben kunnen doen, staan aan vele gevaren bloot, zoodat landbouw en handel zeer belemmerd worden en de algemeene welvaart natuurlijk sterk achteruit gaat. Volgens de laatste berichten zal er nu een krachtige Duitsche expeditie ondernomen worden, om de onruststokers in bedwang te houden. Aan den anderen kant vernemen wij uit de „Kolonial Zeitung", dat op 31 Juli j.1. eene verordening is uitgevaardigd betreffende de werving en het vervoer van inlandsche arbeiders (koelie-contracten), waarin bepaald wordt : dat alleen geworven mag worden met schriftelijk verlof van den Gouverneur, die slechts in bepaalde streken en voor een bepaald aantal wervingen vergunning verleent; dat de ondernemer verplicht is den naam, den gezagvoerder en het hulppersoneel te noemen van het schip, waarmee de arbeiders zullen worden vervoerd, zoodat zoowel op voldoende ruimte, als op het aanwezig zijn van de noodige hoeveelheid voedingsmiddelen, drinkwater en geneesmiddelen voor de overtocht acht kan worden geslagen; dat alleen volkomen gezonde en lichamelijk goed ontwikkelde personen mogen worden geworven; dat als regel het contract slechts voor drie jaren gesloten wordt, hoogstens voor vijf jaar, terwijl verlenging alleen bij wederzij dsch goedvinden mag geschieden onder controle van den bestuursambtenaar ter plaatse, waar gearbeid wordt; dat de werkgever gehouden is bij dienzelfden ambtenaar halfjaarlijksche rapporten in te dienen, omtrent de algemeene toestand van volk en werk ; dat van regeeringswege niet alleen vóór de werving, doch ook nâ afloop van het contract een geneeskundig .onderzoek wordt ingesteld ; dat zieken niet teruggezonden mogen worden, alvorens op kosten van den werkgever onder degelijke geneeskundige behandeling te zijn geweest. Ook is zorg gedragen, dat bij sterfgeval den erfgenamen het hun toekomende zal worden overgemaakt en ten slotte is bepaald, dat de arbeiders niet gebonden mogen zijn om voor hun loon van den werkgever levensmiddelen te koopen.
Samoa. Dit kleine, maar paradijsachtig schoone eilandenrijk in de Stille Zuidzee, munt sinds overoude tijden uit door zijn rijkdom aan kokospalmen; de kooplieden, hadden nu echter nogal te klagen, dat wegens de groote droogte de kopraoogst zooveel verlaat was. In de laatste maanden zijn de Duitschers er ook begonnen met de cacaocultuur, die veel schijnt te beloven, vooral wanneer de vrachtvaart-verbinding tusschen Apia en Bremen, of Hamburg op den duur beter wordt. De Gouverneur is doende, om een voordeelig contract met de hoofdagentuur der Noord-Duitsche Lloyd te Sydney te sluiten. De „Samoanische Zeitung" meldt welke heuchelijke resultaten de Gouverneur door zijn vreedzame politiek heeft bereikt. Zonder militair machtsvertoon, alleen langs diplomatieken weg heeft hij de geheele bevolking tot ontwapening weten te brengen, wier vertrouwen nu het duidelijkst blijkt, uit haar eerbiedige onderwerping aan de Duitsche rechtspleging. Duitsch geld is in omloop en de Duitsche taal verspreidt er zich meer en meer. RECLAMES.
steeds Uw visch, Krimp en frisch, Daar, waar 't adres vertrouwbaar is. 't Bestuur en Leden van Oost en West, Die koopen dan beslist 't best. Waar dat adres te lezen staat: . Eoggeveenstraat hoek Prins Hendrikstraat, D E N H A A G . Levering van alle soorten ZEE- en \BIVIEBVISCH. Prima groote ZEEUWSCHE OESTERS. Oost- en West-Indische, Hollandsche, Russische en Engelsche Zuren. BIINERALK e n MEDICINALE W A T E R E N . Aanbevelend G, VAN DER HARST, Firma A. KNOESTER,
Porto-Rico. Iets meer dan een jaar is er nu verloopen sinds Porto-Rico volgens de Wet van 12 April 1900, op betere wijze wordt bestuurd en het jaarlijksch rapport van den Gouverneur boogt reeds, volgens de „Annals of the American Academy ", op aanmerkelijken vooruitgang in den algemeenen toestand. Het bestuur berust hoofdzakelijk bij den raad van beheer, aan wien ook de gewichtige taak van het toekennen van concessies is opgedragen. Niet minder dan drie en vijftig aanvragen kwamen er in betreffende aan te leggen tram- en spoorwegen, scheepstimmerwerven, waterleidingen, telefoonen telegraaflijnen, veerponten en automobiel-verbindingen, doch slechts betrekkelijk weinige er van zijn er gegund geworden. Een belangrijke zaak is tot wederzijdsche tevredenheid opgelost: de z. g. Fransche spoorwegmaatschappij genoot onder de Spaansche regeering een garantie van 8°/0 dividend over de aanlegkosten, doch de Vereenigde Staten hebben dit contract niet voort willen zetten, want hoewel de raad van beheer volkomen inzag, van hoe groot belang die spoorweg voor het grootste gedeelte van het eiland was, bestond ook de vrees, dat deze garantie een te zware last zou kunnen worden voor de financieele draagkracht van het land. Na lange onderhandeling is men tot het besluit gekomen, die Mpij tot een Amerikaansch lichaam te verklaren, deze doet geheel afstand van haar recht op garantie en wordt daarentegen gedurende 25 jaar ontheven van belasting en krijgt concessie tot het aanbrengen van eenige zijlijnen en recht op erfpacht van een stuk grond in de stad San Juan. Intusschen heeft ook een nieuwe maatschappij met Amerikaansch kapitaal de vergunning gekregen om een belangrijken spoorweg aan te leggen. Op rechtsgebied zijn ook groote verbeteringen aangebracht, voornamelijk door het instellen van eene geregelde politiemacht. De toestand van de schatkist
is aanmerkelijk verbeterd sinds de vermogingsbelasting is geheven, waardoor de in- en uitvoerrechten tusschen Amerika en Porto-Eico konden worden afgeschaft. Sedert het vrije ruilverkeer volgens de Wet Foraker op 20 Juli werd ingevoerd, is de aanvoer van de Produkten uit Porto-Eico, voornamelijk koffie en tabak, op de Amerikaansche markt sterk toegenomen. Op economisch gebied wordt het land in den laatsten tijd ook ontwikkeld door den aanleg van wegen, hetgeen op grooten schaal geschiedt, niet alleen om het verkeer te bevorderen, maar vooral ook om het arme deel der bevolking, dat door den jongsten orkaan veel heeft geleden, goed betaalde arbeid te verschaffen. Het aandeel van het Departement van Onderwijs is wellicht nog het belangrijkste van al, want met de scholen was het al heel treurig gesteld. In October 1900 werden de weinige inrichtingen van onderwijs slechts door 40.000 kinderen bezocht, dus een veel te klein percentage van de nog in de leerjaren zijnde bevolking. Volgens de nieuwe schoolwet moet minstens 10 en hoogstens 20 pet. van het inkomen van ieder der zeven en zestig gemeenten aan het schoolfonds ten goede komen, en hetgeen op onderwijs gebied wordt gedaan, staat onder beheer van den gemeenteraad, en onder direct toezicht van een schoolcommissie, bestaande uit drie leden, door de bevolking gekozen. Tot meerdere ontwikkeling van de onderwijzers werden dezen zomer te San Juan cursussen gehouden, waaraan een duizendtal personen deel nam. Ook de liefdadigheidsinstellingen en de verbeterings-gestichten werden doelmatiger ingericht en onder één opperbestuur gebracht. De Philippijnen. De handel dezer eilanden is, volgens dezelfde „Annals of the American Academy", steeds toenemende, hetgeen bewezen wordt door het stijgend cijfer der inkomende rechten. Tot voor korten tijd ging het ontladen deischepen te Manilla met groote moeilijkheden gepaard, doch nu daarin verbetering is aangebracht, laat het zich aanzien, dat door het verminderen der vrachtprijzen de Amerikaansche voortbrengselen ook zoodanig in
prijs zullen dalen, dat afname er van op de Philipijnsche markten nog met den dag toe zal nemen. De De uitvoer van koopwaren, goud en zilver van de Philippijnen over 1900 toont een stijging aan van | tegenover die van het vorige jaar. Op den lsten^Juli jl. trad, overeenkomstig de gemaakte plannen, het civiel bestuur in werking. De bij den aanvang benoemde commissie werd vervangen door een gouverneur, waartoe haar president Mr. Taft verheven werd, bijgestaan door departementen van beheer, aan wier hoofd respectievelijk de overige Commissieleden werden geplaatst. Al dadelijk rees de vraag, of bij latere vervanging, deze Departementschefs zouden benoemd worden door den president der Ver eenigde Staten of door den gouverneur ; vermoedelijk zal dit wel in den laatsten zin worden opgelost. Tusschen Hawaï en Porto-Eico bestaat nu het groote verschil, dat in den laatsten staat de president der Vereenigde Staten, in den eersten de gouverneur alle hooge ambtenaren aanstelt, tot zelfs de rechters in kluis, hetgeen zijn oorzaak vindt in het feit, dat de bevolking van Porto-Eico zoo achterlijk is op politiek gebied, dat Amerikas president het van belang heeft geacht, het nieuw in te voeren regeeringsstelsel geheel naar zijne inzichten te kunnen regelen ; de door hem benoemde ambtenaren toch zijn altijd eenigzins onafhankelijk van den gouverneur. Doch, hoe langer het bestuur zich ook op dit eiland er in zal hebben gewerkt, hoe meer het wenschelijk zal blijken, tot het Hawaïsche stelsel van zelfbestuur over te gaan.
Suriname. De wilde kust. *)
De heer L. C. van Panliuys hield Dinsdagavond de eerste zijner vier aangekondigde lezingen over Suriname in de lokalen der Vereeniging //Oost en West«/ op de Heerengracht. De voorzitter der 4e Commissie, van welke
*) Het is sommigen wellicht niet ondienstig indien wij hier eene opgave laten volgen van de door den spreker voor zijne voordracht gehezigde bronnen. Het zijn, naar tijdsorde gerangschikt.
deze voordrachten uitgaan, verwelkomde de belangstellenden, waaronder vele dames (les absgnls masc. ont eu tort !) en noodigde toen den spreker uit, zijne voordracht te beginnen. Allereerst gaf deze eene verklaring van den naam '/Wilde kust». Zoo noemden de oud-Hollanders en Zeeuwen op hunne zeetochten de kust van Guyana, van wege het woeste uitzicht van haar strand en het onherbergzame van de daarachter gelegen landstreek ; en nog in latere tijden, zelfs nog in 1861, werd de kust aldus betiteld in werken daarop betrekking hebbende. Spreker, die de kusten door eigen aanschouwing kende, en die reeds over Suriname menig belangrijk en onderhoudend artikel schreef in het Ethnografisch Archiv, van Dr. Schmeltz, deelde ons dan ook een en ander mede over die kust.
Het zeewater is steeds troebel gekleurd door het slib van de Amazonerivier en van verschillende rivieren van Guyana, dat aangevoerd wordt door den Equatoriaalstroom in Westelijke richting en in zoo groote hoeveelheden komt dit slib voor, dat vaak geheele modderbanken op zee dry vende worden gevonden. En boven die drijvende en siepelende modder, teekent zich aan het strand eene diepgroene streep af, een groenen muur van het oerwoud, die schijnbaar, als een hoopvol teeken, den pionier toewenkt. Doch. om die streep te nadert,n , is men genoodzaakt niet juist hygiënische modderbaden te nemen, en komt men over de rollers en door slib wadende op het het strand. Eerst dan zet men, als er ten minste daar ter plaatse een zandbank is, voet op het vaste zand, doch niet om den zwerveling rust te geven, want dan drei
Beschrijvinghe van het Gontrijck Coninckrijk van Guiana, 1644. van B e r k e l . Amerikaansche voyagien, 1695. H a r t s i n c k . Beschrijving van Guiana of de Wilde Kust in Zuid-America, 1770. . M a l ou et. Collection de Mémoires, Tome III, an. X. v a n S i j p e s t e i j n . Beschrijving van Suriname, 1854. Wo l b e r s. Geschiedenis van Surinam, 1861. K a p p l e r . Suriname, 1887. M a r t i n . Geologische Studiën über Niederländisch West-Indien, 1888. E. 0. v o n L i p p m a n. Geschichte des Zuckers, 1890. de W i t t , née G u i z o t. Les premiers rois de France, pag. 753, 1895. Beschrijving van de malaria muskiet, uitgegeven door het Koloniaal Museum te Haarlem, 1900.
gen de muskieten met hun gevaarlijk malariagift. Van daar dan ook dat de Indianen, die langs de kust varen en die plaag kennen, liever hun potje koken op geimproviseerde vuurhaarden van gedroogde modder, die zij in zee maar voor het scheppen hebben, dan zich aan wal te wagen. Soms bij springvloed is er geen strand te onderkennen dan bruischen de golven vrij het bosch van mangroveboomen in, aan wier luchtwortels zich schelpdieren hechten ; van daar het oude sprookje, dat in Suriname de oesters aan de boomen groeien; oesters, die bij den pionier evenwel geene herinneringen aan champagne opwekken. Er is slechts één middel, om met goed fatsoen in Suriname te komen, en wel door de zeer breede riviermonden; dââr ten minste wijzen een lichtschip, een vuurtoren en drijvende tonnen op zekere geciviliseerde toestanden, die den indruk van volkomen onherbergzaamheid wegnemen. Nadat de spreker zijne toehoorders zoo goed en zoo kwaad als die onherbergzame kust het toeliet, in Suriname had doen aanlanden, verzocht hij nu een blik te slaan op de kaart, gemaakt door Cateau van Kosevelt en Van Lansberge. Hij wees op het ontbreken daarop van het zuidelijk gedeelte der kolonie, eene vergeeflijke fout, die evenwel door alle schoolatlassen gevolgd werd. De kaarten van 1888 en van 1899 van den Gouvernements-landmeter Loth, hebben die fout hersteld. Toch wijzen die kaarten aan, dat Suriname voor het grootste gedeelte nog een //terra incognita.-/ is; de expeditie van Dr. van Cappellen, die de Nickerie-rivier exploreerde, ontstak een weinig licht in dat donkere onbekende. Zoo zal ook de expeditie van den oud-majoor van het Indische leger, Bakhuis, chef van den topografischen dienst, die met den ingenieur Yzerman den tocht dwars door Sumatra maakte, en die nu de Coppename exploreert, belangrijke ophelderingen geven, ook omtrent een tot dusver onbekend gebergte.
Zooals reeds gezegd i s , zijn de riviermonden de eenige joyeuses-entrées voor Suriname. Aan weerszijden oeverbosch en daarachter weer moeras. Doch juist in die streken bevinden zich de plantages, wat dan ook den intendant Malouet, die in 1777 Guyane bezocht, deed uitroepen, dat hij was: //Epouvanté du courage, de l'industrie, de l'audace de cet Européen barbotant la boue, et disant à son camarade: «faisons(?)ici une colonie.» Doch hoe modderig en onvast het Surinaamsche laagland ook
A D V E R T E N T I E N.
Naar Indiê vertrekkende ouders worden beleefd opmerkzaam gemaakt, dat bij eene Dame uit den beschaafden stand gelegenheid beslaat tot opneming en verzorging van k i n d e r e n .
Eeflectanten gelieven brieven in te zenden aan haar adres Keizersgracht n o . 3 0 4 , te Amsterdam. Inlichtingen te bekomen bij het Bureau van dit blad.
gediplom. muziekleeraar, geeft grondig onderwijs in P i a n o en Theorie. Tevens opleiding voor examens. Spreekuur Dinsdag en Vrijdag 2—3. Riouwstraat 122, den Haag. TE HUUR. Een gemeubileerd droog benedenhuis, gelegen Weimarstraat 93, bevattende vijf kamers, Serre, Keuken, Kelder en Tuin.
NEDERL. AFDEELING
DEK N.-I. Maatschappij van Nijverheid en Landbouw,
Algemeene Vergadering Zaterdag 23 November 1901 's avonds 8 uur, in het Logebouw Fluweelen Burgwal, • 's-Gravenhage.
ONDERWERP: „de economische beteekenis der irrigatie op de eilanden Java en Madura", in te leiden door den heer E. GERST, Ingenieur van den Waterstaat in N.-I. Belangstellenden hebben vrijen toegang.
Waarschuwing. eenigst adres voor Eerste kwaliteit Eng. en Belgische Anthraciet, Ruhrkoleiï, Gascokes, enz enz is :
Prins Hendrikstraat 161-165-174, Den Haag.
Eerste kwaliteit WIN TER-AARDAPPELiEBT voor op te doen, worden ook in alle hoeveelheden thuis bezorgd. Prijscourant op a a n v r a a g t h u i s bezorgd. Ja«. W. f. BIEGELAAR Veenestraat 31. Oen Haag. Grootste en meest uitgebreide sorteering
PLUIES en WUUELSTO
zoowel in de elegante als meer gewone soorten. Bekende lage prijzen*
IN ROBES Fransche Coupe %$$£ Reform kleeding SPECIALITEITE I I IOISOÏÏE KLEEJJIÏÏGEI. naar keuze. Attesten ter inzage. 113) V a n Swietenstraat 113, Den Haag. A a n h u i s te ontbieden. Gebrs. ï*. H. Caminada Lange Houtstraat 3, Den Haag. MOF- JBJT jRMKSIjEirEIlAWCAEMS.
voor St. Nicolaas-Cadeaux keurig verpakte
HAVANA & MANILLA SIGAREN. Egyptische Russische en speciaal INDISCHE cigaretten AMBER, W. Chr. B. Terstroet, Prins Hendrikstraat hoek Tasmanstraat 129, DEBT H A A G 129. EXPORT naar OÖST-enWEST-INDIË
«J Ä N ^ E N , KEPPLEBSTRAAT 115—117 b/d Eegentesselaan, DEN HAAG. H e t b e s t e a d r e s v o o r BINNEN- en B U I T E N L A N D S C H E verhuizingen. BEHANGERIJ, STOFFEERDERIJ. Compleete Ameubeleering en. Tapijten, MeuMstoffen, Vitrages, Zeildoek, Linoléum, Wasdoek enz. S P E C I A L I T E I T : ia Engelsche Ledikanten KAPOK-, STAALDRAAD, Stroo- en Zeegrasmatrassen. (Voorzien r a n Tele gunstige I n d i s c h e referentiën).
Uitgebreide sorteering St. Nicolaas Cadeaux.
Barometers, Thermometers, Loepen, Kijkers enz. enz. Goerz Frieder Rijker.
BROCHURE GRATIS. Wegens sterfgeval Groote Uitverkoop
V A N Meubelen en aanverwante artikelen.
bij Firma Wed. A. DE WILDE,
W7. PRINSESTRAAT W7. — Den Haag.
cro, Indische Uitrustingen voor DAMES en HEEUEN, in alle Prijzen.
OVERHEMDEN naar maat.
Chemisier, 24—26 Hoogstraat, Den Haag. 1 Indische Uitrustingen.
D E S H A A G .
ISEEIEF & Co. YEENESTRAAT 16)18, den Haag. Magazijn yan Garen en Band.
DAMES HANDWERKEN. r wonen UDüerg
Tapijt- en Bcddemiiagazijn,
" ^ ^ PRINS HENDEIKSTRAAT "Tx* hoek van Diemenstraat, ^ . 4 3 ,
Behanger, ^jà
Stoffeerder, ^ V
bekend BEDDENMAKER '*
pécorateur.
PORT-, SHERRY, MADEIRA en fijne TAFELWIJNEN
*
VAN Jansen en Tilanus. FRIEZENVEEN.
ZIJN alom bekend.
HEEREUGHACHT 3-52, Den H a a g . Succursales: UTRECHT, LEIDEN.
„De wpen van dit huis zijn verkrijgbaar bij den heer „B. D E B A S " te Batavia, Hoofdagent voor West-Java."
Fabriek en Magazijnen „DE NIJVERHEID'
B K Ë D A .
Beliangerij, Meubelfabriek, Stoffeer ilerij, Bedden- en Matrassenfabriek. Mart. Lef el- Domen, H o f l e v e r a n c i e r .
Goncureerendst adres voor compleete meubeleering.
Enorme voorraad. Läse prijzen. Directe levering.
Geïllustreerde prijscatalogus Gratis en franco. Grootste Keuze!
Gebr. TEN HOUTEN, UTRECHT, DU HAAC.
ComçUeU
SPECIALITEIT IN SlaapkmerÄrtikelen.
Soliede bewerking. Zeer billijke prijzen.
Franco levering door liet geheele Rijk. Th. A. A. SIMONIS, Groenmarkt 34, over d e PRINSESTRAAT ID E 1ST ZEÏ .A. Ji. Gh.
Indische Families welke zich tijdelijk of voor vast in Nederland gaan vestigen, worden er in 't bijzonder op attent gemaakt, zich voor bet v o l l e d i g e inrichten van huizen of g e d e e l t e n daarvan te wenden tot de Firma
ö, VREDENBURG & ZONEN ! Hofmeubelfabrikanten te Zutphen. A l l e s wat op het gebied van meubileering voorkomt, zoowel meubelen in elke verlangde stijl en houtsoort, als Gordijnen, Tapijten, Linoleums, Bedgoed, Ornamenten, Keukeninrichtingen enz. wordt t e g e n de strengst concurreerende prijzen geleverd.
Reeds honderde Indische Families geheel geïnstalleerd •«raarvan v e l e a t t e s t e n t e r i n z a g e . JFranco levering door geheel Wederland. PLAATSING DER GOEDEREN wordt niet in rekening gebracht. Schriftelijke garantie voor soliditeit. PRIJSCOURANT en TEEKENINGEN worden op aanvrage franco toegezonden. Alle eikenhouten meubelen zijn van massief wagenschotshout vervaardigd en uitstekend geschikt om naar Indië mede te nemen.
VERHUIZINGEN onder garantie.
Bergplaats voor Inboedels
( G A R D E - M E U B L E ) V E R P A K K I N G (EmbaSBage) van alle soorten van goederen ter verzending door de geheele wereld. DEGRUIJTEMCo. AMSTERDAM, DEN HAAG, ARNHEMLeidschekade 70. Westeinde 48. Parkstr. 70/71
I«; Be Magazijnen van
P. ÄBRAHAMSON,
Ml
in Diamant, Gou tl, Zilver, Horloges, Pendules, en antiek Zilver. 27, Veeneslraat27, 34, Prinseslraat 34. 25, Wagenstraat 25. | zijn ruim voorzien van een groot aantal N ouveautés, «eer geschikt voor St. WI C O X* ja JL S.
jrCiele $ Go. Veenestraat 50 DEN HAAG.
Fabriek en Magazijnen
van duurzaam Verzilverde ARTIKELEN VOOR Luxe en Huishoudelijk gebruik.
J.A.DEGRUIJTER, I ObrecMstraat 196, hoek Reinkenstr. DEN HAAG.
Groote Sorteering VULKACHELS, CALORIFERES EN MajolicaTEGELKACHELPLATEN
HËERENKLEEDING-MAGAZIJN
Spuistraat 31, DEN HAAG, over de Passage.
I1ÏTEBC. TELEFOOJf So. 1199.
SACHS & Co. Lange Poten,
Specialiteit in PRIMA DUALITEIT KLEEDINGSTUKKEN voor HEEREN en JONGEHEEREN, in elke taille groote keuze. In Kinderkleeding hebben wij steeds een uitgebreide keuze der nieuwste modellen voorradig. Steeels Nouveautó's in Stoffen en Modellen. w r Grootste inrichting voor KLEEDIHG MAR MAAT Ie Etage. UNIFORflEEBr, LITfiBEIEÏ, A J J I B T S G E W A D E S T . Uitrustingen voor Oost en West. c. o N 's-Sravenhage, Jlmsterdam, 455 Keizersgracht 455. 's-Sravetihage, lO Spuistraat ÏO. De laatst uitgekomen NOUVE
• • zijn
E. J.F. VAN DISSEL & ZONEN, EINDHOVEN.
FABBIEK van LINNEN TAFELGOEDEREN enz. enz. Inrichting voor het maken, torduren en festoneeren. SPOEDIGE A F L E V E R » ' « . PRIJSCOURANTEN alsmede ruime keuze Yan STALEN en MODELLEN, worden op aanvrage franco toegezonden. AGENTESSEN GEVRAAGD met relation onder den gegoeden stand.
ï j P.M. Tamsou
Nieuwstraat 17 's-Gravenhage.
Voorhanden alle soorten •weeg-werktuigen. Reparation Accuraat en Billijk.
L E I D E * ' , STATIONSWEG 19. Eerste Modes.
D E L F T , 21, CH00RSTBAAT. Nieuwste Garneering.
DEN HAAG. GEDEMPTE BURGWAL 8, bij de WAGENSTRAAT. £,19.4, "Kotst, MAGASIN de SOLDES. rONSCHE ZIJDE in zwart en gekleurd, ook andere aikt voor Indië, ; helft der gewone prijzen. et naar genoegen zijn, al zijn dezelve ook afgesneden, worden gaarne omgeruild. Stalen worden op aanvrage franco toegezonden A. «T. M E S K E M E U B E L F A B R I K A N T . Bof »pui 8Ê9 Telephoon Wo. 2E O,
ontpakt en geëtaleerd.
Den Haag, Wagenstraat 33.
Centrum der stad en gerenommeerde keuken 50 Kamers en /Salons.
Kamer met Dejeuner f 2 . 2 5 .
i 1 voor if W. BETTVERS, 73 Wagenstraat 73,
Thee.
Koffie.
Mokka.
Gember.
Soja.
Chutney.
3taes*Hou. VAN VEEN & Co., 33 PLAATS, 's-GRAVENHAGE. Telefoon ©81.
's-MEage.
Inrichting Yoor complete meubileeringen, zoowel in koop, als in huur. Complete Ameublementen voor geheele huizen, hoven- of benedenhuizen steeds voorradig. P R I J Z E N S T E R K C O N C T J R R B E R B N D . Verhuurt mede Gemeubelde hoven- en benedenhuizen. OOIRIDIJilXrEIsr. T A P I J T E N .
met goud bekroond voorzien van bovenstaand handelsmerk, verkrijgbaar bij W. REUVERS, ^ W a g e n s t r a a t Ï 3 , CONFISEUR, Den Haag. N.B. Voor de tropen verpakt in hermetisch gesloten bussen.
SCÏÏEVENINGEN, 109, Badhuisstraat. Telefoon 4 1 6 1 .
BORSTPLAAT
m gewicht jes en per 6< O N T V A N G E N Marrons Glacés FRANSCHE VRUCHTEN en verschillend nieuw dessert bij A. Wïjnman, 7, Woordeinde 7, Mien MMaag. JAC. MOULIJN, O p t i c i e n , I n s t r u m e n t m a k e r , 2e Wagenstraat 95, Den Haag, TELEFOON 704.
BMEEESEVW en E>EWCEÏ-WEV£. Voorschrift van Heeren Doctoren. Artikelen Yoor Ziekenverpleging, Verbandstoffen, Breukbanden, Suspensoirs enz. Aanleg en onderhoud van TELEFOON en ELECTRISCHE SCHELLEN
Fabriek „SÏMANALAGÏ" Den Haag. K E F F L E R S T R A A T 138—144.
Ingrediënten voor de INDISCHE RIJSTTAFEL, als:
Samballans, Boemboe's, Atjars, Manisan», diverse Kruiden, Viscli-Artikelen, diverse Keuken-gereedscliappen. Prima HOLLANDSCHE TAFELZUREN, Likeur «LALÏDJIWO»
Diverse EsEMOWAMiE-SEMlOPEIW.
De VftravTiiliaagBolie Boek- e» HandeUJrukkerij voorhwn (>lir. OiunU* d'Albanj,
V A N HET KOLONIAAL WEEKBLAD
Sïoïsderdag 9t HJTovemfoer 1901.
is toen heeft het den pionier een klein hulpmiddel aanAncien in de zoogenaamde sehuipritsen, betrekkelijk vaste stukken grond, bestaande uit schelpen en zand, zoodat men daar ten" minste eindelijk eens vasten grond onder zijne voeten heeft. Het zijn voormalige strandlijnen, zooals wij c.ie in ons land ook kunnen waarnemen en nog wel in de onrmiddelijke nabijheid van den Haag. Wij hebben onze buitenen binnendninen, en daarin meestal twee strandlijnen ; en wat weinige zouden vermoeden: een derde strandlijn loopt over Rijswijk, Voorburg en Voorschoten, waar op die plaatsen ee'ne strook zandgrond gevonden wordt. Dr. het ontstaan van' deze strandlijnen en t sproken in zijn werk de sehuipritsen van "•eoloog de kolonie in
ISGEZOSBBS
Oud-Indische Meubelen.
Oudde
Blink heeft be«Nederland en zijne bewoners". Ovei Suriname heeft Prof. Martin, die als 1885 bezocht, verschillende waargedaan, voor zoover de tijd hem dit toeliet. Maar dit neemt niet weg, op dit en op ander gebied, nog vele waarnemingen zullen moeten worden verricht. JJe wetenschappelijke krachten daartoe ontbreken m de kolonie, doch het is te hopen en eerlang te verwachten, dat wanneer een school voor middelbaar onderwijs in Suriname wordt ericht dit tot gevolg zal hebben dat leeraren opo en trachten van hun kant bouwstoffen ele bestaande problemen te helpen
avant die voor »Passons au gevoelde om zijn stokpaardje al zoo
leerlingen zullen gaan bijeen te brengen, om de oplossen. . Maar, wat was dan wel de oorzaak, zoo vroeg den spreker zich af,'waarom de eerste kolonisten dat land van modder, muskieten en malaria kozen tot verblijf. De spreker wist, dat hij op zijn stokpaardje kwam te zitten en zijne toehoorders daarop voorbereidend, bracht hij geestig eene tirade te pas van een advocaat, die zijn pleidooi begint met de volgende woorden en met de noodige emphase : //Messieurs, la création du monde-/.... Waarop de voorzitter, nachtwerk vreesde, liem in de rode valt met : moins au déluge." De spreker, die ook neiging het uit liet verre verleden op te diepen, wist. door zijn zelfkennis in toom te houden. Even wees "hij "er" op, hoe de Spanjaarden reeds de kusten aandeden in de 16e eeuw, om hunnen gouddorst te lesschen waardoor er ruilhandel ontstond met de Indianen, ook k slaven. Een oud schrijver uit dien tijd roept dan ook verontwaardigd uit, dat de Indianen zco slecht waren, dat zij hunne broeders en zusters voor enkele ijzeren bijlen inruilden De Indianen, van nature lui, gevoelden ook weiui"- lust, om zich te vermoeien met het verzamelen van die producten, welke de Spanjaarden wenschteu in te ruilen, zooals verf- en letterhout. Het zou voor den Hollander ziin weo-o-ele-d de eerste kolonie te stichten en wel door //een trek naar 't°zoete». .Suiker*, was bet devies, dat de eerste kolonisten in hun wapen voerden, die so costbaere ende o-oddeliicke saak, zooals de oude Hollanders de suiker noemden ; Barlaeus roept in zijn in 1660 over Brazilië verschenen werk uit- „aan niets kan men gemakkelijker geld verdienen dan met suiker". Het was in die tijden een razernij om suiker te hebben; zoo schreef men nog m L588, het waren in dien tijd dus rechte zoetekauwen i een overzicht van de verbreiding der suiker over de wereld, hoc deze uit Voor-Indië door de Arabieren werd overgebracht naar Egypte, Marokko, Sicilië en Spanje en hoe deze landen er den smaak van beet kregen. 1 W stond de suiker in aanzien ; onder de geschenken, die <U Oostersche vorsten gaven aan die van Europa, bevonden zich soms wel suikerbrooden, dat waren in dien tijd vorstelijke vrijgevigheden. De Venetianen waren toen ook de importeurs voor 'Europa, tot dat Vasco de Gama den zeeweg om de Kaap had gevonden en het monopolie van dien handel ia handen kwam van de Portngeezen. Zij waren het die het suikerriet overbrachten naar de Oanarische eilanden, dat van daar zijn weg vond naar Amerika. Daar bleek het suikerriet bijzonder wel te groeien en veel suiker voort te brengen; de Spanjaarden lieten er geen -ras over groeien en in 1556 waren er op St. Domingo reeds 40 suikermolens maar . . . . 30,000 negers. De boven beschreven overbrenging van het suikerriet was de eigenlijke oorzaak van de afrikaniseenng van een deel van West-Indië en van de Nieuwe Wereld. De Hollanders, die zich op de kusten van Brazilië hadden o-evestigd, hielden zich ook met deze cultuur bezig. Toen%ij te gelijk met de Joden in 1654 uit Brazilië verdreven werden, trokken deze bannelingen met hunne negerslaven naar de Antillen, voerden op Barbados eene regelvan het suikerriet in, van daar op Jamaica, totdat zij ten slotte ook in
Jood. 1654
openen bet, dat
naar matige fabricatie Guadeloupe en Martinique, Suriname belandden en daar de leermeesters werden In 1655 werd de Ie groote suikerplantage op Martinique door Benjamin da Costa, een uit Brazilië verdreven gesticht. Volgens Wolbers bevonden zich reeds in plantages aan beide zijden van de Suriname-rivier, vooral dicht ' nii het fort Zeelandia en aan de Para. Zoo werd Suriname door toedoen van de Hollanders en de uit Brazilië verdreven Joden de suiker-kolonie. , In 1710 was liet suikerriet aldaar de eemge cultuur, later - i n - men koffie, cacao en katoen telen. Tot op heden is de suikercultuur in Suriname blijven bestaan. De opbrengst van suiker bedroeg in 1900 iruruwe getallen tien mi hoen kilo een waarde vertegenwoordigend van 1 im hoen 300 000 gld., terwijl de productie van cacao drie millioen kilo' bedroeg, vertegenwoordigende eene waarde van 2 ¥ millioen gulden. , Deze cijfers, waardoor een gewoon sterveling blind wordt, daarentegen de oogen van anderen, en zoo komt meerdere aandacht aan de kolonie gewijd wordt; uners zelf beginnen ook hunne belangen te begrijpen. Er ziin grootsche' en degelijke plannen in uitvoering tot inpoldering van een landstreek bij Paramaribo van ± 2500 H.A waarvoor eene leening van drie millioen gesloten is in 1896 en waarvan r.u een half millioen verwerkt is, om een kanaal te verbeteren en sluizen te bouwen , zoodat een gedeelte van bet land op loozing is gebracht. _ Nu verwees spreker naar eene kleine expositie van platen, betrekkin- hebbende op de natuur en de bewoners van Suriname, een stel litho-raficn van Benoit, uit 1840 en een stel foto's uit dezen tijd. (*) Die van 1840 deden mij onwillckeuri- denken aan Papa Kegge en ik dacht aan die enkele chrysant die bij voor zijne dochter Henriette op een Novembersehen dag bij den bloemist vinden kon. Kijk nu eens, wat de bloemwinkels in dem Haag te zien geven. Alles verandert, ook daar in de West. „ Nadat de spreker er nog even op wees, hoe hij getracht had eene aanduiding te geven van de redenen, Hollanders den bodem van het land hebben bewerkt, ot liever hebben doen bewerken en bebouwen hij, dat hij in eene volgende taak hoopte te volbrengen Hij wilde dan een arbeid, namelijk die der Hernhutters, die op hun wijze en door haar het'beste te brengen wat wij bezitten, hun beschavin-swerk verrichten bij de Negerbevolkmg; Hiermede eindigde de spreker zijne boeiende en onderhoudende causerie, wier aantrekkelijkheid nog kalme en heldere voordracht.
de ver door de Negers, zei ordracht een veel moeiclijker
schets geven van een hooger soort
verhoogd L. L. Werd door zijne
"^rÊeTTn ander zal ook bij de volSe,lde lezinS ter bezichtiging worden gesteld.
In de Nieuwe Rotterdammer" van Zondag 18 Aug jl., eerste blad A onder de afdeeling kwam onder „Let teren en Kunst" eene beoordeeling voor Indische Meubelen, die op de Tentoonstelling m Gothische zaal waren. - Daarin stond: Op de tentoonstelling van textiele kunst zijn een groot aantal meubelen aanwezig, waarvoor de heer W J Oosterhoff uit Haarlem indertijd zoo dringend de aandacht vroeg. Voor het meerendeel van zeer twijfelachtige kunstgehalte, aldus niet thuis behoorend in dat milieu van schitterende volkskunst, bewijzen zij op deze expositie niettemin goede diensten .Als historische stukken zijn ze echter van belang ontbloot. Hun herkomst is schier geheel in t duister gehuld en niets positiefs is omtrent de vervaardiging" bekend, juist dat ontbreken van alle gegevens maakt dit meubelwerk zoo prikkelend interessant. Werkelijk men kan ze niet beter honoreeren, dan ze werk der XIX eeuw te noemen." , En verder: „Het mooiste van deze. meubelen is, dat men ze ' eënige jaren geleden zoo gewichtig oordeelde, om er een opstel aan te wijden, Een opstel, dat hun verdienste in het licht moest stellen! Het werk van onbekwamen is daarin door een onbevoegde opgesierd. Zoo zelfs, dat op enkele bladzijden dit werkmansgedoe vermeld wordt tegelijk met Indische volksvlijt! Ook met den Hindoetijd in Indië? Groote goden! Het papier is toch maar geduldig!" En eindelijk:" Zij worden in hun nulliteit gevaarlijk, als men nu nog de inlanders naar deze modellen laat werken!" . , . De schrijver van dit stuk plaatst zich zelven wel op het standpunt van een door en door bevoegd kunstbeoordeelaar, maar juist, omdat ook ik indertijd het door hem aangehaalde opstel in „ Elseviers maandschrift met belangstelling gelezen heb, acht ik het voor hen die de Indische Kunstnijverheid van het verledene willen bestudeeren en de herleving daarvan bevorderen, een plicht, om zich bij dat oordeel van den Rotterdamschen veroordeelaar, maar niet zoo klakkeloos neer te leggen. , . . . Wat toch schreef, daartegenover, de om zijne kennis en zijn doorzicht zoo hoogge waar deerden heer F. W. van Eeden, toen Directeur op het Paviljoen te Haarlem, tot inleiding van het Extra-Bulletin, dat in September 1898 door de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid werd uitgegeven en dat een overdruk was van het Elsevier-artikel : De Heer Dr. W. J. Oosterhoff heeft mij, op mijn „verzoek, welwillend vergund zijne merkwaardige oud"Oostindische meubelen in den afgeloopen zomer in „het Museum van Kunstnijverheid op het Paviljoen „alhier ten toon te stellen. „Bij de met zorg bewerkte beschrijving heb ik alleen „dit te voegen, dat ik nog nimmer in mijn leven kunst"verzamelingen heb aanschouwd, die mij zoo boeiden "als deze meubelen en die zoo veel waarde hebben voor „de geschiedenis der oude kunstvlijt in Nederland en „zijne Koloniën. „Door deze hoogst zeldzame en prachtige voorwerpen is een periode vertegenwoordigd, waarin de oorsprong "van de Nederlandsche kunst der 16e en 17e eeuw „innig samenhangt met die van Indië, Portugal en „Groot-Brittannië. „Het is eene verzameling, Nederland en zijn Gouden „Eeuw waardig, en zonder twijfel zal zij het onderwerp ", blij ven van ernstige studie, zoowel voor onze artiesten, "als voor onze kunsthistorie. „Thans zijn de meubels weder ten huize van den „eigenaar te Haarlem, die aan belangstellenden voorzeker gaarne gelegenheid zal geven tot nadere aanschouwing." Instemmende met hetgeen van Eeden, vooral, m de voorlaatste alinea zegt, zal ik hieronder opteekenen, wat mij van die meubelen bekend is: Ze zijn afkomstig uit de inlandsche kampongs m de buurt van Batavia, waar ze jaren lang m gebruik waren gebleven zonder de aandacht te trekken, totdat enkele kunstliefhebbers ze toevallig ontdekten. De meesten verkeerden echter in vrij desolaten toestand, maar de degelijke houtsoorten, waarvan ze gemaakt waren (ebben- vleesch- ijzer- en satynhout), voor geheelen ondergang behoed. Hoe zijn ze nu in die Bataviasche kampongs men? Waar en door wien zijn ze gemaakt? Mij komt het voor, dat het overblijfselen zijn van de weelde onzer voorvaderen in den Kompagmestijd ze passen geheel in de oude ruime en hier en daar van zeer fraaie trappen voorziene, groote huizen m de stad Batavia, die nu voor kantoren dienen. Het latere geslacht, geheel opgaande in de negotie, had voor de kunst weinig gevoel en de oude meubels, die practiscti rnindar voldeden, maakten plaats voor producten uit den nieuweren tijd en raakten in onbruik. Waar ze gemaakt zijn, is door gebrek aan gegevens, niet met zekerheid uit te maken ; een deel er van uit minder harde houtsoorten vervaardigd, is waarschijnlijk o-ekomen uit het ambachtskwartier der O.-I. Compagnie en derhalve misschien wel door inlanders gemaakt, maar met Europeesche hulp en toezicht. Anders is het met de ebbenhouten meubelen, waarvan wij lettende op hetgeen de geschiedschrijvers zeggen den oorsprong in de Molukken moeten zoeken. J Rumphius zegt in zijn Amboinsch Kruidboek: Voorts is 't in de Moluxe Eijlanden en inzonderheid óp Boeroe redelijk gemeen, dog zijn de boomen nu zoo uitgekapt, dat men na 't jaar 1670 schier geen oude boomen meer heeft kunnen vinden. Het ebbenhout is al van oude tijden in groote agting gehouden, dog eertijds was 't veel duurder dan hedendaags, want bij Plinius staat, dat de Aethcopeërs aan de koningen van Perzië alle drie jaren tot tribuut moesten opbrengen 100 Phalangen - zijnde moten -ebbenhout, nevens *out en oliphantstanden. Hedendaags is het in gemeener °-e brui-k, want de koningen maken nu met meer hare scepters en de beelden harer afgoden alleen van dat hout, maar ook allerhande gemeen huisraad, als stoelen, banken, kisten, tafels, schotels en drinkbekers. Hoe hét voorts tot allerhand schrijnwerk buiten en in Europa gebruikt wordt, zullen wij hier met ophalen . Valentiin over Ambon sprekende begint aldus: „daar vindt men ook veel goeden huisraad op zijn Hollands, nu en dan fraai zilverwerk fraai porselein schoone koperen lampen en ebbenhouten stoelen en ledikanten, die fraai besneden zijn. • Het is derhalve volstrekt met onmogelijk, dat een deel der meubelen, die wij in de Gothische zaal bewonderd hebben, uit de Molukken zijn gekomen, dan wel op Java uit ingevoerd ebbenhout door de inlanders zijn bewerkt. _ In den vreemde ondervonden ze veel appreciatie. In het bekende South Kensington Museum te Londen staan twee stoelen van hetzelfde genre onder glazen stolpen, waarvan de eene geëtiketteerd: „gesneden ebbenhouten stoel, Hollandsch 17e eenw gemaakt in de Molukken" en de tweede „gesneden ebbenhouten stoel uit Ceylon". De eerste werd m 18»^ voor ± f900 aangekocht op de kunstveiling van den overleden Hertog van Hamilton en tweede is een
geschenk van Sir Charles de Soyza, na de Koloniale tentoonstelling in 1886, waar blijkens den Catalogus verschillende meubels van Ceylonsche houtsoorten waren, waaronder ook stoelen met Hollandsche en Indische motieven, afkomstig uit het oude Hollandsche Gouvernementshuis der hoofdplaats van onze vroegere bezitting. In 1897 was er op een tentoonstelling van Kmderverpleging te Berlijn een gesneden ebbenhouten wieg, die o-eoordeeld werd te zijn Indischen arbeid onder Europeeseben invloed gemaakt in de 17e eeuw. De Directie van het kunstnijverheid-Meuseum bezat eene plank, gesneden met dezelfde motieven en met een Portugeesch opschrift, waaruit zij afleidde, dat ook de wieg van Portugeesch-Indische afkomst was. Is dit zoo ? En ook mij komt het niet onmoggelijk voor, dan acht ik de 17e eeuw een vergissing en zou de herkomst van ouderen datum denken. Het dagboek van Sir Evelijn - tijdens Karel II zegt dat op Penshurst Place, het kasteel van den ' 'bekenden Lord Leicester te Kent, enkele Indomeubelen van ebbenhout werden aan
had ze
?eko
ons Portugeesehe getroffen. , _. , „ In „the History Houses of the United Kingdom uitgegeven in 1892, vindt men o.a. afbeeldigen van de "Queens Elisabeth drawing-room en de „Tapestryroom". In de eerste ziet men rustbanken en stoelen en in de tweede een kastje geheel overeenkomde met wat er in de Gothesche zaal tentoongesteld was. In „the Illustrated History of Furniture from the 'Earliest to the Present time by Friedrich Litchfield 1892" - is aangegeven en daarbij afgebeeld, een stoel, overeenkomende met een dito voor korten tijd te ^mboina verkregen - dââr nog als barang portugueze 'bekend alsmede met die der collectie, door Koning Karel II aan Elias Ashmore ten geschenke gegeven, nu in het museum te Oxford te vinden. 3 In het Fransche Tijdschrift „l'Art pour tous" wordt deze stoel - ook daarin afgebeeld - omschreven als: „ce curieux objet d'art et d'histoire". En nu uit Nederland: In het Ethnographisch meuseum te Leiden is een stoeltje, dat omstreeks 1650 door den Vorst van Solor (Solor Archipel) ten geschenke is gegeven door den Radja van Taboekarn (Sangir-Archipel.) In de beschrijving eener reis door de Molukken m 1833 opgenomen in 't Tijdschrift van Ned.-Indië jaargang 1855, wordt gezegd, dat in de kerk van het eiland Kesser fraaie gebeeldhouwde eiken stoelen zijn en één enkele zeer fraai van ebbenhout, die meer dan honderd jaren oud is. De resident van Ambon deelde ter zake mee, dat in zijn residentie nog - hier en daar oude '-•bbenhouten meubelen werden aangetroffen, waarvan sommige gesneden en gedraaid, zelfs waren er enkele op de Z. Wester-eilanden b,v. in de kerk te Lette en te Bobber. Ook op de hoofdplaats Ambon vond men vroeger nog wel banken, stoelen en ledikanten van 't zelfde soort, doch meestal geschonden. Er is thans daarvan echter niet veel meer overgebleven. Wijlen W. Serrurier, vroeger directeur van 't Echno graphisch museum te Leiden, later werkzaam bij Bataviasch genootschap van Kunsten en Wetenschappen, hield zich een paar jaren geleden nog bezig met te Batavia te verzamelen, wat er nog is. Hij schreef echter aan een zijner vrienden, dat de oogst schraal was, en wees er daarbij op, dat men in de 18e eeuw m Indie bij het meubelmaken hoe langer hoe zwieriger werd; hij wees op de van groote winderige vergulde krullen voorziene monumentale kast, die in't gedenkboek van 1878 van 't B. G. is afgebeeld en die thans met stoelen in den- zelfden stijl de Directie-Kamer van 't Genootschap siert. Wij zullen het bij deze bijzonderheden laten, die wij ten deele aan Elzeviers maandschrift ontleenden. Het doel van ons schrijven is te voorkomen, dat men op raad van den Rotterdammer-Kunstbeoordeelaar, de verdere studie der Oud-Indische meubelkunst op zij zou zetten. Onzes inziens zou dit jammer zijn en wij hopen, dat de Vereeniging O. en W. evenzeer dien tak van kunstnijverheid zal trachten naar voren te brengen, evenals ze dit met de metaalbewerking, de weverij en het batikken doet. Mijn dank aan uwe redactie voor de plaatsing. 12 November 1901. w
Beder
't
Kapitalisme in O.-Indië. Eenigen tijd geleden betoogde iemand in dit blad, dat 't particuliere kapitaal toch wel veel nut gesticht heeft, en nog steeds aan de Javanen veel voordeel bezorgt. Meer ben ik 't eens met Blanda, die in 't tegenwoordige systeem niet minder een exploitatie ziet van den Inlander, dan in 't vroegere cultuurstelsel (De Controleur, 16 Nov.). Ik zeg opzettelijk 't vroegere cultuurstelsel, de gedwongen cultuur in den tijd, dat de batige saldo's naar Holland opgestuurd werden. De opbrengst van de tegenwoordige gedwongen cultuur wordt althans voor Indië zelf gebruikt, en hoogstens I zou men nu de bedenking kunnen maken, dat de belasting op die manier te zwââr is, en 't geld besteed wordt voor allerlei uitgaven (bv. militaire), waaraan de Javaansche werkman maar weinig pleizier beleeft. Echter zijn de batige saldo's volstrekt met verdwenen 't Eenige verschil is, dat vroeger gansch Nederland er van profiteerde, terwijl tegenwoordig alles verdwijnt in de zakken van eenige geldmannen. De exploitatie door de „vrij-arbeiders" is reeds door Multatuli aan de kaak gesteld. Vrijheid, zeker, maar vrijheid om de arbeiders 'n minimum te betalen, en een maximum aan de aandeelhouders. Dat ook Indië eens deze periode moest doormaken, ligt in den aard der zaak. Dat dankt 't aan de ideeën der overheerschende Europeanen Echter, nu men m Europa tot inzicht begint te komen van de nadeelen, die 't partucliere kapitalisme heeft; nu er hier steeds meer en meer op aangedrongen wordt, dat de Stâât de leiding der productie zal op zich riemen, nu wordt 't tijd, dezelfde denkbeelden toe te passen in 't belang van 't Indische volk. . . In Indië zal 't gemakkelijker gaan, dan in Europa. De Staat is daar reeds werkgever in allerlei belangrijke industrieën nog steeds is er een Gouvernementsîandbouw 'Ook heeft men er 't belangrijke instituut van communaal dorps-landbezit, waaraan helaas tegenwoordig 't Europeesche en Chmeesche kapitaal erg zit te tornen, 't Werk van allen, (he 't wel meenen met Indië, moet dan ook zijn, de bemoeienis van Staat en gemeente niet tegen te gaan, maar uit te breiden (*) Daarentegen zal door den Staat met langer alleen van boven uit, van uit één centrum, geregeerd moeten worden. En zal 't de taak van verlichte bestuurders zijn, zoo spoedig mogelijk t aandeel dei Inlanders in hun eigen politiek te vergrooten. De volks-opvoeding, die daartoe bijdragen moet, werd tot nu slecht bedeeld. Maar 't wordt beter Naarmate de Inlanders zich zelf zullen besturen, kunnen de bataljons verdwijnen, die dienen, om te onderdrukken.
'S-GEAVENHAGE , den 9 November 1901. Aan de 4de Commissie van Oost en West, Aan het hoofd van het Koloniaal Weekblad staat, Bedactie: de 4de Commissie. Intusschen is het natuurlijk onmogelijk, dat een commissie een weekblad redigeert, en de redactie geschiedt dan ook blijkbaar niet door de commissie. Als lid der commissie kan ik echter dan ook geen verantwoordelijkheid op mij nemen voor de redactie. De Secretaris der vierde commissie onderteekende de stukken met zijn initialen v. S. Dit was natuurlijk zijn recht, doch het gaf aanleiding tot misverstand, doordat een artikel van zijn hand in het weekblad, m een openbaar geschrift aan mij werd toegeschreven. In de Maandelijksche Revue van de Indische Gids werd het weekblad herhaaldelijk gerefereerd. Nu die van belangstelling getuigende bespreking echter aan het Weekblad aanleiding gaf, om mede te deelen, dat de hoofd-redacteur van de Indische Gids als lid der 4de commissie mede in de redactie van het weekblad zitting heeft, zoo kan ik niet anders doen, dan hierbij mijn ontslag nemen als lid der 4de commissie, met bepaald verzoek, dat schrijven als ingezonden stuk, m het Koloniaal Weekblad op te nemen. Hoogachtend Uw dienstw. dr., R. A. VAN SANDICK. Wij kunnen niet anders doen. dan onzen spijt te kennen geven, dat de heer van Sandick de 4de commissie niet langer ter zijde kan staan en zullen daarbij niet in beoordeeling treden van de redenen, die hem tot zijn besluit brachten. Met 't oog op de inderdaad zeer lastige combinatie gelegen in het tegelijk redigeeren van twee bladen van eenigermate dezelfde strekking, kunnen wij die redenen zelfs ten deele billijken. . R- cjBoekaankondig'sng. Van de Zendingsdrukkerij te Ermelo ontvingen wij een prospectus, benevens een proefvel van het geïllustreerd Nederlandsch Zendings-Jaarboekje voor het jaar 1902. Zij voegde daarbij een verzoek, om hare uitgave aan te kondigen, waaraan wij volgaarne voldoen. De jaargang 1902, die de derde is, zal worden opgedragen aan Z. E. den Minister van Koloniën. Het zal bevatten, behalve vele nieuwe illustratien van het Zendingsveld en een rijk mengelwerk van verschillende medewerkers, het portret van wijlen Ds. J. A. Schuurman van Batavia, met bijschrift van Ds. J. P. G. WESTHOFF van Amsterdam, en het portret van Ds. JL. Adriaanse van Poerworedjo. Voorts: Een totaal overzicht van het Zendingswerk in de Koloniën, samengesteld met medewerking van autoriteiten op dit gebied. Belangrijke mededeelingen, schetsen en grepen „uit den arbeid." - Opgaven zon en maan. - Christelijke feestdagen, enz. langrijke herinneringsdata uit de geschiedenis Zending. - Grepen uit het Zendingsleven. De prijs is slechts 25 cents; 10 exemplaren kosten f 1.75 en 100 slechts f 12.50. ^ ^ ^ ^ ^ ^
Iuhoud van Nederlandsche Tijdschriften voor Oost- en West-Indlë. Tiidschrift voor Nijverheid en L a n d b o u w in N.-I. Deel L X I I I afl. 3/4. Verslag van den dienst van het Boschwezen in N.-I. over 1900. . Dr. J. Ci Koningsbergen. Onderzoekingen betreffende de roestziekte in de thee. W. T. Resultaat om koffie in luchtdichte verpakking te verzenden. . Vergelijkend overzicht van de uitvoeren van kina en kinine van Java .,. enz. • L. L. A. Maurenbrecher. Beschouwingen over vorenstaand opstel. Tiidschrift voor het Binnenl. B e s t u u r . Deel X X I , afl. 3. D. G. Stibbe. Beschrijving der onderafd. AlahanPandjang. , .... ... A. A. Burgdoffer. Over de maatschappelijke positie der Inl. vrouw in de Res. Palembang. Varia: De Kenning-werken. — De Postspaarbank. Omgang met Inl. Hoofden. Het R e c h t in N e d e r l a n d s c h - I n d i ë . Deel 77, afl. 3/4. Mr. J. A. Nederburgh. Opieiding der rechterlijke ambtenaren in en door den dienst. Tiidschr. Kon. Ned. Aardr. G e n o o t s c h a p , 1901, N°. 6. C M Pleyte. Herinneringen uit Oost-Indië. V. J. van Marie. Beschrijving van het Rijk Goa. (Celebes.) Tiidschr. voor Ind. Taal-, Land- en Volkenkunde. Deel X L I V , afl. 2/3 en 4. Dr. Ph. S. van Ronkel. Poëtische geschiedenis van den Profeet in het Javaansch. H. D. H. Bosboom. Naar aanleiding gen van het oude Batavia. Dr. N. Adriani. Medelinj van Midden-Celebes. , F Twiss. Eenige aanteekemngen omtrent land en volk der beoosten de onderafdeeling Kotta VII gelegen onafhankelijke landen. Dr. G. A. J. Hazeu. Het Oud-Javaansche Adiparwa en zijn sonskrit-origineel. . Dr. Ph. S. van Ronkel. Een toevoegsel op de Sajarah I n d i s c h e M e r c u u r , 1901/N 0. 46. De Kina op Java. Curaçao. Aloë. Sunnaameche brieven XV. Kinabeschouwingen. — Kanker in de koffie. Het vierde koffiecongres. (vervolg) — Rameh versus linnen. — Aangevoerd o-oud te Paramaribo ... enz. — De Caoutchouc-Gids. Het Cacaomotje. — Proefstation voor Cacao te Salatio-a — Cultuur van Cacao op de eilanden der Stille Zuidzee. — Vereeniging Moederland en Koloniën.
van teekenin
Medelingen omtrent de Toradja's
Verzending O.-I. Mail. VOOR DEN HAAG. 22 Nov.
26 Nov.
22 Nov. 24 Nov.
6 Deo. 29 Nov. 3 Dec. 10 •• 30 6 Nov. Dee.
ze IBRAHIM.
(*) 't Gouvernements-„kapitaal" kan best 't particuliere vervanen. Men heeft dan 't voordeel dat 't geld in Indië bluft.
Amsterdam, Nederh, Rotterdam, Lloyd, Genua, Nederland, Marseille, Lloyd, Marseille, Fr. dienst, Brindisi, Eng. dienst, Napels, Duits, dienst Yia Marseille: Suppletoire verzendjng kaarten en aangetcekende stukken den dag volgende op den aangegeven maildag te 7.45 vm. Via Napels: Suppletoire verzending den dag, volgende op den aangegeven maildag te 12, doch de aansluiting ot) het vertrek der booten is daarvan niet verzekerd. r "M A TT OTTT3 1
11.20 11.30 9.15 6.30 7.45 1.— 9.45 van brieven,
s av. 's av. 's av. 's av. vm. mid. mid. brief
MAIL SURINAME. Amsterdam, Nederh, 30 Nov. Southampton, Eng-, 25 t/ Suppl. verzending daags daarna 6.30 altijd verzekerd. St. Nazaire, Fr., 8 Dec.
14 Dec. 11.15 'sav. 9 , 11.30 's av. 's av. ; aansluiting niet
8 Jan. 7.45 vm,
A D V E R T E N T I E N.
ERNEST GASSDTO Tandarts, PIETER BOTHSTRAAT i%. i B E Z U I D E N H O U T , Den Maag. SPREEKUUR dagelijks van 1 tot 5 .
A. A. KNUIJVER & ZONEN, Gedempte Raamstraat 11-12, 'S-GRAVENHAGE. Hofleveranciers. Nederlandse! « FanneK van Borduuren Passementwerken Galonweverij à Jacquard, Photoçrafiën en Teekeningen van V a a n a e i s . Maconieke Artikelen enz. worden franco ter inzage gezonden. Zilveren Medaille Wereldtentoonstelling P A R I J S ÏOOO.
Woï-Regime. Depot van het Eclite Prof. Dr. G. Jaeger's NORrVlÄÄLÖNÜfcKGOED, voor Heeren, Dames er; Kinderen, in Winter- en Zomerqualiteit. tot de laagste prijzen. Ä. YAHLE & Co., den Haag, HOOGSTE. 14 Telepkoon 1218. Rotterdam, Hoogstr. 340. Lijders aan Jicht en Rheumatiek ten zeerste aanbevolen. ßf& " Bovengenoemde Firma hebben wij voor 's-Gravenkage den A l l e e n v e r k o o p opgedragen. W I L H . B E R G E R S ö h n e , S t u t t g a r t , E e n i g e geconcessionneerde Fabrikanten der E c h t e Prof. Dr. G. JAEGER's N ormaal-Ondergoederen.
a 9 ** »
9 m. m- m9 9 » 5 B *°.
CP m "S
9 S * H B 2, sg s: e» »I * 9 9 B. 9 t 9 B
C. J. v. d. M E E R , Waliieck-Pyrmoütkado U, lia, 13,
DEIST H A A G .
ü . A . IST X> I E IL, in Wijnen, Binnen- en Buiteniandsche Bieren, Minerale en Medicinale Bronwateren en Gedistilleerd. S P E C I A L I T E I T In B o r d e a u x - , B o u r g o g n e - , Port-, R i j n - e n M o e z e l w i j n e n . Champagne en Cognac.
G.KERNER&C 0
Export. Engros. Detail.
PRIJSCOURANT
GRATIS en FRANCO
K. N I E TJKERKE Noordeinde 12. - Den Haag.
De Firma belast zich met iedere opdracht tot levering van goederen naar OOST of WEST, en garandeert goede, ongeschonden aankomst. Bij eventueele bestelling wordt dringend verzocht mede te deelen of men handelaar of particulier is. Handelaren geven tevens referentiën op. K. NIEüKEliKE, Den Haag. Telefoon Wo. G37. BRANDSTOFFENHANDEL C. AANDEWIEL,
HOFLEVERANCIER.
K a n t o o r e n M a g a z i j n e n Sumatrastraat 143—145, Telephoon 1014.
S P E C I A L I T E I T I N ENGEL8CH- EN BELGISCH ANTHRACIET. Bestellingen worden ook voor deze zaak aangenomen en telefonisch overgebracht door de Heeren E. POST. Bonistraat 29. LANGE WEG, Badhuisweg 29. EICH, Borneostraat 2e. F. J. FISSER, Obrechtstraat 173. Stoomvaart-Maatschappij „ROTTERDAMSCHE LLOYD" Maildienst tusschen Rotterdam en Nederlandsch-lndië in verbinding met de diensten der K o n i n k l i j k e P a k e t v a a r t - M a a t s c h a p p i j van Rotterdam, van Marseille, te Port-Said, te Padang
Lawoe. . . Ardjoeno. SO Nov. 14 Dec.
Soemblng 28 „ 1902 « e d é 11 Jan. Oengaran 25 Sindoro * 8 Febr. M e r a p i 22 S a l a k 8 Maart
12 Dec. 26 , 1902 9 Jan.
17 Dec. 31 „ 1902 14 Jan.
1902 6 Jan. 20 „
3 Febr.
te Batavia. 1902 8 Jan. 22 ,
5 Febr.
23 Jan. 28 „ 17 Febr. 19 Febr. 6 Febr. 11 Febr. 3 Maart 5 Maart 20 , 25 „ 17 „ 19 , 6 Maart 11 Maart 31 „ 2 April 20 „ 25 „ 14 April 16 „ * Dubbel schroefstoomschip. Ie klasse midscheeps. 2e klasse in de campagne. De Hoofd-Agenten: Ruys & Co., Rotterdam. De Agenten: Courier dit Dubekart & Co., Anna Paulownastraat ld, 's-Bage.
„3)e >Collandsche Nijverheid",
LANGE POTEN 20, VGRAVENHAGE.
Grootste inrichting tot het leveren van U I T Z E T T E N en INDISCHE UITRUSTINGEN. voor DAMES, HEEREN en KINDEREN.
Daar aan onze ateliers circa 80 naaisters verbonden zijn, zijn wij in staat iedere bestelling in eiken verlangden tijd op maat te leveren en garandeeren wij voor k e u r i g e m o d e l l e n , n e t t e a f w e r k i n g en s t e r k c o n e n r r e e r e n d e p r i j z e n .
Eenige inrichting voor Praktische Opleiding voor den Handel in theoretische en Praktische Cursussen voor Dames en Heeren.
Beste gelegenheid voor H H . Verlofgangers, Gepensioneerden, Indische Jongelui enz
Praktisch Boekhouden, Handelsrekenen, Handelsrecht,
Dagelijks inschrijving.
Telkens wanneer een voldoend aantal deelnemers ingeschreven zijn, kunnen nieuwe Cnr- ^f^^eXfr* ' sussen beginnen. ^ ^ ^ ^ ^ e £ c ^
^ K & P * ^ ^ ^ 0J1DER WIJS VAKKEN.
.<&
PEAKTISCHE KANTOORWERKZAAMHEDEN. S c h r i j f m a c h i n e , S t e n o g r a f i e , Nederl., Duitsche, Eng, en Fransche Handelscorrespondentie.
P R O S P E C T U S S E N e n ÏJf L I C H T I Ï G E Ï .
Jüsiclexi. en J L o s s e n van alle Goederen uit Spoorwagons en Stoombooten ( o n d e r g a r a n t i e ) .
JJMUEZERIE E N Z O O N ! IWAG ENS T RA AT .1.80 ©EN H A A G 1
N * y r * •*M:T<
''r-''--:--:''. --"•-.
I I Commissie en Expeditie. Douaneformaliteiten.
to „de îçortaxidwtokid" Badhuisstraat 54, Scheveningen
zijn verkrijgbaar alle soorten
COMESTIBIES en C O J i S E B T M waaronder : GOEDKOOPE GROENTEN. per literblik Doperwten f o.30 Spercieboonen - o.30 Spinazie o.30 Snijboonen o.30 Tuinwortelen o.35 Andijvie o.30 Franco huis DEN HAAG. Uit de fabriek van J. C. VISSER, te Amsterdam. Aanbevelend, J. J. KROPHOLLER.
PRIJSCOURANT wordt op verlangen gratis toegezonden. Bij inkoopen van f 10 en daarb. wordt een korting van 10 pCt. toegestaan.
AU RON MARCHÉ - MODES. Dames- en Kinderhoeden, Voiles, Tulle, Linten, Bloemen, Yeeren.
Wagenstraat 5 8 , Den Kaag.
18 Wagenstraat, Den Haag.
Interc. Telephoon 582. INRICHTING VOOE Complete Meubileering VAN Salon en Eetkamer. \ Slaap- en Logeerkamer, /f ORA Kantoor, Serre, Keuken, \l ö d U ' ~ Gang en Trap en Dienst- Un hOOger. bodenkamer. j Zeer aan te bevelen voor Ind. familiën.
De WONINGGDS v / i ITederlandsche Bond van Makelaars in vaste Goederen, Assurantiën, enz.
WONINGGIDS voor 's-GMVENHAGE en OMSTREKEN opgemaakt door 't Administratiekantoor der firma FALfCERlBURG St Co. . •, '*-GMJLrM3]mA.GS:9 Hennen wea «4 zijn beide op aanvrage g r a t i s verkrijgbaar. «»«*«» o * , Ook liggen deze gidsen op de informatiebureaux der Vereeniffing «Oost ZT:^^^TAGE e " t e W ^ ^ V R E D E N (Batavia) mr L « c Ï C HOYNG, B e » Haag. — UtrecKt. Geïllustreerde Prijscouranten worden gratis op aanvrage toegezonden. ECHT GHÈNEESCHE THEE, speciaal aanbevolen aan Indische familie's.
3 1 , V E E N E S T R A A T ZDZEZTXT K ^ ^ Q - , SPECIALITEIT IN GEKLEURDE, ZWARTE en CRÈME STOFFEN. Nouveaute's voor elk seisoen. STEEDS GBOOTE ASSORTEMENÎEN. BILLIJKE PEIJ2EN.
Brood- en Beschuitfabriek
Wr&Wü\*§
9999 ,33e O u d e ITe-fcfce XK^xx' O P G E R I C H T 1 6 8 0 . OUDE MOLSTRAAT—DRIEHOEKJES 8 , 's-Gi*avenhage. H o f l e v e r a n c i e r . Geregelde bezorging door alle wijken der Stad en Scheveningen. BÄUMT- of GEZONDHEIDS BROOD. Prima kwaliteit SPECiJLAAS in blikverpakking. Versending naar OOST- en WBST-IJMKÊl. PAMPATTM WEEZENGESTICHT to 13atavia.
In de hoop dat de wetenschap, dat yele weezen door eene liefderijke verpleging in het Parapattan Weezengesticht te Batavia voor ondergang behoed en tot nnttige leden der maatschappij worden gevormd, e e n e opwekking moge zijn voor alle weldenkende ingezetenen van Nederlandsch-Indië. die thans in Nederland verblijven en ook voor niet-Indiers, om ook het hunne bij te dragen tot instandhouding van het Parapattan Weezengesticht doen wij in de eerste plaats een beroep op den liefdadigheidszin van de in Nederland wonende ondgasten. Jaarlijksche contribution en donation worden qaarne donr d«n ondergeteeken.de in ontvangst genomen. 9 d e n
Namens het Bestuur m het PARAPATTAN WEEZENGESTICHT te Batavia W. C REM ER,
Generaal gemachtigde voor Nederland, N i e u w e S c h o o l s t r a a t 8 9 , t e s-Gravenhage.
* *
' * > * *
; * * *
^
S p e ks la y ei* ij *»»o R F i r m a J . J . M . P E R M E N T I E R , Korte Poten 25, Den Haag. Gelardeerde Kalfslever. ^^o
•ST.
> o > &* *ft ft, '* •f» ^ O
De VGravenkaagsche Boek- en Handelsdrukkerij voorheen Gebr. Giunta d'AlbanT.