Full Text / Transcription of https://coleccion.aw/show/?UNIVERSITEITLEIDEN-DIG-KOLONIAAL-WEEKBLAD-1901-28
Translate this text / Traduci e texto aki:     Translate this text


N°. 28. Donderdag 10 December 1901. lste Jaargang, HET KOLONIAAL WEEKBLAD Orgaan der Vereeniging
Abonnementsprijs per jaar.
Vrij aan buis of franco per post binnenland bij vooruitbetaling . /"2.00 Voor Oost-lndië en het Buitenl. s> 3.00 Afzonderlijke nummers. . . . »0.10 Men abonneert zich voor minstens zes maanden ingaande op den dag der eerste toezending f 1.— EN
Prijs der advertentiën.
Per regel f 0.10 Bij plaatsing van 300 regels . - 0.09 » » » 1000 » . - 0.08 » » » 3000 » . - 0.07
R E D A C T I E : De 4de Commissie, aan welke de verspreiding van populaire kennis omtrent Oost- en West-lndië is opgedragen. Mededeelingen of Ingezonden Stukken moeten worden geadresseerd ,,aan de Redactie", en gezonden aati den Heer G. E. V. L. VAN ZUYLEN, Voorzitter der Redactiecommissie, 9 a H e e r e n g r a c h l , of den Secretaris, Mr. G. VAN SI.';«OTEN AZN. , 413 Conradkade, beiden Den Haag.
Voor de Administratie en Advertentiën wende men zich tot de uitgevers-Maatschappij „HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG" Haagpoort 4 , Den Haag,
Dit nummer bestaat nit Twee Bladen.
Het hoofddoel der Yereeniging is: Het verspreiden Tan populaire k e n n i s omtrent onze Indien onder gansch liet volk. en ket bevorderen der welvaart in die gewesten , om zoodoende en ook door het verleenen van onderlinge kuip, ware belangstelling en liefde te kweeken tusschen Nederland hier en ginds.
Mededeeling-en. I. Van de 4e Gommissie. Den leden wordt medegedeeld, dat het „Nieuw Adresboek van geheel Nederlandsch-Indië" samengesteld en uitgegeven door F. A. Kleian, gep. kaptein infanterie van het 0. I. leger en gedrukt bij Albrecht en Co. Batavia op de leestafel ter inzage is gelegd. (Zie boekaankondigingen).
De derde voordracht over Suriname (Surinaamsche versieringskunst en ornamentiek) door Jhr. L. C. van Panhuys zal gehouden worden op Donderdag 19 December a. s., en wel in het gebouw van de Chrl«t. Jongelings Vereeniging, Prinsengracht 4. Leden van de Vereeniging „Oost en West", die vooralsnog deze en de laatste voordracht willen bijwonen, kunnen een bewijs van toegang ontvangen bij het bestuur der Yereeniging, Heerengracht 4. Belangstellenden, niet-leden, hebben toegang tegen betaling van f 0. 25, mits zij zich van te voren aan melden aan 't bovengenoemd adres.
De Heer W. E. Asbeck Brusse te Kampen hield Donderdag j.1. in het Nutsdepartement Dieren een lezing met lichtbeelden over de lustverblijven op Lombok. Eene wandeling van Ampenan uit naar Goenoeng Sari, Tjakra Negara, Narmada Lingsar en zoo verder " oostwaarts naar Praja. Uit het applaus dat uit het gehoor opging, kon men opmaken, dat deze voordracht in den smaak viel; vooral de vertoonde lichtbeelden van die ververwijderde plaatsen, Waarvan de namen onder alle klassen der maatschappij hog thans in zoo levendige herinnering blijven, wekten groote belangstelling en bewondering.
De heer Clockener Brousson zal op heden, — Donderdag, — in het Nutsdepartement Breda een lezing houden over „Kijkjes op Java" (met lichtbeelden). Met ingenomenheid wordt dit vermeld in een Breda's blad dat tevens in overweging geeft, om jongelui van onderwijsinrichtingen daar ter stede tot deze voordracht uit te noodigen. Wij hopen, dat dit gebeuren zal. Bij de voordracht van den heer Jhr. van Panhuys voor de Vereeniging „Oost en West" over Suriname gehouden was de belangstelling der Haagsche jongelui zeer groot. Decentralisatie.
In het NovEMBER-nummer van de „ANNALS OF THE AMERICAN ACADEMY" vinden wij eene uitvoerige beschrijving en eene beoordeeling van het nieuwe regeeringssysteem voor de Philippijnen, dat in bijna alle bladen der Vereenigde Staten besproken is geworden, niet alleen, omdat het Van zulk een groot belang is voor den Philippijnschen Archipel, maar ook, omdat uit de FEUILLETON.
Van Kota-Radja naar Padang.
De middagdienst op de zalen van het groot militair hospitaal te Kota-Kadja was afgeloopen. De chef der ziekeninriehting en een achttal militaire dokters — kapiteins en Initenants — hadden zich nu in den doorloop tusschen het apotheek-paviljoen en het paviljoen, waarin de officierenwachtkamers en de bureaux waren gelegen, om een tafeltje Neergezet. De apotheker van de wacht, onder wiens toezicht <ie enkele recepten, die 's middags werden aangeboden, gereed waren gemaakt, had zich bij hen gevoegd. De inlandsche wachtbediende bracht een blad, waarop Wen zeer hooge trumblers, gevuld met helder jjswater. , —- Heerlijke godendrank, diep uit den aardbodem opgehaald, gelouterd door Pasteurs filter, afgekoeM. door eigen Vastgelegde kou, lafenis brengend op gloeiend heete dagen aan verschroeide kelen, den tropen eigen 1 zeide een der °nizittenden, die er zeer verhit uitzag, met heesche stem °P koogdra venden toon, en daarna dronk hij het glas bijna lû één teug leeg. -—En maagcathaar verwekkend bij hen, die geen maat bennen van dezen nectar der tropen. Neem een voorbeeld ?a.u mijj sprak een der anderen hem even overdreven na, en Ü1J nam een slok, spoelde den mond met er mede, gorgelde even u spuwde 't water op het ruim een meter lager gelegen grasveld. De gebouwen, waaruit het hospitaal bestond, zieken^avdjoens, magazijnen, keukens enz., lagen, evenals de ^bindende overdekte gangen, hoog boven den grond.
resultaten dezer proefneming in de toekomst leering zal getrokken worden ten bate van de andere van Amerika afhankelijke landen. Nu bij onze Regeering de plannen tot decentralisatie van Bestuur in Oost-lndië op nieuw in bewerking zijn, meenen wij onze lezers een dienst te bewijzen door een overzicht te geven van hetgeen de Vereenigde Staten met de Philippijnen voor hebben. Dat stelsel zal hoofdzakelijk beheerscht worden door twTee wetten, die betreffende DE GEMEENTE en die aangaande DE PROVINCIE, waarvan de eerste, die verreweg de belangrijkste en de meest fundamenteele is, overal ingevoerd zal kunnen worden zonder onderscheid of het eene plattelandsof stadsgemeente is. Juist dit laatste punt heeft echter aanleiding gegeven tot veel verschil van meening, daar velen beweren, dat het beter geweest ware, om voor het slecht bevolkte en zeer achterlijke binnenland andere maatregelen te treffen. Iedere GEMEENTE (municipio) krijgt als bestuur een president, een vice-president en een gemeenteraad (municipal council), die door de gemeentenaren worden gekozen en zitting hebben gedurende twee jaren. Het getal gemeenteraadsleden is van ACHT tot ACHTTIEN, naarmate van het bevolkingscijfer der gemeente ; er zijn vier klassen. De gemeente wordt verdeeld in wijken (barrios). De eischen voor het stemrecht zijn betrekkelijk hoog ; kiezers zijn de mannelijke ingezetenen van minstens 23 jaren oud; zij moeten of de een of andere belangrijke gemeentebetrekking hebben bekleed, dan wel onroerende goederen in bezit gehad hebben ter waarde van minstens 500 dollars, tot vóór Augustus 1898, of zij moeten actueel minstens 30 dollars 'sjaars betalen in de belastingen, of de Engel sehe dan wel de Spaansche taal spreken en schrijven. Iedere kiezer is verplicht den eed van onderwerping aan de Vereenigde Staten af te leggen. Zij die, te rekenen van April 1901 de wapenen voerden tegen het gezag der Vereenigde Staten of sedert dienzelfden tijd hulp verleenden aan de opstandelingen, zijn van het kiesrecht uitgesloten. De eerste verkiezing zal worden (is?) gehouden op den eersten Dinsdag van December 1901. De president der gemeente zorgt voor het opmaken der kiezerslijsten, waartegen bedenkingen kunnen worden ingebracht bij eene herzieningscommissie. De verkiezingen staan onder het toezicht van kiescolleges, door den gemeenteraad te benoemen. De macht van den president is zeer belangrijk en ver-reikend. Behalve de gewone verantwoordelijkheid voor de uitvoering der gemeentelijke ordonnantiën, moet hij de gemeenteambtenaren en de plaatselijke politie controleeren, hij moet de inzameling der belastingen en bet houden van publieke aanbestedingen bijwonen, klachten aanhooren over het schenden van openbare verordeningen en de overtreders straffen, de vergaderingen van den gemeenteraad voorzitten, besluiten van den raad goedkeuren of ze door zijn veto vernietigen. Op advies van en onder goekeuring der meerderheid van den gemeenteraad, stelt hij niet alleen den gemeente-ontvanger (traesurer) en den gemeente-secretaris aan, maar ook alle andere
Tusschen de gebouwen stonden boomen en strekten de grasvelden zich uit. — Volkomen gelijk, stemde de dorstige toe, en elk zijn beurt, maar voW vandaag waag ik er een maagontsteking aan; mijn dorst is onleschbaar ; en zich tot den inlandschen jongen wendende, riep hij ; — Spanda vul mijn glas nog eens 1 — Die is ook op 't nippertje uit zijn bed gekropen! spotte de chef, — Uit mijn bed? 't Mocht wat; ik heb op een matje op den grond geslapen, 't Was als altyd ontzettend heet in mijn kamer. Trouwens, 't heele huis was een oven. — Ja, dank zij de zinken daken, merkte een der overigen op, terwijl hij gelaat en hals, handen en hoofd met een grooten zakdoek afdroogde, — ik transpireer er nog van. Ik kon kussensloop en laken, waarop ik gelegen had, wel uitwringen, evenals mijn kabaja. Jelui, die in huizen woont met atap gedekt, zijn te benijden. — Dat zijn ze, stemde de dorstige toe, — want, is 't hier 's middags overal warm, in een huis met een zinken dak is 't heeter dan in de barre zon midden in een uitwasemende sawah. Ik zou wel eens willen weten, in wiens oververhit brein dit daksysteem werd uitgebroed, of wiens ijskoud hart heeft toegestaan, dat er zulke ijselijke, — en hij drukte bijzonder op het »ijs», — hellenuizen werden gebouwd in tropische strandlanden, 't Is om in gloed te raken over zulk een heetgeblakerd idee of om te rillen van zooveel koele onverschilligheid" voor 't welzijn van zijn evenmensen. Hij wreef den wijsvinger langs het voorhoofd, terwijl hij voorover bukte, en een straaltje vocht stroomde af en maakte een plasje op den planken vloer van den doorloop. — En dan zeggen ze nog, dat een mensch niet smelten kan, zei hij, terwijl hij op de natte plek wees; maar zich plotseling
gemeente-ambtenaren. Hij kan ze op hetzelfde advies en onder goedkeuring der meerderheid van den raad ook schorsen en ontslaan. Het symbool zijner macht is een zwarte stok met gouden knop en zilveren kwasten. Het maximum-inkomen zoowel van den president als van den gemeenteontvanger en -secretaris is bij de wet vastgesteld in overeenstemming met de klasse, waartoe de gemeente behoort. Om in eenig gemeente-ambt te worden benoemd, moet men gezond van lichaam en geest en niet ouder dan 65 jaren wezen en nimmer vroeger uit den gemeente-dienst ontslagen geweest zijn. Herkiezing in eenige gemeente-functie mag niet geschieden, dan twee jaren na het einde der eerste tweejarigeperiode. Geen gemeente-ambtenaar mag, op welke wijze dan ook, direct of indirect betrokken zijn in eene leening aan de gemeente of in den koop of verkoop van roerende of onroerende goederen aan de gemeente. Bij overtreding van dit voorschrift kan hij door den gemeenteraad worden ontzet; waartoe echter eene meerderheid van § der uitgebrachte stemmen noodig is. De gemeenteraad heeft, behalve zijn recht om benoemingen door den president al of niet goed te keuren, aan de gemeente-ambtenaren hunne verplichtingen voor te schrijven en hun loon vast te stellen ; hij bepaalt de grenzen der verschillende wijken, voorziet in de blijvende vacatures van vice-president of raadsleden, beslist over belangrijke gemeenteuitgaven, schrijft binnen zekere grenzen belastingen uit, beheert gemeentebezittingen, zorgt voor de noodige bouwwerken, voor straatverlichting, besproeiing en reiniging, voor het onderhoud van straten, kanalen en landingsplaatsen, bruggen en riolen, regelt het begraven der dooden, richt slachthuizen op en houdt toezicht over alle hygiënische maatregelen door het instellen van een degelijk politiekorps, dat speelhuizen en opiumkitten onmogelijk maakt, en volksoploopen en met de goede orde in strijd zijnde, volksvergaderingen tegengaat. Verder moet hij zorgen voor keuring der voedingsmiddelen, ijk van maten en gewichten, regeling van den postdienst in overleg met de door het centrale gouvernement vastgestelde regelen; hij bouwt gemeentescholen en gemeentegevangenissen, regelt den verkoop van sterken drank en neemt alle verdere maatregelen, die hij noodig acht voor gezondheid en veiligheid, en om den materieelen en moreelen vooruitgang der gemeente te verzekeren. Wij hebben van die lange lijst, waaruit een overgroote gemeentelijke zelfstandigheid blijkt, nog verscheidene details wegelaten en komen nu tot de verzorging der gemeente-financiën, waaruit dat alles zal moeten worden betaald. Vaststaat daarbij, dat plaatselijke inkomsten slechts mogen dienen voor plaatselijke behoeften. Die plaatselijke inkomsten worden omschreven als volgt: 1. Eene belasting op de waarde der onroerende goederen van niet minder dan 25 en niet meer dan 50 per mille. 2. Belasting op de visscherij. 3. id. voor veehouders en op rente en voordeden getrokken van gemeente-eigendom. 4. Licentierecht of huur voor instellingen van
tot den chef wendende vervolgde hij : — Ik heb een ernstigen patient op mijn zaal gekregen. — Zoo, wie dan ? — De bekende sergeant Frits . . . , die aardige, vroolijke kerel, wiens intieme vriend Freek b\j 't laatste uitrukken is gesneuveld. Je weet wel, zoo wendde hy zich tot den apotheker, — dezelfde onderofficieren, die met hun beiden verbandartikelen kwamen halen, toen we samen de wacht hadden. Sergeant Frits amuseerde ons nog met zijn verhalen over voorgevoelens. — Juist, bevestigde de apotheker, — sergeant Freek had een voorgevoel, dat zijn vriend 't leven zou lateD en hij schoot er zelf zijn hachje bij in. Wat is er met Pollux, zooals hij genoemd wordt ? — Hij is met zware beri-beri binnengebracht. — Och kom, hernam een andere, — ik heb hem pas wel en gezond gezien, hoewel wat bleek en vermagerd. Hij komt dikwijls op mijn zaal, om aan den inlandschen fuselier, die zijn gewonden vriend heeft beschermd tegen de Atjehers, tot hij zelf er bij neerniel, wat versnaperingen te brengen. —• Dat kan wel ; hij heeft zich zoolang mogelijk op de been gehouden, 't Is een flinke vent en alles behalve een bootafhouder; maar van middag is hij eindelijk in een gezakt. — Arme kerel, zeide de chef, — dat is 't begin van 't einde. Is er wel eens beweerd, dat beri-beri ontstond door moreele depressie, zeer zeker is 't, dat 't moreel van dezen man zoo gedrukt is, dat hij niet lang weerstand aan de beri-beri zal bieden. Zijn de verschijnselen nog al ernstig? — Nogal. Sterk hartgeruisch, verhoogde hartswerking, zenuwoverspanning, zware benauwdheden, en dan heeft hij
publieken aard, ingericht of beheerd door bijzondere personen. 5. Betaling voor onderricht in middelbare en hoogere scholen. 6. Verschillende pachten. 7. Boeten. 8. Belasting op voertuigen. Alle belastingen, pachten en inkomsten moeten bij ordonnantie worden vastgesteld; inkomende rechten mogen echter door de gemeente nimmer worden geheven. Van de belasting op de vaste goederen moet minstens \ worden besteed voor de oprichting en het onderhoud van kostelooze scholen.
De wet op de Provincie betrekking hebbende, is geheel in oveereenstemming met de groote gemeentelijke autonomie. De provinciale instellingen werken hoofdzakelijk controleerend en staan tusschen de gemeenten en het centrale gouvernement. De voornaamste provinciale ambtenaren zijn de Gouverneur, de Secretaris, de Ontvanger (Treasurer), de Supervisor en de fiscaal (rechterlijk ambtenaar). De provinciale gouverneur wordt gekozen door een vergadering (consention) van alle gemeenteraadsleden in de provincie, maar de keuze moet door het centrale-gouvernement worden goedgekeurd. De overige hoofdambtenaren worden door het centraal gouvernement benoemd. De gouverneur is belast met de uitvoerende macht in de provincie; hij bekrachtigd de vonnissen der rechtbanken, controleert de plaatselijke politie, kan gemeentelijke hoofdambtenaren schorsen, presideert de provinciale raad, bezoekt iedere gemeente eens in de zes maanden, hoort dan eventueele klachten aan tegen de handelingen van de gemeente-bestuurders enz. De provinciale Secretaris redigeert de provinciale besluiten en beheert het provinciaal archief; hij vervangt den gouverneur als deze afwezig is. De provinciale-ontvanger (traesurer) is de eerste financieele ambtenaar der provincie ; hij is superintendent wat de schatting der waarde van de onroerende goederen betreft in alle gemeenten der provincie, bestuurt de inning der belastingen die door de centrale- en provinciale besturen en door de gemeenten geheven worden. Hij is verder met de inning van alle inkomsten van provincie en gewest belast en dient jaarlijks zijn verantwoording in aan den hoogsten financieëlen ambtenaar van het centraal gouvernement. De Supervisor is eigenlijk directeur van de openbare werken in de provincie, maar de werken die gelegen zijn in het bewoonde gedeelte der gemeenten staan buiten zijn d i r e c t beheer. Hij besluit, welke wegen door gemeenten en welke door de provincie moeten worden onderhouden enz. Hij rapporteert maandelijks over den toestand der wegen aan den provincialen raad. De fiscaal is de rechterlijke adviseur van het provinciale Gouvernement. Hij is dit daarenboven van den president en den raad van iedere gemeente in de provincie en handelt als Officier van Justitie bij het vervolgen van misdrijven. Hij staat hiërarchiek onder den Advocaat-Generaal van het Centraal-Gouvernement. De provinciale Raad bestaat uit den Gouververbazende oedeem. Zijne beenen zijn zoo zuchtig, dat ik zulke putten, — en de spreker gaf een maat aan, door met den nagel van zgn wijsvinger tegen den top van zijn duim te drukken, — in zijn scheenbeen kon duwen. Hij loopt al moeilijk. — Als 't zoo erg is, komt hij morgen al dadelijk op de evacuatielijst. Hij treft het in zoover, dat hij Atjeh binnen een paar dagen kan verlaten, zei de chef. Nadat de officieren nog wat hadden gepraat over onbeduidende onderwerpen en enkele anecdoten waren verhaald hokte het gesprek. De chef kon er geen lettergreep meer uitkrijgen. Enkelen, die geen woord gesproken of niet naar één geluisterd hadden, geeuwden achter de hand. Dat was voor den chef veelzeggend : "Zij hadden al hun plicht gedaan, en wilden nu wel henen gaan.// 't Was kwart vóór zes. Hij kon met fatsoen een einde maken aan de z.g. middageonferentie. — Gaan de heeren mee? vroeg Inj. De aangesprokene stonden haastig op. De stoelen schoven over de houten vloer, alsof er één groote zetel met vele pooten snel bewogen werd. Ze waren allen dan ook één van zin en wilden zoo spoedig mogelijk de ziekeninrichting uit en het wandelpad op. — Wat hebben we hier toch 's middags zoolang te doen ? mopperde een, die wat ver af stond, met een ontevreden trekken van 't gelaat, tot een ander, die er even misnoegd uitzag, — de dienst is afgeloopen in een ommezientje: kijken of de boel in orde is, een enkelen nieuwen patient bezoeken, die reeds door den dokter van de wacht is waargenomen, dat is al. Is er een zware zieke of iets bijzonders, dan is dat in een oogenblik aan den chef verteld. Die middag-conferentie bestaat uit moppen tappen, anders niet. En o wee, als de chef getrouwd is en niet met zijn vrouw
neut, den Ontvanger (traesurer) en den chef v a n het Waterstaatsdepartement (supervisor), hij k a n provinciale belastingen uitschrijven op de onroerende goederen en behartigt verder wetgevend alle andere belangen, de provincie betreffende.
Wij hebben, hetgeen i n de Annalen der Amerikaansche Akademie staat hier en daar verkort, maar toch naar wij hopen een goed idee gegeven van de radicale proef van decentralisatie, die m e n op de Phillip ij nen gaat nemen. Een der voornaamste bemerkingen, reeds vooraf door de Amerikaansche pers gemaakt, is het niet onderscheiden van stads- en plattelandsgemeenten, vooral wat de financiën betreft. De inkomsten zullen juist dââr het geringste zijn, waar het meeste behoefte bestaat aan het maken van goede wegen en liet verbeteren v a n het onderwijs. Ook het reeds dadelijk invoeren van het Kiesstelsel voor de benoeming der hoofdambtenaren vindt krachtigen tegenstand. H e t is onze plicht, zoo wordt gezegd, om die eilanden op te leiden voor zelfbestuur, dat is zoo; maar het is niet minder onze plicht om zorg te dragen voor een degelijk beheer, dat het land materieel vooruit brengt en het volk ontwikkelt. Zal n u dit laatste niet lijden onder de dadelijke toepassing der beginselen, die moeten voeren tot het eerste ?
WEEKOVERZICHT.
Na de algemeene beschouwingen de debatten over de afzonderlijke hoofdstukken van de staatsbegrooting, waarbij telkens een ander bewindsman achter den groenen tafel verschijnt, om de verschillende sprekers te beantwoorden. Een gelegenheid, waarbij nog meer dan bij de algemeene beschouwingen sprekers loskomen, waarbij zelf sommige leden hun eenigste speech voor het geheele zittingsjaar plegen te houden; althans in vroegere jaren had men enkele gemoedelijke heeren, die bijvoorbeeld bij de behandeling van Waterstaat voor de twintigste keer aandrongen op het uitbaggeren van een vaarwatertje in hun district en dan verder het geheele jaar zelfvoldaan zaten te glimlachen. Deze keer werden verscheidene nieuwe schotels ter tafel gebracht, die waarschijnlijk bestemd zijn, om naar dit gebruik telkens van jaar tot jaar te worden opgewarmd. Een daarvan kan gevoegelijk zijn, die van . de Balije van Utrecht. Deze instelling, die zelfs aan de Hervorming het hoofd kon bieden en de Fransche revolutie glorierijk doorstond, zal vermoedelijk niet met een speechje in de Tweede Kamer om te werpen zijn. Intusschen, wanneer het ook in den vervolge de heer de Stuers zal zijn, die even geestig en onderhoudend, als hij dit nu deed, dit fossiel aan 't publiek zal vertoonen, lijkt het vooruitzicht om daarvan nog veel te hooren, nogal genoegelijk.
Merkwaardig was de kiile ontvangst van den Minister van Buitenlandsche Zaken. Zonder ons in den vaderlandschen politieken strijd te mengen, iets waarvan wij steeds beloofden ons te zullen onthouden, kunnen wij niet nalaten op te merken, dat deze Minister al een heel pover figuur heeft gemaakt. Er heerschte in de Kamer al eenige weerzin over de wijze waarop dit lid van het Kabinet kort na zijn optreden begonnen is, om de niet-adelijke ambtenaren van zijn departement aan kant te zetten, en de stemming werd er niet beter op toen de Minister, gevraagd naar hetgeen hij dacht te doen in de schandeliike zaak van de gevangenneming van onze Nederlandsche ambulances in ZuidAfilka, niets beters wist te doen dan, zelfs in weerwil van het zoo klemmend juiste betoog van den heer van Karnebeek, de engelsche handel- en zienswijze te verdedigen. Een mooi begrip van de positie van een Nederlandschen Minister van Buitenlandsche Zaken ! Van dezen man hebben wij waarschijnlijk voor het aanzien van onze natie niemendal te verwachten. Daarentegen kwam, ook van de tegenpartij, veel sympathie den minister van Justitie ten deel vallen. Trouwens de voorzichtige houding van den heer Loeff en zijn, voor een man zoo versch uit de practijk niet verwonderlijke, voorkeur voor de spoedige regeling van uiterst practische onderwerpen, zooals de administratieve rechtspraak, het burgerlijk bewijs enz., heeft voor een goeden gang van zaken bij Justitie de altijd overwegend juridische Kamer blijkbaar dadelijk vertrouwen ingeboezemd. Tegenover de halve wijsheden van den heer Hugenholtz, die, hoewel de socialistische „studie" club hem met gegevens ruim had voorzien, al heel zwakjes op 't gladde ijs der rechtsgeleerdheid rondscharrelde en, zooals de socialisten dat, wellicht te goeder trouw, doen kunnen, allerlei oude veelbesproken kwesties als verrassende socialistische „trouvailles" trachtte te debitieren, was het antwoorden natuurlijk niet moeilijk, maar ook toen de groote stukken begonnen te spreken, kon men zien dat aan dezen man de zoo hoogst gewichtige positie, die hem ten deel is gevallen, wel is toevertrouwd. De overige ministers, voor zoover zij in de afgeloopen week aan het woord kwamen, zijn oude bekenden en wat het debat betreft, valt het moeilijk daaruit veel onderwerpen van speciaal koloniaal belang vooralsnog op te diepen.
In afwachting van het oogenblik waarop dit ministerie de beschermende invoerrechten aan de orde zal stellen,
kan opschieten. Om dan niet thuis te zitten, blijft hij hier hangen, en wij zijn het slachtdier van . . . . — Sjottt, waarschuwde de ander, die't met hem eens was, — je spreekt te hard, hij kan je hooren, en met zijnen oogopslag duidde hij den chef aan. — Laat hem 't hooren, zei hij, maar . , . heel zacht. Na nog een oogenblik toeven, om een sigaar aan te steken, een glas te ledigen, een stok te halen, brak men op. De apotheker heval, de apotheek te sluiten ; de dokter van de wacht riep den bediende toe, dat hij tot den Panteh-Perakdijk meeliep; en met langzamen, ongeregelden stap ging het tiental, de in zijn geheel bijna vijf minuten gaans langen hoofdgang af. Allen zwegen. Men hoorde slechts een gedempt gerucht, veroorzaakt door 't zacht schuifelen van vele menschen, die in wijde sloffen slenteren over een planken vloer of grint. De vele zieken, die tot 6 uur in den tuin of door de overdekte gangen, welke de paviljoens verbonden, mochten wandelen, sloften op hun groote muilen van wit zeildoek, w ruwwitte, flodderende slaapbroeken en gelig grofl'e, bruingrijs gestreepte, wijde, slappe jassen, heen en weer, steeds heen en weer. Nauw zagen de militairen hunne meerderen aankomen, of het traag geschuifel ging in een rap geklikkiak over, daar zij zich schielijk uit don langen hoofdcorridor in de kortere zijgangen verspreidden, om den weg open telaten. fn een vingerknip was de doortocht vrij. Een hospitaalsoiüaat, die zijn tijd met een zieken kameraad had staan verbabbelen, liep met driftigen tred de officieren tegemoet, bleef vlak bij plotseling slaan, maakte front, sloeg aan, liet allen voorbijgaan en stapte daarna nog sneller en lawaaiiger voort, als om de sekonden, door 't salueeren verloren gegaan, in te halen. De chef moest zijn ijver op
slaan de leden van de oppositiepartijen ongetwijfeld met levendige belangstelling de debatten in het naburig Duitschland gade. Grondig wordt de quaestie daar zeker beschouwd, en voor vriend en vijand van beschermende tarieven valt daarbij, vooral ook uit de lijvige verzameling van deskundigenberichten, heel veel op te steken. Van belang voor dit vraagstuk kan ook genoemd worden een artikel, dat onlangs in een Petersburger blad is verschenen en. dat den ecomischen toestand van de Siberische landen in nauw verband brengt met het Russisch protectionisme. Het artikel, dat in vele Europeesche bladen is opgenomen, betoogt naar aanleiding van de opening van den grooten Siberischen spoorweg dat dit reusachtig werk geenszins in staat zal zijn, om zonder meer eenige verandering in den treurigen toestand, waarin groote streken aan weerskanten van den spoorweg verkeeren, eenige verandering te brengen, want de groote ramp: de duurte van levensmiddelen, wordt daardoor niet verholpen. Het tarief van in- en uitvoerrechten toch, dat in Rusland geldt, beheerscht ook de toestanden in het verste grensgebied. Voor de bevolking die van afval en van gekookte beenderen leeft, gelden dezelfde tarieven als voor de andere streken van Rusland. De invoer van landbouwmachines enz., die langs den noordelijken zeeweg geschiedde, stuitte in de plaats van aankomst op het tarief, dat de koopkracht van de bevolking verre te boven gaat. Zelfs de invoer van schepen, enz., die bestemd waren leven te brengen op den noordelijken zeeweg, ontmoet in het tarief een onoverkomelijken hinderpaal. Hetzelfde geldt van den kleinen uitvoer. En intusschen zijn ellende en ontbering in de Noord-Siberische gouvernementen algemeen. Zoolang het tarief niet gewijzigd wordt in overeenstemming met de middelen van de bevolking, zal de groote spoorweg, waarvan zooveel werd verwacht, misschien goed zijn voor strategische doeleinden, maar leven wekken in de doodsche Siberische vlakten zal evenmin kunnen geschieden, als toen men nog slechts met de postkar die streken kon bereizen.
Uit China kwamen in de laatste dagen tal van berichten, die somtijds moeilijk met elkaar overeen te brengen schenen. In de eerste plaats vernamen wij, dat het Keizerlijk Hof dan werkelijk weer naar Peking op reis gegaan is en daar in de eerste dagen van Januari denkt aan te komen. Dit wijst er op, dat men het boksers-oproer feitelijk als geëindigd mag beschouwen. Voorts zijn bij Keizerlijk edict aan verschillende hooggeplaatste Chineesche ambtenaren bijzondere eerbewijzen toegekend voor hunne bemoeiingen bij de vredesonderhandelingen. Niemand zal ontkennen, dat die eerbewijzen wel verdiend zijn ! Daarentegen kwamen er tusschen de Europeanen onderling eenige vrij ernstige incidenten voor. Zoo is er te Tientsin een ernstige kloppartij geweest tusschen Britsch-Indische en Duitsche soldaten, waarbij zelfs twee Duitschers het leven verloren. En al worden nu voor den vorm van weerszijden door de autoriteiten nog zooveel betuigingen van leedwezen gewisseld, het feit, dat eene dergelijke ernstige botsing om een betrekkelijk nietsbeduidende reden mogelijk was, wijst er op, dat het op den duur met de internationale bezettingen al heel slecht zal gaan. Dan beginnen nu steeds meer mogendheden aanspraken op Chineesch grondgebied te doen gelden. Zoo verscheen deze week ook Portugal aan de bedeeling. Portugal bezit zooals men weet aan de Chineesche kust tegenover Hong Kong de stad Macao, en wil nu dat grondgebied aanmerkelijk gaan uitbreiden. Portugal's eenige grond daarvoor is natuurlijk slechts deze, dat hetzelfde aan de groote mogendheden is vergund, maar zet men die redeneering consequent door, dan kan het niet anders of onder de Chineezen moet het tegenover de vreemdelingen weer tot eene uitbarsting komen.
De groote gebeurtenis in Engeland zal dezer dagen de speech van Rosebery te Chesterfeld zijn. Er zijn in het Engelsche ministerie eenige veranderingen van personen op til. Met de oude heer Salisbury als minister zal het spoedig gedaan zijn en nu is de groote vraag wie dan de leidende man worden moet. Rosebery zal dus op een zeer gewichtig moment zijn in wijdingsrede voor zijn nieuwen politieken loopbaan moeten houden. Overigens komt in Engeland eene geheel nieuwe stemming onder het publiek en de regeeringspersonen. Het schijnt nu inderdaad dat het met de Boerenoorlog vrij spoedig gedaan kan zijn, althans in Engeland twijfelt men daaraan niet langer, en, hoe zwaar 't ons ook valle het te erkennen : de tegenwoordige toestand geeft voor een nog langdurig verzet weinig hoop. In deze hoopvolle stemming keert ook zelfbewustheid al spoedig terug en is men alvast begonnen met den Duitschers de les over hun protectionisme te gaan lezen. Handelende op instructie van Lord Landsdowne heeft de Engelsche gezant te Berlijn aan den Duitschen minister van Buitenlandsche zaken eene memorie overhandigd van de vereenigde Kamers van Koophandel, verklarende, dat het nieuwe Duitsche tarief nadeelig is voor den handel tusschen beide landen. De ambassadeur vestigde de aandacht op de ernstige bezorgdheid, die men in Engeland koestert, en sprak de hoop uit, dat de vértoogen van de bovengenoemde kamers in gunstige overweging mochten genomen worden in het belang van de handelsbetrekkingen tusschen beide landen. Dit is tegen Duitschland; maar wat zullen de Engelschen dan tegenover ons doen, wanneer wij eens een tarief gaan maken, dat niet voordeelig voor den Engelschen handel is.
merken ! En de chef zeide tot zijn buurman : —• Dat is er nu een, dien ik binnen een paar dagen voor zijn verregaande luiheid in de doos zal moeten stoppen. Spoedig waren zij door de zijpoort buiten het hospitaal. Tusschen de loodsen voor het hospitaalpersoneel en enkele officierswoningen rechts, het inferanterie-kampement en de artilleriekazerne met stallen links gaande, werd de PatehPerakdfjk bereikt. Hier scheidde men. Enkele gingen hunne vlak bij gelegen woningen in, anderen eene Wandeling maken door de groote meuschen-volicre : Kota-Eadja. DÓ officieren van de wacht liepen terug om op het grasveld bij de wachtkamer in luiaard-stoelen //Klimaat te gaan schieten//.
Den volgenden morgen acht uur waren alle officieren van den geneeskundigen dienst op hun post. Na eene korte samenkomst der dokters in de conferentiekamer, onder leiding van den dirigeerenden officier van gezondheid, spoedden allen zich naar hunne zieken. De gewone dienst moest heden vlug worden afgedaan, want 't was de dag, waarop de overste met de evacuatie-commissie op de zalen zou rondgaan, om te vernemen, welke patiënten, volgens het oordeel der hen behandelende geneesheeren, voor vertrek uit Atjeh in aanmerking kwamen. Na een groot uur begon de //dirigeerende// zijn rondgang. De lijders werden nauwkeurig onderzocht en al of niet op den evacuatiestaat gebracht. Maar helaas, menigeen die er op kwam, ging daarom nog niet heen. O, neen! 't gebeurde maar al te vaak in die dagen van zware beri-beri en vele gewonden, dat er geen ruimte genoeg was op een kustboot, om het groote getal lijders, vooral aanmerkelijk na een hernieuwd optreden der onzen tegen den vijand en de
De Zuid-Amerikaansche toestand blijft steeds ingewikkeld. Slechts dit is duidelijk, dat iedereen ruzie heeft met iedereen. Duidelijk is ook dat overal oorlogsmateriaal wordt aangeschaft, hoewel het minder helder is, waarmee dit alles zal worden betaald. Daarbij komt nog, dat men niet genoeg aan eigen ruzie hebbend, zich ook allerwege aanbiedt, als bemiddelaar in de questies van derden. Gelukkig behoeft men zich om al dat alarm niet bijster ongerust te maken. Voor de wereldgeschiedenis zullen deze verwikkelingen geen belangrijk hoofdstuk leveren.
In Italie zijn weer heel leelijke fmancieele onbehoorheden aan 't licht gekomen, zoodat men tal van hooggeplaatste ambtenaren uit 's lands bestuur ziet heentijgen. Het felst wordt tegen de bedorven toestanden gefulmineerd door Enrico Ferri, en wie hem onlangs hier te lande heeft hooren spreken, zal wel niet gaarne in de schoenen staan van den man, die straks door dezen redenaar aan de kaak zal worden gesteld. Verder kalmeert langzamerhand de Poolsche beweging tot de normale anti-Pruissische stokerij ; de Sultan heeft keelziekte en zijn lieve vriend Caillard is weer thuis gekomen. De Duitsche Keizer is niet tegen het duel en de Japanners krijgen zoo waar een oppositie partij. En daarmee is 't voornaamste nieuws van deze week verteld. RECLAMES.
Hulde, wakkere, stoere vissehers, Dobberend op de Pekelplas, Weer en wind, de Zee trotseerend, Alsof 't maar spelevaren was. Haal maar jongens, en de netten, Brengen tong en schol aan boord, Schelvisch, hanen en ook tarhot, Groot en klein in alle soort. Oost en West weet mêe te praten, Van dat heerlijk zeebanket, Want de Haagsche lekkerbekken, Hebben 't in hun hoofd gezet, Gaarne versehe visch te eten En is die zijn prijs steeds waard, Dan wordt ook geen geld gespaard, Want, wie dat betalen kan, Neemt er goed notitie van. Versehe, groote Zeeuwsche Oesters, Voor Kerst en Nieuwjaar vastgesteld Dienen voor gereede zending, vroeg genoeg vooruit besteld. Wil 't adres dus goed noteeren, doch doet zulks niet te laat, Uw bestelling adresseeren, Eoggeveenstraat hoek Prins Hendrikstraat. Aanbevelend G. "Van d e r H a r s t , firma A. Knoester.
D e R e g e e r i n g e n d e d a g b l a d e n
Deze circulaire kan al dadelijk nageleefd worden door het instellen van een onderzoek bijv. naar de oorzaken van den meer dan ellendigen toestand, waarin hier verleden week contractkoelies werden aangebracht van onder nemingen van mijnbouw in de buitenbezittingen, een particuliere onderneming van mijnbouw (Lebong Soelit) en een gouvernementsonderneming van mijnbouw (Banka).
Oost-Indische berichten.
De volgende circulaire is door den eersten secretaris van het gouvernement aan de chefs van de departementen van algemeen bestuur toegezonden : Meermalen gebeurt het, dat in de dagbladen berichten worden opgenomen, naar welker juistheid een onderzoek wenschelijk is, ten einde ter zake maatregelen te kunnen nemen of inlichtingen aan den minister van Koloniën te kunnen verschaffen. Dikwijls wordt tot zulk een onderzoek het initiatief genomen door de Regeering, maar de Gouverneur-Generaal zou gaarne zien, dat de departementschefs, ieder, voor zooveel betreft de aangelegenheden waarbij zijn departement betrokken is, daartoe ook uit eigen beweging overgingen en Zijne Excellentie met den uitslag ' in kennis stelden. Op last van den Landvoogd heb ik de eer U te verzoeken met dit verlangen van Zijne Excellentie rekening te willen houden. Wel een circulaire om door de Indische bladen met een gevoel van tevredenheid te worden medegedeeld. Het Bat: NBl: waaruit wij de circulaire overnamen, voegt er terecht aan toe : Hieruit blijkt, dat de Regeering, ter zake waarschijnlijk opgewekt door de aanvulling welke zelfs in 's Lands vergaderzaal de indische, ofncieele waarheid nu en dan toont te behoeven, middels gewone niet-officieele waarheid, het noodig acht den departementen van algemeen bestuur een weinig oplettendheid aan te bevelen ten opzichte van hetgeen ambtelijk om redenen van sleur of soesah sekali of wat dan ook, ongestaafd bleef, maar daarom niet minder de aandacht, ja, ernstig onderzoek verdient. Het zal den heeren der departementen eenigszins krenken, dit te moeten vernemen, nog wel uit Buitenzorg, zooals het der Regeering, welke het ambtelijke standpunt van onfeilbaarheid gaarne erkent en doet eerbiedigen, niet aangenaam geweest kan zijn quasi openlijk te moeten verklaren, dat de dagbladen een enkele, enkele maal kennis bezitten van dingen, gelegen buiten den gezichtskring van het soi-disant alziend oog der departementale ambtenaren, die immers alles omvatten; maar — de zeilen dienen gezet naar de richting van den wind.
beri-beri tegen de onzen, te pakken en te stuwen. Immers de kustbooten, hoe ook in den loop der tijden verbeterd, zijn wel passagiers- en vrachtschepen, maar niet ingerieht voor vervoer van zieken, ja eigenlijk niet eens voor transport van gezonde mindere militairen. Menigeen, niet ziek genoeg, bleef achter en . . . . haalde de volgende scheepsgelegenheid niet. Een teeken bij den naam van den patiënt gezet, duidde de meerdere of'mindere noodzakelijkheid van spoedig vertrek aan. Zou uitstel een doodvonnis gelijk zijn, dan stond met groote blauwe letter onder op de ziekenlijst van den lijder: »Evacueeren.» Dat woord werd na een zeer kort onderzoek op de lijst van sergeant Frits geschreven en stond ook op die van den inlandschen soldaat Wongso, den dapperen Javaan, die den vriend van Frits, toen hij neergeklewangd was, niet had verlaten. Zijn schouderwond was verre van genezen, maar ook hij had de beri-beri-infeetie in het hospitaal opgedaan. Evacuatie was noodig. Als voor deze twee, waren er velen, voor wie dat woord »verhoogde levenskans// beteekende. Officieren zoowel als minderen, mannen, nog pas krachtig en gezond, in korten tijd door malaria ondermijnd; door verwonding, bloedverlies, pijn verzwakt en uitgeput; door 't niet opgewassen zijn tegen ingespannen, gejaagd bestaan, geschokt in het zenuwleven. Allen hoopten beterschap te zullen vinden in verandering van klimaat en omgeving, in de koele bergstreken, omringd van gezin en vreedzaam volk. De eenige, die wellicht niet geloofde, ja zelfs niet hoopte, was sergeant Frits.
De morgen voor de evacuatie was aangebroken. Voor de hoofdpoort van het hospitaal stond reeds om half zes de
H e n s c h e l i j l s w e r k v e e v a n B o r n e o .
De laatste aanhaling van 't hierboven geplaatst stuk uit het Bat. Nbl., ziet op een vroeger vermelde schandelijke tekortkoming aan menachelijkheid. In een allerbeklagenswaardigsten staat kwamen de doodzieke koelies van Lebong Soelit, Borneo, te Tandjong Priok aan en werden van daar in een grobak, een voertuig, te vergelijken met een kar waarmee hier steenen e. d. vervoerd worden, tot Batavia naar het stadsverband gereden. Als dat dooreenschudden en schokken, stooten en hobbelen, dien naam mag dragen. Toen ze daar dan ook aankwamen, konden ze den korten afstand naar de ziekenzaal niet loopende afleggen, men moest ze er heen dragen ; terwijl ze zoo vuil en verwaarloosd waren, dat ze 't allereerst met warm, water gereinigd dienden te worden. Een vijftal dejj arme stakkers was blind en de overigen hadden dysenterie; allen verkeerden in zeer bedenkelijken toestand. De meesten zullen dan ook de velen volgen, die te Lebong Soelit en onderweg stierven, en van de rest zullen wel weinigen hun vroegere gezondheid terug krijgen. Is 't niet al te bar, zulke zieken, die onderweg op de lange vaart afgrijselijk zullen geleden hebben, nog zoo'n laatste maat vol te meten, door hen per grobak te doen vervoeren, en dat terwijl er langs den zelfden weg een spoortrein gaat? Maar 't schijnt eenmaal de gewoonte te zijn, dit arm, menschelijk, bruin vee, dat voor 't vervolg toch tot niets nut meer zal zijn — zelfs niet om te slachten — geen plaats in een trein te gunnen. Daarvoor, zegt het Bat. Nbl., zouden vier goederenwagens, in ieder waarvah vier brancards kunnen worden geplaatst, zijn noodig geweest. Het vervoer zou dan vier maal acht gulden, zegge twee en dertig gulden hebben gekost, wat blijkbaar een colossale geldverspilling geacht werd. In een volgend bericht wijst dit blad, in verband met 't groote sterftecijfer, op de Borneosche ondernemingen, den ellendigen toestand van deterugkeerende koelies en het weinig gunstige rapport door den heer Mundt, commissaris der Mijnbouwmaatschappij Redjang Lebong over het hospitaal te Lebong Donok uitgebracht, op een maatregel die in Britsch Borneo wordt | genomen, als de sterfte van de Koelies op de onder !
nemingen de norm van 17 pet. overschrijdt. Deze worden in dat geval eenvoudig gesloten. De Regeering heeft hier een plicht te vervullen ! zoo eindigt 't Bat. Nbl. zijn bericht.
Het goede vervoer van zieken in alle vormen, èn per boot, èü per trein, èn p e r . . . . grobak is in 't algemeen nog een onopgelost vraagstuk in Indie'Er zijn zeker in de laatste jaren meer en meer verbe-1 teringen ingevoerd, maar, we zien het uit 't hierboven aangehaalde, 't ware is het nog niet. Zoo is ook 't transport per boot van de zieke
troepen en Kettinggangers, die het leger zijn toe-1 gevoegd, nog lang niet wat 't wezen moest. Het minder voorkomen van de beri-beri in AtjeÖ maakt, dat de aandacht niet meer zoo sterk en vetf vuldig op het onvoldoende van 't ziek-e«ww»>voer wor* gevestigd en op het in dienst stellen van ziekenschepe' wordt aangedrongen. Maar we zijn in Indië nog lató5 niet klaar met 't vestigen en handhaven van ons gezag, dat weten we ; en als te eeniger tijd eeC j ziektetijdperk, zooals we 't in Atjeh hebben gehad' ; ons komt overvallen, dan zijn we in hoofdzaak nog eveij ver als toen. Maar afgescheiden van die toekomst eiscb» 't tegenwoordige groote verbetering en voorziening. W'J wijzen om een denkbeeld te geven, hoeveel de zieken, en gewonden, en vaak stervenden te lijden hebben, oP eenige gedeelten in 't feuilleton, dat wij in dit eö volgende nummers van het Weekblad opnemen. Hoewe' toestanden van vóór enkele jaren beschreven geworden is er nog zooveel actueels in, dat wij 't gaarne over'j drukken. Wel bevatten de nieuwe schepen van de KoO' I Paketvaart jMij. vele verbeteringen, die ten goede ko me' i aan de zieken, maar die zijn niet uitsluitend met & i doel aangebracht. Voor bepaald ziekenvervoer zijn de
logies der minderen niet in de eerste plaats ing6" richt. Bij zeer heet of buitengewoon slecht weer b-^ blijven de bezwaren voor goede luchtververschiD» bestaan, want, om maar iets te noemen, er werde' in die schepen geen bizondere toestellen gemaakt 0$ luchtverbetering zoo volkomen mogelijk aan te brenge'] Tevens meenden wij door 't plaatsen van dit feuiUe' ton tegemoet te komen aan den wensch van ve» lezers, om in verhaalvorm een kijk te krijgen °<\ Indische toestanden, die nu niet zoo dagelij ksch t>e' schreven worden.
_ . . . Gaven wij in het laats* D e n o t a o v e r h e t w e ekblad een overzicht va' HU,^«^geschenk d e w e r k z a a m h e d e n e n ig a a n H . H . d e K o n i n g i n . z i c M e n y a n d e c e n t r al« commissie met betrekking tot genoemd gesehen^ we willen er nog een en ander aan toe voegen, na^,
trein gereed. De zieken, die loopen konden, gingen er , j voet heen. Zware lijders werden in tandoes gedragen en ' de goederenwagens naast elkaar neergelegd. A De officier van gezondheid van de viacht, de transpot
Z i e k e n - v e r voer in 't a l g e m e e n .
dokter en een luiteuant-kwartiermeester, administrateur vu" de ziekeninrichting, stonden ter regeling van het verf", j bij den trein. Er heerschte een bezadigde drukte, een dl'0
geestige stemming. Oppassers gingen en kwamen haastig bevelen, zacht, bondig, snel gegeven. (i De lijdenden liepen langzaam in rijen achter elk9" Enkelen bleven onderweg rusten of leunden op minder 1 I zwakte lotgenooten. Ook Frits kwam loopen. Hij wilde niet gedragen word I in een tandoe en evenmin steunen. „ — Och neen, dokter, had hij gevraagd, in een bui T.J overschatting, — laat me op eigen beenen gaan zoolang ,| kan : ik zal langzaam, zeer langzaam loopen. Een sold^ I moet slechts gedragen worden op weg naar 't graf. j j En hij strompelde met den onzekeren, schuddenden '' , van den zwaren beriberi-lijder, die met gevoellooze vo« A de gewaarwording heeft of hij op kussentjes loopt, ter" langs de beenen mieren heen en weer kriewelen. (,;, Stapje voor stapje, de hand op de borst, als om 't boo'., van 't hart tegen te houden, kort en snel ademende, ^ zijne ademhaling tot regelmaat te dwingen, den blik |Jj aarde gericht, schreed hij voort tot aan den trein en si jfJ toen de oogen op. Plotseling stond hij stil, geheel ontü»^,: Daar had hij niet op gerekend; hij had er niet aan »^ dacht, nog eenmaal op deze plek te zullen komen. Op ^ zelfde plaats, waar hij 't lijk van zijn vriend, zijn K-ftä
uit den trein had gedragen een zinnelooze gelijk. (Wordt vervolgd)'
aanleiding van de nota door den heer L. J. C. van Es op de vroeger genoemde vergadering voorgelezen. De heer van Es deed uitkomen, hoe 't al dadelijk bij hem vaststond, dat 't niet de bedoeling mocht zijn, de Indische kunstvoortbrengselen naar de herkomst zóó te rangschikken, dat ze den indruk van een verzameling in een etnografisch museum zouden geven. De bijeen te brengen voorwerpen van Indische kunst behooren het vertrek te meubileeren, terwijl dit zelf zoodanig moet zijn ingericht, dat de omgeving in overeenstemming is met 't geen het zal bevatten. Daar de Koloniën bestaan uit vele eilandengroepen, ieder met eigen beschaving, zeden en gewoonten, waartusschen weinig eenheid is te ontdekken, terwijl de kunst door allerlei oorzaken sedert lang kwijnende is zoo kan moeielijk van een bepaald Indischen stijl sprake zijn. Alle kunstuitingen, nog heden ten dage worden beheerscht door den machtigen invloed van den bloeitijd der Indische kunst uit het tijdperk der Hindoe-overheersching. Bij het beschouwen der reproducties van fragmenten en details der monumenten uit dat tijdperk vestigde zich bij den heer van Es de overtuiging, dat daarin de motieven te vinden zouden zijn voor versiering van de vertrekken. De vraag hoe een gegeven ruimte zóó moest gedecoreerd worden, dat deze een waardig omhulsel voor de daar in te brengen voorwerpen van Indische kunst zou worden, werd beantwoord door het bestudeeren van de vele plaatwerken en photographieën in het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen. Er werd naar die gegevens een plan gevormd en in teekening gebracht. De heer van Es ging uit van 't idee, dat 't mogelijk zou zijn een zaal te versieren, lang 25, breed 15 en hoog 7 meters. Deze afmetingen werden als maxima beschouwd, omdat 't makkelijker zou zijn, later met kleinere dan met grootere rekening te houden. De beide langste wanden zijn volgens 't plan in vijf traveeën verdeeld. Voor de eene wordt rekening gehouden met ramen, voor de andere met deuren. De glasruimten in de lichtwand zullen gevat zijn in à jou?- bewerkt houtsnijwerk. Draperieën worden in de wandbekleeding opgenomen, omdat 't voornemen bestaat vele weefsels daarvoor te gebruiken; mocht 't echter blijken, dat deze van atmospheriche invloeden te lijden hebben, dan kunnen ze vervallen zonder dat dit bezwaar oplevert. In een naast bijliggend vertrek kunnen zoo noodig kunstvoorwerpen en kostbare Indische weefsels een plaats vinden, die minder met de inrichting van het hoofdvertrek overeenstemmen. Is zulk een bij vertrek niet beschikbaar, dan kan tegen een der korte wanden een estrade van kolommen worden gemaakt, geheel in overstemming met de versiering der wanden en daarop de kunstvoortbrengselen worden opgesteld. Aan het plafond worden overeenkomstig de verdeeling der wanden in traveeën, caissons aangebracht. Deze loopen nisvormig op en worden van boven met bloembladen en knoppen gesloten, waarbij gelegenheid zal bestaan, hierin electrische gloeihchten aan te brengen. De vloer van het vertrek zal bestaan uit een van Indische houtsoorten ingelegde parketvloer. De houtsnijwerken zullen in Indië bewerkt en pasklaar gemaakt worden. Menigeen zal, na deze gegevens gelezen te hebben, het verlangen in zich voelen opkomen mettertijd al dat schoone in werkelijkheid te zien. Moge 't aan velen gegeven zijn. En moge de uitvoering van dit werk een gevolg, een goed gevolg met zich brengen : dat velen, die 't zullen zien en de middelen bezitten, er toe besluiten, om in Indië overeenkomstige versieringen te laten maken voor hun huizen in Nederland, de ontwikkeling van de Indische industrie en kunstzin ten voordeele. Wij maakten in ons vorig ïfog eens de W a d meiding van Cursussen Cursussen van den d i e i n I n d i e gegeven werden „Indischen Bond. e n waarsChijnlijk nog tot stand zouden komen en haalden ook aan 't geen 't „Onderwiis" opgemerkt had omtrent 't verloopen van die, welke door den „Indischen Bond" in 't leven waren geroepen. De heer L. Stroband heeft naar aanleiding van dat bericht een en ander medegedeeld, dat een heel andere en betere kijk op de zaken geeft en dat wij met des te meer genoegen aanhalen, omdat de opmerking, die wij maakten overeenkomt met de slotsom waartoe de schrijver komt.
! S g.l^^•l.^w^y7^^•tT?'^
A D V E R T E N T I E N.
Jlir. van Panlmys 19 December 4 Prinsengraclit Jongelïngs-VereenigiBig.
Heeren verlofgangers uil Indië worden bijzonder attent gemaakt, op het pension OBA ET IiABOBA te Hees bij Nijmegen, prachtig gelegen, ruime kamers, degelijke keuken. Voor families worden bijzondere schikkingen getroffen.
Een b e k w a a m M a c M n i s t B a n l t w e r l i e r , zelfstandig alle herstellingen aan machines en materieel kunnende uitvoeren; bekend met Engelsche en Fransche taal, werkplaatsadministratie enz., zag zich gaarne geplaatst, liefst in eene onzer Indische koloniën. Uitmuntende referentie n ten dienste. Franco brieven te adresseeren aan en inlichtingen te bekomen bij de 3de Commissie der Vereeniging „Oost en West , Heerengracht 4 , D e n Haag.
Hij zegt: Velen toch gaven zich op, omdat het gekleed staat 'n grooten leerlust aan den dag te leggen ; anderen wilden wel eens zien, wat 't zou worden, of 't leuk zou zijn, met de gedachte: „Je bent er niet aan getrouwd, bevalt het niet, dan smeer ik hem!" Anderen, die op de school nooit hadden willen leeren, meenden, dat ze op zoo'n cursus wel gauw, bij voorbeeld in een maand of zes, tot 'n knappen kerel konden worden gemaakt, en namen plaats onder de leerlingen met het vaste voornemen, om zich niet te verzetten tegen dat knap worden. Van medewerken was natuurlijk geen sprake bij hen, en ze gingen door als vroeger met zich te laten leeren, de concessie doende, dat zij zich niet meer verzetten als vroeger. Geen wonder dus, dat een groot deel uitviel, 't Knap worden ging met vlug en gemakkelijk genoeg, 't was daarmede nog net als vroeger „je moest ook hier zelf werken". Maar nu de goeden, de menschen, die zich met heiligen ernst om van de prachtige gelegenheid te profiteeren en hun uiterste best te doen, traden ook zij terug uit luiheid of onverschilligheid, was ook bij hen gebrek aan appreciatie ? Immers neen! Daarvoor waren vele andere redenen: ziekte met verzuim van lessen en achterraken als gevolg, vermeerdering van werk in hunne betrekking, gebrek aan ontwikkeling, om op den duur te kunnen volgen en andere. Deze, een handelsemployé, zou in 't vervolg pas om vijf uren uit de stad komen, gene, een klerk was overkropt met werk als wijkmeester; o! 'k zou vele andere even geldige redenen kunnen noemen voor hun wegblijven. Maar nu de anderen, die zulke redenen niet hadden, waarom gingen zij heen? Ik opende een cursus met een groote veertig dames en heeren en nu, tien maanden later, zie ik nog 'n twintigtal geregeld komen. Mag ik klagen bij zoo'n resultaat? En de cursus in Engelsch, hier in het lokaal van de zevende school is ook die verloopen? Neen, zoo erg is 't gelukkig nog niet! En verder, na de opsomming van de gevallen waaraan 't afnemen van de belangstelling in de Cursussen te wijten is: We hebben over het hoofd gezien, dat de. meesten van ons de zeer moeilijke taak van onderwijzer geheel onvoorbereid, zij het dan ook geheel con amore, op zich namen. Zou ook niet daar de fout schuilen? Een hoeveelheid kennis en goeden wil maakt iemand niet tot onderwijzer, al is 't ook overbekend, dat 't onderwijs het gemakkelijkste vak is, dat er bestaat. En zeker, 't is hoogst eenvoudig een uurtje te praten over een onderwerp, waar men heel wat van weet, maar dat is geen onderwijs geven. De stof moet niet alleen behandeld, maar ook verwerkt worden. Ze moet 't eigendom worden van den leerling en om dat doel te kunnen bereiken, moet men jarenlange ondervinding als onderwijzer hebben. Het dwaalbegrip, dat ieder, die iets weet, dit ook aan anderen kan leeren, het dwaalbegrip, waarop voor 't grootste deel de geringschatting berust van 't groote publiek voor den werkkring van den onderwijzer, is de klip, waarop alle cursussen zullen schipbreuk lijden, die niet door vakmannen gegeven worden. De sympathieke dilettanten op onderwijsgebied de mannen, die ter bereiking van 't goede doel tijd en inspanning gaven, om de cursussen op te richten en in stand te houden, zij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor 't gering resultaat; het doel was schoon, hun streven edel en 't is niet hun schuld, dat zij niet vroeger achter de schermen hebben gekeken. Wellicht waren zij dan teruggeschrikt voor de al te zware taak. De heer Stroband brengt te recht hulde aan de mannen, die hun vrijen tijd, vaak de eenige genietbare uren van hun dag, ten offer brengen aan hun schoon streven. • . Wij zien uit deze aanhalingen, dat de cursussen meerendeels gegeven worden, door mannen die geen onderwijzer zijn. Is 't om verschillende redenen te begrijpen en te billijken, dat onderwijzers zich niet beschikbaar stelden, om lessen te geven ; toch is 't zeer jammer, en 't geeft ons aanleiding om ook in het Koloniaal Weekblad velen, ook hier in Nederland, waaronder toch ettelijke zullen zijn, die nog financieele belangen in Indie hebben, te wijzen op't groote
nut, dat deze cursussen in de toekomst voor Indie moeten afwerpen, en aan te dringen, om den „Indischen Bond" geldelijk zoo te steunen, dat zij 't geven van lessen kan opdragen aan geheel bevoegden tegen billijke vergoedingen.
Hij stgesehenk aan het Gouvernement
Aan de' Sem. Ort. ontleenen wij het volgende bericht. Gisteren d.i. 5 Nov. werden per tram aan den assistent-resident van Koedoes verzonden twee wagenladingen rijst, welke door mejuffrouw Hoeitje Oei Tiong Ham, dochter van den majoor-titulair Oei Tiong Ham, aan de regeering ten geschenke zijn aangeboden ter verdeeling onder de noodlijdende bevolking van het district Klamboe der afdeeling Koedoes. Naar wij vernemen is door de schenkster een nog grootere hoeveelheid rijst ter beschikking gesteld van den resident alhier. Een mooi voorbeeld dat navolging verdient.
, . Werd vroeger meermalen Uitbreiding van het k l a a g d o v e r g e b r e k a a n Corps Otflcieren o f f i c i e r e n v a n Gezondheid, van G e z o n d h e i d . h e t s c h i j n t ) d a t v o o r aidoor den grooten omvang die de Cholera-epidemie dit jaar over Indië genomen heeft, het nog duidelijker aan den dag is gekomen, dat men voldoende militair geneeskundige hulp te kort komt. — Misschien ook, dat overwegingen in betrekking tot een meerdere behoefte bij 't optreden tegenover een B. V. er van invloed op zijn; maar in elk geval schijnt de Chef over den geneeskundigen dienst 't noodig voor te komen het aantal Officieren van gezondheid aanmerkelijk te vermeerderen en zou door hem aan de Eegeering zijn voorgesteld, om aan dat officierscorps een zeer groote uitbreiding te geven. Volgens 't Bat. Nbl. met niet minder dan vijf-en-twintig. Een buitenkansje dus in zicht voor de jongelui die in de geneeskunde studeeren.
Van Yreemde Koloniën.
EÏTGEIiAWD. De Engelschen schijnen nog niet genoeg te hebben aan hun langdurigen oorlog in ZuidAfrika; in Indië zijn telkens militaire expedities noodig en onlangs werd er een ondernomen tegen tegen Aro's en de Abam's aan de Crosso-rivier in Nigerië. Volgens de „Times" van 14 dezer trekken de Britsehö troepen zegevierend het binnenland in, zonder veel tegenstand op hun weg te ontmoeten en bet laatste Reuter-telegram uit Bombay meldde, dat zij Bende en Arochuku, de' beide voernaamste middelpunten, zonder groote verliezen genomen hadden. Zouden deze berichten even geloofwaardig zijn als die betreffende overwinningen in den Boerenkrijg?
Uit bet Fransche Dagblad „La Patrie", van 16 dezer nemen wij over : Officieele telegrammen van de Afrikaansche kust verklaren, dat de expeditie der Engelschen in Nigerië geregeld voortgaat, niettegenstaande zij vele onverwachte moeilijkheden op haar weg ontmoet. Daar de militaire autoriteiten, zooals gewoonlijk (sic!) slecht ingelicht waren, wist men niet eens, dat de Aro's hunne pijlen en bogen badden vervangen doornieuwerwetsche Snijder-geweren. Deze pijnlijke verrassing kostte menig Engelsch soldaat het leven. Ook verwonderde men er zich over dat dezelfde Aro's, die bizonder oorlogzuchtig van aard zijn en vroeger niet achter verschansingen wilden vechten heimelijk de versterkingskunst hadden aangeleerd. Het kleinste dorp wordt mi door drievoudige palissadeeringen en daaromheen gegraven grachten beschermd, zoodat de Engelschen deze, voor zij ze in kunnen nemen, geregeld moeten belegeren, waardoor de voortgang der expeditie zeer belemmerd wordt. Bovendien kwamen de verkenners dezer dagen tot de ontdekking, dat de heirweg, die naar het binnenland leidt op verschillende punten afgesneden is door fortificatie-liniën op afstanden van drie tot vier honderd Meters van elkaar gelegen. Te Lagos veronderstelt men, dat zich bij de Aro's Duitsche en Fransche oud
çy?2S?5:?™?ïe^s MwaesasBsaMBgEtSäB DEKK H o f l e v e r a n c Brood- en Beschuitfab
99O P G E R I C H T 1 6 8 0 . 8, OUDE MOLSTRAAT—DRIEHOEKJES 's-Gravenhage. KRENTENBROOD. WEIN A CHTSSTOLLEN.
DE LEEUW's Anijssuiker en Slemppoeder,
zijn de beste en voordeeligste. EENIC ADRES: Nlej. E. DE LEEUW, Prinsestraat 42, Den Haag.
9 gedipiom. muziekleeraar, geeft grondig onderwijs in Piano en Theorie. Tevens opleiding voor examens. Spreekuur Dinsdag en Vrijdag 2—3. Riouwstraat 122, den Haag.
lOO gr. o » o i i . . . f o,eo ÏOO „ Eau <le Botot - 0,ï5 Huis-Apotheken met verband van af ƒ 5,00 Irigatoren » n ' 1|50 Inhalatietoestellen . . . . „ „ • 1,35 Ondersteken » » - l; 2 5
IJszakken „ „ - 0,90 en verder alles op het gebied van ziekenverpleging.
Steeds verkrijgbaar bij A. S. BLEEKRODE, 97,PMNS HENDRIKSTRAAT, Den Haag
Bij de Haagsche uitgevers Mpij. „ BET GEMEEECHmmiJK BELANG" is verschenen; Regelen ter bevordering van de Oezondlieid l»ij liet heersenen van Influenza en M a l a r i a , door Dr. NORBERT GRABOWSKY. Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren Prijs 25 et. Prijs 25 et.
PORT-,. SHERRY MADEIRA en fijne TÂFELWIJNEN
officieren en onderofficieren bevinden, uit de naburige koloniën, Kameroen en Benin afkomstig, die aan de Aro's de nieuwe manier van oorlogvoeren hebben geleerd, waardoor deze in staat zijn de Engelsche colonnes zooveel mogelijk nadeel te berokkenen; en de van de hoofdmacht afgescheiden patrouilles te verrassen en af te maken.
Lord Curzon vervolgt ondertusschen zijn reis door Engelsch-Indië, alle hoofdplaatsen bezoekende, waar hij natuurlijk telkens om het hardst welkom geheeten wordt, ook door de Inlandsche hoofden, die dan echter tegelijk de gelegenheid hebben, om den Onder-Koning de wenschen en nooden van hun land kenbaar te maken. Zoo seint de zelfde correspondent van de „Times" uit Birma, dat de gemeenteraad van Moulmeïn de groote noodzakelijkheid had bepleit van eene spoorwegverbinding met Rangoon, van meer wegen en van verbetering van de haven waarop Lord Curzon zou geantwoord hebben, dat reeds het noodige geld voor den aanleg van wegen werd besteed en beloofd, dat hij alles in het werk zou stellen, om de rivier in bevaarbaren staat te brengen. Den 15den zou de Onder-Koning zich naar Calcutta begeven.
FRANKRIJK. In „La Dépêche Coloniale" van 14 dezer vinden wij een zeer lezenswaardig hoofdartikel van Charles Lemire, een oud-resident uit Indo-Chine, waarin deze aan de Fransche pers het verwijt maakt, dat zij zoo slecht op de hoogte is van hetgeen inde onmiddellijke omgeving der Fransche kolonie voorvalt. Bij gelegenheid van de benoeming, n.1. van de Richelieu, een Deen, tot minister van marine in Siam, hebben alle dagbladen hun vreugde te kennen gegeven, dat de Siameesche regeering daardoor bewezen zou hebben, hun vreemdelingenhaat overwonnen te hebben. De heer Lemire daarentegen beweert, dat er nimmer sprake is geweest van een dergelijke haat, integendeel, juist uit een stelsel van politiek evenwicht, benoemde het Siameesche gouvernement sedert geruimen tijd reeds vreemdelingen tot technische ambtenaren, waaronder Engelschen, Duitschers, Deenen, Belgen, Italianen enz., doch geen Franschen. Het feit is dus, dat de Siameezen anti-Fransch zijn; en het moest volgens den schrijver, juist een rede zijn voor de bladen om in de benoeming van de Bicheleu een mogelijk gevaar voor Frankrijk te zien, want hij toch is dezelfde die den 13den Juli 1893 bij Psaknam, als bevelhebber het oppergezag voerde over de Siameesche zeelieden en de forten, die op de Fransche schoten. Het was ten opzichte van dezen man, wiens naam op Franschen afkomst duidt, dat de Commandant van een der kanonneerbooten, die onder het vuur van zijn forten was geweest, de volgende harde woorden moet gezegd hebben. »Si j'étais le roi de Siam , j'aurais dit à M. de ßicheleu: Vous avez fait peuve d'un tel dévouement à mon pays que vous avez mis ma couronne en péril et je ne saurais vous en remercier qu'en vous faisant pendre!» Doch, vervolgt hij, laten wij deze onaangename herinneringen liever vergeten, nu sedert lang de vrede gesloten is. Onlangs heeft de Gouverneur-Generaal .van Indo-Chine den admiraal op zijn oorlogsbodem een bezoek gebracht en wederkeerig werden beleefdheden gewisseld. De nieuwe Siameesche minister van marine wordt zoowel om zijn karakter als om zijne bekwaamheden zeer geroemd, de heer Doumer kan dus wel gelijk hebben met tot hem te zeggen : »Soyons amis, Cinna; C'est moi qui t'en convie.» Maar toch is het voor ons Franschen goed om in verband met dit feit, enkele gebeurtenissen van den laatsten tijd onder de oogen te zien : 1°. Na zijn reis over Java heeft de koning van Siam een bekwaam Hollandsch ingenieur belast met het ontwerpen van belangrijke irrigatie
ZIJN alom bekend.
HEEEEIGEACHT 3 - 5 2 , Den Haag. Succursales: UTRECHF, LEIDEN. „De wijnen van dit huis zijn verkrijgbaar bij den neer „ B . D E B A S " te Batavia, Hoofdagent voor West-Java."
ZALEN TE HUUR VOOR VERGADERINGEN B E S M A G , Heerengracht 4t. I
C. J. v. d. MEER, Waldeck-Pyrmoutkade 11, Ha, 13, D E N H A A G .
in Wijnen, Binnen- en Buitenlandsche Bieren, Minerale en Medicinale Bronwateren en Gedistilleerd. S P E C I A L I T E I T in Bordeaux-, Bourgogne-, Port-, Bijn- en Moezelwijnen. Champagne en Cognac.
A. A. KNÜUVEB & ZONEN, Gedempte Raamstraat 11-12, SGRAVENHAGE. Hofleveranciers.
Nederlandsche Fabriek van Borduuren Passementwerken, Galonweverij à Jacquard, Photo«raüSn en Teekeningen van "V a a n a e l s. Maconieke Artikelen enz. worden franco ter inzage gezonden. Zilveren Medaille Wereldtentoonstelling PARIJS 1900. Grootste Keuze.
Franco levering door het gelieele Rijk. Th. A. A. SIMONIS, Groenmarkt 3 4 , ©Ter de PBIWSESTBAAT D E 3 S T ü .A. -A. Gr.
VERHUIZINGEN
onder garantie*
Bergplaats voor Inboedels
( G A R D E - M E U B L E ) VERPAKKING (Emballage) van alle soorten van goederen ter verzending door de geheele wereld. DEGMJIJTER&Co.
AMSTERDAM, DEN HAAG, AENHEMLeidscMade 70. Westeinde 48. Parkstr. 70/71.
1 lapijt- en BeddenmagaziJD,
PEINS HENDEIKSTEAAT
k% hoek van Diemenstraat,
143,
»EJT H A A G . Behanger, ^ a
Stoffeerder, ^ $ ^
bekend BEDÜENMAKEß À
pécorateur. < *
JAC. MOULIJN, O p t i c i e n , I n s t r u m e n t m a k e r , 2e Wagenstraat 95, Den Haag, TELEFOON 704.
« / M X Ü L Y en PI&CE-JWEZ Voorschrift van Heeren Doctoren. Artikelen Yoor Ziekenverpleging, Verbandstoffen, Breukbanden, Snspensoirs enz.
Aanleg en onderhoud v a n TELEFOON en ELECTRISCHE SCHELLEN "KoUl £ imitate
S e n H a a g , W a g e n s t r a a t 3 3 .
Centrum der stad en gerenommeerde keuken SO Kamers en Salons. Kamer met Dejeuner f 2.25.
ÏÏ er JYCiele $ Go. V e e n e s t r a a t 5 0 DEN HAAG.
Fabriek en Magazijnen
Yan duurzaam Verzilverde ARTIKELEN VOOR Luxe en Huishoudelijk gebruik.
E. J. F. VAN DISSEL & ZONEN, EINDHOVEN.
FABEIEK van LINNEN TAFELGOEDEREN enz, enz.
j$tF" Inrichting voor het maken, borduren en festoneeren. S P O E D I G E AFEEVERIWG. PRIJSCOURANTEN alsmede ruime kenze Yan STALEN en MODELLEN, worden op aanvrage franco toegezonden. AGENTESSEN GEVRAAGD met relatiën onder den gegoeden stand.
Fabriek eo Magazijnen „DE NIJVERHEID"
B R E D A .
Behangerij, Meubelfabriek, Stoffeerderij, Bedden- en Matrassenfabriek. Mart. Lef el-Domen, H o f l e v e r a n c i e r .
Concureerendst adres voor compleete meubeleering. Enorme voorraad. Lage prijzen. Directe levering. Geïllustreerde prijscatalogus Gratia en franco.
OVERHEMDEN naar maat.
C h e m i s i e r , 24—26 Hoogstraat, Den Haag.
Indische Uitrustingen.
W. EEÏÏVEES, 73 Wagenstraat 73,
HAAGSCHE HOFJES m e t g o u d b e k r o o n d voorzien van bovenstaand handelsmerk, verkrijgbaar bij '. R E U V E R S , Wagenstraat Ï3, CONFISEUR, Den Haag. ÏT.B. Voor d e t r o p e n v e r p a k t i n h e r m e t i s c h g e s l o t e n b u s s e n .
A. SCHARENBERG,
H o f l e v e r a n c i e r .
IJskannen, Uslepeltjes en Schepjes Us- en Ëoelemmers. Sambal-Schotels.
D E K S E L S v o o r G L A Z E N .
5 ' / Ï , 6 ' / , , 7'/s e n 8 1 / 2 cM. middellijn. VINGERKOMMETJES. ' s - G r a v e n l i a g e , H o o g s t r a a t 15.
I S E E I E F & Go. VEENESTRAAT KijlS, den Haag. Magazijn van Garen en Band. DAMES HANDWERKEN. i t o Win Ondergoederen
VAN Jansen en Tilanus. F R I E Z E N VEEN.
J. A. DE GRÜIJTER, Obrechtstraat 196, hoek Reinkenstr.
DEN HAAG.
Groote Sorteering
VIMMIELS, CALORIFÈRES
EN MajolicaTEGELKACHELPLATEN
Gebr. TEN HOUTEN, UTRECHT, hm HAAG.
SPECIALITEIT IN SlaapkamerArtikelen. Soliede bewerking. Zeer billijke prijzen.
KRAIVSEIi, TAARTEN
groote keuze. JCerstartikelen.
ANANAS- MÄRRONS GLACES, FRANSCHE VRUCHTEN bij il- Wijnmany Ss Woordeinde 7, Hen Maag. &, Co's.
ROKHEMDEN
passen onberispelijk.
aF.l.Tamson Nieuwstraat 17
's-Gravenhage.
Voorhanden alle soorten •weegwerktuigen. Reparatiën Accuraat en Billijk.
Thee.
Koffie.
Mokka.
Gember.
Soja.
Chutney.
VAN VEEN & Co., 33 PLAATS, 's-GRAVENHAGE. T e l e f o o n © 8 1 .
SCHEVENINGEN, 109, Badhuisstraat. Telefoon. 4 1 6 1 . Wol-Regime. Depot van het [Echte Prof. Dr. G. Jaeger's NORMAALONDERGOED, voor Heeren, Dames en Kinderen, in Tfinter- en Zomerqualiteit. tot de laagste prijzen. Ä. VÄHLE & Co., <fe»fi«a^HOOGSTB,.14 Teleplioon 1218. Rotterdam, Hoogstr. 340. Lijders aan Jicht en Rhewmatiek ten zeerste aanbevolen. Bovengenoemde Firma hebben wij voor 's-Oraven7iaffe den A l l e e n v e r k o o p opgedragen. W i m i . B E X G E B S o h n e , S t u t t g a r t , Ecaiige geconcessionneerde Fabrikanten der E c h t e Prof. Dr. G. JAEGEB's Normaal-Ondergoederen.
»?
SS M> 9 9
•T Nil
S' S
9 H » 1
9
9 t 9
?• 3« van Sloode, B a n k a s t r a a t 2 b , Den H a a g . In Comestibles, Koloniale waren en Geconserveerde Groenten,
Specialiteit in Chocolade en fijne Dessertwerken, maakt zijn geachte begunstigers bekend, dat ter gelegenheid van het a. s, Kerstfeest, aan zijne zaak dagelijks versch verkrijgbaar zijn: Kerstkranzen, Appelbollen, Garnalen- en Saucijzenbroodjes, enz. enz., van de bekende Firma B. Yan Zuiden, 2e Wagenstraat ÏÏ. De ondergeteekende verzoekt beleefd, voor de stipte uitvoering der bestellingen, deze zoo tijdig mogelijk op te geven.
Hoogachtend Uwe Dienstw. Dienaar, P. J. VAN ROOD E, B a n k a s t r a a t a b , D e n H a a g . IN ROBES FransckCoupe IfaSfiö* V . _ W ^ J >
Reform kleeding SPECIALITEITE I I INDISCHE KLEEDINÖEN. naar keuze. Attesten ter inzage. t l 3 > Van Swietenstraat 113. lien Maag.
E X T R A FIJSTE ROIiPEJfS IN 'T Z U U R . s Vleeschhouwerij 56 Zoutmanstraat 56. f
Beveelt zich beleefd aan voor het leveren van: u i t s l u i t e n d I e k w a l i t e i t RUND-, EC ALFS- en LAMSVLEESCH «c T^ tegen concurreerende prijzen. § A a n b e v e l e n d , " W - I J . I D E Z"Wr^A^^^.3Sr_
M G E S M O I T B J r R U X D V E T . GESMOIiTEBT H A L F 8 V E T .
Kepplerstraat 115-117b|dRegentesselaan, den Haag. Het beste adres voor ! vrtiiip. Compleete Ameubeleeringen. Tapijten, Meiibelstoffen, Vitrages, Zeildoek, Linoleum, Wasdoek enz. S X 3 "Fi (~~* X A "T". T T "T-1. X T " ill Engekiie Ledikanten LAi'OK-, STAALDRAAD, Stroo- en Zeegrasinatrasseu. (Voorzien v a n v e l e g u n s t i g e I n d . r e f e r e n t i ë n ) . Jatisier JfEoderne J> ennenur Ö gr ID B 1ST H A A G . S X ,
De ondergeteekende bericht zijne geachte clientèle, dat hij zich beleefd aanbeveelt tot het leveren van Eerste Kwaliteit KERSTKRANZEN. De Yan onds bekende DENNENAPPELS enz. enz. J. F. van HOEKEN,
Confiseur, Pausier, Cuisinier, voorheen MULDERS. Vereeniging OOST en WEST Af deeling 's~Gravenhage.
Aan het B u r e a u H e e r e n g r a c n t 4 , zijn van ÏO—13 en van 3 - 4 uur, inlichtingen te bekomen omtrent de volgende personen die werk zoeken. Men kan die inlichtingen ook per brief vragen aan den Secretaris der 3de Commissie, den heer G. G. A. DE "WITT, de P erponcher straat n°. 93.
Een gep. Onderofficier O.-I. Leger voor inc a s s e e r i n g , oppasser en h u i s b e w a a r d e r
Een modiste die werk in O o s t - l n d i ë zoekt. Een Dame die lessen geeft in N o.o r s c h , Zweedsch, D u i t s c h en I t a l i a a n s e h.
Twee ionge Dames voor Juffrouw van Gezelschap.
Een bekwame l i n n e n n a a i s t e r .
Gewezen Sergeant in W.-I. voor p o r t i e r , l o o p e r of h u i s b e w a a r d e r ; kan ook c o p i e e r w e r k verrichten.
Jonge Dame ter waarneming van het huish o u d e n en het oppassen van kinderen.
Een jonge Dame die als G o u v e r n a n t e of B o n n e naar Indië wil.
Een jonge Dame als k i n d e r j u f f r o u w naar O.-I. Een gegageerd Onderofficier der Genietroepen zoekt een b e t r e k k i n g voor l o o p e n d beheer,; schrijfwerk of eene eenvoudige administratie; ook kantoorwerk in die richting.
Eene dame voor 't les geven aan s p r a a k g e b r e k k i g e n .
Een Dame les geven in t e e k e n e n en port r e t s c h i l d eren.
Een gep. off. v. adm. O.-I. L. v. adm. betrekking,
Een Dame voor a d m i n i s t r a t i e v e bet r e k k i n g .
Een Heer voor a d m i n i s t r a t i e v e bet r e k k i n g of magazijnmeester.
Een Heer voor C o r r e c t o r aan eene drukkerij.
Drie Dames voor waarnemen van een huish o u d e n en naar Indien gaan.
Twee Dames om b e j a a r d e dame gez e l s c h a p te h o u d e n .
Een Jongmenseh voor k a n t o o r b e d i e n d e .
Een Dame zoekt plaatsing als Stenograaf, ook voor les geven.
Een jonge Dame zoekt een t ' h u i s zonder s a l a r i s bij eene dame om deze in de avonduren gezelschap te houden ; kan in 4 talen voorlezen en maakt muziek.
Een Dame om met eene familie op reis te g a a n ; spreekt Hollandsen, Duitsch, Eransch en Engelsch en heeft veel gereisd.
Een gewezen militair in W.-I. voor o p j p a s s e r of h u i s k n e e h t .
Een gewezen Sergt.-majoor, timmerman der marine, voor p o r t i e r of h u i s b e w a a r d e r .
Eene jonge dame les geven in fröbelen.
De 'a-Gravenhaagsche Boek- en Handelsdrukkerfl voorheen Gebr. Giunta d'Albani.
V A N HET KOLONIAAL WEEKBLAD Donderdag' 19 December 1901.
werken. Het Siarneesch gouvernement wenscht die op grooten schaal aan te leggen, wat het Rijk zeker zeer ten goede zal komen. 2'. Daarvoor, en voor andere doeleinden, zal een leening in Engeland worden gesloten. Dit is een zeer ernstig geval. 3". Nadat zij Bangkok met Singapore telegrafisch verbonden hadden, waardoor de francoSiameesche lijn van Bangkok naar Saigon zoo goed als niet meer gebruikt werd, hebben de Siameezen hun telegraaf net dit jaar in het Noorden tot aan Xieng-Tong uitgebreid tot aansluiting met het Anglo-Birmaansche. Bovendien is het Engelsch-Indische gouvernement bezig een weg aan te leggen, die zijn gebied met het Siameesche in onmiddellijke verbinding brengt. 4". Een levendige doorvoerhandel heeft er tusschen Xieng-Mai en Yunnan plaats. Ambtenaren zoowel van Britsch-Indië als van de omliggende landen werken met de Siameesche samen om op dit traject belangrijke handelscentra te stichten. De zandbank van de rivier de Menam zal worden weggebaggerd. 5 U. Ofschoon het plan om in Siam's hoofdstad een gemeenteraad op te richten mislukt is, zal er toch iets tot stand komen, dat er veel op lijkt. Dit is een zaak van gewicht zoowel voor de vreemdelingen als voor de inboorlingen. De koning heeft eindelijk besloten, om water van de Menamrivier te doen zuiveren tot drinkwater en om een openbare gezondheidsregeling in te stellen.
De heer Lemire besluit zijn artikel met de vraag, of al deze verschillende punten den vreemdelingen en vooral zijnen landgenooten, de onmiddellijke buren der Siameezen, niet genoeg stof tot nadenken leveren? Hij rekende het zich tot een plicht er in een koloniaal blad, de aandacht van het groote publiek op te vestigen.
*
In dezelfde „Depêche Coloniale" staat een beschrijving van het bezoek, dat de Hertog van York, de tegenwoordige prins van Wales, op zijn reis langs alle Engelsche Koloniën, aan het eiland Mauritius bracht, dat eerst sedert 1810 van Fransche in Britsche handen overging. Naar het schijnt heeft dit driedaagsch bezoek bij de in hart en ziel natuurlijk nog zeer Fransch-gezinde bewoners van het eiland geen aangename herinnering achtergelaten; ten eerste omdat het gouvernement, zoogenaamd om den hertog niet aan de besmettingsgevaren van de pest bloot te stellen, de in het vooruitzicht gestelde volksfeesten van het program heeft geschrapt, ten andere omdat zelfs de Burgemeester, de heer Petot de la Beaugardière, een der meest achtenswaardige creolen, behoorende tot de oudste Fransche familie's der kolonie, niet had behoord onder de uitverkoren gasten aan den hertogelij ken disch en ten laatste omdat de hertog in zijn toespraak, die hij in 't Engelsen hield, zoo onhandig moet geweest zijn, te zeggen, dat de Mauritiers er trotsch op moesten wezen in den roem van Engeland's heldendaden te kunnen deelen!
* * * Onder de „Informations" staat :
„M. Van Kohi, député néerlandais et l'un des chefs du parti socialiste hollandais, doit aller prochainement étudier dans les Antilles françaises les conditions spéciales dans les quelles se pose la question sociale à la Martinique et à la Guadeloupe;" terwijl wij iets verder, onder het hoofd:
Kle Budget de la Guadeloupe" lezen, hoe treurig de sociale toestand op dat eiland is : „Nous constatons, en le regrettant, que le projet de budget dont il s'agit ne propose aucune économie propre à remédier à cette crise. Ce n'est pas, en effet, en augmentant encore les impôts, en frappant de taxes les pianos ou les voitures que l'on découvrira la solution du problème antillais. Le budget de la Guadeloupe pour 1902 est un budget d'attente: il faut souhaiter que ce ne soit pas, comme le dit le Courrier de la Guadeloupe, l'attente d'une catastrophe économique. Le vrai budget de la Guadeloupe sera celui qui réduira de 1000 les dépenses des services administratifs de cette colonie." De heer van Kol zal er zeker in de gelegenheid zijn, om nuttige vergelijkende studiën te maken.
Mevr. I. M. I. C. v. d. M., wier artikelen in het »Bondsblad" van 31 October en 7 November, aangehaald werden in de Correspondentie, voorkomende in 't laatste Kol. Weekblad, heeft de beleefdheid gehad ons naar aanleiding daarvan 't onderstaande toe te zenden. Mais of Djagoeng.
Het hoofdvoedsel van den Javaan is de rijst en toch zoude Mais na de rijst eene eerste plaats in de volksvoeding mogen innemen. De Mais behoort tot de familie der Gramineae of Graangewassen, waarvan ook vele variëteiten bestaan. Men heeft hiervan verscheidene soorten en wel in Sesoeki o.a. de Djagoeng kritiek, de Djagoeng kenang, de Djagoeng besaar enz. De djagoeng wordt in de Molukken „Mils" geheeten en in de West wordt het »koren" genoemd, terwijl wij de maïs kennen onder ^en naam van Turksche tarwe. Zij kan tot op eene hoogte van 4000 voet aangeplant worden en is daarom van bijzonder gewicht ^°or de bewoners der hoogere bergstreken, waar zij ^ rijst vervangt.
Gewoonlijk echter gebruikt men de djagoeng in Indië als toespijs bij de rijst, waartoe de vruchtkolf met de nog onrijpe zaden, die dan een zoet melkachtig sap bevatten, gekookt of boven het vuur geroosterd worden. In voedingswaarde staat de djagoeng ver boven de rijst. Van de djagoeng wordt ook het Maismeel, het Colmansmeel bereid. Het Golmans-meel vervangt in Europa het „rijstmeel", tepoeng-berat. De inlandsche gebakken die men in Europa van rijstmeel wil vervaardigen, kan men evengoed uit Colman's meel bereiden.
Een nieuw produkt uit Mais, dat een schoone toekomst heeft, maakte reeds in Amerika zijn intrede. Van mais n.1. bereidt men tegenwoordig in Amerika suiker. De methode en fabrikatie moeten zeer eenvoudig zijn. De mais wordt gedurende eenigen tijd geweekt, daarna in machines gedaan en gestampt. De overblijvende omhulsels worden gebruikt om hoornolie te maken ; de andere bij-produkten gaan in het veevoeder, terwijl de zetmeel houdende bestanddeelen zoodanig behandeld worden, dat men dextrose of druivensuiker verkrijgt. Tot voor een jaar geleden kende men nog geen goeden weg om dit product te raffineeren en het voor menschelijk voedsel geschikt te maken, zoo schrijft men in een welbekend blad, maar nu schijnt men er achter te zijn. Onder het nieuwe proces vallen nu nog pi. m. 30 pet. onzuiverheden af, terwijl er een 70 pet. overblijft, welke bestaat uit fijne witte suiker, waarvan 90 pet. zuiver is en de rest z.g. ondersoet. Deze suiker is veel voedzamer dan iedere andere soort riet of beetwortel-suiker. Van de djagoeng-bladeren worden in Indië veelal de zg. Seroetoes gemaakt, de bij inlanders zeer gewenschte sigaartjes. En zoo kan men nog meer goeds uit de djagoeng plant bereiden. Immers het inwendige weeke van de djagoeng wordt in Indië als thee getrokken en is een probaat middel tegen Nierziekte, Graveel, enz. Mais wordt in Europa gebruikt als vogel voer, in Indië wordt jonge mais met geraspte klapper en suiker, als een lekkernij voorgezet. Aldus kunnen er uit mais in hoofdzaak 3 voorname voedingsstoffen bereid worden en wel : meel, suiker en olie en misschien nog andere, 'waarvan ondergeteekende als leek geen verstand heeft.
MBVE. L M. I. C. v. D. M.
Breda, 14 Dec. 1901.
De waarheid omtrent het leven in Merlaudsch-Indtë *
Wij hebben in het Koloniaal Weekblad het indertijd zooveel geruchtmakend boek van den heer B. Veth „Het leven in Nederlandsch Indië" niet besproken, evenmin als de brochures en andere geschriften er tegen of naar aanleiding er van. 't Kwam ons minder actueel meer voor, toen ons eerste nummer verscheen, juist een jaar nadat bedoeld werk 't licht had gezien. Wel hadden we nog kunnen wijzen op wat langzamerhand geschreven was, om op te komen tegen 't geen de heer Veth gemeend had te moeten zeggen over 't leven in Indië, zooals hij dat in een comble van scheel —, bijziend — en verziendheid had waargenomen, maar we voelden ons niet aangetrokken deel te nemen aan den strijd van de „stormen van verontwaardiging" tegen de „heete, drooge en wegens het meegesleepte woestijnzand, alles verzengende en overstuivende" samoen. En laat ons er bij zeggen, dat wij, al was 't boek later uitgekomen, waarschijnlijk niet toe overgegaan zouden zijn het te bespreken: immers het heeft ons altijd gespeten, dat er ooit met één woord tegen den inhoud is opgekomen, hoe begrijpelijk wij het overigens vonden, dat het spontaan tot gerechtvaardigde woedeuiting aanleiding gaf. Het boek van den heer Veth had door allen die Indie kennen en liefhebben doodgezwegen moeten worden. 't Eenige wat we dan ook wellicht gedaan zouden hebben, zou geweest zijn, te schrijven: „Gij allen die Indië kent en liefhebt, laat u niet in een eerste opwelling van boosheid verleiden iets over of tegen het werk van den heer Veth te zeggen : Zwijg het dood." Zedekwetsende en pornographishe geschriften laat men liefst ook onbesproken.
De man die zulk een boek schrijft, is geen goed mensch. We willen daarmee, — we zeggen het met nadruk, — niet beweren, dat de heer Veth een slecht mensch is, volstrekt niet. Wij weten van den schrijver, als persoon, absoluut niets af; maar iemand dïe schreef, als hij 't deed, heeft niet de goedheid in zich, zooals wij dat in de edele beteekenis van het woord begrijpen. Hij heeft door 't ontbreken van die eigenschap niet gevoeld, hoe hij krenkte en kwetste en evenmin hoe onwaar hij was. En dat hij die hoedanigheid niet bezit is jammer, zeer jammer. Ware hij in dat opzicht anders aangelegd geweest, we zouden een boek van veel waarde rijker zijn geworden, en 't zou zeker zijn invloed hebben doen gelden. De heer Veth ziet juist en scherp, zegt duidelijk wat hij wil en er is veel waarheid in 't geen hij beschrijft: maar, — 't geheel als zoodanig is leugen. Had hij niet geschreven met de grimmige, zich zelf ingeperste haat van een nurks, die haat omdat hij een nurks is; maar met een schijntje van Molière's humor, al werd die dan ook vermengd met 't scherpe sarcasme van een Multatuli, wat hadden we dan een mooi — een goed boek van hem ontvangen. Overdrijving schaadt; maar treft vaak juist daardoor; 't werk van den heer Veth lijdt aan ueberoverdrijving en de inhoud is daardoor over de lezers heen gegaan. Zelfs de zeer bevooroordeelden hebben 't gevoel gehad, dat er een nijdas aan 't woord was, wiens uitspraken ze niet zoo heel nauw moesten nemen. Men zag in, dat er geen mogelijkheid bestond, om er achter te komen, welke deelen van Indië ziek en welke gezond waren. Een welvarende dikte werd als waterzucht; ietwat pijnlijke of wonde plekken-soms rotte, - werden zonder onderscheid allen als kankergezwellen gediagnostiseerd. Ook had men bij 't doorlezen al dadelijk de gewaarwording dat het boek een bitter boek was, — in dubbele beteekenis. Kreeg men eenerzij ds den indruk, dat de pen van den schrijver in eigen „ziele-gal" was gedoopt, anderzijds was 't, als of hij in moreele bittere-borrel-roes aan één stuk door had geschreven. Zooals 't wel eens menschen gaat, die onmiddelijk een hen prikkelende brief beantwoorden, welke zij ontvingen en lazen na flink gepoojerd te hebben. Verzendt zoo iemand 't antwoord niet dadelijk; maar leest hij het' den volgenden dag over, tien tegen één dat 't hij verscheurt.
(*) „ De waarheid omtrent het leven in Nederiandsch-Indië ". Protest tegen het boek van B. Veth door L. C. van Vleuten.
't Komt ons voor dat de schrijver, ten gevolge van een geprikkelden toestand, in een geestelijken roes 't grootste deel van zijn boek schreef. Hij had goed gedaan 't een half jaar te laten liggen vóór hij tot de uitgave besloot. Menige bladzij had hij er dan uitgescheurd en overgeschreven. Menige onwaarheid en over-overdreven voorstelling zou dan achterwege gebleven zijn. De groote waarde van het protest van den heer L. C. van Vleuten met den hier boven aangegeven titel, bestaat wel daarin, dat hij aantoont, hoe en waar door den heer Veth te kort gedaan wordt aan de waarheid. En dat wij zijn tegenschrift nu nog bespreken, vindt zijn grond in de gelegenheid die wij zullen hebben, om onze lezers een kijk te geven op het Indische leven, niet uit 't oogpunt van den romanschrijver, maar uit dat van een nuchter, eerlijk waarnemer. Wij zullen dat in een volgend weekblad doen.
Moe een Muzelman de legende van Allant en Eva vertelde.
In de „Figaro" verhaalt G-?-osclaude de legende van Adam en Eva op een andere wijze dan Mozes het in zijn tijd deed. Te Bjeddah — welk woord Grootmoeder beteekent — bevindt zich, volgens de Muzelmannen, het Graf van Eva (Eva beteekent: moeder). Omstreeks 1858 verkreeg de toenmalige fransche Consul Labosse van den Kadi te Djeddah — na een hevige discussie met de Moskee-hoofden — de vergunning, om het heilige graf, met de kleine kinderen uit de overgrootmoederlijke stad, te bezoeken. De grafbewaarder vroeg aan den Heer Labosse, die het eerst binnen trad, of hij wel wist wie Eva was. De Consul beantwoordde die vraag met het bijbelsche verhaal van den rib, de slang en den appel. De dienaar van den profeet haalde de schouders op en verbeterde de feiten door het volgende vertelsel. lederen morgen bij het opgaan der zon, kwamen de engelen den Heer, die bijzonder veel van Eblis hield, hulde bewijzen. Eens zeide de Heer tot Eblis: „Ga naar de aarde en vertel mij wat gij zaagt." Eblis kwam terug en zeide: „Ik heb de aarde gezien, het is er mooi, ik heb er boomen, schaduw en stroomend water gevonden." — „Ik geef je dat allemaal," zeide God. Van dien dag af kwam Eblis niet meer met de andere engelen, den almachtige, bij het opgaan der zon, begroeten. God zond Gabriel om aan Eblis te vragen, waarom men hem niet meer zag. Eblis antwoordde: „Hij is meester in de hemelen, ik ben meester op aarde, ieder in zijn eigen huis." De Eeuwige, nog niet gewoon aan de ondankbaarheid van aardbewoners betuigde zijn levendig ongenoegen Hij ontnam de aarde aan Eblis en besloot ze te geven aan een wezen dat hij zelf gevormd had. Het was Adam (Adam beteekent aardmensch) dien hij, geheel verstijfd, onder de schaduw van den prachtigsten boom uit een verrukkelijken tuin, neerzette. Honderd jaar later, zich zijn schepsel herinnerende, liet God een blik op de aarde vallen en zag den man, die zich niet meer verroerd had dan een boomstam. De Almachtige begreep dat Adam stierf van verveling en dat hij een gezellin moest hebben. Toen werd Eva geschapen. Ze begon met bloemenkranzen te vlechten, vlinders na te loopen en de vogels te vervolgen. Intusschen had Eblis vernomen, dat de aarde aan een sterfelijk wezen gegeven was en besloot hij Adam te dooden. Op de aarde afgedaald zijnde, vond hij er den steeds duttende Adam, dien hij heel leelijk vond, maar hij werd bekoord door de lieftalligheid van diens gezellin. Hij riep eene groote slang, gaf hem een gouden appel in den bek, klom op zijn rug en stelde zich ruiterlijk aan het wonderschoone schepsel voor, zeggende: „Ge zijt te mooi voor eene gewone sterveling, ga met mij mede !" Eva, die zich doodelijk verveelde, besteeg de slang achter Eblis; hij voerde haar weg naar de Sterren. — Honderd jaar later werd Kain geboren. — Weder gingen 100 jaren voorbij, toen Eva zin kreeg, om eens te zien, hoe Adam het opgenomen had, dat hij verlaten was. Zij vond hem nog steeds onder zijn boom en sprak tot hem: „Je verveelt je omdat je niets weet, kom met mij mede dan zult ge je niet vervelen." Daarna werd Abel geboren. Weder' 100 jaren later doodde de zoon van Eblis dien van Adam. Toen jaagde de Heer hen allen uit den tuin.
Z. 5 December 1901. ATHOS.
I H T G E Z O I T D E Ï
Nieuwe gegevens.
Het Zendingsprogram van het tegenwoordige Ministerie moet door iedereen kunnen worden beoordeeld. Hiertoe zijn gegevens noodig- De Heer Kooreman heeft in zijn laatste lezing, belangrijke gegevens verstrekt. Ter vermeerdering hiervan diene het volgende uitknipsel van „De Controleur" 14 dezer :
Geachte Redacteur,
In uw nummer van 28 September jl. breekt Boegis een lans voor de zending. Ofschoon, erkent hij, het niet te betreuren is, dat in Palembang, de regeering de Moliamedaansclie godsdienst niet heeft tegengewerkt, zou een dergelijke gedragslijn in Celebes een onvergeeflijke fout zijn. Zou, mag ik Boegis vragen, als aan Zuid-Celebes evenveel geld en tijd was besteed als aan de Minaliassa, de Boeginees, hoewel Mohamedaan, niet op een nog veel hooger standpunt staan, dan de schijn-beschaafde, luie bewoner der Minahassa? Is de slavernij, vraag ik verder, wier afschaffing de balans ten gunste van de zending zou doen overslaan, ook niet onder Mohamedanen in N.-I. afgeschaft, en bovendien veel dragelijker dan de slavernij van het moderne kapitalisme; —het cóntractkoelieschap ? Schaft de Islam niet vee! radicaler het misbruiken van doodenf'eesten, alcohol en opium af, dan het christendom, dat machteloos is gebleken? Is niet, om op een ander volk te wijzen, de Moh. Batak van Mandailing veel zindelijker en meer mensch dan de vuile christen Batak van Toba, die zieh nog steeds te goed doet aan krengen, opium en jenever? Is deze niet vrij van cultuurdienst on onhandelbaar en levert gene niet jaarlijks duizenden picols koffie tegen een hongerloon en is toch verstoken van scholen en de meest elementaire geneeskundige hulp? Is de christen Mandaïlinger (in 80 jaar heeft men er een 10ü-tal kunnen bekeeren) niet minder welvarend en meer belust op geschillen, dan zijn Moh. collega? Wordt niet door Duitsche zendelingen een groot deel van Indië langzamerhand verduitscht, en komen namen als Wilhelm, Otto, Bismarck, enz. niet reeds veelvuldig voor onder inlanders, en hebben de zendelingen in Tapanoelie niet het voorstel gedaan inlanders Duitsch te leeren? Wordt in die residentie niet bijna uitsluitend het »made in Germany» ingevoerd en mag een nationalistisch minister dat bevorderen ? Kan, zoo vraag ik ten slotte, het geld dat door //de kleine luijden// met moeite wordt bijeengebracht, niet veel
beter in Nederland tot leniging der ellende gebruikt worden, en beweert niet menig zendeling, die het eerlijk meent en wien het niet te doen is om een lui leventje, dat hij in Europa veel nuttiger kon werkzaam zijn dan hier, en het hem spijt op opgehemelde voorstellingen naar hier te zijn gegaan ? Dit wordt aan Boegis en anderen ter overdenking gegeven door D F. Kota Nopan, Oct. 1901. Controleur B. B. (Sumatra's Westkust)'.
De heer Boissevain, die in het Handelsblad van 14 dezer „Een blik in de Toekomst" geworpen heeft en tot zijn schrik waarnam, dat „in deze Eeuw" voor het „van de voorvaderen geërfde" Oost-Indië „van buiten het eenige ernstig gevaar van Japan en Australie dreigt", wordt verzocht op het „Made-in-Germanisme" van de Duitsche zendelingen hierboven bedoeld, acht te willen slaan. — SOCMELL. —
Correspondentie. Door gebrek aan plaatsruimte moest het stuk van den heer K. H. O. v. B. tot het volgende nummer blijven liggen.
Boekaankondigingen. Wij ontvingen van den schrijver in dank „Inlandsen Landbouw-Crediet op Java" door P. J. F. van Heutsz, Assistent-Resident, uitgave van H. M. van Dorp en Co. te Batavia en hopen er ter gelegenertijd op terug te komen.
„Nieuw adresboek van geheel Nederlandsch-Indië, samengesteld en uitgegeven door E. H. Kleian." Een lijvig en flink uitziend boekdeel van 713 bladzijden, met een aanhangsel en bovendien een register voor „alles en allerlei" van ruim 140 bladzijden. Dat moet den samensteller een nauwkeurige, omslachtige , tijdroovende arbeid gekost hebben — waarover wij hem ons kompliment maken. Er is in dit adresboek dunkt ons niets vergeten. De naamlijst van personen is voor geheel Indië alphabetisch gesteld. Men zoekt de naam op en vindt daarachter zoo volledig als 't kan betrekking en woonplaats. Vóór in 't boek geeft een inhoudsopgave aanwijzingen op elk mogelijk gebied. Om de volledigheid daarvan te doen uitkomen, doen wij een greep : Batikinrichtingen, Beeldhouwers, Bloemen- en Bouquettenhandel, Cementtegelfabrieken, Experts, Groentekweekerijen, Kistenmakers, Handel in Inlandsche kruiden en oliën, Mestfabrieken, Tooneelonderwijzers, Visscherijen, Zuur (inlandsch) handel in enz. enz. en dat voor alle steden. Men vindt ook alle plaatsnamen van Ned.-Indië m deze lijst. De residentie, de afdeeling, 't district waarin de plaatsen, ja de hoogte in meters waarop de plaatsen liggen, wordt aangegeven. Een nuttig onmisbaar boek dat door velen dikwijls zal worden geraadpleegd.
Wij vestigen de aandacht van belangstellenden op de volgende aankondiging in het Bat. Nbl. : Bij de uitgevers G. Kolff & Co. alhier ligt ter perse: „Economische Studiën en Critieken met betrekking tot Java" waarvan schrijver is de ingenieur J. Homan van der Heyde. De aanleiding tot het schrijven van dit vrij omvangrijke boek is voor den kundigen samensteller geweest de voordracht door mr. N. P. van den Berg den 14den Maart van het vorige jaar in de vereeniglng Hou' en Trouw te Amsterdam gehouden, behalve de op- en aanmerkingen door de Nederlandsche pers gemaakt, omtrent zijn vroeger werk: „Beschouwingen aangaande de Volkswelvaart en het Irrigatiewezen op Java", in 1899 bij dezelfde uitgevers verschenen.
Inhoud van rVederlandsche Tijdschriften voor Oost- en West-Indië.
De H e i d e n b o d e , Dec. 1901. Midden-Java ten Zuiden. Brieven van Ds. D. Bakker en L. Adriaanse.
De I n g e n i e u r , 1901. No. 50. De vaart van Nederland op Ned.-Indië naar aanleiding van de jongste opneming van het Westgat van Soerabaja in 1900. Voordracht van W. F. Leemans. I n d i s c h e M e r c u u r , 1901, No. 50. Koloniaal Museum. (Circulaire Rumphius-herdenking). Surinamelezingen, — De Cacao, hare cultuur en bereiding. — Antwoord aan „Een dadap voorstander etc." Stoom overhitters. — Aanmoediging der tabakscultuur. Japan, China en Korea. — Kunstmatige en natuurlijke indigo. — Koffieberichten uit Brazilië. — Het vierde Koffiecongres. - Suikerproductie van de in de Westhoek gelegen Suikerfabrieken. — Maandelijksch Overzicht van Suriname. — Maatschappij tot Exploitatie van Ijsfabrieken in Nederlandsch-Indië.
Verzending O.-I. Mail. VOOR DEN HAAG. Amsterdam, Nederl., 3 Jan. 11.20 's av. Rotterdam, Lloyd, 27 Dec. 10 » 11.30 's av. Genua, Nederland, 31 Dec. 9.15 's av. Marseille, Lloyd, 21 •• 7 Jan. 6.30 's av. Marseille, Fr. dienst, 28 Dec. 7.45 vm. Brindisi, Eng. dienst, 3 Jan. 1.— mid. Napels, Duits, dienst, 22 // 5 // 9.4,5 'a a v. Via Marseille: Suppletoire verzending van brieven, briefkaarten en aangeteekende stukken den dag volgende op den aangegeven maildag te 7.45 vm. Via Napels: Suppletoire verzending den dag, volgende op den aangegeven maildag te 12, doch de aansluiting op hel vertrek der booten is daarvan niet verzekerd. MAIL SURINAME. Amsterdam, Nederl., 31 Dec. 11.15 ' s a v. Southampton, Eng., 23 Dec. 6 Jan. 11.30 '3 av. Suppl. verzending daagä daarna 6.30 's av. ; aansluiting niet altijd verzekerd. St. Nazaire, Fr., 8 Jan. 8 Febr. 7.45 vm. MAIL CURAÇAO. Via Genua den 8n van elke maand, alleen op verzoek. Eiken Dinsdag en Vrijdag 6.30 's av. via Southampton en Queenstown en New-York. MAIL CONGO. Antwerpen den 15n en den laatsten van elke maand 7.20 'sav. Lissabon den 3n en den 13n van elke maand 3.20 m.
MAIL CANARISCHE EILANDEN. (Teneriffe.) Southampton. Elken Vrijdag 7.20 's av. Liverpool. Elken Maandag 7.20 'sav.
A D V E R T E N T I E N.
ERNEST GASSDTO Tandarts, FRANKUNSTRAAT «93 , bij liet R E G E I f T E S S Ü P L E I i r , D e n H a a g . SPEEEKUTJR dagelijks van 3 tot 5 uur, behalve Zondags en Woensdags. ^ W. Ciff. B. TERSTROET, Sigaren- en Sigarettenmagazijn, Pr, Hendrikstraat hoek Tasmanstraat 129, DEN HAAG.
Levert de beste Sigaren in alle prijzen in kistjes Tan 25 en 50 stuks. Assortimentkisten enz. EXPORTnaar OOST-enTOT-INDIE
Ixv „ie ?ço\DVî^Aviv^d" Badhuisstraat 54, Scheveningen zijn verkrijgbaar alle soorten COMESTIBLES e n COXSERVEX waaronder : GOEDKOOPE GEOENTEN. per literblik. Doperwten f 0.30 Spercieboonen - 0.30 Spinazie - 0.30 Snijboonen - 0.30 Tuin wortelen - 0.35 Andijvie - 0.30 Franco huis DEN HAAG. Uit de fabriek van J. C. T I S S E R , t e Amsterdam. Aanbevelend, J. J. KROPHOLLER. PRIJSCOURANT wordt op verlangen gratis toegezonden. Bij inkoopen van f 10 en daarb. wordt een korting van 10 pCt. toegestaan.
18 Wagenstraat, Den H a a g . Interc. Telephoon 582. INRICHTING VOOR Complete Meuhileoring VAN Salon en Eetkamer. Slaap- en Logeerkamer, if ORA Kantoor, Serre, Keuken, 1 0 Ü U - ~ Gang en Trap en Dienst- \en hOOger. bodenkamer. j
Zeer aan te bevelen voor Ind. familiëii 6. KERNER&O.
en FRANC!
Fabriek „SIMANALÂGÏ" Den Haag. KEPPLERSTRAAT 138—144
Ingrediënten voor de INDISCHE RIJSTTAFEL, als:
S a m b a l l a n s , Boemboe's, Atjars, M a n i s a n » , diverse K r u l d e n , Tlsch-Artikelen, diverse K e u k e n - g e r e e d s c h a p p e n . Prima HOLLAM)SCHE TAFELZÜBEN, Likeur «LALIDJIWO» diverse ItlMOWJLJDM-SIMOPmW. C HOYNG, D e x a . %&sai&L^. — XJ^x»®C5Jhi.-fc. Geïllustreerde Prijscouranten worden gratis op aanvrage toegezonden. ECHTCHiNEE&CHE THEE, speciaal aanbevolen aan Indische famiüe's.
„5)e }Collandsehe Xüverheid,% LANGE POTEN 20, 's-GRAVENHAGE.
Grootste inrichting tot het leveren van UITZETTEN en INDISCHE UITRUSTINGEN.
voor DAMES, HEEREN e n KINDEREN.
Daar aan onze ateliers circa 80 naaisters verbonden zijn, zijn wij in staat iedere bestelling in eiken verlangden tijd op maat te leveren en garandeeren wij voor k e u r i g e m o d e l l e n , n e t t e a f w e r k i n g en s t e r k c o n c n r r e e r e n d e p r i j z e n .
Hof spui St, ar. M E s JK: EI M E U B E L F A B R I K A N T . Telephoon JSfo. 24O, 's-Hage.
Inrichting voor complete meubileeringen, zoowel in koop, als in huur. Complete Ameublementen voor geheele huizen, hoven- of benedenhuizen steeds voorradig P R I J Z E N S T E R K O O N C Ü R R E E R E N D . Verhuurt mede Gemeubelde boven- en benedenhuizen. Q-o-RiPij-jsrieirsr. T^ZPUTZEHNT.
De WOIOTGGIDS v/d. ITederlandsche Bond van Makelaars in Vaste Goederen, Assurantiën, ens. o. m. bevattende de adressen der voornaamste . Y l a k e l a a r s i n v a s t e g o e d e r e n v a n S i e d e r l a n d , en de
WONINGGIDS voor 's-GRAVENHAGE en OMSTREKEN opgemaakt door 't Administratiekantoor der firma FALKENBURÛ & Co. 'S'GMM^JEWUAGEJ, JBennenweg 64, zijn beide op aanvrage g r a t i s verkrijgbaar. Ook liggen deze gidsen op de informatiebureaux der Vereeniging «Oost en West» te 's-GRAVENHAGE en te WELTEVREDEN (Batavia) ter beschikking van belangstellenden. Grebrs. JP. H. Caminada, Lange Houtstraat 3, Den Haag. JHT0JF- EJW MIJBSIiJEVEIlAWClIiMtS.
Barometers, Thermometers, Loepen, Kijkers enz. enz. Goerz Frieder Kijker.
BROCHURE GRATIS.
vooi*
vindt men in ruime keuze De Katoenbaai
15, Noordeinde 17a, Den Haag.
Een der lokalen is speciaal ingericht voor d e a s . feesten; vele artikelen voor Heeren, Dames en Kinderen van af S» ets. De verscheidenheid der artikelen is te groot om ze alle te noemen, doch wij weten zeker, dat bij een bezoek de geachte clientèle zal slagen in hare keuze.
Koninkl. Nederl. Mandenfabriek en Magazijnen Firma W. F. ¥AÜ VLIET.
Serre-jÏÏeubelen en decoratie. Yoli
ISTOOIELIDIEIIISriDE 1 5 8 . eres, Vogelkooi Lange Beestenmarkt 4-6, Den Haag.
Grit, of gemalen gebroken Zeeschelpen.
Dit nuttig en onmisbaar artikel voor eiken Kippenhouder wordt tegen billijken prijs geleverd. Monsters en prijsopgaaf wordt gratis toegezonden.
VAN DER D E U B E ' S OCHTENDVOEDER is een goedkoop en krachtig voer voor uwe kippen; vlugge rui en vroeg eieren van de jonge isippen. Prijs per 10 kilo ƒ 1.50, 25 kilo ƒ3.50, 50 kilo ƒ6.50, franco naaste boot of spoorwegstation. Proefzakjes van 5 kilo ƒ 0.95, ff. thuis. Soliede depôtlionders gevraagd.
Puike, zuivere, Zoelemelksche Edammer Graskaas, (geen fabriekskaas), maar echte boerenkaas. 1 st. f 1.50; 2 st. f 2.90, na ontv. v. postw. J. v d. DEURE, ENKHTJIZEN (N.-H.).
DEN HAAG. GEDEMPTE BURGWAL 8, bij de WAGENSTRAAT. £.«.d. Kotst
MAGASIN de SOLDES. Grootste keuze echte L Ï O ï ï S C H E Z I J D E in zwart en gekleurd, ook andere kleedingstoffen bijzonder geschikt voor Indië, voor de helft der gewone prijzen. Alle goederen welke niet naar genoegen zijn, al zijn dezelve ook afgesneden worden gaarne omgeruild. Stalen worden op a a n v r a g e franco toegezonden.
L E I » EIST, STATIONSWEG 19. Eerste Modes.
» E E F T ,
21; CÏÏOOBSTBAAT. Nieuwste Garneering.
3 1 , V B E N E S T B A A T - r > E 3 S T l E Ï ^ ^ G - , SPECIALITEIT IN GEKLEURDE, ZWARTE en CRÈME STOFFEN. Nouveauté's voor elk seisoen. STEEDS SBOOTE ASSQRTEMENrEK BILLIJKE PRIJZEN. Stoomvaart-Maatschappij „ROTTERDAMSCHE LLOYD" Maildienst tusschen Rotterdam en Nederlandsch-indië in verbinding met de diensten der K o n i n k l i j k e P a k e t v a a r t M a a t s c h a p p i j van Rotterdam, van Marseille, te Port-Said 1902 1902 Soeinbing 28 Dec. 9 Jan. 14 Jan.
Gedé . . . Oengaran Sindoro * Merapi . . Salak . . . Lawoe. . .
28 Dec. 1902 11 Jan. 25 „ 8 Febr. 22 „ 8 Maart 22 „
te Padang. 1902 3 Febr.
te Batavia. 1902 5 Febr.
23 Jan. 28 „ 17 Febr. 6 Febr. 11 Febr. 3 Maart 20 „ 25 „ 17 „ 6 Maart 11 Maart 31 „ 20 „ 25 „ 14 April 3 April 8 April 27 17 „ 22 „ 11 Mei * Dubbel schroefstoomschip. Ie klasse midscheeps. 2e klasse in de campagne De Hoofd-Agenten : Ruys & Co., Rotterdam. De Agenten: Courier dit Dubekart & Co., Anna Paulownastraat ld, 's-Hage.
Ardjoeno 5 April
19 Febr. 5 Maart 19 „ 2 April 16 „ 29 „ 13 Mei
Eenige inrichting voor Praktische Opleiding voor den Handel in Theoretische en Praktische Cursussen voor Dames en Heeren.
Beste gelegenheid voor H H Verlofgangers, Gepensioneerden, Indische Jongelui enz.
Dagelijks inschrijving Telkens wanneer een voldoend aantal deelnemers ingeschreven zijn, kannen nieuwe Cursussen beginnen. &&&&
, , G *
0IDKBWU8VAKKEI. Praktisch Boekhouden, Handelsrekenen, Handelsrecht, PEAKTISCHE KANTOORWEßKZAAMHELEIf. S c h r i j f m a c h i n e , S t e n o g r a f i e , Nederl., Duitsche, Eng, en Fransche Handelscorrespondentie.
P B O S P E C T E S S E S e n H f l I C H T I I f G E S .
PARAPATTAN WEEZEMJESTICHT te Batavia.
In de hoop dat de wetenschap, dat vele weezen door eene liefderijke verpleging in het Parapattan Weezengesticht te Batavia, voor ondergang behoed en tot nuttige leden der maatschappij worden gevormd, eene opwekking moge zijn voor alle weldenkende ingezetenen van Nederlandsch-indië, die thans in Nederland verblijven en ook voor niet-Indiers, om ook het hunne bij te dragen tot instandhouding van het Parapattan Weezengesticht, doen wij in de eerste plaats een beroep op den liefdadigheidszin van de in Nederland wonende oudgasten. Jaarlijksche contribution en donation worden gaarne door den ondergeteekende in ontvangst genomen.
Namens het Bestuur van het PARAPATTAN WEEZENGESTICHT te Batavia W. C R E M E R , Generaal gemachtigde voor Nederland, Nieuwe Schoolstraat 89, te s-Gravenhage.
De 's-Gravenliaagsche Boek- en Handelsdrukkerij YoorkeenltebrTlwTd^All^a^